De Lucifer.
G-emengd Nieuwe.
tische berglandschappen en de reus
achtige Slavonische wouden zich bij
zonder goed leenden.
In dezen tijd der algemeene anar
chie traden met veel talent een massa
rooverhoofdmannen op, moord en dood
slag waren heel gewone, dagelijksche
gebeurtenissen.
Zaroega heeft toen geen geluk gehad
dat hij gepakt is geworden, want wan
neer iedere moordenaar in Zuid-Slavië
zou worden gearresteerd, dan zouden
in de Zuid-Slavische gevangenissen op
lange na geen plaats voor hen te vin
den zijn.
Opgesloten in de groote gevangenis
van Mitrovitsji, werd hij na eenige
maanden daaruit door zijn vrienden en
aanhangers bevrijd.
Hij trok de bosschen weer in en
was als houthakker werkzaam te mid
den van tientallen van anderen, die
's avonds na den arbeid uren lang om
een haardvuur zittend, elkaar vertelden
van hun herinneringen aan den oorlog
en het «Groene Kader".
Daar leerde Zaroega spoedig de mee
ningen en neigingen van zijn kamera
den kennen en het duurde niet lang
of hij vond een groot aantal gelijk
gezinden, die geneigd waren om onder
zijn leiding een roover- of «heidoeken"
bende te vormen.
Allengs vormde Zadoega in de bos
schen 20 heidoekenbenden, waarover
hij heer en meester was.
De daden der heidoeken beheersch-
ten de volkspoëzie en volksfantasie.
Deze 20 benden wisten van eikaars
bestaan niets af. Wanneer hij van de
eene bende afscheid nam, dook hij ver
ver daarvandaan, bij een andere weer
op.
Als een onderneming goed gelukt
was, trok hij zich voor een tijd als
welgesteld hout- of veehandelaar in
een kleine Slavonische stad terug,
waar hij het geld met handen vol weg
gooide en daardoor een maatschappe
lijke positie verkreeg, die het mogelijk
maakte, dat hij de dikste vrienden
werd met het hoofd der politie en de
officieren der gendarmerie.
Zaroega werd een legendarische
figuur, niet alleen in de landstreek,
waar hij woonde, maar ook in Kroatië
en Servië. Zijn koene rooftochten en
moordpartijen wekten bewondering en
zucht tot navolging op.
Elke kleine paardendief, droomde
een tweede Zaroega te worden, in de
kolommen der Zuid-Slavische bladen
kon men bijna dagelijks een beschrij
ving van Zaroega's laatste heldendaad
lezen.
Vooral de Zuid-Slavische vrouwen
schonken hem een onbegrensde bewon
dering en liefde. Hij was immers in
haar oogen een heldIn zes maanden
want slecht zoolang heeft Zaroega's
heerschappij geduurd heeft hij 20
moorden gepleegd en 29 rooftochten
met succes volbracht en millioenen
aan buit meegevoerd. Waarschijnlijk
zou Zaroega thans nog de ongekroonde
vorst van Slavonië zijn, wanneer de
vrouwen niet hem en hij de vrouwen
niet zoo lief had ''gehad! Maar het
aantal van zijn vriendinnen is onge
veer gelijk aan dat van zijn rooftochten
en bij een rendez-vouz werd hij gepakt
en in de gevangenis gezet.
Thans staat hij met zestien van zijn
makkers terechtzijn andere kameraden
konden niet gepakt worden en er
bestaat dus groote kans, dat op een
goeden dag een van hen in zijn voet
sporen treedt.
De »held" gedraagt zich thans als
een lafaard, die voor alles zijn hoofd
wil redden en alle schuld op zijn
kameraden gooit. De tribunes zijn
stampvol en 90 pCt. der toeschouwers
zijn vrouwen uit alle kringen. Zaroega
bewijst ook in de gerechtszaal, dat hij
geen gewoon mensch is. Hij is volgens
de laatste mode gekleed.
