Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
De Kippenhouderij
op het platteland
Kinderen der wereld.
Zaterdag 27 September 1924
48e Jaargang No 39
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWARTAAL
voor VENRAY 65 c.
franco per post 75 c.
voor het buitenland
(bij vooruitbetaling) f 1,30
ofzooderl. nummers 5 c.
PEEL EN MAAS
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 01.
PRIJS DER
ADVERTENTIEN
1—8 regels 60 ct
elke regel meer 71/» ct
Advertentiën bij abonne
ment groote reductie.
Dit nummer
bestaat uit twee bladen
Vergadepiog Sloomzuivclfabriek
„Veuray."
Zaterdag 20 Sept. 1924 nam. 7 uur.
Als voorzitter van den Raad van
Commissarissen opende de heer Hub.
Janssen de vergadering met den chris-
telijken groet en heette alle aanwezigen
hartelijk welkom. Nadat hij had mede
gedeeld, dat er van den heer Crooymans
te Overloon bericht was ingekomen,
dat hij verhinderd was deze vergade
ring bij te wonen, verzocht hij den
directeur de notulen der vorige ver
gadering voor te lezen en werden deze
na voorlezing ongewijzigd goedgekeurd.
Als punt B vermeldde de agenda
Bespreking voortbestaan melkkarretje"
De voorzitter vroeg of iemand uit de
vergadering daarover het woord ver
langde.
De heer Strijbos zeide, dat hij over
het al of niet voortbestaan van het
melkkarretje schriftelijke stemming
verlangde.
De voorzitter antwoordde hierop, dat
er volgens de statuten niet schriftelijk
gestemd mocht worden.
De heer Jan Poels, hierop het woord
verkrijgende, deelde mede, dat het
melkkarretje vroeger, toen spreker nog
voorzitter was, ook al dikwijls oorzaak
was geweest van vele strubbelingen
en moest daaraan thans maar eens
voor goed een eind gemaakt worden
spreker zou er voor zijn om het melk
karretje te laten voortbestaan en wel
om twee redenen: 1ste omdat het in
het belang is der boeren, en 2de om
dat het in het belang is der burgerij.
Het is, volgens spreker, gemakkelijk
gezegd, dat melkkarretje moet weg,
maar alvorens hierover te gaan stem
men, wilde spreker er eerst eens op
wijzen, wat dat melkkarretje opbracht,
wijl hij zulks beter achtte. Met den
directeur had spreker nagegaan, wat
dat melkkarretje opbracht en welke
onkosten daaraan verbonden waren en
als men dan ziet, dat het in voordeel
der vereeniging is, moet't iemand toch
wel in den kop steken om tegen die
opbrengst te zijn.
Spreker gaf daarna een gedetailleerd
overzicht van de opbrengst van het
melkkarretje in het boekjaar 1923
waaraan wij het volgende ontleenen
Voor 162726 K.G. volle melk werd
ontvangen f 20741.84., Indien deze
162726 K.G. volle melk door de fabriek
zelf verwerkt waren zouden ze hebben
opgebracht als volgt:
162726 K.G. melk met een gemiddeld
vetgehalte van 31 pet. geven 5427 K.G.
boter tegen een gemiddelde prijs van
f 2.01 is f 10908.27. 80 pet ondermelk
is 130180 K.G. 3 ct. f 4905.40. 8 pet.
karnemelk is 13018 K.G. 4 ct. f520.72.
Totaal f 16334.39, dus bedroeg de bruto
winst op dat kwantum f4407.45. De
onkosten bedroegen als volgtMelk
venter 52 weken f 21 is f 1092. Voe
der paard 365 dagen fl is f365. On
derhoud paard en wagen f100. Af
schrijving paard en wagen f100, blijft
f 1657.
Zuivere winst dus op volle melkver
koop f2750.45. Voor karnemelk werd
ontvangen f7197.31 en maakt dit bij
toevoeging van 1 L. water op 5 Liter
karnemelk een winst van 1/5 of f 1439.46.
De boterverkoop bracht op gemiddeld
20 K.G. per dag k 10 ct. is f 2 per dag
of f 600 per jaar.
