Tweede blad. Medezeggenschap. Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Luxe-belasting. Het gouden Bidsnoer. De onbewaakte overwegen KUUIJLlLTETOIS!. Het goedkoops auto-rijden. Zaterdag 7 Juni 1924 48e Jaargang No 23 ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland (bij voo'uitbelaling) f 1,30 afzonderl. nummers 5 c. PEEL Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51. PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct elke regel meer 71/* ct Advertentiën bij abonne ment groote reductie. Het behoeft geen betoog, dat wanneer er belastingen moeten ge heven vrorden om tot een kloppend Staatsbudget te komen, de luxe, de «enlde daarvoor het eerst in aan merking komt, In thforie is dit duidelijk en ral het ook wel door niemaud worden 01tkend. Ook de regeering geeft het vol- mo idig toe. De minister van financiën, de heer Colijn, heeft meermalen verklaard, dat de weelde' in nnzedaeen op de eeiste plasts behoort te worden be last Intus8chen wijst depractijk nog wein'g die r.chtiüg uit. We hebben eerst gekregen eeD belasting op thee en bier, wat toch c genlijk geen lux--artikelen zijn. Nu weer is in de Tweede Kamer aargenomen een belasting-ontw^rp op de fieisen, ook juist geen wee'de- a tikeien elke fiets zal in 't vervolg voorzien moeten zijn van een belas- ttngmerk, dat f 3kost. We zullen, als ook de Eerste Ka» mer dit rijwiel.ontwerpje aauneemt. de f 3 wel willen betalen, en om» dai het nu eenmaal nocdig is dat er geld in 'r laadje komt. misschien wel met een opgeruimd gezicht ook. Maar we zouden toch nu wel graag ems een wetsontwerp op de luxa ver» teringsbelastmg zien verschijnen. De minister heeft 't aangekondigd en het zat ook wel eens ooit' verschij» ne". Maar laat bet als 't u blief niet te lang duren O-a rechtsgevoel wofdt gekwetst a's we voor thee en fietsen extra moeten beta'ea, terwijl degeuoo, die in luxe auto's rijden en champagne drinken, daarvoor mets hoeven te ofirren, aldus de uVoorh." Onder de rubii k Br&banlsche Kroniek heeft de B. Ct. over bovea 8t*aod onderwerp hel volgende Z6er behartenswaardige artikeltje «Overal iu het land is or veel ka- laal gemaakt over de afschaffing de- bewaking van verschillende over 13. Zoo'n jonker geeft nog liever zijn dochter aan een baron, ai is hij dik werf iemand van slechte zeden, dan haar gelukkig te maken door de alles opofferende liefde van een fabrikant, die zijn vermogen naast God aan eigen wilskracht en volharding te danken heeft, terwijl menig edelman alleen in staat is het erfdeel zijner ouders in een slecht leven te verkwisten. Constance, gij hebt mij nooit be mind! riep hij treurig. De jonkvrouw wendde het gelaat van hem af; toen hij hare hand greep en haar dwong hem aan te zien, zeide zij half stamelend: Er was een tijd, dat ik u zeer veel genegenheid toedroeg; mijne on ervarenheid is daarvan de oorzaak. Nimmer had ik he& met mijn hart zoover moeten laten komen en mijner geboorte moeten gedenken. Reinold, gij hebt een edel hart en zijt eene goede vrouw waardig, maar het zou beter voor u zijn, u eene echtgenoote te kiezen uit uw stand. Denk niet dat ik het onaangename van mijn toestand niet ten volle gevoel; ik weet, ik laad den schijn van ondankbaarheid op mij gij hebt, door uw eigen leven te wagen het mijne gered en ik kan u dit nooit wegen en spoorlijnen. Ook hier. Nog erger dao in de stukjes, wel ke de dagbladen hebben afgedrukt, zijn Je spoorweg-bestuurders uitge scholden in allerlei gesprekken. Thans luwt de boosheid wal. Het publiek komt tot bezinning. Maar het zal nog wel .enigen tijd duren, eer die nieuwe maatregel burgerecht heeft verkrageo en ieder een dnze vermindering der overheids zorg beschouwt als een schakel in de ontwikkeling der menigte. Zeker, de maatregel is er een die geboden werd door de zuinigheid. De utbreiding van het net der binnenwegen had langzamerhand een heal leger van spoorwegbewakers noodig gemaakt. Noodig t Kijk, in den goeden ouden tijd van de «eerste lokkemotief'' de dichter Van Meura heeft er in zijn tijd zoo'n aardig versje op gemaakt, was bet werkelijk noodig de voor naamste overwegen te bewaken Op