Dat ook de romanschrijvers zich
van dit avontuurlijk gegeven hebben
eenzamen weg te gaan, dan nog langer
in het gezelschap van den onwelkome
bezoeker door te brengen, dien hij al
thans nu zeker was niet meer op straat
te zullen ontmoeten, beschouwde hij
de geweldige daad van den storm als
eene uitnoodiging om te vertrekken en
vlood, vóór nog Jasper gelegenheid
vond de deur te sluiten.
Dirk en Peter, die met hun gezicht
naar den vreemdeling gekeerd zaten,
gelukte het eindelijk hun cognac in
brand te krijgen, terwijl Jasper zich
naar hen overbukte om de lucifers te
zoeken, welke in de ontsteltenis van
het oogenblik op den grond waren ge
vallen.
Inmiddels verspreidde de ontvlamde
spiritus een blauwe vlam door het
vertrek, en belichtte den woesten bin
nendringer in den hoek, dien men ge
makshalve de flesch voor zijn mond
zag zetten, om den nog overgebleven
wijn den weg van het andere vocht te
doen vinden.
Toen de inhoud in zijne maag ver
dwenen was, wierp hij de flesch op
den grond, welke daardoor in duizend
stukken vloog. Aller oogen behalve
die van Jasper, welke nog altijd
zoekende was, werden hierdoor op
hem gericht. Plotseling rees hij van
zijn stoel op, en de rechterhand om
hoog heffende, vertoonde hij met een
valschen lach een rozenkrans, blinkend
van goud en schitterend van juweelen.
Een rauwe gil van de waardin trof
opeens ons gehoor, gevolgd door het
geluid van een zwaren val. Wij allen
zwegen, en ik kan geen beschrijving
meester gemaakt, is meer dat natuur
lijk. In geheel Znid-Slavië wordt de
colportageroman «Zaroega" verslonden
en is het grootste litteraire succes in
de laatste tien jaren. Is dat ook te
verbazen, daar de leuze van Zaroega's
benden is«Voor Volk en Koning
Door dit vaderlandsche devies zal
Zaroega per slot, wanneer hij aan de
galg hangt, nog als nationale held
gevierd worden, totdat een nieuwe
rooverhoofdman opstaat, die zijn roem
verdringt. Gezien de Zuid-Slavische
mentaliteit, zal deze opvolger niet lang
op zich laten wachten 1
De lucifer is al net zoo onmisbaar
als de speld. En hoe weinig waarde
wordt er niet aan een lucifer gehecht?
Hoeveel lucifers heeft men niet voor
één cent? En toch, hoe onmisbaar is
een lucifer in het huishouden De
oude tondeldoozen en zwavelstokken
moeten het glansrijk verliezen in de
concurrentie met de lucifer.
De uitvinder der lucifer is even arm
gestorven als hij geboren is. Dit is
het lot van vele uitvinders.
De uitvinder heet Kammerer, en
was een Duitscher. geboren te Ludwigs
burg. Hij droeg al lang het plan met
zich rond om de ouderwetsche zwavel
stokken door iets practischer te vervan
gen. Na vele proefnemingen ontdekte
nij ten slotte dat phosphor de beste
resultaten gaf. Hij begon met de fa
bricatie der lucifers. Het gemakkelijk
aansteken vond men... gevaarlijk en
het werd hem eenvoudig verboden met
zijn fabriceeren van lucifers voort te
gaan. Er bestond toen nog geen wet
op patenten en in Engeland begon men
doodkalm zijn uitvinding te exploiteeren.
Van uit Engeland werden de lucifers
naar Duitschland ingevoerd.... en toen
werd het verbod ingetrokken.
Over de heele wereld kreeg men de
phosphor-lucifers en de uitvinder liep
straatarm in Ludwigsburg rond. Zijn
uitvinding zag hij door anderen ge
ëxploiteerd.
Is het wonder dat de man in 'n
krankzinnigengesticht is gestorven
Verzakkende huizen.