We krijgen dus in totaal voor extra
opbrengst van het melkkarretje Winst
boter f 600. Overschot karnemelk 1439.46
Overschot vollemelk f 2750.45. Totaal
f 4789.91.
De heer Poels deelde verder nog
mede, dat hij heden op een vergadering
te Roermond nog gesproken had met
den heer Ament, die hier toch ook wel
eenigszins van op de hoogte is en had
deze spreker medegedeeld, dat op 4 L.
karnemelk 1 L. water was en wij heb
ben bij onze berekening nog macr 1
L. water op de 5 L. karnemelk geno
men. Het melkkarretje heeft dus in
het boekjaar 1923 eene netto-winst op
gebracht van f 4789.91 en dit isgeene
berekening om een begrooting op te
maken, maar die is zuiver opgemaakt
volgens de boeken de heer Strijbos is
tweemaal uitgenoodigd om daarbij
tegenwoordig te zijn, maar deze is niet
gekomen. De heer Crooymans uit Over
loon is eens daar geweest en toen had
hij gezegd, wat de voorzitter, de heer
G. Willems u wel even zal zeggen.
De heer Willems zeide daarop, dat
de heer Crooymans hem verklaard had,
dat hij thans geen- vergadering daar
over meer verlangde.
De heer Poels zeide verder, dat een
ieder gerust voor zijn meening mocht
uitkomen en als er misstanden waren,
dan moest getracht worden die te ver
beteren, maar als het melkkarretje ons
f 4789.91 opbrengt en daarmede tevens
nog arme menschen worden geholpen,
staat het dan zoo mooi, vroeg spreker,
om dan aanstonds maar te zeggen,
»wij laten die winst vallen, maar wij
willen ook niet hebben, dat de men
schen karnemelk bekomen". Ik geef u
de verzekering, aldus spreker, dat er
binnen twee dagen een ander zal rij
den, als ons melkkarretje niet. gehand
haafd wordt. Spreker zou dan den
voorzitter en de vergadering in over
weging willen geven om, hoewel de
statuten over zaken mondelinge stem
ming voorschrijven, daarvan in dit ge
val af te wijken en schriftelijke stem
ming toe te staan. Bij het bestuur was
geen enkel lid er voor om het melk
karretje op te doeken en was eenieder
vrij te stemmen zooals hij verkoos,
maar spreker geloofde niet, dat iemand,
die zijn gezond verstand gebruikte, voor
afschaffing zou stemmen, wijl daarmede
zulk een winst gemaakt werd. De heer
Poels vermeende zijn plicht gedaan te
hebben met op een en ander te wijzen
en zou- willen voorstellen om tot
schriftelijke stemming over te gaan.
Als allen dan als fatsoenlijke, christe
lijke menschen stemden, dan was
spreker er van overtuigd, dat het
melkwagentje zou blijven rijden.
De heer Willems, Overloon vroeg, of
zulk een stemming dan wel geldig
was. m
De heer Strijbos zeide, dat hij de
burgers gaarne die melk gunde, maar
er zijn ook burgers, die de karnemelk
koopen om varkens te mesten. Ook
zijn er boeren, die veel botermelk
koopen en zelfs leden van de fabriek
van Oostium krijgen van onze karne
melk. Spreker was nu in geen 3 jaren
meer op de. vergadering geweest, maar
hoorde dan telkens na de vergadering
dat gezanik over het melkwagentje
maar hier op de vergadering durven
ze niets te zeggen. .Ik kom recht voor
de zaak uit, en doe niet als diegenen,
die steeds achterom daartegen ageeren.
ik zeg het hier.
De heer Poels stelde daarop voor
om voor ditmaal van de statuten af te
wijken en tot schriftelijke stemming
over te gaan.
De heer Strijbos zeide, dat men voor
hem niets hoefde te doen, en voor hem
behoefde er niet gestemd te worden.
De heer Tuyls vroeg of er ook geen
boter en melk meer gevent zou worden,
als na de stemming bleek, dat het
karretje opgedoekt moest worden.
De heer Poels antwoordde daarop,
dat men eerst maar eens moest stem
men of het melkkarretje al dan niet
gehandhaafd zou worden en kon men
dan nog een en ander vragen.
