VOLKSTABAK Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. JAN SCHARESLIEP G0EDK00PE Dit nummer bestaat uit twee bladen De Peelschatten H'KUttiLBTON Hoestsiropen voor kinderen De Kippenhouderij op het platteland DOOR LAGEN PRIJS ONDER IEDERS BEREIK.MAAKT HET ROOKGENOT VOLLEDIG. TAB. IND.,VICTORIA" Zaterdag 8 November 1924 4Be"Jaargang No 48 AÜUNNEMICNTSrpn S PEK KWAK i AAI.: vuof^ VENiiAY 65 c. franco per post 7ó r. voor' het buitenland (bij vooruitbetaling) f 1,30 afzondert, nummers 5 c. PEEL EN MAAS uitgave Van FIRMA VAN DEN MUNCICHOF, VENRAY Telefoon 61. PK IJS OFR ADVEKTKNTIEN 1 8 repels 60 cl elke- repel meer 7*/« ct Advertenitën bij abonne ment groote reductie. Reeds de aanleg van een enkele groote mijn beteekent voor de streek enorm veel. Aangenomen, dat deze werkgelegenheid zal bieden voor 8000 arbeiders, dan kon men veilig rekenen op een bevolkingsaanwas van 25.000 personen. Wanneer in verre toekomst het geheele Peelgebied in exploitatie raakte, dan zou daardoor de streek haar bevolking zien toenemen meteen paar honderd duizend bewoners. Welke enorme werkgelegenheid dan zou ont staan op ieder gebied, kan men wel raden. De induslrialiseering van het Lim- burgsche gedeelte van de Peel zou we herhalen het.— vooraf een breed opgezette uitbreiding der waterwegen vergen, een breed opgezet wegennet (op dit punt hapert er nog heel wat in Zuid-Limburg), bouw van nieuwe groote woningcomplexen, van bruggen, scholen, kerken, gezellenhuizen, hospi talen enz. Venlo, een centrum van handel en landbouwproducten, zou er de meeste voordeelen van plukken. Industrieel Tegelen, met z'n pannen- en steenfabrieken en ijzerindustrie niet minde'r. Of althans in zekere mate, want de moderne grootbedrijven (weer kunnen we ons spiegelen aan de Kem- pische mijnen) houden er vaak haar eigen steenfabrieken en constructie werkplaatsen op na. De vestiging van een of meer mijnen zou vrij zeker, vooral omdat de ver bindingen er goed zijn, tot gevolg kunnen hebben, dat er andere grof- industrieën zich vestigen, als machine fabrieken, co"kesfabrieken en wellicht, gezien den aard der kolen ter plaatse en de goede waterwegen ook hoog ovens. Als deze grootsche toekomstdroom ook al maar in beperkte male in ver vulling ging, zou hel een prachtige werkgelegenheid bieden, want daaraan heeft deze streek vooral behoefte. En de kinderen der groote Limburgsche families zouden niet verder gedwongen wezen hun brood in den vreemde te gaan zoeken, omdat eigen omgeving dit niet meer kan bieden. Zij, die zich voor deze zaak spannen zouden, wanneer ze die tot een goed einde brachten, reeds aller dank nieten. Zelfs al zou het waar wezen, wat critische geesten beweren, nl. dat vreemd geld regionale grondspeculaties mogelijk zou maken en eigen midde len geheel buiten risico blijven. Zonder den prikkel tot winst onder een of anderen vorm, onderneemt niemand iets. 'Daden uit gewoon ver langen tot gewin geboren, kunnen ge lukkig toch een zegen voor allen wezen lol in lengte van jaren. Door Dr. A. 3. 1. Het waren aardige gevallen, welke grootendeels aan 't «afgebrande water- meuleke" plaats grependat «meuleke" zoo oud, of neen, nog ouder dan de hooge en peilrechte eikenboomen, die zich honderde jaren in het klein rivier- ke spiegelden, want reeds in zijn oud en dood versleten boek, met Duilsche letteren gedrukt en in perkament ge bonden, spreekt Grammaye over dat «meuleke" en hij zegt geen half woord over de hoornen, gewis destijds nog veel te klein en onbeduidend om be sproken te worden. Doch alvorens van Jan Scharesliep te vertellen, moet ik een weinig, zoo als onze boeren zeggen: »over 'tpolle- tiek rozonneren" Niet over