Tweede blad.
SCHOUW der WATERLOSSINGEN
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Het gouden Bidsnoer.
De vereering van St. Goar
te Meerlo.
FEUILLETON,
BEKENDMAKING.
Zaterdag 20 Juli 1924
48e*J aargang No 30
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWARTAAL
voor VENRAY 65 c.
franco per post 75 c.
voor het buitenland
(bij vooruitbetaling) f 1 »30
afzonderl. nummers 5 c.
PEEL EN MAAS
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 81.
PRIJS DER
ADVERTENTIEN
1—8 regels 60 ct
elke regel meer 7ct
Advertentiën bij abonne
ment groote reductie.
WAARSCHUWING
Schouw der Waterlossingen
De Burgemeester van Venray waar
schuwt eenieder, dat dit jaar, vooral
met het oog op de klachten door be
langhebbenden ingebracht, omtrent den
toestand der waterlossingen, zeer streng
zal worden geschouwd en bij onvol
doende reiniging zoowel bij schouw
als herschouw onmiddellijk proces
verhaal zal worden opgemaakt.
Intusschen wordt er op gerekend,
dat eenieder in het algemeen belang
zal medewerken door de reiniging zoo
goed mogelijk te doen zijn, opdat geen
procesverbaal zal behoeven te worden
opgemaakt.
Venray 18 Juli 1924
De Burgemeester van Venray.
O. VAN DE LOO.
Het liefelijk Rhijnstadje Sint Goar,
bij de toeristen wel bekend, houdt in
ons de herinnering levendig van een
heilig man, die nederig van gemoed,
vervolgd in deze wereld; groot was in
het oog des Almachtigen en versierd
met het onbevlekte bruiloftskleed, de
hemelsche feestzaal is binnengeleid.
De heilige (in den volksmond zoo
wel in Duitschland als in Nederland
Sint Gowehr of Gewehr genoemd) werd
geboren in Aquitania, een landstreek,
welke het tegenwoordig Zuidwestelijk
gedeelte van Frankrijk omvatte.
Onder de regeering van koning Chil-
debert I kwam Goar naar de boorden
van den Rhijn en bouwde ter plaatse
waar thans het naar hem genoemde
stadje Sint Goar ligt, eene kluis met
kapel. Daar aan den Rhijnoever ge
voelde de jeugdige priester zich over
gelukkig in het beschouwen der hemel
sche dingen. Dagelijks droeg hij het
H. Misoffer op. had het geheele Psal
terium en verliet zijne enge kluis
enkel om de nog gedeeltelijk heiden-
sche bevolking het Evangelie te ver
kondigen, waar bij zijne overtuigende
prediking, door wonderen bevestigd,
velen met den schat des Geloofs ver
rijkt werden.
Deswege wordt hij in beeld altijd
voorgesteld met1 den kelk of psalm
boek in de hand.
Alle noodlijdenden vonden hulp en
steun bij Goar's cel, vele kranken
werden genezen, den bedroefden ge
werd troost, de vermoeide vreemden
werden geherbergd. Hartelijke deel
neming te betoonen, wijzen raad te
geven was het dienstwerk van den
man Gods. Doch waar het werk des
Heeren gedijt, daar tracht ook de
vijand van het goede, de geest der
duisternissen, onkruid op den goed
bewerkten akker te zaaien en tege
lijkertijd den evangelischen bouwman
25.
Zoo is de edelman, die, hoewel
hij zelf niets arbeidt, maar den werk
man veel laat verdienen en zijne
schatten in omloop brengt, niet zoo te
"veroordeelen, als de fabrikant of koop
man, die hard werkt maar door oneer
lijke middelen rijk zoekt te worden.
Zeer waar, en dat gebeurt toch
maar al te veel, sprak de jonker.
Zij zullen echter eenmaal reken
schap van hunne daden moeten afleg
gen, hernam Reinold, zijn vinger op
waarts heffende.