plaatsen waar het verkeer druk en haastig is, blijft het dat nog. Maar er zijo heel veel binnen wegen, die dagelijks door slechts enkele tientallen van meoschen wor den begaan, en dan nog wel door menschen die in de streek bekend zijn En nu was het voorde Neder- landsche Spoorwegen een ontzettend kostbare geschiedenis geworden, dag en nacht iemand te laten waken over de veiligheid van enkele voorbijgan gers, die zelf toch oogen en ooren hebben. Het publiek werd wezenlijk al te zeer verwend. En deze verwenning kostte'schat ten gtld... aan den Staat der Neder landen, die de tekorten op het spoor wegen bedrijf beeft bij te passen, en aan de reizjgers, voor wie de tarieven tot een al te boog peil zyn opge schroefd. De dure bewaking der overwegen is opeeDS opgeheven. Hier in de provincie beb ik al op vete plaatsen de duidelijke waar- scbuwingsteekens zien staan bij ODbe waakte overwegen. 0— Wat mij betreft, ik geloot dat de maatregel ook dan had moeten wor den genomen, wanneer de zuinigheid dit niet geboden had. Om meer dan ééa reden .- vergelden. Tot aan mijn dood zal ik er u erkentelijk voor zijn en ieder verzoek van u zou ik inwilligen, alleen vraag mij nooit uwe echtgenoote te worden, dit kan, dit mag ik niet. God geve, dat uw hoogmoed u nimmer berouwe 1 was het eenige ant woord van Reinold. Noem dat geen hoogmoed, het is onze eigenwaarde, die een hooge ge boorte doet eerbiedigen, bij dit verwijt met schaamte voor zi-h bukkend. Zij wilde gaan, maar zich naar hem omkeerende, voegde zij er bij Ik hoop, dat gij zult inzien, hoe elke ontmoeting in het vervolg tus- schen ons dient vermeden te worden; ik dank mijn goeden vader, dat hij mij nog intijds de oogen heeft geopend voor het onrecht, dat ik op het punt was mijn geslacht aan te doen. Toen boog zij haar hoofd tot een groet en vertrok. Reinold hield haar nu niet meer tegen, want zijne verontwaardiging was bij hare laatste woorden ten top gestegen. Doch hoe hare snijdende taal ook zijn hart had gewond, hij prees hare oprechtheid, die zij waar schijnlijk aan hare onervarenheid te danken had. Hij wist maar al te goed dat men in kringen, waartoe de jonk vrouw behoorde, de ware aanleiding tot zoodanige handelingen achter een kunstig verniste wellevendheid weet te verbergen en de waarheid, hoe on aangenaam dikwijls aan te hooren, was hem welkoraer, dan eenige ijdele plichtplegingen, welke zijn eerlijk en rechtschapen hart in 't onzekere lieten Na zooveel jaren van volkson» derwijs mogen wij heusch wel eens de proef nemen, of iets daarvan is doorgedrongen tot de groote menigte Neen, dit lijkt gezegd met eenige ge- .rirgscbatting. Wij mogen gerust zeggen, dat wij veitrouwen hebben in de opvoeding der menigte en dat deze maatregel een bekroning is van hare ontwikkeling. Het publiek weet nu wel, dat het bedacht moet zijo op gevaar. Het weet wat het te wachten beeft als het niet voorzichtig is. Ook weet bet, dat het zelf moet opletten. In dit opzicht is de nieuwe maat regel te begroeten als een krachtig hulpmiddel om wat tucht en zelfbe- heersching te breugeu in de tuchte looss Nederlandsche menigte. Tucht zonder dat een bewaker of een veldwachter er bij staat I Zeifbebeerschlng zonder dat bellen rinkelen en alsluitboomen worden i eergelaten I Waarlijk, indien de Tucbtunieom den maatregel gevraagd had, zou zij een goed werk hebben gedaan. Het publiek moet eenigszins voor zichzelf ieeren zorgen en niet bij elke gelegenheid de overheid te hulp roepen. Want alle overheidszorg, die de grenzen overschrijdt, is duur en verweekelijkt de menigte. Boveudien zijn de spoorwegen lang niet meer de gevaarlijkste. De groote verkeersgevaren liggen elders. Op de spoorwegen is de trein gehouden aan een vaste baan en het zal wel zoo goed als nooit voor komen, dat de bestuurder dronken of aangeschoten is, Kom daar eeDS om op de drukke verkeerswegen, waar allerlei slam pampers de veiligheid in gevaar brengen en menigmaal stomdronken bestuurders van automobielen en motoren, om niet te spreken vaD dronken fietsrijders, het leven van anderen in gevaar breDgen. Wat ik gedurende enkele maan» den hieromtrent gezien en gelezen beb, spot met alle beschrijving Dezer dagen kon men in dit blad nog lezen, hoe iemand, die met een auto uit was, zelf den chauffeur mear liet drinken dat deze verdragen kon. 