dat van onzen tijdoch neen De minste leerling van een gymnasium, misschien wel van eene bewaarschool, heeft thans zijne krant en zijne opinie, en diensvolgens meer verstand van regeeren, dan wel de ministers, die echter betaald worden om het goed te kunnen. Ik werd gewis, was ik «behouder' door de liberale, was ik «vrijzinnige" door de behoudskinderen, met een paar ezelsooren, in den schoolhoek gezet. Het woord is nu aan de regeering Ze verge echter niet het onderste uit de kan. De Mijnraad, wiens advies nog altijd niet werd vernomen, geve een snel en helder antwoordde gemeen schap is daarmede nu eenmeel meer gebaat dan met hooge voorname diplo matieke woordkunst. De tijden zijn nu rijp ervoor: vele werkkrachten zijn thans tegen billijke loonen beschikbaar, de materialen zijn belangrijk in prijs gedaald en oök de gronden kwamen weer tot normale waarde. Mocht een voorzichtige en steun biedende regeeringspolitiek ertoe leiden dat Nederlandsch of vreemd kapitaal, ofwel een combinatie van beide, deze riskante onderneming aandurfde, dan dient terstond een breed opgezet Peelplan te worden vastgesteld, opdat de chaos van het leven er later niet grooter worde, dan nu die der woeste nij. Het materieele, moreele en reli- gieuse belang der bevolking raakt er dan mede gemoeid. Nu kan nog alles ruim worden geregeld en aangelegd, later wellicht niet meer. Eéne donkere wolk zal evenwel im mer over de toekomst van de Peel blijven hangen; de vermoedelijke alge- meene overproductie van steenkolen over de geheele wereld. Bijzondere gegevens staan ons dienaangaande niet ten dienste, doch van zeer bevoegden vernamen we, dat het gevaar daarvoor geenszins'denkbeeldig is. Bijzonder in West-Europa zijn tal van nieuwe mijnen op het punt aan de productie te gaan deelnemen. De Noord-Fransche mijnen beconcurreeren nu reeds de Belgische; in het Ruhrgebied zijn nieuwe in aan bouwde Kempische mijnen zullen binnen eenige jaren tot een productie van 5 a 6 millioen ton per jaar in staat zijn. In Zuid-Limburg zal de reuzenmijn Maurits weldra aan mo menteel reeds voelbare overproduclie deelnemen, gevolgd door de Oranje Nassaumijn IV en de Julia bij Eijgels- hoven. De wereldproductie van steenkolen, die in 1913 1.212 millioen ton en die, gedurende den oorlog belangrijk bene den het milliard daalde, was in 1922 reeds weer geklommen tot 1032 millioen. De momenteele toestand der kolenmarkt is, afgezien van de lage prijzen, ongun stig, behalve misschien voor huisbrand kolen. Pessimisten vragen zich af, hoe voor de ontzetlende hoeveelheden die eiken dag meer op de markt geworpen worden, koopers zullen kunnen worden gevonden. En ze schamperen, dat er ten slotte maar gepoogd zal moeten worden om aardappelen en groenten suiker en wat ook eruit te dislilleeren, daar men anders geen raad ermee weet. Dit vooruitzicht, dat voor minder gunstig gelegen mijngebieden als het Zuid-Limburgsche, hetwelk nog voor onafzienbare tijd met dure spoorwegen zal opgeschept blijven, een dreigend karakter kan gaan aannemen, meenden we hier toch wel even te mogen memoreeren. Het zou een onderneming die een zegen moest wezen in een ramp kunnen doen verkeeren. We weten wel, dat hierop voor de Peel ook nog wel een antwoord mogelijk blijft: de eerste mijn die er zal komen, zal cokeskolen leveren en zelf cokes fabri- ceeren, en ten aanzien van cokes is nog lang geen overproductie te duch ten. We meenden in het belang van Limburg en Nederland het «even zwartkijken" eenmaal te mogen begaan, ovefigèna van heeler harte sympathiseerende met den frisschen ondernemingsgeest, welke thans inzake de Peelmijnen getoond wordt. We hopen, dat tot aller heil «de