r„coT^> t c: Weekblad voor VEN RAY, HORST en Omstreken.
Van asn slecht jaar
Adverteert in dit blad
Dit nummer
bestaat uit twee bladen
De Kippenhouderij
op het platteland
Vergadering Sloomzuivelfabriek
„H. Maria" Ooslrum.
Vergadering Middenstand
Zaterdag 12 April 1924 48e Jaargang No 18
„PEEL EN MAAS
per KWARTAAL: m w advektentien
voor het buitenland 7 Advertenttcn bij abonne-
frfzonderL'nuaimers5t Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF, VEN RAY. Tel. No. 61
Hel jaar 1893 zal in de geschiedenis
van den landbouw wel nis het merk
waardigste uit de negentiende eeuw
heeten
De wetenschap houdt boek van al
de verschijnselen in de natuur: zij
heeft aangeteekend, hoeveel natte,
hoeveel droge dogen er voorkwamen
in elke maand, hoeveel regen er viel,
hoe hoog de barometer stond, hoeveel
graden de thermometer kwam boven
of onder het nulpunt.
Een jaar, als dit, is in ons land nog
niet voorgekomen. Nog nooit heeft het
bij ons zoo weinig geregend in Maart,
April, en Mei.
De helft van Juni is al om, en nog
is er geen regen gevallen.
Wolken, waaruit anders zeker regen
zou voorspeld zijn, drijven als droge
grauwe lappen over.
Zelfs de westenwind bleef eiken
aanvoer van water weigeren.
Regenwater kostte in sommige
plaatsen een stuiver en meer per era
mer.
De hooilanden dragen minder gras
dan in andere jaren de weiden, waarin
het vee loopt, en deze laatste zijn
than9 bruin en zoo hard als de wegen.
Het is gezien, dat een wanhopige land
bouwer een bunder vlasland met sloot
water aan het begieten wae, om toch
eindelijk eens een groen spiertje te
zien komen.
Kersen werden er gegeten in de
dagen, dot ze anders ternauwernood
uitgebloeid zijn, en de aardbeien zijn
van de markt op den tijd, dat ze
anders eerst beginnen te verschijnen.
De veldarbeiders staan den heelen
dag en de gansche week bij troepen
op de plaatsen, waar zij anders's Zater
dagsavonds wel samenkomen, als het
werk van de week is afgedaan.
Nog nooit bestond zulke werkloos
heid in Mei en Juni.
Zoo is het in de lage streken, in
Holland. Hoe hel wel moet wezen op
de hooge velden en weiden
Een Pruisische boer verkocht eene
koe voor twaalf gulden.
Waarom hebt gij zo zelf niet op
gegeten vroeg hem een stedeling.
Omdat er niets eetbaars meer aan
zat, luidde het antwoord; het was eene
huid over een geraamtehet arme
dier had al weken lang in de wei niet
genoeg meer te eten gevonden.
En de prijzen der levensmiddelen?
Heeft er geen hongersnood geheerscht
in Rusland Zijn de vooruitzichten op
den oogst niet slecht in heel Europa?
Moesten dus de prijzen van granen en
aardappelen niet hoog zijn?
De berichten van de Amsterdamsche
aardappel markt van den 14 Juni luiden
als volgt: Friessche jammen 60 90
ets. per mud, blauwe 40 a 50 ets.
Zeeuwsche jammen f 1 h f 1,30, Flak-
keesche blauwe f 0,60 f 1.
Nieuwe aardappelen waren al volop
te koop h f2,50 tot f4,50 per hectoliter.
't Is nooit aldus vertoond.
't Is meermalen gebeurd in deze
eeuw, dat er in Mei en Juni acht, zelfs
tien gulden voor een mud aardappelen
besteed werd, maar tot veertig centen
bij puike kwaliteit waren ze in de
negentiende eeuw nog niet gedaald.
Waren er geen fabrieken meer, die
aardappelen verwerken 't Is alsof
alles met lamheid en armoede bij over
vloed was geslagen.
Ook de graanprijzen gingen aldoor
achteruit. In de eerste week van Juni
daalde de tarwe op de wereldmarkt tot
den laags ten prijs, waarop ze gestaan
heeft in dertig jaren. Ze haalde geen
zes gulden per hectoliter!
Ondanks het vooruitzicht op gebrek
aan voeder voor het vee, was er voor
haver slechts f'3,50 f4 per mud te
maken ondanks de afwezigheid van
gras in de weiden, bracht de boter van
de beste kwaliteit niet meer op dan 12
13 stuivers per halve kilo.
