r„coT^> t c: Weekblad voor VEN RAY, HORST en Omstreken. Van asn slecht jaar Adverteert in dit blad Dit nummer bestaat uit twee bladen De Kippenhouderij op het platteland Vergadering Sloomzuivelfabriek „H. Maria" Ooslrum. Vergadering Middenstand Zaterdag 12 April 1924 48e Jaargang No 18 „PEEL EN MAAS per KWARTAAL: m w advektentien voor het buitenland 7 Advertenttcn bij abonne- frfzonderL'nuaimers5t Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF, VEN RAY. Tel. No. 61 Hel jaar 1893 zal in de geschiedenis van den landbouw wel nis het merk waardigste uit de negentiende eeuw heeten De wetenschap houdt boek van al de verschijnselen in de natuur: zij heeft aangeteekend, hoeveel natte, hoeveel droge dogen er voorkwamen in elke maand, hoeveel regen er viel, hoe hoog de barometer stond, hoeveel graden de thermometer kwam boven of onder het nulpunt. Een jaar, als dit, is in ons land nog niet voorgekomen. Nog nooit heeft het bij ons zoo weinig geregend in Maart, April, en Mei. De helft van Juni is al om, en nog is er geen regen gevallen. Wolken, waaruit anders zeker regen zou voorspeld zijn, drijven als droge grauwe lappen over. Zelfs de westenwind bleef eiken aanvoer van water weigeren. Regenwater kostte in sommige plaatsen een stuiver en meer per era mer. De hooilanden dragen minder gras dan in andere jaren de weiden, waarin het vee loopt, en deze laatste zijn than9 bruin en zoo hard als de wegen. Het is gezien, dat een wanhopige land bouwer een bunder vlasland met sloot water aan het begieten wae, om toch eindelijk eens een groen spiertje te zien komen. Kersen werden er gegeten in de dagen, dot ze anders ternauwernood uitgebloeid zijn, en de aardbeien zijn van de markt op den tijd, dat ze anders eerst beginnen te verschijnen. De veldarbeiders staan den heelen dag en de gansche week bij troepen op de plaatsen, waar zij anders's Zater dagsavonds wel samenkomen, als het werk van de week is afgedaan. Nog nooit bestond zulke werkloos heid in Mei en Juni. Zoo is het in de lage streken, in Holland. Hoe hel wel moet wezen op de hooge velden en weiden Een Pruisische boer verkocht eene koe voor twaalf gulden. Waarom hebt gij zo zelf niet op gegeten vroeg hem een stedeling. Omdat er niets eetbaars meer aan zat, luidde het antwoord; het was eene huid over een geraamtehet arme dier had al weken lang in de wei niet genoeg meer te eten gevonden. En de prijzen der levensmiddelen? Heeft er geen hongersnood geheerscht in Rusland Zijn de vooruitzichten op den oogst niet slecht in heel Europa? Moesten dus de prijzen van granen en aardappelen niet hoog zijn? De berichten van de Amsterdamsche aardappel markt van den 14 Juni luiden als volgt: Friessche jammen 60 90 ets. per mud, blauwe 40 a 50 ets. Zeeuwsche jammen f 1 h f 1,30, Flak- keesche blauwe f 0,60 f 1. Nieuwe aardappelen waren al volop te koop h f2,50 tot f4,50 per hectoliter. 't Is nooit aldus vertoond. 't Is meermalen gebeurd in deze eeuw, dat er in Mei en Juni acht, zelfs tien gulden voor een mud aardappelen besteed werd, maar tot veertig centen bij puike kwaliteit waren ze in de negentiende eeuw nog niet gedaald. Waren er geen fabrieken meer, die aardappelen verwerken 't Is alsof alles met lamheid en armoede bij over vloed was geslagen. Ook de graanprijzen gingen aldoor achteruit. In de eerste week van Juni daalde de tarwe op de wereldmarkt tot den laags ten prijs, waarop ze gestaan heeft in dertig jaren. Ze haalde geen zes gulden per hectoliter! Ondanks het vooruitzicht op gebrek aan voeder voor het vee, was er voor haver slechts f'3,50 f4 per mud te maken ondanks de afwezigheid van gras in de