schricke- lijk verlaten plaetse" die we Peel noemen, weldra tot in de uiterste hoeken en diepste gronden moge zijn vervuld van vruchtbaarheid en stoeren arbeid. Mynhardt's Borsthoningsiroop f 0.60 Mynhardt's Thymsiroop f 0.75 Anga-siroop (ook bij Kinkhoest) f 1.75 Bij Apothekers en Drogisten 9 Ik wil dan ook liever ruim negentig jaren in de geschiedenis terug gaan, tot in dien tijd, dat de schoone en vorstelijke erf, welke men «de Neder landen" noemt, in twee gesneden werd en de twee koppige broers, het gemeen zaam leven moede, elk op hun eigen aandeel en voor eigen rekening gingen boeren. Ik stak destijds pas de ooren uit de luren ik geloof zeker niet, dat ik toen reeds een vaste denkwijze had over hetgeen ik zag maar ooggetuige, in den letterlijken zin des woords, ben ik in alle gevalle geweest. 't Was in een Noord-Brabantsch och we zouden ons nu moeten gewen nen Noord-Brabantsch te schrijven, als om iets te doen vermoeden, dat wij nog pretentie hebben op een Zuid-Brabant 't was in een Noord-Brabantsch heidorp, dat ik gebakerd werd, en we hadden daar, ik reken mij reeds onder den grooten hoop, we hadden daar veel van de strooptochten der muiters te lijden. Geen dag ging er voorbij, of er kwam eene bende uitschot, zoo eigen aan een uit vrijwilligers gevormd leger, de grenzen over steken, aten dronk gratis bij de burgers, kleedde zich kosteloos in roode Engelsche uniformen bij den oudkleerkooper. dronk jenever met kruit, verschoot patronen in de lucht, maakte jacht op de kippen der boeren plaagde den dominéé maar ver dween, bij de perste patrouille der Nederlandsche troepen op de hooizolders en in de korenvelden en kwam er, als het gevaar voorbij was, met boosaardig door JOS. BOSHOUWERS te LENT. Gebr. L. te V. Uwe circulaire in dank ontvangen. Die tabellen lijken mij hoogst practisch voor de secretarissen der eierverzendvereenigingen. Hoeveel voer?, VRAAG. Ik heb 170 kippen, nl. 120 broed '24 en 50 broed '22 en '23. Ze loopen in een boomgaard van 50aren, Hoeveel ochtenvoer en hoeveel hard voer moeten deze per dag hebben J. te Heide-V. ANTWOORD U heeft van 't jaar moogt dus wel voorzichtig zijn uw grooten hoop. De ruimte is voldoende, 50 aren, doch hoe zit met de huisvesting'? Als die niet U met wel het met de huisvestmgr in orde is, zal het oentendvoer u nog niet veel baten. Ik hoop, dat uw volkje voldoende beschutting heeft tegen het gure win terweer en dat de beesten niet in te kleine ruimte zitten opgepropt, want dan zou er 's morgens eene te warme vochtige uitgestraalde «lucht" in han gen, die oorzaak is, dat buiten het snot wordt opgeloopen. Nu uwe vraag, hoeveel hard- en hoeveel ochtendvoer Dit is in gewicht niet precies aan te geven. Het ligt er veel aan, in welke conditie uw dieren verkeeren, of er nog kuikens tusschen loopen, of poelen van 2 3 maanden. Ik zou uw toom dus eerst moeten zien. Toch kan ik u wel een raad geven N.l. dezen Breng eene dikke laag stroohaksel in het daghok, of het vertrek, dat u als daghok gebruikt. Snijd met de machine een hoop stroobossen kort, tot 4 5 5 cM. b.v. en strooi dat op den bodem. Hierin werkt u 's avonds, als de dieren op stok zijn, een klein beetje hardvoer door heen, met de riek of een lang getande hark. Het behoeft niet veel te zijn, b.v. 3 pond. En laat de beesten dan 's morgens vroeg hier maar een uurtje in scharrelen en ploeteren. Ze halen 't er wel onder uit hoor, al is de laag nog zoo dik. Hoe dikker eigenlijk, hoe beter. De dieren worden dan warm, natuurlijk-warm door de gezonde beweging en daarna kunt u ze ochtendvoer verstrekken. Neem nu eens goed ochtendvoer. Maakt u het aan (zullig, korrelig, zoodat het breekt, als het