De Lucifer. G-emengd Nieuwe. tische berglandschappen en de reus achtige Slavonische wouden zich bij zonder goed leenden. In dezen tijd der algemeene anar chie traden met veel talent een massa rooverhoofdmannen op, moord en dood slag waren heel gewone, dagelijksche gebeurtenissen. Zaroega heeft toen geen geluk gehad dat hij gepakt is geworden, want wan neer iedere moordenaar in Zuid-Slavië zou worden gearresteerd, dan zouden in de Zuid-Slavische gevangenissen op lange na geen plaats voor hen te vin den zijn. Opgesloten in de groote gevangenis van Mitrovitsji, werd hij na eenige maanden daaruit door zijn vrienden en aanhangers bevrijd. Hij trok de bosschen weer in en was als houthakker werkzaam te mid den van tientallen van anderen, die 's avonds na den arbeid uren lang om een haardvuur zittend, elkaar vertelden van hun herinneringen aan den oorlog en het «Groene Kader". Daar leerde Zaroega spoedig de mee ningen en neigingen van zijn kamera den kennen en het duurde niet lang of hij vond een groot aantal gelijk gezinden, die geneigd waren om onder zijn leiding een roover- of «heidoeken" bende te vormen. Allengs vormde Zadoega in de bos schen 20 heidoekenbenden, waarover hij heer en meester was. De daden der heidoeken beheersch- ten de volkspoëzie en volksfantasie. Deze 20 benden wisten van eikaars bestaan niets af. Wanneer hij van de eene bende afscheid nam, dook hij ver ver daarvandaan, bij een andere weer op. Als een onderneming goed gelukt was, trok hij zich voor een tijd als welgesteld hout- of veehandelaar in een kleine Slavonische stad terug, waar hij het geld met handen vol weg gooide en daardoor een maatschappe lijke positie verkreeg, die het mogelijk maakte, dat hij de dikste vrienden werd met het hoofd der politie en de officieren der gendarmerie. Zaroega werd een legendarische figuur, niet alleen in de landstreek, waar hij woonde, maar ook in Kroatië en Servië. Zijn koene rooftochten en moordpartijen wekten bewondering en zucht tot navolging op. Elke kleine paardendief, droomde een tweede Zaroega te worden, in de kolommen der Zuid-Slavische bladen kon men bijna dagelijks een beschrij ving van Zaroega's laatste heldendaad lezen. Vooral de Zuid-Slavische vrouwen schonken hem een onbegrensde bewon dering en liefde. Hij was immers in haar oogen een heldIn zes maanden want slecht zoolang heeft Zaroega's heerschappij geduurd heeft hij 20 moorden gepleegd en 29 rooftochten met succes volbracht en millioenen aan buit meegevoerd. Waarschijnlijk zou Zaroega thans nog de ongekroonde vorst van Slavonië zijn, wanneer de vrouwen niet hem en hij de vrouwen niet zoo lief had ''gehad! Maar het aantal van zijn vriendinnen is onge veer gelijk aan dat van zijn rooftochten en bij een rendez-vouz werd hij gepakt en in de gevangenis gezet. Thans staat hij met zestien van zijn makkers terechtzijn andere kameraden konden niet gepakt worden en er bestaat dus groote kans, dat op een goeden dag een van hen in zijn voet sporen treedt. De »held" gedraagt zich thans als een lafaard, die voor alles zijn hoofd wil redden en alle schuld op zijn kameraden gooit. De tribunes zijn stampvol en 90 pCt. der toeschouwers zijn vrouwen uit alle kringen. Zaroega bewijst ook in de gerechtszaal, dat hij geen gewoon mensch is. Hij is volgens de laatste mode gekleed. Dat ook de romanschrijvers zich van dit avontuurlijk gegeven hebben eenzamen weg te gaan, dan nog langer in het gezelschap van den onwelkome bezoeker door te brengen, dien hij al thans nu zeker was niet meer op straat te zullen ontmoeten, beschouwde hij de geweldige daad van den storm als eene uitnoodiging om te vertrekken en vlood, vóór nog Jasper gelegenheid vond de deur te sluiten. Dirk en Peter, die met hun gezicht naar den vreemdeling gekeerd zaten, gelukte het eindelijk hun cognac in brand te krijgen, terwijl Jasper zich naar