Aan het eind van den Nieuwen
Binnenweg te Rotterdam is men reeds
geruimen tijd bezig met den aanleg
van de Coolhaven. Door den gewel
digen druk op den veenachtigen bodem
begonnen de huizen, staande aan den
Lagen Westzeedijk bedenkelijke scheu
ren te vertoonen. De grond schijnt
daar n 1. te zijn verzakt en verschil
lende huizen werden daardoor bouw
vallig en sommige vielen zelfs grooten-
deels ineen.
De voorste rij kwam het eerst aan
de beurt. De huizen zijn reeds de
vorige week op last van de bouw-politie
ontruimd.
Deze woningen zijn op drassigen
veenbodem gebouwd, waarin niet is
geheid. De meeste huizen worden door
de woningstichting en Mij. voor Volks
woningen geëxploiteerd en zijn eigen
dom van Rotterdam.
Bijna alle huizen zijn reeds ontruimd.
Zij die er nog wonen, hebben order
gekregen om uiterlijk Zaterdag te ver
trekken.
Intusschen is de groote moeilijkheid
waar men de menschen moet huis
vesten. Men heeft 27 gezinnen, die
dakloos zijn geworden, ondergebracht
in de nieuwe huisjes in den polder
Oud-Mathenesse. Anderen zijn gehuis
vest in de nieuwe woningen op Tuin
dorp.
Voor 42 gezinnen had men echter
zoo spoedig geen woning. Deze zijn
daarom ondergebracht in het voormalig
armenhuis aan den Schiedamschedijk.
In het geheel zijn 58 huizen, aan
de gemeente behoorend, ontruimd, die
gedeeltelijk vernield zijn. Ook moesten
enkele particuliere huizen verlaten
worden. Ongeveer 65 woningen zijn
onbewoonbaar verklaard geworden.
De toestand in Rusland.
Er komen eigenaardige berichten uit
Rusland, waarin gesproken wordt over
groeiende ontevredenheid, Rusland zou
dit jaar een zoo goed als algeheelen
misoogst verwachten. De toestand in
de nijverheid is zeer onbevredigend.
Het officieel-erkende tekort bij de
staatsinkomste en uitgaven bedraagt
1.6 millioen goudroebel, doch het wer
kelijk tekort is waarschijnlijk veel
grooter. Bij de staatsbank is de toestand
zoo dat geen biljetten meer kunnen
worden uitgegeven, zonder de wet, die
de dekking der biljetten regelt, te over
treden. Het eenige middel om in den
financieelen nood te voorzien, zal uit
voer van graan zijn, maar aan den
anderen kant heeft Rusland dit graan
noodig om den dreigenden hongers
nood te bestrijden.
Van de ernstige economische crisis
is toenemende ontevredenheid onder
het volk een gevolg.
Er gaan geruchten, om trent onlusten
en muiterijen in verschillende plaatsen
van Siberië en Europeesch Rusland.
De opstand in Turkestan heeft een veel
ernstiger karakter dan officieel toege
geven wordt. 70.000 man regeerings-
troepen strijden daar tegen de opstan
delingen.
Een teeken van den critieken toestand
is verder de toenemende tweedracht
onder de machthebbers zelf. Het radi
calisme neemt weer tot de terreur
zijn toevlncht om zich staande te
houden.
Een verder gevolg van de crisis zijn
de pogingen, die opnieuw in het werk
worden gesteld, om de communistische
revolutie naar het Westen over te bren
gen. In de eerste plaats wil men, zoo
als altijd, een proletarische revolutie in
Duitschland uitlokken. Sinovjeff heeft
tot de communisten in Duitschland,
Polen, Tsjecho-Slowakije en Oostenrijk
het parool gericht, om zich voor te be
reiden op groote gebeurtenissen in
Duitschland. Na Duitschland moet
Polen aan de beurt komen, waar, naar
men hoopt, de communistische propa
ganda voldoende vruchten zal dragen.