valt) met ondermellc of desnoods met water, dan hebt u heel lange troggen noodig, want ze moeten er allemaal tegelijk aan kunnen. Anders krijgen de sterkste, NV.Tebakuadust:-i0 „VICTORIA- 'A EWfTophoven ||j Hsf&ó nog al gebroed,hoor 120 jonge hen nen. Als er nu maar niet van die late prutsers bij zijn, want daar behaal je toch geen winst mee en wat het ergste is, dat smerig gepeupel krijgt altijd het eerst het snot en steekt dan gewoon lijk den heelen boel aan. opgekrulde knevels uit. De grensdorpen waren echter drom mels Potters gezind en de toenmalige Gouverneur van Noord-Brabant, de Zeer Gestrenge baron van den Boogaerd, werd eens zoo boos op de woelgeesten, die ik u verder zal beschrijven, dat hij dreigde hunne huizen des noodig met het geschut te zullen laten platschieten. Dat slaat gedrukt en officieel onder teekend, en het moet dus buiten kijf zijn, dat mijne dorpsgenooten die be dreiging wel verdiend hebben. En inderdaad, als ik mij wel herin ner, hadden de meeste dorpelingen een driekleurig Brabantsch lint in den zak en pronkten er mee, als niemand het zag, wel te verstaan. De kleermaker bewaarde sedert lang de revolutionaire vlag onder de snijderstafel, ten einde haar, bij gunstige gelegenheid, op den toren te doen wapperen de heelmees ter van het platte land, een Brabander van oorsprong, was reeds ernstig op eene proclamatie bedacht, in welke hij de burgers van het dorp zou bekend maken, met de vervalverklaring van het huis Oranje Nassau. Had Koning Willem eens geweten, dat hij, in een dorp van een paar dozijn zielen, zijnen val zoo nabij was! Belgische jenever was voor de dor pelingen een overheerlijke likeur, een wezenlijke nectar; over de grenzen ge smokkeld brood, al was het dan ook zoo hard als een hoorn, was eene lekkernij. De docler beweerde zelfs, dat de beste pillen van zijn apotheek, zoo'n weldadigen invloed niet konden uit de brutaalste het beste en worden de zwakkelingen, die het feitelijk hel meest noodig hebben, «van den bak' gebeten. In een goed half uur tijds moet alles op zijn. Dus niet zooveel geven, dat er den geheelen dag wat in blijft staan, want het bederft te gauw, wat aanlei ding geeft tot maag- en darmziekten. En dan ben je lang niet gelukkig 1 Tegen den avond, als de dieren nog goed zien kunnen, werkt u onder hel haksel weer hardvoer, thans zooveel als ze lusten. Wanneer je dat een paar keer gedaan hebt, zul je de maat wel ten naasten bij weten. U harkt het er weer diep onder. Met zoo'n haksel blijven de pooten en onderlijven zoo lekker droog en warm, eene eerste vereischte om in den winter de kippen in conditie te krijgen en te houden. kunt het ochtendvoer ook droog geven en dat is voor zoo'n groot aan tal misschien nog de beste weg. Van verzuren is dan natuurlijk nooit sprake. Maar u moet er dan wel op letten, dat steeds volop versch drinkwater in de nabijheid is, want het droge voer gaat niet zoo gemakkelijk door de keel, dat snap je wel. Buiten vinden de dieren nu niet veel meer, behalve het onontbeerlijke groen natuurlijk en daarom denk ik, dat u bij de «vochtige methode" per dag ongeveer noodig zult hebben 10 pond ochtendvoer. Zijn zc allemaal of grootendeels in goede conditie, dan wat meer ochtendvoer en 20 pond hard voer. Maar zet die getallen asjeblief uit 't hoofd. Kijk liever, wat ze, den heelen in beweging blijvende, zoo al met gemak op kunnen. Weg dus de maisbak O, heb je geen maisbak, zooveel te beter Zorg vooral voor veel beweging, hoe meer hoe liever. Maak ze het dus niet te gemakkelijk. Ze moeten werken voor d'r kost. Beweging is, vooral in den winter, het beste legpoeder dat er er bestaat. Geef nu en dan ook eens wat karne melk te drinken. Dat is buitengewoon goed, hoor 1 En bij slecht weer binnen houden. Maar dan het onmisbare groenvoer niet te vergeten. Verder raad ik u ten zeerste, alles eens nauwkeurig aan te teekenen. En de zieke of verdachte hoenders direct uit den koppel te nemen, want bij zoo'n talrijken hoop is hel gevaar van be smetting oneindig veel grooter dan bij kleinere toompjes. Je merkt het meestal niet gauw ge noeg, als er iels mankeert. Daarom goed toezien bij het voeren. 