Het onderhoud werd op deze
wijze nog eenigen tijd voortgezet. De
jonker was altijd voorkomend en zeer
beleefd, en Reinold gaf hem hierin
niets gewonnen. De jonkman had
somstijds oogenblikken, dat hij inne
mend vriendelijk was, en de edelman
trof hem dien morgen in dien toestand
aan. Hij verkeerde in dat benijdbare
humeur, wat een beminnelijke glim
lach om sommige lippen toovert, en
ieder woord welluidender doet klinken
dan men meestal van ons gewoon is.
Daar ik weet, hoe kostbaar u de
tijd is, wil ik u niet langer ophouden;
echter moet ik voor ik van hier ver
trek, mij nog van een enkelen plicht
kwijten.
in het verderf te storten.
Goar werd bij Rusticus, bisschop
van Trier, lasterlijk aangeklaagd, dat
hij èn een huichelaar èn zwelgerwas,
doch ook met allerhande gespuis van
volk vertrouwelijk omging.
Op wondervolle wijze werd zijne
onschuld aan het bisschoppelijk hof
bewezen. Austrasie's Koning Sjgebert
vernam al deze feiten en ontbood
Goar naar Metz, alwaar de vorst des
tijds met zijne hofhouding gevestigd
was en zooveel behagen vond de ko
ning in 's mans nederigheid, dat hij
hem de bisschoppelijke waardigheid
aanbood en bij standvastige weigering
werd enkel een bedenktijd van twintig
dagen toegestaan.
De heilige keerde naar zijne cel
terug, smeekte onafgebroken den goe
den God dat Hij hem zou behoeden
voor de eer en den last eens bisdoms.
Zijn vurig verlangen werd verhoord
want den ijverigen belijder overviel
eene koorts, welke hem zeven volle
jaren aan het ziekbed kluisterde, zoo
dat de aanvaarding der hooge kerke
lijke bediening onmogelijk werd.
Plotseling .werd Goar na dien tijd
weder gezond en nauwelijks had Sige-
bert de genezing vernomen of een
nieuw dringend verzoek volgde onmid
dellijk.
O Koning, was het antwoord, spaar
uwe moeite, want ik zal mijne kluis
niet meer verlaten dan bij den dood
Neem mijn gering verblijf in uwe
hooge bescherming en vraag de kerke
lijke overheid de gunst mij twee pries
ters te zenden, om in den doodstrijd
te worden bijgestaan en mijn graf te
bereiden.
Ook dit gebed werd verhoord. Nog
drie jaren beproefde God door een
hevig lijden het trouw geduld zijns
dienaars en onder de gebeden van
beide priesters gaf Goar ten jare 611
zijne reine ziel in de handen des
Scheppers. Zijn feest wordt den 6 Juli
gevierd.
Onder grooten -toeloop van volk
werd het lijk in de kapel bij de kluis
begraven en zijn graf door vele won
deren verheerlijkt. Tallooze pelgrims
bezochten de heilige Stede en zoo
ontstond -^jJ^ar langzamerhand het
vriendelijke stadje, dat naar den naam
van Zijns beschermer Sint Goar werd
fenoemd, terwijl aan de overzijde van
en Rhijn het dorp opkwam dat den
naam van Sint Goarshauzen draagt.
De vereering van den nederigen
Kluizenaar nam hand over hand toe,
zoodat hij aan de Rijnstreek van het
friererland een ware volksheilige ge
worden is.
Alle standen der Christenheid kwa
men aldaar de voorspraak des heiligen
inroepen en zelfs keizer Karei de
Groote had de belofte afgelegd immer
de heilige overblijfselen te komen ver
eeren als hij die landstreek bezocht.