Op den Balkan moet de communistische
revolutie in Bulgarije beginnen, dan
zal Roemenië aan de beurt komen.
De communisten hopen, dat de strijd
om het rapport der deskundigen aan
leiding zal geven om de communistische
actie in Duitschland te beginnen. De
Duitsche overheid, die van deze plannen
op de hoogte is, heeft intusschen de
noodige maatregelen getroffen, en is
overtuigd, dat zij het welslagen van
een communistische actie zal kunnen
verhinderen.
Door de tram vermorzeld.
Bij Buitenrust tusschen Schijndel en
St. Oedenrode had Vrijdagavond een
treurig ongeval plaats.
Uit de richting Schijndel kwam op
z'n rijwiel aangereden de heer De
Leijer, bierbrouwer uit St. Oedenrode,
terwijl uit de richting St. Oedenrode
de tram aankwam.
Daar de heer De Leijer midden op
den weg reed, was er voor den machi
nist van de tram geen enkele reden
door signalen of anderszins de aandacht
van den heer De Leijer op denaderen
de tram te vestigen.
Plotseling echter, ter hoogte van
Buitenrust gekomen, zwenkte de heer
De Leijer recht op de tram in. Door
welke oorzaak is overklaarbaar.
Hij werd door de tram gegrepen en
totaal vermorzeld er onder uitgehaald.
De machinist kon het ongeval niet
meer voorkomen, alhoewel hij uit alle
Teven van den akeligen indruk, wei-
ten dit voorval op mijn gemoed maakte
Dit weet ik, dat het een vreeselijken
invloed op mijne zenuwen had, en ik
op dat oogenblik niet geregeld denken
kon. De hoefsmid liet van schrik zijn
lepeltje met suiker vallen, waardoor de
blauwe vlam uitdoofdePulman hield
altijd nog vol.
Zoek dan voor den bl... met Jas
per naar de lucifers, riep hijwe
kunnen toch niet altijd in 't donker
zitten mijn cognac is zoo aanstonds
uitgebrand, en dan kan geen van ons
allen iets meer zien.
Jasper was ook in de war, want hij
zocht overal, waar de lucifers zich niet
bevonden. Een greep van den wagen
maker bracht ze van onder, bovenop
de tafel, en nu begon de waard de
lampen weer aan te steken, wat zeer
langzaam in zijn werk ging, omdat
het olielichten waren. Daarbij deed de
toestand van zijne vrouw, die, zooals
de lezer zal begrepen ^-hebben, in on
macht nederlag, hem rillen en beven,
en de haast, waarmede hij zich van
zijne taak kweet, had een minder
goeden uitslag, dan men daarvan had
mogen hopen.
De wagenmaker bood hem daarom
de behulpzame hand. Spoedig was de
gelagkamer weer van goed licht voor
zien. De vreemdeling zat in zijn hoek,
of er niets bijzonders was gebeurd,
met zijne linkerhand onder het hoofd.
Met eenige moeite werd de waardin
weer bijgebracht, en toen zij, geheel
hersteld, aan Jasper het opmerkelijk
voorval fluisterend mededeelde, schudde
macht remde. De afstand tusschen
machine en fietser nog geen twee meter
was te kort.
Ook de fiets werd totaal verbrijzeld.
De machinist treft in deze hoege
naamd geen schuld.
Yerpleegkosten van Dienstboden.
De wet zegt dat de werkgever ver
plicht is in geval van ziekte of ongeval
van een bij hem inwonenden arbeider,
zoolang de dienstbetrekking duurt doch
uiterlijk tot een tijd van 6 weken, voor
diens behoorlijke verpleging en genees
kundige behandeling zorg te dragen,
voor zoover daarin niet uit andere
hoofde is voorzien.