't Is gemakkelijker ziekten te voor komen, dan te genezen. Dit antwoord is lang geworden, niet waar mijnheer J.? 't Is zoo, maar toch niet te lang, want er staat zoo oneindig veel op 't spel voor u. Als 't met de huisvesting nu maar in orde is. Want wanneer ik het om gekeerde zou moeten denken, kroop m'n hart wel in elkaar, vanwege het groote risico, dat u met zoo'n bevolk ten koppel loopt. De zorg, die men 's winters aan z'n dieren besteedt, wordt dubbel en dwars betaald. Onthoudt dat Goed succes 1 Haan. B. te L. Het spijt ons, maarwekun- oefenen, als dat Belgische zemelbrood De Hollandsehe meisjes waren niet meer schoon de Hollandsehe taal moest door het Fransch vervangen, hetwelk deze of gene, in het schoolboek van Marin, een mondvol geleerd had. Men las echter nog altijd den ouden Noord-Brabander, maar toch oneindig liever den Antwerpenaar en den Post rijder, maar men had bovenal een in- gekankerden haat voor de Bredasche Courant, waarvan ieder nummer uit zag als een Oranje wimpel. In de herberg het Molentje toonde men moed in 't lijf te hebben door zich heesch te schreeuwen. Men begrijpt lichtelijk, d&t, als men manhaftige en amphibische wartaal durfde zingen, de bedreiging van den heer Gouverneur en de oproep van Jonker van Geussau, lid der Gedepu teerde Staten, om een vrijwillig jager korps te vormen, in de grensdorpen weinig uitwerksel deden. Men antwoordde daarop doch al tijd in het geheim door den kreet van leve Potterken Potterken boven De dood van Van Speyk maakte hen allen akelig. De docter en de kleer maker waren razend over 't geen zij eene domme Hollandsehe wreedheic noemden, en zij wreekten zich door in het Molentje, op eenen stoel geklom men, met dreigende gebaren en vla mende oogen, het aan de pen van eenen liefhebberij poëet ontvloeide vers te declameeren. Vreeselijk was inderdaad de heel meesier, als hij, in zijn Brabantsch dialect, door vorst Pluto aan het dwaas hoofd zeggen doet Ga, keer naar d'oever van den Stijx. Beween uw zucht naar roem 't Is om uw jeugd, dat ik u niet Naar den Tartarus doem... Want kweekte Holland menig held, Die handelde als gij, Dan was de krijgsmacht ras vergruisd En de oorlogsvloot er bij... Tegen zoo'n argument was geen be roep aan te teekenen ook daverde de herberg van de toejuichingen. Bij den naam van den jongen zee held beet de smid boosaardig zijne pijp aan stukken de brouwer noemde hem een brandstok voor de hel de smokke laar vond dat Pluto veel te genadig met hem omsprongde kleermaker wilde bij de Mogendheden tegen dat vonnis in beroep gaan en allen dronken, in een vreeselijken slok, de glazen ledig.... Dat was het toppunt der wraak. Na dat reijuisitorium, zonder nog van andere feiten te gewagen, moeten mijne lezers met mij instemmen, dat de bedreiging van Z. Exc. den Gouver neur wel verdiend was. Mijne dorpsgenooten waren echter de eenige niet, die van een zoo valsch standpunt uitgingen. Nu de kruitdamp ten eenemale is opgeklaard, doet zelfs de weldenkende Belg, van een militair oogpunt uitgaande, recht aan den Nederlandschen held. Volgens de dorpelingen moest echter het uur der wraak welhaast slaan. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 1