hen overbukte om de lucifers te zoeken, welke in de ontsteltenis van het oogenblik op den grond waren ge vallen. Inmiddels verspreidde de ontvlamde spiritus een blauwe vlam door het vertrek, en belichtte den woesten bin nendringer in den hoek, dien men ge makshalve de flesch voor zijn mond zag zetten, om den nog overgebleven wijn den weg van het andere vocht te doen vinden. Toen de inhoud in zijne maag ver dwenen was, wierp hij de flesch op den grond, welke daardoor in duizend stukken vloog. Aller oogen behalve die van Jasper, welke nog altijd zoekende was, werden hierdoor op hem gericht. Plotseling rees hij van zijn stoel op, en de rechterhand om hoog heffende, vertoonde hij met een valschen lach een rozenkrans, blinkend van goud en schitterend van juweelen. Een rauwe gil van de waardin trof opeens ons gehoor, gevolgd door het geluid van een zwaren val. Wij allen zwegen, en ik kan geen beschrijving meester gemaakt, is meer dat natuur lijk. In geheel Znid-Slavië wordt de colportageroman «Zaroega" verslonden en is het grootste litteraire succes in de laatste tien jaren. Is dat ook te verbazen, daar de leuze van Zaroega's benden is«Voor Volk en Koning Door dit vaderlandsche devies zal Zaroega per slot, wanneer hij aan de galg hangt, nog als nationale held gevierd worden, totdat een nieuwe rooverhoofdman opstaat, die zijn roem verdringt. Gezien de Zuid-Slavische mentaliteit, zal deze opvolger niet lang op zich laten wachten 1 De lucifer is al net zoo onmisbaar als de speld. En hoe weinig waarde wordt er niet aan een lucifer gehecht? Hoeveel lucifers heeft men niet voor één cent? En toch, hoe onmisbaar is een lucifer in het huishouden De oude tondeldoozen en zwavelstokken moeten het glansrijk verliezen in de concurrentie met de lucifer. De uitvinder der lucifer is even arm gestorven als hij geboren is. Dit is het lot van vele uitvinders. De uitvinder heet Kammerer, en was een Duitscher. geboren te Ludwigs burg. Hij droeg al lang het plan met zich rond om de ouderwetsche zwavel stokken door iets practischer te vervan gen. Na vele proefnemingen ontdekte nij ten slotte dat phosphor de beste resultaten gaf. Hij begon met de fa bricatie der lucifers. Het gemakkelijk aansteken vond men... gevaarlijk en het werd hem eenvoudig verboden met zijn fabriceeren van lucifers voort te gaan. Er bestond toen nog geen wet op patenten en in Engeland begon men doodkalm zijn uitvinding te exploiteeren. Van uit Engeland werden de lucifers naar Duitschland ingevoerd.... en toen werd het verbod ingetrokken. Over de heele wereld kreeg men de phosphor-lucifers en de uitvinder liep straatarm in Ludwigsburg rond. Zijn uitvinding zag hij door anderen ge ëxploiteerd. Is het wonder dat de man in 'n krankzinnigengesticht is gestorven Verzakkende huizen. Aan het eind van den Nieuwen Binnenweg te Rotterdam is men reeds geruimen tijd bezig met den aanleg van de Coolhaven. Door den gewel digen druk op den veenachtigen bodem begonnen de huizen, staande aan den Lagen Westzeedijk bedenkelijke scheu ren te vertoonen. De grond schijnt daar n 1. te zijn verzakt en verschil lende huizen werden daardoor bouw vallig en sommige vielen zelfs grooten- deels ineen. De voorste rij kwam het eerst aan de beurt. De huizen zijn reeds de vorige week op last van de bouw-politie ontruimd. Deze woningen zijn op drassigen veenbodem gebouwd, waarin niet is geheid. De meeste huizen worden door de woningstichting en Mij. voor Volks woningen geëxploiteerd en zijn eigen dom van Rotterdam. Bijna alle huizen zijn reeds ontruimd. Zij die er nog wonen, hebben order gekregen om uiterlijk Zaterdag te ver trekken. Intusschen is de groote moeilijkheid waar men de menschen moet huis vesten. Men heeft 27 gezinnen, die dakloos zijn geworden, ondergebracht in de nieuwe huisjes in den polder Oud-Mathenesse. Anderen zijn gehuis vest