Tot stemopnemers werden daarop
door den voorzitter aangewezen de
heeren Math. Geurls, Mart. Poels en
H. Strijbos.
Na opening der stembiljetten bleek,
dat waren uitgebracht 221 stemmen
voor handhaving, 93 stemmen tegen
en 10 stemmen blanco en van onwaar
de, zoodat het melkkarretje zal blijven
rijden.
De voorzitter hoopte, dat thans dat
gekanker jarenlang achterwege zou
blijven en dankte hij de stemopnemers
voor hunne bereidwilligheid.
De heer Arts klaagde er over, dat de
boeren voor de boter meer moesten
betalen, dan zij er in Maastricht voor
kregen, waarop de voorzitter antwoord
de, dat zulks altijd zoo geweest was.
De heer Thuyls stelde voor om in
de statuten het woordje »moet" te
veranderen in »kan" opdat daarmede
in de toekomst geen moeilijkheden
meer voorkomen.
De heer Poels las daarop het betref
fende artikel der statuten. Waaruit
bleek, dat dit artikel duidelijk genoeg
was, wijl de vergadering over de wijze
van stemming kon beslissen.
De heer Thuyls zou verder gaarne
zien, dat ieder lid een exemplaar der
statuten ontving, waarop de voorzitter
antwoordde, dat het bestuur er zou
laten drukken en kon men ze dan door
den voerman laten afhalen.
De heer Strijbos herhaalt nog eens
dat door leden van de fabriek van
Oostrum met volle tuiten van onze
melk gehaald wordt.
De voorzitter zeide, dat het bestuur
deze zaak zou onderzoeken.
Iemand uit de vergadering zeide, dat
er tuiten van 25 liters van Leunen
naar Oirlo gingen, waarop de directeur
antwoordde, dat hem daarvan niets
bekend was.
De heer Willems, Overloon vroeg
hoe laat het melkkarretje aan de
fabriek vertrok, waarop de directeur
antwoordde, dat het wagentje met volle
melk 's morgens om 8 uur half 9 en
met karnemelk 's namiddags circa half
vertrok.
Verder wees de heer Willems er nog
eens op, dat de karnemelk zeer slecht
en meermalen geschoten is.
De directeur zeide, dat zulks wel
eens kon voorkomen en lichtte hij deze
aangelegenheid nader toe.
De heer Willems hield echter 't
tegenoverstelde vol.
De directeur deelde verder nog mede,
dat het vetgehalte tegenwoordig, in
verband met het heerschen van mond
en klauwzeer, zeer varieerend was.
Verder verzocht hij de leden om bij
sterfgevallen of verminderingen anders
zins, daarvan onmiddellijk op de fabriek
aangifte te komen doen.
De heer Voermans beweerde, dat de
versche melk naar de burgers ging en
de andere naar de boeren.
De directeur zeide, fiat de eerste
boeren niet zouden klagen.
Alsdan werd voorgesteld om de ritten
eens te verwisselen, hetgeen echter
door den directeur onuitvoerbaar werd
geacht, wijl dan alles in de war liep.
De voorzitter gaf hierna het woord
aan den EdelAchtbaren Heer Burge
meester.
De burgemeester deelde mede, dat
hij een hoop vragen had hooren stellen
maar over één zaak had spreker zich
verwonderdde heer Strijbosch had
hier klachten ingediend en a! wilde
spreker niet zeggen, dat deze klachten
niet billijk waren, toch kon hij maar
niet begrijpen dat daarover nooit een
klacht bij den directeur of bij een der
bestuursleden was ingediend. U hebt
toch, aldus spreker, een bestuur en
raad van toezicht, waarin u het volste
vertrouwen stelt, wijl hun leden allen
steeds bij acclamatie herbenoemd wer
den, waarom gaat gij dan niet direct
met uwe klachten naar dat bestuur
in plaats van daarmede te wachten tot
een vergadering die een jaar later pas
gehouden wordt. Een kleine fabriek
groot maken is moeilijk maar een
groote fabriek groot houden is nog
moeilijker. Welnu, gij hebt eene
fabriek, die er goed voor staat en die
een der best ingerichte van geheel
Limburg is, blijft nu ook in toekomst
vertrouwen stellen in Uw bestuur en
directeur en de noodzakelijke eendracht
in de vereeniging zal blijven bestaan.