Vooral wordt hij aangeroepen tegen
de koude koortsen, wijl de heilige zelf
zeven jaren door die kwaal bezocht
werd. Ook zij, die het kwellende van
den laster ondervinden, wenden zich
met vertrouwen tot St. Goar, die zijn
reinheid en naastenliefde door booze
tongen valschelijk vond aangeklaagd.
De Rijnvaarders en schippers roepen
Reinold zag vreemd op, en dacht
wat heeft dit te beduiden Hij zeide
echter niets, maar zag den spreker met
verwondering aan.
Gij moet mij veroorlooven ver
volgde de jonker, dat ik nog eens
terugkom op uwe onverschrokkenheid
en menschlievendheid, waarmede gij
mij het leven "hebt gered.
Ik heb daarvoor immers reeds
uw dank ontvangen, jonker Zeilker,
antwoordde Reinoldindien gij het
echter noodig acht, verklaar ik, met
aandacht naar u te zullen luisteren.
Toen gij mijne dochter het le^en
had gered, is er tusschen u heiden
eene teedere genegenheid ontstaan, die
zich in een aanzoek om Constance's
hand oploste. Ik heb geweigerd, en
meende goed gehandeld te hebben. Het
meisje...
Laat ons daar liever over zwijgen,
jonker, sprak Reinold, herhaal toch,
wat ik u bidden mag, geene oude ge
schiedenissen, welke mij nimmer te
binnen komen, of zij zijn mij hinder
lijk.
Het meisje, vervolgde de jonker
weer, met zijne hand den tegenstand
van zijn toehoorder bedwingende, was
haar vader gehoorzaam en bedwong
door haar verstand haar hart. Hoeveel
het haar zal gekost hebben, behoef ik
u niet te zeggen, en ik geloof, dat de
moeite, welke zij heeft aangewend om
u te vergeten, sedert al dien tijd vruch,
teloos is geweest. Geld hebt gij in over
vloed, gij hebt dit van mij niet noodig
en ik zou het u niet durven aanbieden
als een bewijs van erkentelijkheid voor
als om strijd zijne machtige bescher
ming in, terwijl de waarden, kasteleins
en logementhouders hem mede tot hun
beschermer kiezen, wat wel daaraan
is toe te schrijven, dat de heilige zoo
gaarne de vreemdelingen herbergde.
De kruiken- en kannebakkers uit de
Trierergauw nemen hem tot hun pa
troon, daar ook op eene oude afbeel
ding St. Goar wordt voorgesteld met
een schotel aan zijn voeten, doelende
ongetwijfeld op het spijzigen der hon
gerigen.
En als de breede schaar pelgrims
den Rijn bevaren om St. Goar te ver
eeren, hoort men nog telken jare het
eenvoudig verheven Rijn- en pelgrims
lied weerklinken.
Ook te MEERLO, in't Roermondsch
Bisdom is Sint Goar van oude tijden
her bijzonder vereerd, want reeds in
den jare 1400 was in de kerk een al
taar van dien heilige aanwezig en de
groote klok, nog heden in den toren
hangend, werd in 1493 ter eere van
de allerzaligste Maagd Maria en Sint
Goar gegoten.
Op wat manier de eeredienst of cul
tus te Meerlo in het voormalige land
van Kessel Geldersch Overkwartier
zijn oorsprong heeft genomen, ligt in
het duister.
Men vermoedt echter, dat hij zijn
ontstaan te danken heeft aan de al
oude heeren van Meerlo of Mirlaer,
die familiebetrekkingen en bezittingen
in het Rijnland hadden. Meerlo is
heden ten dage de éénige bedevaart
plaats van dien heilige in Nederland.
Eene hoogere vlucht nam de ver
eering van onzen Heiligen door den
bouw eener Kapel aan hem toegewijd.
Op de uiterste noordergrens der
parochie aan het Moleneind ligt, ge
deeltelijk tusschen heestergewas ver
scholen de1 oude St. Goarskapel, vroe
ger meer dan thans het bedeoord der
geloovigen, om daar de voorspraak
van den heiligen priester-kluizenaar
vooral in koude bibberkoortsen het
zoogenaamde »friesen" geholpen te
worden.