in de nieuwe woningen op Tuin dorp. Voor 42 gezinnen had men echter zoo spoedig geen woning. Deze zijn daarom ondergebracht in het voormalig armenhuis aan den Schiedamschedijk. In het geheel zijn 58 huizen, aan de gemeente behoorend, ontruimd, die gedeeltelijk vernield zijn. Ook moesten enkele particuliere huizen verlaten worden. Ongeveer 65 woningen zijn onbewoonbaar verklaard geworden. De toestand in Rusland. Er komen eigenaardige berichten uit Rusland, waarin gesproken wordt over groeiende ontevredenheid, Rusland zou dit jaar een zoo goed als algeheelen misoogst verwachten. De toestand in de nijverheid is zeer onbevredigend. Het officieel-erkende tekort bij de staatsinkomste en uitgaven bedraagt 1.6 millioen goudroebel, doch het wer kelijk tekort is waarschijnlijk veel grooter. Bij de staatsbank is de toestand zoo dat geen biljetten meer kunnen worden uitgegeven, zonder de wet, die de dekking der biljetten regelt, te over treden. Het eenige middel om in den financieelen nood te voorzien, zal uit voer van graan zijn, maar aan den anderen kant heeft Rusland dit graan noodig om den dreigenden hongers nood te bestrijden. Van de ernstige economische crisis is toenemende ontevredenheid onder het volk een gevolg. Er gaan geruchten, om trent onlusten en muiterijen in verschillende plaatsen van Siberië en Europeesch Rusland. De opstand in Turkestan heeft een veel ernstiger karakter dan officieel toege geven wordt. 70.000 man regeerings- troepen strijden daar tegen de opstan delingen. Een teeken van den critieken toestand is verder de toenemende tweedracht onder de machthebbers zelf. Het radi calisme neemt weer tot de terreur zijn toevlncht om zich staande te houden. Een verder gevolg van de crisis zijn de pogingen, die opnieuw in het werk worden gesteld, om de communistische revolutie naar het Westen over te bren gen. In de eerste plaats wil men, zoo als altijd, een proletarische revolutie in Duitschland uitlokken. Sinovjeff heeft tot de communisten in Duitschland, Polen, Tsjecho-Slowakije en Oostenrijk het parool gericht, om zich voor te be reiden op groote gebeurtenissen in Duitschland. Na Duitschland moet Polen aan de beurt komen, waar, naar men hoopt, de communistische propa ganda voldoende vruchten zal dragen. Op den Balkan moet de communistische revolutie in Bulgarije beginnen, dan zal Roemenië aan de beurt komen. De communisten hopen, dat de strijd om het rapport der deskundigen aan leiding zal geven om de communistische actie in Duitschland te beginnen. De Duitsche overheid, die van deze plannen op de hoogte is, heeft intusschen de noodige maatregelen getroffen, en is overtuigd, dat zij het welslagen van een communistische actie zal kunnen verhinderen. Door de tram vermorzeld. Bij Buitenrust tusschen Schijndel en St. Oedenrode had Vrijdagavond een treurig ongeval plaats. Uit de richting Schijndel kwam op z'n rijwiel aangereden de heer De Leijer, bierbrouwer uit St. Oedenrode, terwijl uit de richting St. Oedenrode de tram aankwam. Daar de heer De Leijer midden op den weg reed, was er voor den machi nist van de tram geen enkele reden door signalen of anderszins de aandacht van den heer De Leijer op denaderen de tram te vestigen. Plotseling echter, ter hoogte van Buitenrust gekomen, zwenkte de heer De Leijer recht op de tram in. Door welke oorzaak is overklaarbaar. Hij werd door de tram gegrepen en totaal vermorzeld er onder uitgehaald. De machinist kon het ongeval niet meer voorkomen, alhoewel hij uit alle Teven van den akeligen indruk, wei- ten dit voorval op mijn gemoed maakte Dit weet ik, dat het een vreeselijken invloed op mijne zenuwen had, en ik op dat oogenblik niet geregeld denken kon. De hoefsmid liet van schrik zijn lepeltje met suiker vallen, waardoor de blauwe vlam uitdoofdePulman hield altijd nog vol. Zoek dan voor den bl... met Jas per naar