weiden, bracht de boter van de beste kwaliteit niet meer op dan 12 13 stuivers per halve kilo. Wie verklaart deze buitengewone verschijnselen In buitengewone omstandigheden ver keert, de landbouw, op het buitenge wone schijnt de hoop 'gevestigd. Moge de uitkomst aller verwachting overtreffen We teekenen dit hier aan tot eene herinnering in later jaren. N. v. d. II., W. door JOS. BOSHOUWERS te LENT. Lamheid in de pooteu VRAAG: Mijne kippen gaan 's avonds gezond op stok en zijn soms daaga daarna geheel lam. De dieren, die de lamheid nog maar pas hebben, keken nog heel fleurig. Wanneer men ze opjaagt, trippelen ze weg, om maar weer zoo gauw moge lijk ts gaan zitten Ook een haan heeft het te pakken. .Van 130 kippen hebben het er reeds ongeveer 25. V. te L. ANTWOORD: Er staat niet bij ol er plotse linge sterfgevallen zijn opgetreden. Laten de kip pen d# vleugels hangen, gaan de veeren. recht overeind staan, treden spierkramp op, en onstaat stinkende doorloop Dau zou men te doen kun nen hebben met ae cholera of wel met de Kleinsche ziekte. Deze twee lijkeu veel op elkaar; bij de eerste gaat het echter vlugger; bijna geen enkele komt er door. Den Taatsten tijd hoort men ook veel van ei- leiderontsteking. Hierbij treedt eveneens poot- kramp op. Wat het bij u is, kunnen we zoo van uit de verte moeilijk zeggen. Ik raad u aan, eens een doodekip iu een doos per post te verzenden naar «De Rijksserum te Rotterdam". Zoo is 't adres voldoende. Daar worden de cadavers kosteloos voor eenieder onderzocht Binnen enkele dagen krijgt u dan bericht, waaraan het dier gestorven kan zijn on hoe u verder moet bandelen. Kippen, die te vet gevoerd worden, leggen wind eieren, moeten buitengewoon persen om die kwijt te raken en krijgen daardoor'wel eens verlamming in de pootspieren. Ik kan me vaak ergeren, als 'k op eene boerderij komende, een hoop mais op 't erf neergegooid zie. En dat in een tijd, nu iedereen den mond vol heelt o*er bezuiniging en nog eens bezuiniging. Waarom toch niet gevoerd zooals reeds hon derden malen is aangegeven Dus: het hardvoer onder een heel dikke laag haksel of kaf eu dan nog niet eens volop. D® kippen moeten, vooral op da boerderij, voor een goed deel d'r eigen kost zoeken Eu dat doen zeni-?tais ze verwend worden, doordat de boer de mais zoo maar op den blooten grond neerkletst. Er moet ook orde an regelmaat bij 't voeren zijn, dus steeds op gezette tijden wat geven, dat is in de vroege morgenuren, rond den middag .en vlak tegen den svoüd. Wat dan verstrekt wordt, dient met graagte te worden opgenomen. Er blijve dus niets liggen. Als de kippen daaraan gewoon geraakt zijn zullen ze oveidag ijrerigaan 't zoeken blijven, vooral wanneer die middagmaaltijd maar heel gering is Er kon dus nog heel wat voeder bespaard wor den en "t mooiste van de zaak is, dat de kippen veel gezonder zouden blijveo en daardoor ook meer eieren leggen. Eeuwig en altijd 't zsllde voer, (natuurlijk mais) ea dit zou het allerergste nog niet zijn, maar eeuwigen altijd veel te veel en zoo maar voor 't grijpen 1 Geen wonder dat ze van de been af raken. En soms plotseling dood neervallen, wijl het hart door de dikke vetlaag dis er wel om heen komt, als 't ware wordt dichtgeknepen. Wat moest ik het al vaak hooren: -D'r is een kip bij ons doodgegaan, moddervet en zonder dat we ei- iets aan hadden gemerkt 1" Kippen zijn geen varkens Hoe lang blijven broedeieren goed VRAAG: Wij hebben nog geen broedsche kip pen genoeg, doch bewaren nu reeds de eieren van onze beste legstera, die we apart hebben gezet. Hoe lang blijven ze goed C. te V. ANTWOORD: Over 't algemeen moet men de broedeieren