Wie verklaart deze buitengewone
verschijnselen
In buitengewone omstandigheden ver
keert, de landbouw, op het buitenge
wone schijnt de hoop 'gevestigd.
Moge de uitkomst aller verwachting
overtreffen
We teekenen dit hier aan tot eene
herinnering in later jaren.
N. v. d. II., W.
door
JOS. BOSHOUWERS te LENT.
Lamheid in de pooteu
VRAAG: Mijne kippen gaan 's avonds gezond
op stok en zijn soms daaga daarna geheel lam.
De dieren, die de lamheid nog maar pas hebben,
keken nog heel fleurig. Wanneer men ze opjaagt,
trippelen ze weg, om maar weer zoo gauw moge
lijk ts gaan zitten Ook een haan heeft het te
pakken. .Van 130 kippen hebben het er reeds
ongeveer 25. V. te L.
ANTWOORD: Er staat niet bij ol er plotse
linge sterfgevallen zijn opgetreden. Laten de kip
pen d# vleugels hangen, gaan de veeren. recht
overeind staan, treden spierkramp op, en onstaat
stinkende doorloop Dau zou men te doen kun
nen hebben met ae cholera of wel met de
Kleinsche ziekte. Deze twee lijkeu veel op
elkaar; bij de eerste gaat het echter vlugger; bijna
geen enkele komt er door.
Den Taatsten tijd hoort men ook veel van ei-
leiderontsteking. Hierbij treedt eveneens poot-
kramp op.
Wat het bij u is, kunnen we zoo van uit de
verte moeilijk zeggen. Ik raad u aan, eens een
doodekip iu een doos per post te verzenden naar
«De Rijksserum te Rotterdam". Zoo is 't adres
voldoende. Daar worden de cadavers kosteloos
voor eenieder onderzocht Binnen enkele dagen
krijgt u dan bericht, waaraan het dier gestorven
kan zijn on hoe u verder moet bandelen.
Kippen, die te vet gevoerd worden, leggen wind
eieren, moeten buitengewoon persen om die kwijt
te raken en krijgen daardoor'wel eens verlamming
in de pootspieren.
Ik kan me vaak ergeren, als 'k op eene boerderij
komende, een hoop mais op 't erf neergegooid zie.
En dat in een tijd, nu iedereen den mond vol
heelt o*er bezuiniging en nog eens bezuiniging.
Waarom toch niet gevoerd zooals reeds hon
derden malen is aangegeven Dus: het hardvoer
onder een heel dikke laag haksel of kaf
eu dan nog niet eens volop. D® kippen moeten,
vooral op da boerderij, voor een goed deel d'r eigen
kost zoeken Eu dat doen zeni-?tais ze verwend
worden, doordat de boer de mais zoo maar op
den blooten grond neerkletst. Er moet ook orde
an regelmaat bij 't voeren zijn, dus steeds op
gezette tijden wat geven, dat is in de vroege
morgenuren, rond den middag .en vlak tegen den
svoüd. Wat dan verstrekt wordt, dient met
graagte te worden opgenomen. Er blijve dus niets
liggen. Als de kippen daaraan gewoon geraakt zijn
zullen ze oveidag ijrerigaan 't zoeken blijven,
vooral wanneer die middagmaaltijd maar heel
gering is
Er kon dus nog heel wat voeder bespaard wor
den en "t mooiste van de zaak is, dat de kippen
veel gezonder zouden blijveo en daardoor ook meer
eieren leggen.
Eeuwig en altijd 't zsllde voer, (natuurlijk mais)
ea dit zou het allerergste nog niet zijn, maar
eeuwigen altijd veel te veel en zoo maar voor 't
grijpen 1
Geen wonder dat ze van de been af
raken. En soms plotseling dood neervallen, wijl
het hart door de dikke vetlaag dis er wel om
heen komt, als 't ware wordt dichtgeknepen. Wat
moest ik het al vaak hooren: -D'r is een kip bij
ons doodgegaan, moddervet en zonder dat we ei-
iets aan hadden gemerkt 1"
Kippen zijn geen varkens
Hoe lang blijven broedeieren goed
VRAAG: Wij hebben nog geen broedsche kip
pen genoeg, doch bewaren nu reeds de eieren van
onze beste legstera, die we apart hebben gezet.