de lucifers, riep hijwe kunnen toch niet altijd in 't donker zitten mijn cognac is zoo aanstonds uitgebrand, en dan kan geen van ons allen iets meer zien. Jasper was ook in de war, want hij zocht overal, waar de lucifers zich niet bevonden. Een greep van den wagen maker bracht ze van onder, bovenop de tafel, en nu begon de waard de lampen weer aan te steken, wat zeer langzaam in zijn werk ging, omdat het olielichten waren. Daarbij deed de toestand van zijne vrouw, die, zooals de lezer zal begrepen ^-hebben, in on macht nederlag, hem rillen en beven, en de haast, waarmede hij zich van zijne taak kweet, had een minder goeden uitslag, dan men daarvan had mogen hopen. De wagenmaker bood hem daarom de behulpzame hand. Spoedig was de gelagkamer weer van goed licht voor zien. De vreemdeling zat in zijn hoek, of er niets bijzonders was gebeurd, met zijne linkerhand onder het hoofd. Met eenige moeite werd de waardin weer bijgebracht, en toen zij, geheel hersteld, aan Jasper het opmerkelijk voorval fluisterend mededeelde, schudde macht remde. De afstand tusschen machine en fietser nog geen twee meter was te kort. Ook de fiets werd totaal verbrijzeld. De machinist treft in deze hoege naamd geen schuld. Yerpleegkosten van Dienstboden. De wet zegt dat de werkgever ver plicht is in geval van ziekte of ongeval van een bij hem inwonenden arbeider, zoolang de dienstbetrekking duurt doch uiterlijk tot een tijd van 6 weken, voor diens behoorlijke verpleging en genees kundige behandeling zorg te dragen, voor zoover daarin niet uit andere hoofde is voorzien. Een dienstbode was eenigen tijd ver pleegd geworden in de kliniek van de Rijksuniversiteit te Utrecht. Later sprak de Staat der Nederlanden haar patroon aan om de verpleegkosten te betalen op grond van boven aangehaalde wets bepaling. De Utrechtscne Rechtbank heeft evenwel den Staat der Neder landen in die vordering niet ontvan kelijk verklaard, omdat de inrichting, die in deze de verpleging buiten eenige opdracht van den werkgever deed, niet het recht had de kosten daarvan nu maar zoo op dien werkgever te ver halen, ook daar deze laatste bij de keuze der verpleeginrichting op deze wijze in het geheel niets had mede te spreken. Dat, wanneer men hierover anders oordeelde, deze dienstbode dan ook naar haar ouders zou hebben kunnen gaan en deze eveneens de kosten voor verpleging en verzorging van den werkgever zou kunnen vor deren, hetgeen volgens de Rechtbank evenmin zou opgaan. Hieruit volgt dus, dat de inrichting of de persoon, die de verzorging van zulk een zieken arbeider of dienstbode op zich neemt, de kosten meestal slechts dan op den werkgever zal kunnen verhalen, wanneer die werkgever tot die verpleging opdracht gaf. Deze kwestie komt dikwijls hetzij dan in dezen of in eenigszins anderen vorm, voor, en gewoonlijk is dan de tegenovergestelde meening van het geen in het bovenbedoelde vonnis werd beslist, de beheerschende. De bezuiniging der onbewaakte overwegen. Vrijdagavond is op den onbewaakten overweg nabij het station Eysden een )aard met kar, bestuurd door den wet- ïouder van Eysden, den heer Wolfs, door een locaal trein aangereden. De kar werd enkele meters medegesleurd en vernield, terwijl het paard op hol sloeg. De bestuurder werd daarbij licht aan het hoöfd verwond en ter verple ging naar het Capucijnenklooster ver voerd. De moord te Culemborg. De verdachte Haveman, oud-recher cheur van politie, die Vrijdagavond per auto uit Culemborg naar Tiel was ge bracht, heeft zich in den nacht van Vrijdag op Zaterdag in cel van het politie-bureau aldaar van het leven be roofd door verhanging. Het lijk is reeds naar de begraaf plaats overgebracht. Daar H. niets bekend heeft, neemt hij het geheim van de misdaad mee in het graf. Men mag hier zeker wel vragen, waarom men hem die daad niet te voren onmogelijk heeft