't Is maar jammer, dat niet alle misdadigers,tegen de verkeersveilig heid in handen der politie vallen I 0— Laat ons hoopen, dat de niet'we Hij stond een poos als aan den grond genageld. Zwaarmoedige gedach ten bestormden zijne ziel en hem, die altijd zijn gevoel was, ontvloeiden tra nen van de bitterste zielesmart bij den aangedanen hoon. Wat hem daarbij het meest griefde was de gedachte, dat freule Constance evenmin ais haar vader, zich bewust waren van den smaad, welke zij hem aandeden. Het was iets, dat zoo behoorde zij moesten de eer van hunne geboorte ophouden, en hij, die zich durfde vermeten, het zij met goede of kwade bedoelingen, met opzet of door te weinig ondervin ding of onbekendheid met de vormen van het leven, die eer een oogenblik in gevaar te brengen, had zich zelf de gevolgen te wijten. Toen Jasper zich een oogenblik ver ademde, om naderhand met zijn ver haal voort te gaan, riep ik met een zucht O die verfoeilijke adeltrots I Wan neer zullen de bezitters van adellijke titels toch leeren inzien, dat zulk een erfdeel voor den verstandigen man niets te beteekenen heeft! Wie is er, die zijne geboorte aan zich zeiven te danken heeft? En zoo al zijn voorge slacht mag bogen op roemrijke daden, en zich daardoor tot dien stand ver heven zag, is dat dan eene reden, die de nazaten hen in dapperheid, edel moedigheid of in andere edele ziels eigenschappen gelijken Is het adellijk bloed eene vloeistof van beter gehalte dan dat eens burgers Ik zou wel de laatste zijn, die de verschillende stan- maatregel de gunstige uitwerking bebbeD zal, die wij ervan verwach ten mogen. Zeker zal het velen eenige moeite kosten, eraan te wennen, maar ouders en opvoeders vindeD hier een taak die hen helpen kan bij de be striding der tuchteloosheid. Ook de gemakzucht zal nu en dan overwonnen moeten worden .- even afstappen van fiets of rijtuig of kar 1 maar iedereen zal op den duur moeten erkennen, dat wij al te lang door de overheid vertroeteld zijn en dat de overheid elders nog nuttiger werk te verrichten heeft. Want. nog eens, onze drukke verkeerswegen zijn op het oogenblik veel en veel onveiliger dan de spoor wegen gedurende de driekwart eeuw vau hun bestaan ooit geweest zijn I' Een handig cijferaar kan ten slotte alles bewezen. Dat blijkt weer uit de volgende redeneering vao een Engelsch automobielfabrikant, die duidelijk'' aantoont, dat bet auto rijden goedkooper is dan loopen. Eerst de zolen Tweemaal zolen en achterlappen np 300 kilometer loopen f 9,60 Achteruitgang van bet schoeisel t 7,20 Twee paar goed9 wollen sokken f 4,80 Totaal f 21,60 Nu de auto De auto kost f 18841 Rente enz. is f 94 20 Depreciatie f 283. Verzekering f 144 Jaarbelasting f 144 Men rekene dus voor algemeene onkosten voor een jaar rjjden (zeg 15000 K M. f 166 Op300K.M wordt datdas f 13.30 Benzine f 4 50 Olie f 0 70 Band t 1.20 Totaal f 19,70 En nu rekenen wy nog, dat eeo auto voor één persoon dient. Doch als wij aannemen, dat er gemiddeld drie menschen met een auto vervoerd worden, dat is dus bat resultaat, dat drie menschen door de bovenbe doelde 300 K.M. te ryden in plaats van te loopen aan hun schoeisel enz. f 71 besparen. Waaruit de bedoelde fabrikant volgens de »Pr. Gr. Cit." conclu deert, dat Icopen in deze tijd be» den tot één wenschte te maken, en hij die dit droombeeld zoekt te verwezen lijken, verbreekt de orde, ja het even wicht, dat noodzakelijk is in de maat schappij. Maar ik vraag het u is een schoenlapper, die zich langs eerlijken weg door wilskracht en volharding, hetzij door zijn ambacht of door andere gewettigde en dikwijls geestig bedachte middelen, tot een hoogeren stand weet te verheffen, niet meer onze achting waardig dan de baron, die, om niet het ergste te noemen, eene zinnelijke leefwijze leidt, en zijn tijd in ledigheid doorbrengt, waartoe het onnoemelijke vermogen dat hem niet de minste moeite heeft gekost, zooals den armen schoenlapper, om het te verzamelen, maar