Een dienstbode was eenigen tijd ver
pleegd geworden in de kliniek van de
Rijksuniversiteit te Utrecht. Later sprak
de Staat der Nederlanden haar patroon
aan om de verpleegkosten te betalen
op grond van boven aangehaalde wets
bepaling. De Utrechtscne Rechtbank
heeft evenwel den Staat der Neder
landen in die vordering niet ontvan
kelijk verklaard, omdat de inrichting,
die in deze de verpleging buiten eenige
opdracht van den werkgever deed, niet
het recht had de kosten daarvan nu
maar zoo op dien werkgever te ver
halen, ook daar deze laatste bij de
keuze der verpleeginrichting op deze
wijze in het geheel niets had mede te
spreken. Dat, wanneer men hierover
anders oordeelde, deze dienstbode dan
ook naar haar ouders zou hebben
kunnen gaan en deze eveneens de
kosten voor verpleging en verzorging
van den werkgever zou kunnen vor
deren, hetgeen volgens de Rechtbank
evenmin zou opgaan.
Hieruit volgt dus, dat de inrichting
of de persoon, die de verzorging van
zulk een zieken arbeider of dienstbode
op zich neemt, de kosten meestal slechts
dan op den werkgever zal kunnen
verhalen, wanneer die werkgever tot
die verpleging opdracht gaf.
Deze kwestie komt dikwijls hetzij
dan in dezen of in eenigszins anderen
vorm, voor, en gewoonlijk is dan de
tegenovergestelde meening van het
geen in het bovenbedoelde vonnis werd
beslist, de beheerschende.
De bezuiniging der onbewaakte
overwegen.
Vrijdagavond is op den onbewaakten
overweg nabij het station Eysden een
)aard met kar, bestuurd door den wet-
ïouder van Eysden, den heer Wolfs,
door een locaal trein aangereden. De
kar werd enkele meters medegesleurd
en vernield, terwijl het paard op hol
sloeg. De bestuurder werd daarbij licht
aan het hoöfd verwond en ter verple
ging naar het Capucijnenklooster ver
voerd.
De moord te Culemborg.
De verdachte Haveman, oud-recher
cheur van politie, die Vrijdagavond per
auto uit Culemborg naar Tiel was ge
bracht, heeft zich in den nacht van
Vrijdag op Zaterdag in cel van het
politie-bureau aldaar van het leven be
roofd door verhanging.
Het lijk is reeds naar de begraaf
plaats overgebracht.
Daar H. niets bekend heeft, neemt
hij het geheim van de misdaad mee in
het graf.
Men mag hier zeker wel vragen,
waarom men hem die daad niet te
voren onmogelijk heeft gemaakt. Als
een zwerver een nacht doorbrengt in
een politiebureau, worden hem zelfs
zijn brutels afgenomen 1 Is ten opzichte
van dezen verdachte geen dergelijke
maatregel getroffen
25 voor één.
Men schrijft uit Cuijk
Voor de vacante betrekking van
onderwijzeres aan de openbare lagere
school te St. Agatha, hebben zich meer
dan 25 sollicitanten aangemeld.
Twee jaar geleden was voor dezelfde
betrekking geen functionaresse te
vinden.
deze ongeloovig het hoofd, doch 2
vreemd op, toen wij allen, waaronder
de lang niet lichtgeloovige wagen
maker, haar verhaal bevestigden.
Intusschen was het één uur gewor
den, en de wagenmaker met zijn vriend
den hoefsmid, die niet veel lust meer
gevoelden tot eenige redekaveling,
stonden op om te vertrekken, en ver
lieten na Jasper, zijne vrouw en mij
goeden nacht gewenscht te hebben,
«De gekroonde Posthoorn" nadat zij
met de noodige voorzorg de deur achter
zich hadden gesloten.
Ik verlang naar bed, wijs mij
mijne kamer, sprak de zonderlinge
bezoeker tot den niet zeer plezierig
gestemden waard. De eerste bewees
zijne behoefte aan rust, doordien hij
gestadig zat te knikkebollen.