gemaakt. Als een zwerver een nacht doorbrengt in een politiebureau, worden hem zelfs zijn brutels afgenomen 1 Is ten opzichte van dezen verdachte geen dergelijke maatregel getroffen 25 voor één. Men schrijft uit Cuijk Voor de vacante betrekking van onderwijzeres aan de openbare lagere school te St. Agatha, hebben zich meer dan 25 sollicitanten aangemeld. Twee jaar geleden was voor dezelfde betrekking geen functionaresse te vinden. deze ongeloovig het hoofd, doch 2 vreemd op, toen wij allen, waaronder de lang niet lichtgeloovige wagen maker, haar verhaal bevestigden. Intusschen was het één uur gewor den, en de wagenmaker met zijn vriend den hoefsmid, die niet veel lust meer gevoelden tot eenige redekaveling, stonden op om te vertrekken, en ver lieten na Jasper, zijne vrouw en mij goeden nacht gewenscht te hebben, «De gekroonde Posthoorn" nadat zij met de noodige voorzorg de deur achter zich hadden gesloten. Ik verlang naar bed, wijs mij mijne kamer, sprak de zonderlinge bezoeker tot den niet zeer plezierig gestemden waard. De eerste bewees zijne behoefte aan rust, doordien hij gestadig zat te knikkebollen. Had Jasper echter gehandeld, zooals zijn hart het hem ingaf, hij zou thans onder een of ander voorwendsel den onaangenamen man een nachtverblijf geweigerd hebben maar hij gevoelde, ronduit gezegd, daar den moed niet toe, en vreesde nieuwe onaangenaam heden. Daarom antwoordde hij Wanneer ge naar uwe kamer wilt gaan, mijnheer, zal ik uw nacht blaker halen heb slechts even geduld. Hij ging en kwam spoedig terug met twee dier voorwerpen, waarvan er een voor mij bestemd was. De woeste ling nam den voor hem bestemden blaker met een wilden ruk uit de hand van den dorpswaard en liep naar boven, zonder, zoo het scheen, noodig te heb ben, eenige inlichtingen te vragen, waar zijne kamer gelegen was. Eenige Doodelgk ongeval. Te Laren (G.) is vrouw S., terwijl zij over den weg fietste, onder een paard geraakt, dat ergens voor schrikte en op zij sprong. Vrouw S. werd naar het ziekenhuis te Zutphen vervoerd en is aldaar aan de bekomen verwondin gen overleden. Aan de gevolgen overleden. Te Bunschoten, verwondde het kind van den arbeider K. zich met een schaar ernstig aan het ooghet jon gentje is aan de gevolgen bezweken. De groote brand te Vlissingen. De geweldige brand in de petroleum- tanks te Vlissingen heeft gelukkig buiten het terrein der onderneming geen uitbreiding gevonden. Er kon echter niet veel worden gedaan, om het vuur te stuitende meeste tanks met hun brandbaren en explosieveil inhoud, die door het vuur waren aangetast, konden niet gered worden. Het was een geluk, dat de wind niet standwaarts woei, anders zou er gevaar zijn geweest voor uitbreiding, om nog te zwijgen van den last, dien de ontzagelijke rook zou hebben veroorzaakt. Twee groote en een paar kleine tanks zijn gespaard gebleven alsmede een gedeelte der gebouwen. Inzake den verongelukten werkman deelt de Tel. een verklaring mede, afgelegd door den stoker E. Sinke te Souburg, den man, die YVilleboordse het laatste heeft gesproken. Deze ver klaring is van belang in verband met het ontstaan van den brand. «Ik was" aldus Evert Sinke, «in den nacht van Donderdag op Vrijdag om ongeveer twee uur bezig kolen op een lorriewagen te laden voor de stook plaats. Toen Willeboordse op de tank klom, riepe wij elkaar nog een aardigheid toe. Ik zag, dat Willebroodse het man open maakte en zijn peillat in de tank liet zakken. Willeboordse had geen lamp bij zich, daar de omringen de booglampen op het terrein voldoen de licht verspreidden. Ook weet ik per tinent, dat Willeboordse geen brandende pijp of sigaar had. Is hij al vol? vroeg ik hem. Maar in plaats van te antwoorden, schreeuwde Willeboordse plotseling «Help Moord Brand 1 Ik verbrand." Een vuurkolom kwam uit het man gat en werd hoe langer hoe grooter. Toen zag ik