De omgeving is echt landelijk, aan
den eenen kant een hooge zandakker
met struweelen omzoomd, waar in den
herfst zich menige lijster laat verlok
ken, van de andere zijden sluiten zich
om het Lovendaal kleine weiden of
beemden aan, waarin eertijds veel,
thans minder ijzererts gedolven wordt
in de nabijheid van het VVanssumsch
gemeentebroek.
Van deze kapel werd op Donderdag
6 Juli 1662, gelijk het opschrift ver
meldt, de eerste steen gelegd.
De stichting had plaats onder de
herderlijke bediening van pastoor
Laurentius Steurens, hoogstwaarschijn
lijk door de adelijke bezitters van de
hoeve den Beijenbruggen de Schepen
burgemeesters familie Von Wylre te
Aken.
Dit openbaar bedehuisje was een
onoogelijk gebouw zonder architectoni
sche waarde hebbende slechts eene
kadastrale oppervlakte van 30 centiaren.
Het putje later gebouwd ligt een wei
nig lager aan de Evangeliezijde. Tijdens
den tweeden dienst, dien gij mij niet
alleqn, maar ook mijne dochter bewezen
hebtwant ik zou vreezen u te be-
leedigen en uw fijn gevoel te kwetsen.
Al zou ik u het kasteel »Doeblenburg",
wat bijna weer geheel is opgebouwd,
ten geschenke geven, gij zoudt het
waarschijnlijk niet veel lellen, want
gij bewoont op uwe wijze insgelijks
een kasteel, en kunt u al het genoegen
veroorloven, wat het leven veraange
naamt. Maar de groote schat, naar
welke gij eenmaal hebt gehaakt, de
jonkvrouw Constance Zeilker Van
Doeblenburg, wordt u niet langer ge
weigerd haar vader stapt over alle
bezwaren, den adelstand betreffende,
u ten genoegen, heen.
Bij deze woorden trad de edelman
die geheel in geestdrift was geraakt,
op Reinold toe, greep zijne hand en
drukte die op eene wijze, welke eene
bevestiging mocht heeten van de taal
door hem gesproken. De' tabrikant
zweeg en staarde zwijgend voor zich
heen. Zijn bezoeker had in dien
tusschentijd weer plaats genomen, toen
de jongeling eindelijk opzag en het
zwijgen verbrak.
Het spijt mij jonker, het spijt mij
zeer, dat ik, als belooning voor uwe
gulle taal, u grieven moet. Jonkvrouw
Constance heeft mij vroeger nooit be
mind, want liefde vraagt naar geen
stand of geboorte. Zij heeft mij eens
op een morgen, na dat ik uw weigerend
antwoord had ontvangen, met eene
koelheid bejegend, welke alleen haar
oorsprong vond in adeltrots. Wanneer
ik mij ooit in den echt zou begeven,
Burgemeester en Wethouders van VENRAY
brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden, dat dit jaar schouw zal
worden gevoerd over de volgende waterlossingen, op achter elk harer ver
melde tijdstippen
LEGGER A.