Hoe lang blijven ze goed C. te V.
ANTWOORD: Over 't algemeen moet men de
broedeieren niet laDger dan een week bewaren,
daar de kiemen van oudere eieren eiken dag aan
levensvatbaarheid inboeten Als uiterste grens kan
onder bijzondere omstandigheden 12 dagen worden
genomen.
De oorzaken van het achteruitgaan van de ont
wikkelingsmogelijkheid der kiemen staan natuur
lijk in het nauwste verband met da^mstandighedeu
waaronder de eieren bewaard -gorden.
De kiem, die zich in het ei bevindt, komt ia den
eileider der hen reeds tot eeoige ontwikkeling,
doch deze ontwikkeling wordt gestaakt, als het ei
bet lichaam der hen verlaat, om bij den aanvang
van het broeden weer opnieuw te beginnen. Daaruit
is duidelijk, dat het levende wezen in het ei
aanwezig (w.ant dat is het toch) geen onbeperkte
levensduur heeft en van zija kracht het in hoofd
zaak zal afhangen, hoeveel dagen het leven duurt.
Hoe langer men de eieren bewaart, hoe meer
dus de bevruchting afneemt, zou men kunnen
zeggen.
1 Leg broedeieren steeds op den langen kant.
2 Draai ze om den anderen dag een slag om.
3 Houd ze vooral uit den tocht.
4 De beste bewaarplaats is een frissche kelder
of koele kamer.
Onbevrucht.
VRAAG: Ik had van eene goedleggende kip,
dis bruine eieren legt, al de eieren bewaard voor
het broeden. De andere kippen leggen allemaal
witte eieren. Daardoor kwam ik te weten, dat
deze kip zoo uitstekend legde. Maar tot miju spijt
moest ik ondervinden, dat alle eieren onbevrucht
waren. In geen enkele zat een bewijs van kuiken.
Zijn bruine eieren altijd slechter bevrucht
L. teM.
ANTWOORD: Bruinschalige eieren kunnen
even goed bevrucht lijn als witte. Maar 'i is best
mogelijk, dat die eene kip, welke bruin» eieren
legt en dus bloed tan zwaardere rassen in zich
heeft, te vet was Van vette kippen toch raapt
men veel onbevruchte eieren.
Overigens zijn er kippen, die toch altijd onbe
vruchte eieren leggen, ofschoon dat getal niet zoo
groot is.
De bruine schaal is doorgaans steviger dan de
witte, ook de vliezen daaronder zijn dikker. Dit is
een der redenen, waarom de kuikentjes niet zelden
moeilijk uit den dop kunnen, ja zelfs er onder
bezwijken. Maar de bevruchting staat in geen
verband met de kleur der eieren. Die heeft voor
aan den eierstok plaats, dus laag eer de schaal
gevormd wordt.
Te ruim half 4 opende de voorzitter
de heer A. Litjens, de vergadering met
den christelijken groet, heette alle
aanwezigen hartelijk welkom en be
dankte de leden voor hunne buitenge
woon groote opkomst alsmede voor den
steun, welke zij' de. vereeniging in het
afgelooperr— boékjaar wederom zoo
ruimschots verleend hadden. Speciaal
wilde spreker hier nog sen woord von
wolkom toeroepen aan den Geestelijk
Adviseur, den ZEerw. Heer Rector
Berden te Ooslrum, alsmede aan den
Heer Th. Peters, Hoofd der School te
Oirlo, die zich bereid verklaard had
om na afloop der vergadering een
lozing te houden over stalinrichtingen
verbetering.
ln zijn verdere inleiding wees de
voorzitter er op, dal de toestand van
heden niet meer zoo ernstig was dan
die, welke hij in de vorige algemeenc
vergadering schetsterondom ons,
aldus spreker, is verbetering te be
speuren vele takken van nijverheid
slaan er beter voor en was ook de
toestand voor de zuivelindustrie gun
stiger geworden en kwam dit vooral
doordat de landbouwers zich al meer
en meer op de verbetering van het
melkvee en zijn hoogere productie
waarde gingen toeleggen In 1923 werd
er dan ook reeds 300000 Liter melk
meer geleverd dan in 1922. Wat den
landbouw zelf betrof, ook hierin was
volgens spreker verbetering te bespeu
ren, verschillende artikelen o. a. aard
appelen enz. waren duurder geworden.