Had Jasper echter gehandeld, zooals
zijn hart het hem ingaf, hij zou thans
onder een of ander voorwendsel den
onaangenamen man een nachtverblijf
geweigerd hebben maar hij gevoelde,
ronduit gezegd, daar den moed niet
toe, en vreesde nieuwe onaangenaam
heden. Daarom antwoordde hij
Wanneer ge naar uwe kamer
wilt gaan, mijnheer, zal ik uw nacht
blaker halen heb slechts even geduld.
Hij ging en kwam spoedig terug
met twee dier voorwerpen, waarvan er
een voor mij bestemd was. De woeste
ling nam den voor hem bestemden
blaker met een wilden ruk uit de hand
van den dorpswaard en liep naar boven,
zonder, zoo het scheen, noodig te heb
ben, eenige inlichtingen te vragen,
waar zijne kamer gelegen was. Eenige
Doodelgk ongeval.
Te Laren (G.) is vrouw S., terwijl
zij over den weg fietste, onder een
paard geraakt, dat ergens voor schrikte
en op zij sprong. Vrouw S. werd naar
het ziekenhuis te Zutphen vervoerd en
is aldaar aan de bekomen verwondin
gen overleden.
Aan de gevolgen overleden.
Te Bunschoten, verwondde het kind
van den arbeider K. zich met een
schaar ernstig aan het ooghet jon
gentje is aan de gevolgen bezweken.
De groote brand te Vlissingen.
De geweldige brand in de petroleum-
tanks te Vlissingen heeft gelukkig
buiten het terrein der onderneming
geen uitbreiding gevonden. Er kon
echter niet veel worden gedaan, om het
vuur te stuitende meeste tanks met
hun brandbaren en explosieveil inhoud,
die door het vuur waren aangetast,
konden niet gered worden. Het was
een geluk, dat de wind niet standwaarts
woei, anders zou er gevaar zijn geweest
voor uitbreiding, om nog te zwijgen
van den last, dien de ontzagelijke rook
zou hebben veroorzaakt. Twee groote
en een paar kleine tanks zijn gespaard
gebleven alsmede een gedeelte der
gebouwen.
Inzake den verongelukten werkman
deelt de Tel. een verklaring mede,
afgelegd door den stoker E. Sinke te
Souburg, den man, die YVilleboordse
het laatste heeft gesproken. Deze ver
klaring is van belang in verband met
het ontstaan van den brand.
«Ik was" aldus Evert Sinke, «in den
nacht van Donderdag op Vrijdag om
ongeveer twee uur bezig kolen op een
lorriewagen te laden voor de stook
plaats.
Toen Willeboordse op de tank klom,
riepe wij elkaar nog een aardigheid
toe. Ik zag, dat Willebroodse het man
open maakte en zijn peillat in de
tank liet zakken. Willeboordse had
geen lamp bij zich, daar de omringen
de booglampen op het terrein voldoen
de licht verspreidden. Ook weet ik per
tinent, dat Willeboordse geen brandende
pijp of sigaar had.
Is hij al vol? vroeg ik hem. Maar
in plaats van te antwoorden, schreeuwde
Willeboordse plotseling «Help Moord
Brand 1 Ik verbrand."
Een vuurkolom kwam uit het man
gat en werd hoe langer hoe grooter.
Toen zag ik hem op den bovenkant
van de tank vallen.
Ik klom de ladder op, maar wegens
de groote hitte was het mij onmogelijk
verder te gaan. Ik klom daarom de
ladder af en ging alarm maken."
Tot zoover het verhaal van Evert
Sinke, dat het moeilijk maakt voor
den brand een aannemelijke oorzaak
te vinden.
De overstroomingen in Indië.
Uit Madras worden vreeselijke ver
halen gemeld over groote overstroomin-
5en, die in Zuidelijk lndië plaats heb-
sen. Het water stijgt nog steeds. In
Calicut zijn twaalf personen omge
komen. Vele dorpen zijn overstroomd.
De districten, waar de landbouw
wordt uitgeoefend, zijn ernstig getrof
fen. Verscheidene Britsche planters
worden gemist.