1 Schoorsche Beek, op 18 Augustus van 7 uur voormiddags tot 7 uur namiddags
2 Waterlaat de Scheide, op 22 Augustus van 7 uur voormiddags tot 7 uur
namiddags
3 de Leunsche Beek met zijtak, op 22 Augustus van 7 uur voormiddags
lot 7 uur namiddags
4 Waterlaat uit Brugskensche Pas, op 22 Augustus van 7 uur voormiddags
tot 7 uur namiddags
5 Van Breevennen, op 19 Augustus van 7 uur voormiddags tot 7 uur namiddags
6 de Oirlosche Pas, op 19 Augustus, van 7 uur voormiddags tot 7 uur
namiddags
7 de Brugskensche Beek, op 19 Augustus van 7 uur voormiddags tot 7 uur
namiddags
8 de Zompgraaf met een zijtak, op 19 Augustus van 7 uur voormiddags tot
7 uur namiddags
9 de Waterlaat, op 25 Augustus, van 7 uur voormiddags tot 7 uur namiddags
10 de Weverslosche beek met zijtakken, op 26 Augustus, van 7 uur voor
middags tot 7 uur namiddags
11 van Giesevennekens, op 21 Augustus, van 7 uur voormiddags tot 7 uur
namiddags
12 Loonsche Pas, op 21 Augustus, van 7 uur voorraiddags tot 7 uur namiddags
13 Smakter Spurkt, op 21 Augustus, van 7 uur voormiddags tot 7 uur namiddags
14 de Burggraaf, op 21 Augustus, van 7 uur voormiddags tot 7 uur namiddags
LEGGER B.
1 Lollebeek, op 18 Augustus, van 7 uur voormiddags tot 7 uur namiddags
2 Oostrumsche Beek op 25 Augustus, van 7 uur voormiddags tot 7 uur namiddags
3 Loobeeksche Beek, op 26 Augustus van 7 uur voormiddags tot 7 uur namiddags
4 Klein Oirlo met zijtak, op 18 Augustus van 7 uur voormiddags tot 7 uur
namiddags.
De eigenaars, pachters of gebruikers van de op die waterlossingen geves
tigde molens of andere waterkeerende of watersluwende werken zijn verplicht
op de dagen der schouwvoering en gedurende de 3 daaraan voorafgaande
dagen, aan het water den geheel vrijen afloop te geven, voor zoover hun
door Burgemeester en Wethouders of door den Opzichter van den Provin
cialen Waterstaat te dien aanzien geen andere bevelen zullen gegeven
worden.
De eventueel noodige herschouw zal geschieden voor overtredingen ge
constateerd op 18, 19 en 21 Augustus op 12 September d.a.v. en voor de
overtredingen geconstateerd op 22, 25 en 26 Augustus op 13 September d.av.
En zal deze op de gebruikelijke plaats aan het Raadhuis worden aange
plakt en aangekondigd in het Weekblad »Peel en Maas" te Venray.
VENRAY, 16 Juli 1924. Burgemeester en Wethouders voornoemd
Aangeplakt op de gebruikelijke
plaats aan het Raadhuis te
Venray 16 Juli 1924.
De Veldwachter,
A. FILA.
O. VAN DE LOO
De Secretaris,
VAN HAAREN.
het bestuur van pastoor Henricus Aerts
(1723-1753) werd de toevloed der pel
grims steeds grooter vooral als de
koude koortsen in hooge mate heersch-
ten en zoo bezocht in 1759 de processie
van Blitterswijk het bedeoord.
Oudtijds werd er behalve het feest-
octaaf van 6-13 Juli bovendien nog van
af Paschen tot Allerheiligen eiken
Woensdag het H. Misoffer opgedragen
welke wekelijksche Mis bij den pastoor
Bollen in het begin der zestiger
jaren heeft opgehouden.
Eene prachtige Relique van den
heiligen, afkomstig uit de Sint Gastors-
kerk te Coblenz, kwam in 1904 in het
bezit der Kerk en werd op Zaterdag
9 Juli 'daags voor de plechtige om
dracht onder toevloed der geloovigen
voor het eerst ter openbare vereering
wil ik nimmer huwen zonder oprechte
liefde, zelfs al ware het ook met eene
prinses. Jonkvrouw Constance verhief
zich toen op hare adellijke geboorte,
en zoo zij mij dientengevolge niet kon
lief hebben, zij kan het op heden nog
niet, want dat bezwaar is thans niet,
en zal ook nooit overwonnen kunnen
worden.
- Het spijt mij. jonker, maar ik zal
van uw vriendelijk aanbod geen ge
bruik maken.