niet laDger dan een week bewaren, daar de kiemen van oudere eieren eiken dag aan levensvatbaarheid inboeten Als uiterste grens kan onder bijzondere omstandigheden 12 dagen worden genomen. De oorzaken van het achteruitgaan van de ont wikkelingsmogelijkheid der kiemen staan natuur lijk in het nauwste verband met da^mstandighedeu waaronder de eieren bewaard -gorden. De kiem, die zich in het ei bevindt, komt ia den eileider der hen reeds tot eeoige ontwikkeling, doch deze ontwikkeling wordt gestaakt, als het ei bet lichaam der hen verlaat, om bij den aanvang van het broeden weer opnieuw te beginnen. Daaruit is duidelijk, dat het levende wezen in het ei aanwezig (w.ant dat is het toch) geen onbeperkte levensduur heeft en van zija kracht het in hoofd zaak zal afhangen, hoeveel dagen het leven duurt. Hoe langer men de eieren bewaart, hoe meer dus de bevruchting afneemt, zou men kunnen zeggen. 1 Leg broedeieren steeds op den langen kant. 2 Draai ze om den anderen dag een slag om. 3 Houd ze vooral uit den tocht. 4 De beste bewaarplaats is een frissche kelder of koele kamer. Onbevrucht. VRAAG: Ik had van eene goedleggende kip, dis bruine eieren legt, al de eieren bewaard voor het broeden. De andere kippen leggen allemaal witte eieren. Daardoor kwam ik te weten, dat deze kip zoo uitstekend legde. Maar tot miju spijt moest ik ondervinden, dat alle eieren onbevrucht waren. In geen enkele zat een bewijs van kuiken. Zijn bruine eieren altijd slechter bevrucht L. teM. ANTWOORD: Bruinschalige eieren kunnen even goed bevrucht lijn als witte. Maar 'i is best mogelijk, dat die eene kip, welke bruin» eieren legt en dus bloed tan zwaardere rassen in zich heeft, te vet was Van vette kippen toch raapt men veel onbevruchte eieren. Overigens zijn er kippen, die toch altijd onbe vruchte eieren leggen, ofschoon dat getal niet zoo groot is. De bruine schaal is doorgaans steviger dan de witte, ook de vliezen daaronder zijn dikker. Dit is een der redenen, waarom de kuikentjes niet zelden moeilijk uit den dop kunnen, ja zelfs er onder bezwijken. Maar de bevruchting staat in geen verband met de kleur der eieren. Die heeft voor aan den eierstok plaats, dus laag eer de schaal gevormd wordt. Te ruim half 4 opende de voorzitter de heer A. Litjens, de vergadering met den christelijken groet, heette alle aanwezigen hartelijk welkom en be dankte de leden voor hunne buitenge woon groote opkomst alsmede voor den steun, welke zij' de. vereeniging in het afgelooperr— boékjaar wederom zoo ruimschots verleend hadden. Speciaal wilde spreker hier nog sen woord von wolkom toeroepen aan den Geestelijk Adviseur, den ZEerw. Heer Rector Berden te Ooslrum, alsmede aan den Heer Th. Peters, Hoofd der School te Oirlo, die zich bereid verklaard had om na afloop der vergadering een lozing te houden over stalinrichtingen verbetering. ln zijn verdere inleiding wees de voorzitter er op, dal de toestand van heden niet meer zoo ernstig was dan die, welke hij in de vorige algemeenc vergadering schetsterondom ons, aldus spreker, is verbetering te be speuren vele takken van nijverheid slaan er beter voor en was ook de toestand voor de zuivelindustrie gun stiger geworden en kwam dit vooral doordat de landbouwers zich al meer en meer op de verbetering van het melkvee en zijn hoogere productie waarde gingen toeleggen In 1923 werd er dan ook reeds 300000 Liter melk meer geleverd dan in 1922. Wat den landbouw zelf betrof, ook hierin was volgens spreker verbetering te bespeu ren, verschillende artikelen o. a. aard appelen enz. waren duurder geworden. Aangezien de agenda nogal lang was en tevens met 't oog op