Aangezien de agenda nogal lang was
en tevens met 't oog op de lezing van
den heer Peters maakte de voorzitter
zijn openingsrede korter dan hij oor
spronkelijk van plan was, doch hoopte
hij echter nog gelegenheid te hebben
enkele punten in den loop der verga
ring nader te bespreken.
De notulen der vorige algemeene
vergadering werden daarop door den
directeur voorgelezen en ongewijzigd
goedgekeurd.
Vervolgens bracht de directeur een
uitvoerig en zeer gedetailleerd verslag
uit over het boekjaar 1923, waaraan
wij het volgende ontleenen
Hel aantal nieuwe leden bedroeg dit
jaar 8 terwijl 3 leden uittraden en wel
I wegens vertrek en 2 wegens ophou
den van bedrijf. Het aantal koeien
vermeerderde met 7. De vereeniging
telde dus op 31 December 1923 361
leden mei 813 koeien.
Er werden in 1923 aangevoerd
2931948 Kg. melk, waarvan 19072 L.
of 19644 Kg. zoet verkocht werden,
zoodat er nog tot boter verwerkt wer-
der 2912504 Kg. melk, met een gemid
deld vetgehalte van 3,37 pCt. ln totaal
werden verkocht 114398i/t Kg. boter
met eene opbrengst van f232230,02 of
gemiddeld f 1,99i/« per Kg.
Voor de consumptiemelk werd ont
vangen f4625,43 terwijl de spoeling
f 1628,86 en de drupmelk f454,84 op
brachten.
Aan de leden is uitgekeerd voor
107048 Kg. tabelboter f 200134,36 of
gemiddeld f 6,82 per 100 Kg. melk.
Het -totale onkostencijfer bedroeg dit
jaar met inbegrip der afschrijvingen
f 1,242 per 100 lv.g. melk, zoodat dit
cijfer in het afgeloopen jaar wederom
met 6 ct. per 100 Ivg. is verminderd.
Er werden in het afgeloopen jaar 2
Bestuursvergaderingen en 1 gecombi
neerde vergadering van Bestuiir en
Raad van Toezicht gehouden.
De balans met winst en verliesreke
ning werden daarna door den directeur
voorgelezen en luidden deze als volgt
Noteering van verlies en winst
Afschr. meubilaii f 306,00
id. gebouwen! 422.74
id. machines f 957,05
Onkosten f 34694 92
Melk f 200134,36
Resrrve f 2619 43
Boter f 232230.02
Spoeling f 1628,86
Melkkannen f 18.55
Drupmelk i 454.84
Consumptiemelk f 4ö25.43
Huur arb.woningf 176 80
f 239134,50 f 239134.50
Balans per 31 December 1923.
Actief Passief
1 Terrein f 1269 16
2 Gebouwen f 21137,25
3 Machine's f 19141,32
4 Gereed-chap f 159,24
5 Meubilair f 714.00
6 Afschr. gebouwen f 4189.91
7 id machines f 13837.58
8 Div. leeningen f 15700,00
9 Reserve f 11778 09
10 Onkosten f 745.00 f 1951,84
II Boter 6339,37
12 Boter leden f 516 35
13 Boter part. f 428 80
14 Bo ermijn f 3720 00
15 Kas^a f 659,18
16 Melk f 8351,55
17 Hanzebank f 156,42
18 Spoeling f 618,00
19 Melkkannen f 20,65
20 Drupmelk f 2509
21 Cons, melk f 95,13
22 Repar. fonds f 1083,09
>3 Boer.leenb. f 909,48
24 Ned. Londb.b. f 237,63
f 56892,06 f 56892,06
Toelichting
No 5 30 pet afgeschreven
6 2 pet id
7 5 pet id
9 bijgestort saldi winst f 26*9,43
10 vooraad art. f 745 en te betalen
onkosten f 195! 84
11 voorraad en op 1 Jan. geprod
2Ö49J plus 538 is 2587* Kir a f 2,45
is f 633937
16 nog uit le keeren aan de ieden
voor melk f 8351,55
18 te vordert n op 21 Deo. f 618
19 voorraad voor f 20t65
20 te vorderen f 25,09
2! te vordei'cn f 95 13
De voorzitter las hierna een schrij
ven voor van den Raad van Toezicht,
waarin de leden dezer commissie ver
klaarden, dat zij ten kantore der fa
briek de boeken en bescheiden van
den directeur hadden onderzocht en
alles nauwkeurig in orde hadden be
vonden en adviseerden zij dan ook de
algemeene vergadering de voorgelezen
balans met verlies- en winstrekening
aldus goed te keuren en den directeur
te dechargeeren voor het door hem
gevoerde beheer.