Als verpletterd staarde de edelman
voor zich heen op zoo'n beleediging
dacht hij bij zich zeiven, was ik niet
voorbereid. Hoe, een burgerzoon weigert
de adellfjke dochter En dan met welk
eene fierheid, doch ook met welk een
waardigheid, had de fabrikant, hem
zijne weigering toegevoegd. O, hij was
tot in het diepst van zijn hart gekwetst,
en zijn adeltrots vernederd. Zoo iets
had hij nog nimmer gehoord. Dat was
zeker nog geen edelman overkomen.
Tranen van beleedigde eigenwaarde
vertoonden zich in zijne oogen. Hel
adellijk bloed, waarvan hij helaas, in
den laatsten tijd een zeer geringen
voorraad bezat, joeg hem naar het ge
laat, en zijne to^g en lippen weigerden
te spreken. Reinold schelde en beval
aan den knecht een glas water te
brengen, dat hij den jonker toediende,
met wiens ontsteltenis hij waarlijk
deernis gevoelde en van harte had hij
gewenscht, hem dit onaangename
tooneel te kunnen besparen.
Laat ik u nu eens en vooral zeg
gen, vervolgde Reinold, toen de jonker!
zich langzamerhand herstelde wij
uitgesteld.
In 1909 is de Kapel gansch hersteld,
een nieuw leiendak in plaats der oude
pannen met sierlijk slank spits torentje
bekroont het geheel. De kleine ronde
venstertjes zoogenaamde oeils deboeuf
zijn vervangen door gebrandschilderde
raampjes en een kunstig gesmeed
ijzeren predikstoel prijkt aan den in
gang. De restauratiewerken waren uit
gevoerd door de firma Groenendael en
Martens te Venray.
Thans trekt nog op den laatste
Kruisdag (daags voor O. H. Hemel
vaart) de boetprocessie naar de Kapel
waar de Hoogmis gezongen wordt. Op
Zondag op of na 6 Juli telken jare
een plechtige Processie naar het heilig
dom en wordt aldaar de Hoogmis met
feestpredicatie gecelebreerd, ook ge
moeten nimmermeer over het feit
spreken, dat ik u en uwe dochter het
leven heb gered. Ik heb niets meer
gedaan dan mijn plicht was; en wan
neer gij beiden weder in dezelfde om
standigheden verkeerdet, waarvoor God
u behoede, zou ik mijne hulp ook dan
niet weigeren. Ik heb niets meer ge
daan dan mijn plicht, en vond de be
looning in mij zeiven. Het spijt mij,
beste jonker, dat gij mijn karakter niet
begrepen hebt. Zie, de naam van adel
is in mijn oog een belachelijk iets,
waar hij met met edele hoedanigheden
gepaard gaat, die alleen den waren
zielenadel uitmaken. Het armste meisje
kan mijne vrouw worden, indien zij
slechts een edel hart bezit, en de ge-
wenschte eigenschappen, welke een
man gelukkig maken.
Opvoeding en de daaruit vloeiende
beschaving stel ik op hoogen prijs en
beide, durf ik zeggen, heb ik mij zei-
ven geschonken. Geld heb ik, zooals
gij terecht hebt aangemerkt, en op
mijne manier een kasteel om te be
wonen. Wat komt het er nu op aan,
of men fabrikant of graaf, baron of
koopman is, wanneer men de kracht
en de eigenschappen heeft om eene
zoogenaamde adellijke dame gelukkig
te maken Gij hebt me dan ook met
de weigering, welke op mijn aanzoek
volgde, volstrekt niet beleedigdik ge
voelde mij hoven u verheven, heb om
uw gedrag mijne schouders opgehaald,
en om u gelachen.
Ik heb u verkeerd begrepen, 'tis
waar, mompelde de teleurgestelde edel
man o, hoe zal ik die vernedering