de lezing van den heer Peters maakte de voorzitter zijn openingsrede korter dan hij oor spronkelijk van plan was, doch hoopte hij echter nog gelegenheid te hebben enkele punten in den loop der verga ring nader te bespreken. De notulen der vorige algemeene vergadering werden daarop door den directeur voorgelezen en ongewijzigd goedgekeurd. Vervolgens bracht de directeur een uitvoerig en zeer gedetailleerd verslag uit over het boekjaar 1923, waaraan wij het volgende ontleenen Hel aantal nieuwe leden bedroeg dit jaar 8 terwijl 3 leden uittraden en wel I wegens vertrek en 2 wegens ophou den van bedrijf. Het aantal koeien vermeerderde met 7. De vereeniging telde dus op 31 December 1923 361 leden mei 813 koeien. Er werden in 1923 aangevoerd 2931948 Kg. melk, waarvan 19072 L. of 19644 Kg. zoet verkocht werden, zoodat er nog tot boter verwerkt wer- der 2912504 Kg. melk, met een gemid deld vetgehalte van 3,37 pCt. ln totaal werden verkocht 114398i/t Kg. boter met eene opbrengst van f232230,02 of gemiddeld f 1,99i/« per Kg. Voor de consumptiemelk werd ont vangen f4625,43 terwijl de spoeling f 1628,86 en de drupmelk f454,84 op brachten. Aan de leden is uitgekeerd voor 107048 Kg. tabelboter f 200134,36 of gemiddeld f 6,82 per 100 Kg. melk. Het -totale onkostencijfer bedroeg dit jaar met inbegrip der afschrijvingen f 1,242 per 100 lv.g. melk, zoodat dit cijfer in het afgeloopen jaar wederom met 6 ct. per 100 Ivg. is verminderd. Er werden in het afgeloopen jaar 2 Bestuursvergaderingen en 1 gecombi neerde vergadering van Bestuiir en Raad van Toezicht gehouden. De balans met winst en verliesreke ning werden daarna door den directeur voorgelezen en luidden deze als volgt Noteering van verlies en winst Afschr. meubilaii f 306,00 id. gebouwen! 422.74 id. machines f 957,05 Onkosten f 34694 92 Melk f 200134,36 Resrrve f 2619 43 Boter f 232230.02 Spoeling f 1628,86 Melkkannen f 18.55 Drupmelk i 454.84 Consumptiemelk f 4ö25.43 Huur arb.woningf 176 80 f 239134,50 f 239134.50 Balans per 31 December 1923. Actief Passief 1 Terrein f 1269 16 2 Gebouwen f 21137,25 3 Machine's f 19141,32 4 Gereed-chap f 159,24 5 Meubilair f 714.00 6 Afschr. gebouwen f 4189.91 7 id machines f 13837.58 8 Div. leeningen f 15700,00 9 Reserve f 11778 09 10 Onkosten f 745.00 f 1951,84 II Boter 6339,37 12 Boter leden f 516 35 13 Boter part. f 428 80 14 Bo ermijn f 3720 00 15 Kas^a f 659,18 16 Melk f 8351,55 17 Hanzebank f 156,42 18 Spoeling f 618,00 19 Melkkannen f 20,65 20 Drupmelk f 2509 21 Cons, melk f 95,13 22 Repar. fonds f 1083,09 >3 Boer.leenb. f 909,48 24 Ned. Londb.b. f 237,63 f 56892,06 f 56892,06 Toelichting No 5 30 pet afgeschreven 6 2 pet id 7 5 pet id 9 bijgestort saldi winst f 26*9,43 10 vooraad art. f 745 en te betalen onkosten f 195! 84 11 voorraad en op 1 Jan. geprod 2Ö49J plus 538 is 2587* Kir a f 2,45 is f 633937 16 nog uit le keeren aan de ieden voor melk f 8351,55 18 te vordert n op 21 Deo. f 618 19 voorraad voor f 20t65 20 te vorderen f 25,09 2! te vordei'cn f 95 13 De voorzitter las hierna een schrij ven voor van den Raad van Toezicht, waarin de leden dezer commissie ver klaarden, dat zij ten kantore der fa briek de boeken en bescheiden van den directeur hadden onderzocht en alles nauwkeurig in orde hadden be vonden en adviseerden zij dan ook de algemeene vergadering de voorgelezen balans met verlies- en winstrekening aldus goed te keuren en den directeur te dechargeeren voor het door hem gevoerde beheer. Op de vraag van den voorzitter of iemand omtrent een pf ander punt wellicht nadere inlichtingen wenschte, gaf niemand antwoord. De voorzitter bedankte daarop den