Op de vraag van den voorzitter of
iemand omtrent een pf ander punt
wellicht nadere inlichtingen wenschte,
gaf niemand antwoord.
De voorzitter bedankte daarop den
directeur voor zijn keurig en accuraat
verslag alsmede voor zijn uitstekend
beheer gedurende het afgeloopen jaar
en vertrouwde hij dat de heer Lehimens
ook in de toekomst steeds trouw en
nauwgezet de belangen van de leden
der fabriek zou behartigen.
De heeren A. Litjens en Fr. Poels,
respectievelijk aftredende als lid van
het Bestuur en van den Raad van
Toezicht, werden op voorstel van den
heer V. Reijnen uit Blitterswijk bij
acclamatie herkozen.
De voorzitter bedankte, mede namens
den heer Poels, de vergadering voor
het in hen gestelde vertrouwen en
verklaarde tevens, dat zij steeds in het
belang der vereeniging zouden werk
zaam zijn.
De voorzitter deelde verder mede, dat
er in verband met het heerschen van
het mond- en klauwzeer, eene nadere
regeling diende getroffen te worden
omtrent de levering van melk van
eventueel besmette dieren. Door des
kundigen was verklaard, dat melk op
85 gr. gepasteuriseerd geen gevaar van
besmetting meer opleverde en er ook
wel geen bezwaar zou zijn tegen leve
ring van melk afkomstig van vee uit
besmette stallen. Het Bestuur stelde
echter voor voorloopig geen melk van
besmette koeien of van koeien uit be
smette stallen aan le nemen, doch hij
verzocht de vergadering in deze te
beslissen.
Een lid stelde voor geen melk aan
te nemen, maar den eigenaar van be
smet vee eene vergoeding uit te keeren.
De voorzitter merkte op, dat volgens
het Huish. Reglement geen melk van
vee afkomstig van besmette stallen
mocht geleverd worden. Het bestuur is
er dan ook niet voor om vergoeding
te geven, doch wilde voorstellen om,
zoolang de besmetting beperkt blijft
geen melk aan te nemen en ook geen
vergoeding te verleenen.
De directeur wees op het gezegde
van den voorzitter, dat de deskundige
verklaard had, dat, indien de melk
hoog genoeg verhit werd, deze geleverd
kon worden, doch de voorzitter had
echter vergeten er bij te voegen dat de
de melk door den eigenaar afzonderlijk
naar de fabriek moest worden gebracht.
In Merselo en Ooslrum waren er reeds
gevallen van besmetting voorgekomen.
De voorzitter deelde nogmaals mede,
dat het bestuur de beslissing, of leve
ring kan geschieden of dat er ver
goeding wordt verleend, aan de verga
dering wenschte over te laten.
De EdelAchtb. Heer Rieter deelde
mede, dat er te Overloon 10 stallen
besmei waren en daar had de Districls-
veearts verboden om melk, van deze
stallen afkomstig, te leveren. Spreker
vermeende dan ook. dat het beter was
de melk niet te leveren, vooral mei
het oog op uitbreiding der besmetting.
Hoe snel de besmetting zich kan ver
spreiden toonde spreker met enkele
gevallen aan. Hij vermeende dan ook
de vergadering te moeten aansporen
om geen melk, afkomstig van besmette
koeien le laten leveren. Dit was zijns
inziens in 't algemeen belang nood
zakelijk.
De voorzitter vroeg of de vergadering
zich hiermede kon vereenigen.
De heer Loonen informeerde, wat
men dan zou doen, als de besmetting
zich zou uitbreiden.
Een der leden stelde voor geen melk
van besmette koeien of van koeien uit
besmette stallen aan te nemen en ook
geen vergoeding te verleenen. Mocht
't mond- en klauwzeer zich uitbreiden,
dan kon men toch eene algemeene
vergadering bijeenroepen om een
nadere regeling te treffen. Dit voorstel
werd algemeen goedgevonden.
De voorzitter gaf vervolgens eene
toelichting omtrent de malaise iu de
bolerprijzen. De voornaamste afnemers
waren Frankrijk en België, Duitsch
land slechts betrekkelijk. De afzet naar
Duitschland is in den laatsten tijd zelfs
geheel opgehouden. Ook de levering
yan melk en room naar Duitschland
is sedert 1 Maart j.l. geheel stopgezet.