Wijl verder niemand meer het woord
verlangde, bedankte de voorzitter de
vergadering voor de talrijke opkomst
en namens de vergadering bracht hij
tevens dank aan den EdelAchtbaren
Heer Burgemeester en den Heer Jan
Poels voor de belastingstelling, die zij
hadden getoond door deze vergadering
bij te wonen en sloot hij vervolgens
de vergadering met den christelijken
groet.
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT.
Alle naden en reten nu dicht maken-
VRAAG. Wij hebben al eens een
paar keer in het najaar getobd met
snot onder de kippen. Zoudt u aanraden,
de dieren, welke nu grootendeels in
den rui zijn, bij slecht weer binnen te
houden In hec nachthok, dat gaat
niet, omdat het te klein is, maar wij
hebben nog een schuurtje dat nergens
voor gebruikt behoeft te worden.
P. v. G. te H.
ANTWOORD Ziekten voorkomen is
veel gemakkelijker dan le genezen. U
hebt daarom groot gelijk, zooveel moge
lijk voorzorgsmaatregelen te nemen.
Men staat soms verbluft over de
zeldzaam slordige wijze, welke som
mige kippenhouders volgen, wat huis
vesting. voeding en verzorging hunner
dieren betreft, en 't is meermalen een
raadsel, dat hoenders, in dergelijke
omstandigheden verkeerende, nog één
dag gezond kunnen blijven.
We zijn ooit bij een kippenliefheb-
ber(!) in 't hok geweest, waar een ge
storven kip half vergaan tusschen de
mest lag, met den eenen poot dreigend
omhoog geheven 1
Voor alles is noodig groote zindelijk
heid, een goede inrichting van het
nachthok, alsmede van de ren. Beide
behooren voorts op een droog gezond
terrein te zijn, want kippen zijn zeer
gevoelig voor de afwisseling van de
weersgesteldheid.
Degene, die de hokken tochtvrij en
zindelijk houdt, zal heel wat minder
met ziekten te kampen hebben dan zij,
die 't zoo nauw niet nemen.
Tochtvrij, zei ik.
Ja, dat is een eerste vereischte.
Men moet daarom thans alle even-
tueele gaten, reten, spleten of scheuren
in de wanden of het dak zorgvuldig
dicht maken Aan de ramen mag het
evenmin trekken. Zijn het ramen met
tochtschermen, zooveel te beter. Dan
kan er bij niet al te strenge koude
steeds voldoende geventileerd worden.
Dit is eene eerste vereischte. Want
anders wordt de lucht tegen den mor
gen te vochtig, te broeierig. De dieren
verweekelijken en zullen, buiten
komende allicht eene verkoudheid op-
loopen, meestal het begin van diphthe-
ritus.
De uitloopgaten dienen zich aan
denzelfden kant te bevinden als de
tochtramen of ventilatoren, want anders
staat er te gauw tocht.
Vooral in een hok, waar 't niet
buitengewoon licht is, is dat zeer
noodig. Want in een vrij donker hok
gaan de kippen bij slecht weer gewoon
lijk dicht bij de uitloopgaten zitten en
krijgen het zoo te pakker-
Overtuig u dus ter dege, of het
nergens tocht, wanneer de deur geslo
ten is.
Er mogen ook weer niet te veel
dieren in een hok zitten. Die stralen
te veel vochtige wamte uit, wat oorzaak
is van kou pakken.
Is het overdag slecht weer (regen,
mist, sneeuw, strenge vorst), dan
moeten de kippen binnen gehouden
worden. En bij goed weer 's morgens
niet ie vroeg buiten. Want dan is het
hier op z'n koudst.
Voorts dient men er voor te waken,
dat er niet te overvloedig gevoerd
wordt, wat altijd nog een groot gebrek
bij de meeste kippenhouders is.