directeur voor zijn keurig en accuraat verslag alsmede voor zijn uitstekend beheer gedurende het afgeloopen jaar en vertrouwde hij dat de heer Lehimens ook in de toekomst steeds trouw en nauwgezet de belangen van de leden der fabriek zou behartigen. De heeren A. Litjens en Fr. Poels, respectievelijk aftredende als lid van het Bestuur en van den Raad van Toezicht, werden op voorstel van den heer V. Reijnen uit Blitterswijk bij acclamatie herkozen. De voorzitter bedankte, mede namens den heer Poels, de vergadering voor het in hen gestelde vertrouwen en verklaarde tevens, dat zij steeds in het belang der vereeniging zouden werk zaam zijn. De voorzitter deelde verder mede, dat er in verband met het heerschen van het mond- en klauwzeer, eene nadere regeling diende getroffen te worden omtrent de levering van melk van eventueel besmette dieren. Door des kundigen was verklaard, dat melk op 85 gr. gepasteuriseerd geen gevaar van besmetting meer opleverde en er ook wel geen bezwaar zou zijn tegen leve ring van melk afkomstig van vee uit besmette stallen. Het Bestuur stelde echter voor voorloopig geen melk van besmette koeien of van koeien uit be smette stallen aan le nemen, doch hij verzocht de vergadering in deze te beslissen. Een lid stelde voor geen melk aan te nemen, maar den eigenaar van be smet vee eene vergoeding uit te keeren. De voorzitter merkte op, dat volgens het Huish. Reglement geen melk van vee afkomstig van besmette stallen mocht geleverd worden. Het bestuur is er dan ook niet voor om vergoeding te geven, doch wilde voorstellen om, zoolang de besmetting beperkt blijft geen melk aan te nemen en ook geen vergoeding te verleenen. De directeur wees op het gezegde van den voorzitter, dat de deskundige verklaard had, dat, indien de melk hoog genoeg verhit werd, deze geleverd kon worden, doch de voorzitter had echter vergeten er bij te voegen dat de de melk door den eigenaar afzonderlijk naar de fabriek moest worden gebracht. In Merselo en Ooslrum waren er reeds gevallen van besmetting voorgekomen. De voorzitter deelde nogmaals mede, dat het bestuur de beslissing, of leve ring kan geschieden of dat er ver goeding wordt verleend, aan de verga dering wenschte over te laten. De EdelAchtb. Heer Rieter deelde mede, dat er te Overloon 10 stallen besmei waren en daar had de Districls- veearts verboden om melk, van deze stallen afkomstig, te leveren. Spreker vermeende dan ook. dat het beter was de melk niet te leveren, vooral mei het oog op uitbreiding der besmetting. Hoe snel de besmetting zich kan ver spreiden toonde spreker met enkele gevallen aan. Hij vermeende dan ook de vergadering te moeten aansporen om geen melk, afkomstig van besmette koeien le laten leveren. Dit was zijns inziens in 't algemeen belang nood zakelijk. De voorzitter vroeg of de vergadering zich hiermede kon vereenigen. De heer Loonen informeerde, wat men dan zou doen, als de besmetting zich zou uitbreiden. Een der leden stelde voor geen melk van besmette koeien of van koeien uit besmette stallen aan te nemen en ook geen vergoeding te verleenen. Mocht 't mond- en klauwzeer zich uitbreiden, dan kon men toch eene algemeene vergadering bijeenroepen om een nadere regeling te treffen. Dit voorstel werd algemeen goedgevonden. De voorzitter gaf vervolgens eene toelichting omtrent de malaise iu de bolerprijzen. De voornaamste afnemers waren Frankrijk en België, Duitsch land slechts betrekkelijk. De afzet naar Duitschland is in den laatsten tijd zelfs geheel opgehouden. Ook de levering yan melk en room naar Duitschland is sedert 1 Maart j.l. geheel stopgezet. Wijl de franc laag was en de