hem op den bovenkant van de tank vallen. Ik klom de ladder op, maar wegens de groote hitte was het mij onmogelijk verder te gaan. Ik klom daarom de ladder af en ging alarm maken." Tot zoover het verhaal van Evert Sinke, dat het moeilijk maakt voor den brand een aannemelijke oorzaak te vinden. De overstroomingen in Indië. Uit Madras worden vreeselijke ver halen gemeld over groote overstroomin- 5en, die in Zuidelijk lndië plaats heb- sen. Het water stijgt nog steeds. In Calicut zijn twaalf personen omge komen. Vele dorpen zijn overstroomd. De districten, waar de landbouw wordt uitgeoefend, zijn ernstig getrof fen. Verscheidene Britsche planters worden gemist. Lord Goschen, de gouverneur van Madras en de regeering van Madras te Ootacamund, zijn tengevolge van de overstroomingen van de hoofdstad oogenblikken daarna hoorden wij hem op een der vertrekken stommelen, en wij zagen elkaar met verbazing aan zonder te spreken. Jasper, dien oudejaarsavond zal ik nooit vergeten, wat ben ik geschrikt! sprak de waardin, hare handen samen vouwende om de ontroering uit te drukken, welke haar had overmeesterd. Wees bedaard, wijfje, troostte Jasper haar, zijn arm om haar hals slaande, terwijl hij haar een kus gaf, die vreemdeling is niet waard, dat ge u een oogenblik om hem verontrust; het is op zijn zachtst uitgedrukt, een onbeleefd mensch I Een mensch 1 -riep Bertha, met verontwaardiging, ben je zoo zeker dat het een mensch is? Er zal ons dezen nacht zeker een ongeluk over komen 1 Haal je geen dwaze dingen in 't hoofd, sprak Jasperje zenuwachtige verbeelding brengt je altijd de wonder lijkste hersenschimmen voor het oog. Het zal beter gaan dan je denkt. Ge loof me, die man is een mensch als wijmogelijk wat minder braaf, en wat ruwer in zijn doen en laten, maar daar houdt de grap mee op. Grap 1 grap noem je dat grappen riep Bertha met afgrijzenbij zulke aardigheden zou een mensch het bloed in de aderen stollen. Ik zeg je, dat wezen is geen mensch, het is een geest 1 en zij huiverde zichtbaar van angst. Wijfje, ik geloof er niets van die eenmaal dood is, komt op deze De Cauveri-rivier maakt de spoor wegbrug onveilig. Wegen zijn wegge spoeld. Uit Calicut wordt nader geseind, dat tengevolge van het plotseling wassen van het water gedurende den geheelen wereld niet weerom zeide Jasper, die dat oogenblik wel wat moediger sprak dan hij zich inwendig gevoelde. Hoor eens, riep ik, het moge zijn zoo het wil, maar ik vind het toch ook eene vreemde geschiedenis. Ik ben het volkomen met je eens, Jasper, dat niemand uit zijn graf terugkomt, maar ik verklaar je toch, dat ik er niet op gesteld ben, ooit weer zulke tooneelen bij te wonen. Dat is iets anders, sprak Jasper, het is in ieder geval een onaangenaam persoon. Och, wat praat je toch, riep Bertha toornig, je hebt hem nog niet eens ge zien met den rozenkrans in zijne hand, Hoe komt die man aan dien rozen krans, zeg ik maar. Wij weten allen, dat de booze Richard met het bidsnoer onder het rookend puin van het kasteel bedolven werd, nu tien jaar geleden. In ieder geval, hoe kan ons dat voor werp hier vanavond getoond worden, daar het bij den brand geheel vernietigd werd. Want men heeft daarvan geen enkele kraal bij het wegruimen van het puin teruggevonden. Men kan niet weten, begon de waard. Ja, jij zegt altijd maar, men kan niet weten, viel de gramstorige Bertha haar echtgenoot in de redemaar ik zeg maar, als je dan zoo'n knappe moedige kerel bent, had dat wezen dan nachtverblijf geweigerd. En nog iets, hoe weet hij, dat je altijd twee kamers overhebt om te slapen Dat is dan toch wonderlijk! Jullie mannen wilt alles maar aan natuurlijke oorzaken toeschrijven, net zoolang, dat jullie iets gebeurt, dat je oogen met geweld wor. en geopend, en dat zal je nu vannacht eens ondervinden. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 2