De vogels worden dan te vet, nemen
zeer weinig beweging meer en zijn
daardoor al bijzonder vatbaar.
Diphtheritis wordt veroorzaakt door
microcopisch kleine organismen, die
ontsteking der slijmvliezen te weeg
brengen. In 't begin wordt zij meestal
aangezien voor gewone verkoudheid.
Elk dier, dat zich eenigszins verdacht
voordoet, moet onmiddellijk afgezon
derd worden in een droog, tochtvrij
licht vertrekt.
Bij 't uitbreken eener ziekte raden
wij aan eene onmiddellijke verande
ring in het voer aan te brengen en de
uiterste zindelijkheid te betrachten.
Het is meermalen voorgekomen, dat
een enkele vogel een heelen hoender
stapel aanstak, waardoor enorme sterfte
ontstond.
Ik raad u verder aan, in de apotheek
te Venray eens de helft van een half
ons ijzervitriool te halen (25 gram dus)
Dit lost u op in een Liter warm water
en bewaart het mengsel den heelen
winter. Eiken dag neemt u hiervan
per Liter drinkwater één theelepeltje
vol.
Voor 'n paar centen ben je dus klaar,
een heelen winter lang. 't Water blijft
dan ontsmet, wat niet het geval is met
gewoon water zonder meer. Als 'n kip
die iets mankeert, daar haar bek in
steekt, kan 't reeds besmet zijn. Alle
kippen gaan dan van dat besmetle
water drinken en... de misère is wel
dra niet meer te overzien.
Vooral in den ruitijd moeten de
dieren bij slecht weer niet buiten
mogen komen. Ze missen haar volle
veerenpak en daardoor de noodige be
schutting tegen het ruwe klimaat.
De volgende week zullen we een
artikeltje geven over de bestrijding der
snotziekte (diphtheritus en pokken).
De groothandelaar Pagot zit op het
kantoor tegenover een zijner reizigers.
Ja kijk eens, mijnheer... dat
zegt u nu wel. Maar onze afnemers
willen dat goed heel niet. En dan voor
zoo'n prijs 1 Al is 't weefsel nog zoo
mooi, de wol deugt niet meer. Verlegen
spul, anders niets zeggen ze.
Wat heb ik aan ai die omhaal
van woorden, Hammes? Wat heb ik
eraan Daden moet ik zien. Je weet,
dat ik met die partij zit. En ik moet
eraf ook... liefst zelfs onder verlies.
Dat snap je wel. Weet je wat? Hoe
dan ook... als jij m'er afhelpt tegen
den gewonen prijs, nou... dan schiet
er voor jou ook 'n mooi winstje over.
Laten we zoo eens zeggen tien procent
boven je gewone provisie, verlokt de
patroon den ondergeschikte tot oneer
lijken handel.
Maar uw naam De afnemers...
Onzin, Hammes. Desnoods kan
ik voor één keer best zeggen, dat ik
zelf niets heb gezien van dien rommel
dat ik die geschiedenis aan m'n ver
tegenwoordigers overliet. Voor één
keer gaat er dat best mee door.
De kinderen der wereld handelen
voorzichtiger dan de kinderen des
lichts, spot de reiziger gemoedelijk.
Hm... dat kan 'n prachtig zaakje voor
me worden. Maar 't zal 'n toei zijn.
Op al m'n gepraat hoor ik overal
't zelfde antwoordDie boel is nog
niet de helft van den prijs waard. En
dat weet .u ook wel, mijnheer... net
zoo goed ais ik.
Ta... ta.J Kinderen des lichts? hm 1
leef jij van licht alleen 'n Goed
koopman moet tot de kinderen der
wereld behooren, Hammes. Enfin
jij doet nu maar 'ns je best. 'k Geef
jou liever 'n extraatje, dan dat ik met
die partij blijf zitten.
Pagot's vingers schuiven 'n hoopje
bankpapier, de zoojuist geïnde betaling
voor 'n wissel van zeventig gulden,
onder 'n zwaren prese-papier.
Hammes lacht sluw. Opstaande be
tuigt hijNou alla... ik zal 't dan nog
eens weer probeeren, mijnheer. Tien
procent bóven m'n gewone provisie
beteekent heel wat. Met zoo'n zieke
vrouw en...