Wijl de franc laag was en de melk,
die anders haar Duitschland ging, nu
hier verwerkt moest worden, zoodal de'
produlie van boter grooler was, ver
meende hij wel, dat dit do voornaamste
redenen waren, waardoor de prijs der
boter zoo laag was.
Slot volgt.
Maandagavond half8 opende de voor
zitter de v ergadering met chr. gr., heette
dames en heeren welkom, bijzonder den
heer Plusje uil Maastricht, die voorde
middenstand een spreekbeurt zou houden
Spr. zal drie vragen stellen en deze
beantwoorden.
»Is vereenigen, samengaan en samen
werken van vakgenooten wenschelijk
en noodzakelijk?"
In duidelijke taal toonde spr. aan,
dat samenwerken van vakgenooten
wenschelijk is ter bereiking van stoffe
lijke belangen, die het best in vereeni
ging kunnen behartigd worden.
Wanneer wij dit erkennen, volgt dal
samenwerken van vakgenooten niet
alleen wenschelijk, doch ook noodzake
lijk is en men de organisatie in deze
niet kan missen
2. »Op welke beginselen wenscht gij
vertegenwoordiging
Het antwoord kan niet anders Luiden
dan op Roomsch-Kath. grondslag. Dit
antwoord houdt in de erkenning van
de standsorganisaüe, die als eerste en
hoogste doel heefl de kath. beginselen
hoog te houden en te bewaren.
3 ;>Moeten wij ons organiseeren in
plaatselijke of in diocesaan verband en
wie moet zich organiseeren
Een plaatselijke vereeniging kan nut
tig en goed werk doen ter plaatse zelf,
doch hare actie verder uitstrekken is
niet mogelijk.
Het Diocesaan en Nationaal verband
kan groote actie ontwikkelen en gaan
lot den »Middenstandsraacf" die in
nauwe verbinding met en door onze
regeering is ingesteld.
Wie moet zich organiseeren Alle
personen die zelfstandig een bedrijf uit
oefenen, als kruideniers, bakkers, sme
den, schilders, kleermakers, schoenma
kers, slagers, caféhouders, kolenhande
laars enz.
Daarna behandelde spr. een ingezon
den stukje uit »Peel en Maas" over de
vergadering van 19 Maart, waarin
staal: »Wij moeten ons niet blind staren,
op de Limburgsche, want die had zijn
plicht wel beter kunnen doen."
In verband hiermede stelde spr. de
vraag: »Heefl de Limb, vruchtbaar
gewerkt voor de leden en is geld en
contributie goed besteed?"
Spr. zeide dat bij behandeling der
Arbeidswet 1919" de Limb, het eerst
iu den lande op de bres stond, om deze
wet voor den middenstand dragelijk le
maken, hoe de Limb, streed tegen de
oneerlijke concurrentie, voortvloeiende
uit die wet en hoe 't pun! -oneerlijke
concurrentie" door hun toedoen is op
genomen in het R.K. Staatsprogram.
Hoe ze hebben bestreden het handel
drijven door niet-middénslanders, o.a.
door ambtenaren in staatsdienst, lloe
ze hebben gewerkt voor de Warenwet,
die een waarborg is tegen oneerlijke
concurrentie.
Spr. sprak over de onbillijkheden
der Ongevallenwet, 't verzekeringsplirh-
tig zijn van winkelpersoneel, over het
plakken van zegels voor eigen kinderen
dat mede door hun toedoen tot hel
verledene behoorde.
Hoe bij 't behandelen van 't concept
Tabakswet de Limb, als eerste in den
lahde gehoord werd. Hoe aan hun
werken en streven te danken is, dot
kleine sigarenfabrikanten er heden nog
zijn en kunnen blijven bestaan.
Spr. vroeg of in deze gemeente nog
geen verbod was tegen het venten.
Welnu komt bij uw hoofdbestuur, dot
zal u met alle ten dienste staande
middelen helpen, zoo ook tegen vlie
gende winkels. En hoe zij alweer op
ae bres moesten toen't concept Winkel
sluiting verscheen waarvan ai^. 1 luidde:
»dat alle zaken op Zondag gesloten
moeten zijn."
En denkt gij middenstanders, dat dit
al gedaan Kan worden voor niets
Hiervoor is op de allereerste plaats
contributie nooaig.
- Neemt een voorbeeld aan arbeiders,