hem door zijne ouders is nage latenhem in staat stelt? Adellijk bloed I Hoe dikwijls is dat bloed ziek en verontreinigd, en dat eens burgers daarentegen gezond en zuiver. Beschaving I Innerlijke en uiterlijke beschaving, die edele zielshoedanig heden wakker schudt of ze doet gebo ren worden, door den godsdienst geleid en gesteund, dhèr komt alles op aan. En wanneer nu die schoenlapper (om bij dit voorbeeld te blijven), hij zijn eerlijk verdiende penningen zich die beschaving heeft weten eigen te maken, en door zijn voorkomen en manieren een hoogeren stand niet ont siert, waarom kan hij dan geene jonk vrouw of barones huwen? Waarom moet deze hem weigeren, om nader hand met den een of anderen edelman zich den stap tot eene echtverbintenis (eekenttijd verspillen en kracht verspillen... De tnsn vergeet natuurlijk een kleinigheid'', iemand, die geen auto heeft gaat natuurlijk by stukken na niat die afstanden afleggen, welke een automobilist meent te moeten verbruiken. Maar op die en... nog eenige andere kleinigheden*' na, kom het precies uit. Ja... precies Uit de rede van professor Aaoge» nent van Warmond, voor de jaar» vergadering van »St Eloy," deelden wij mede, hetgen gezegd wordt over Bedrijfsorganisatie. In het tweede deel zyner rede b;» handelde prof. Aangenent voorname» lijk een onderdeel der bedrijfsorga» eisatie, cl. de Medezeggenschap en de omtrent dit vraagstuk bestaande misverstanden. Wij ontlaenen daar» aan het volgende Io de eerste plaats meenen velen, dat de medezeggenschap, waarvan ons bedryfsradenetelsel spreekt, be» doelt te zijn medezeggenschap in de individueele ondernemingen, dat de arbeiders zullen itrjjgen het recht om ieder oogenblik de boeken van hun patroon io te zien, en dat deze geen enkele bezlissing meer zal kunDen nemen, zonder dat de arbeiders van de onderneming meespreken. Zulks is, zoo zegt men, vooreerst ODmogelyk. Want een ondernemer moet meermaleo sposdeischende be» slissingen oemeo, waarvoor geen ver» gadering kan belegd worden, en die bovendien een kennis van bedrijfs» politiek vereiscbeo, die over 'bét algemeen bij arbeiders niet aanwezig it. Bovendien, zoo zegt men, is hst ook principieel onjuist, om de arbei» Jers te lateo deelen io de verant» woordelijkheid w|jl tij het risico ni t kunnen dragen, met andere woorde □iet kunDen deelen in de verliezen. Nu tij nogmaals uitdrukkelijk ge» constateerd, en het is trouwens reeds hoDdermaai herhaald, dat ons be» drijfsradcnatelsel met geen .syllabe rept van medezeggenschap in indivi dueels ondernemingen, bet streeft .uiteen naar medezeggenschap io een nstionaal complex van bedrijven. Niet de arbeiders der indlvidueele ondernemingen spreken dus mede, maar de nationale arbeidersleideis. Voor geen enkelen maatregel of te beklagen, omdat hij in waarheid geen edel man is en zelfs te weinig ^zielenadel" toont le bezitten, om de hooge waarde eener fijngevoelige vrou wenziel te begrijpen en te waardeeren? O, die ijdelheid I o, die hoogmoed! Wat veroorzaken zij een pijn Men klaagt over de beslommeringen en verdriete lijkheden van het leven, maar geloof mij, voor een groot deel zijn wij er zeiven de oorzaak van. Mijnheer heit gelijk, sprak de hoefsmid ik denk er juist zoo over, maar ik had mijne gedachten niet zoo aan den man gebracht. Ik zeg maar, een boer is net zoo goed als een edelman, sprak de land bouwer. Alleen zijn ze doorgaans on beetje lomper en dommer, zeide de wagenmaker. Ik zeg dit niet opj u, Krelis, want jij bent een leepert, voegde hij er met een spotlach bij. Krelis is een beste kerel, riep de waard, een eerlijke venl, die voor zijne vrouw en kinderen zorgt en zijne godsdienstplichten nooit verzuimt. Dat zeg je op mij, Jasper, riep Pulman. Ja, ja, sprak de hoefsmid, hij heeft er mij ook mee gemeend. Och, neen, antwoordde Jasper, ik meen wet ik zegKrelis Blauw is een beste kerel, maar jullie tweeën bent ook beste jongens; en als je niet naar de kerk wilt gaaD, dat moet je zeiven maar weten; het is geen zaak voor een kastelein zich daarmee te bemoeien. Wat zeg jij er van, Bertha Bertha gaf geen antwoord, want zij

Peel en Maas | 1924 | | pagina 5