Kom dan nog eerst mee naar 't
magazijn, 'k Wil je nog even die mon
sters laten zien.
De gangdeur klapt achter beide
heeren dicht. Dadelijk echter gaat de
op een kier staande deur naar't woon
huis open. De zestien-jarige Jan Pagot
springt op 't stapeltje banknoten toe.
Vlug ritst hij er 'n papiertje van tien
tusschen uit en stopt dat in z'n zak.
Fluitend spoedt hij zich naar den tuin,
waar z'n vrienden hem op 't tennis
veld wachten.
Kom jongens, nu gaan we m'n
verjaaring nog fijner vieren 1 Zullen
we naar Sparrenlust fietsen Ja...
nou, dan trakteer ik daar op alles wat
jullie maar willen.
Onderweg belooft Jan nog eens
pochend Goed... jij bier en jij 'n kogel-
fleschje. Ook allemaal 'n doos heerlijke
sigaretten erbij. Of ik 'n royalen vader
heb wel, wat dunkt je Wie van
jullie krijgt op z'n verjaardag nog meer
zoo'n dikke portemonnaie cadeau als
ik?
Maar onder 't naar huis trappen is
er groot gekrakeel. Volgens aller opinie
heeft Jan valsch gespeeld bij 't stuiver
tje rollen.
Kibbel er nu niet langer om...
maar Jan heeft ongelijk. Alle vijf keer
lag z'n cent te ver van den streep en
heeft hijzelf hem erbij geschoven. We
hebben 't allemaal gezien... Allemaal,
betuigt de oudste van den troep. En de
jarige, boos op al z'n makkers tegelijk,
haast zich zoo hard hij kan voor de
anderen uit.
Kom je alleen terug? Ik had nog
wel chocolade en gebakjes voor jullie
klaar gezet in de theetent.
Och moeder, die jongens waren
zoo flauw. Ze zeiden dat ik valsch
speelde, vertelde Jan verdrietig.
Hoe wat deden jullie dan wil
vader weten.
Stuivertje rollen. Ik kon 't toch
niet helpen, dat ik vijf maal won.
Je weet, dat je nooit om centen
mag spelen. Hoe kom jij trouwens aan
geld op zak? Zeg... hoe kom jij aan
die centen?
Jan zwijgt en voelt eens naar nog
drie overgebleven kwartjes in z'n
broekzak. Dan valt Pagot's stem weer
zwaar in de angstige stilte: Ben jij
vanmiddag op kantoor geweest, Jan
Neen, vader.
Hoe heb ik 't nu met je jongen
'k Stuurde je zelf naar vader om te
vragen, of je met je vrienden mocht
uitgaan, verklapte moeder.
Ja maar... mijnheer Hammes was op
kantoor. En dat duurde zoo lang en...
en...
Ga jij maar 'ns even met je vader
mee.
Op 't kantoor plaats Pagot z'n zoon
vlak voor zich. Hij wijst op de prese-
papier en zegt héél strengDaaronder
lagen vanmiddag zeven papiertjes van
tien. 'n Half uur later lagen er nog
zes. Waar bleef 't zevende, Jan
Even nog staat de bengel met neer
geslagen oogen. Dan opeens kijkt hij
z'n vader spotlachend aan.
Waar is 't zevende? roept de zich
al meer opwindende man. Een volgend
moment echter staat Pagot perplex
onder de volle laag van Jan's bruta
liteit Grut wat maakt U een herrie
om die tien pop. Alsof U zelf niet veel
erger doet... in 't groot, wat U mijn
verbiedt, 'k Heb vanmiddag best be
grepen, wat U tegen mijnheer Hammes
zei over die kinderen der wereld
en de wol rommel en zoo.
Het hagelt klappen om Jan's ooren.
Maar inwendig hoort Pagot duidelijk
een waarschuwende stem Zooals de
kinderen der wereld zongen, zoo piepen
hun jongen. »Tijdschr. v. h. O. O."
VENRAY, 27 September 1924.
Fruitveiling te Venray.
Diverse Stoofperen f59.50; Beuré