melk, die anders haar Duitschland ging, nu hier verwerkt moest worden, zoodal de' produlie van boter grooler was, ver meende hij wel, dat dit do voornaamste redenen waren, waardoor de prijs der boter zoo laag was. Slot volgt. Maandagavond half8 opende de voor zitter de v ergadering met chr. gr., heette dames en heeren welkom, bijzonder den heer Plusje uil Maastricht, die voorde middenstand een spreekbeurt zou houden Spr. zal drie vragen stellen en deze beantwoorden. »Is vereenigen, samengaan en samen werken van vakgenooten wenschelijk en noodzakelijk?" In duidelijke taal toonde spr. aan, dat samenwerken van vakgenooten wenschelijk is ter bereiking van stoffe lijke belangen, die het best in vereeni ging kunnen behartigd worden. Wanneer wij dit erkennen, volgt dal samenwerken van vakgenooten niet alleen wenschelijk, doch ook noodzake lijk is en men de organisatie in deze niet kan missen 2. »Op welke beginselen wenscht gij vertegenwoordiging Het antwoord kan niet anders Luiden dan op Roomsch-Kath. grondslag. Dit antwoord houdt in de erkenning van de standsorganisaüe, die als eerste en hoogste doel heefl de kath. beginselen hoog te houden en te bewaren. 3 ;>Moeten wij ons organiseeren in plaatselijke of in diocesaan verband en wie moet zich organiseeren Een plaatselijke vereeniging kan nut tig en goed werk doen ter plaatse zelf, doch hare actie verder uitstrekken is niet mogelijk. Het Diocesaan en Nationaal verband kan groote actie ontwikkelen en gaan lot den »Middenstandsraacf" die in nauwe verbinding met en door onze regeering is ingesteld. Wie moet zich organiseeren Alle personen die zelfstandig een bedrijf uit oefenen, als kruideniers, bakkers, sme den, schilders, kleermakers, schoenma kers, slagers, caféhouders, kolenhande laars enz. Daarna behandelde spr. een ingezon den stukje uit »Peel en Maas" over de vergadering van 19 Maart, waarin staal: »Wij moeten ons niet blind staren, op de Limburgsche, want die had zijn plicht wel beter kunnen doen." In verband hiermede stelde spr. de vraag: »Heefl de Limb, vruchtbaar gewerkt voor de leden en is geld en contributie goed besteed?" Spr. zeide dat bij behandeling der Arbeidswet 1919" de Limb, het eerst iu den lande op de bres stond, om deze wet voor den middenstand dragelijk le maken, hoe de Limb, streed tegen de oneerlijke concurrentie, voortvloeiende uit die wet en hoe 't pun! -oneerlijke concurrentie" door hun toedoen is op genomen in het R.K. Staatsprogram. Hoe ze hebben bestreden het handel drijven door niet-middénslanders, o.a. door ambtenaren in staatsdienst, lloe ze hebben gewerkt voor de Warenwet, die een waarborg is tegen oneerlijke concurrentie. Spr. sprak over de onbillijkheden der Ongevallenwet, 't verzekeringsplirh- tig zijn van winkelpersoneel, over het plakken van zegels voor eigen kinderen dat mede door hun toedoen tot hel verledene behoorde. Hoe bij 't behandelen van 't concept Tabakswet de Limb, als eerste in den lahde gehoord werd. Hoe aan hun werken en streven te danken is, dot kleine sigarenfabrikanten er heden nog zijn en kunnen blijven bestaan. Spr. vroeg of in deze gemeente nog geen verbod was tegen het venten. Welnu komt bij uw hoofdbestuur, dot zal u met alle ten dienste staande middelen helpen, zoo ook tegen vlie gende winkels. En hoe zij alweer op ae bres moesten toen't concept Winkel sluiting verscheen waarvan ai^. 1 luidde: »dat alle zaken op Zondag gesloten moeten zijn." En denkt gij middenstanders, dat dit al gedaan Kan worden voor niets Hiervoor is op de allereerste plaats contributie nooaig. - Neemt een voorbeeld aan arbeiders,

Peel en Maas | 1924 | | pagina 1