Lord Goschen, de gouverneur van
Madras en de regeering van Madras
te Ootacamund, zijn tengevolge van
de overstroomingen van de hoofdstad
oogenblikken daarna hoorden wij hem
op een der vertrekken stommelen, en
wij zagen elkaar met verbazing aan
zonder te spreken.
Jasper, dien oudejaarsavond zal
ik nooit vergeten, wat ben ik geschrikt!
sprak de waardin, hare handen samen
vouwende om de ontroering uit te
drukken, welke haar had overmeesterd.
Wees bedaard, wijfje, troostte
Jasper haar, zijn arm om haar hals
slaande, terwijl hij haar een kus gaf,
die vreemdeling is niet waard, dat
ge u een oogenblik om hem verontrust;
het is op zijn zachtst uitgedrukt, een
onbeleefd mensch I
Een mensch 1 -riep Bertha, met
verontwaardiging, ben je zoo zeker
dat het een mensch is? Er zal ons
dezen nacht zeker een ongeluk over
komen 1
Haal je geen dwaze dingen in 't
hoofd, sprak Jasperje zenuwachtige
verbeelding brengt je altijd de wonder
lijkste hersenschimmen voor het oog.
Het zal beter gaan dan je denkt. Ge
loof me, die man is een mensch als
wijmogelijk wat minder braaf, en
wat ruwer in zijn doen en laten, maar
daar houdt de grap mee op.
Grap 1 grap noem je dat grappen
riep Bertha met afgrijzenbij zulke
aardigheden zou een mensch het bloed
in de aderen stollen. Ik zeg je, dat
wezen is geen mensch, het is een
geest 1 en zij huiverde zichtbaar van
angst.
Wijfje, ik geloof er niets van
die eenmaal dood is, komt op deze
De Cauveri-rivier maakt de spoor
wegbrug onveilig. Wegen zijn wegge
spoeld.
Uit Calicut wordt nader geseind, dat
tengevolge van het plotseling wassen
van het water gedurende den geheelen
wereld niet weerom zeide Jasper, die
dat oogenblik wel wat moediger
sprak dan hij zich inwendig gevoelde.
Hoor eens, riep ik, het moge zijn
zoo het wil, maar ik vind het toch
ook eene vreemde geschiedenis. Ik ben
het volkomen met je eens, Jasper, dat
niemand uit zijn graf terugkomt, maar
ik verklaar je toch, dat ik er niet op
gesteld ben, ooit weer zulke tooneelen
bij te wonen.
Dat is iets anders, sprak Jasper,
het is in ieder geval een onaangenaam
persoon.
Och, wat praat je toch, riep Bertha
toornig, je hebt hem nog niet eens ge
zien met den rozenkrans in zijne hand,
Hoe komt die man aan dien rozen
krans, zeg ik maar. Wij weten allen,
dat de booze Richard met het bidsnoer
onder het rookend puin van het kasteel
bedolven werd, nu tien jaar geleden.
In ieder geval, hoe kan ons dat voor
werp hier vanavond getoond worden,
daar het bij den brand geheel vernietigd
werd. Want men heeft daarvan geen
enkele kraal bij het wegruimen van
het puin teruggevonden.
Men kan niet weten, begon de
waard.
Ja, jij zegt altijd maar, men kan
niet weten, viel de gramstorige Bertha
haar echtgenoot in de redemaar ik
zeg maar, als je dan zoo'n knappe
moedige kerel bent, had dat wezen dan
nachtverblijf geweigerd. En nog iets,
hoe weet hij, dat je altijd twee kamers
overhebt om te slapen Dat is dan
toch wonderlijk! Jullie mannen wilt
alles maar aan natuurlijke oorzaken
toeschrijven, net zoolang, dat jullie iets
gebeurt, dat je oogen met geweld wor.
en geopend, en dat zal je nu vannacht
eens ondervinden.
Wordt vervolgd.