Bijvoegsel Peel en Maas Vervolg Raadsverslag. Zaterdag IC Februari, ao. 7. 1 i .Va enkele toelichtingen van welh. Houben en de heeren Pubben en Nelissen werd het voorstel van B. en W. in stemming gebracht en metalge- »eene stemmen aangenomen. 11. Ingekomen schrijven van Ged. Staten in zake de wijziging der Ver ordening op de heffing van opcenten op de Rijksinkornstenbelasting. De Voorzitter deelde mede, dat van Ged. Staten bericht was ingekomen, dat het besluit van den raad om in de verordening tot heffing van opcen ten op de Rijksinkomstenbelasling een maximum van .100 opcenten te bepalen en voor 1024 slechts 75 opcenten te heffen bij de Kroon bezwaar ontmoette B. en W. wenschten er echter de aan dacht op te vestigen, dat thans reeds, wederom gesproken wordt van wijzi-1 - ging der Inkomstenbelasting met groo teren aftrek enz. cn komt men alsdan wellicht met 75 opcenten niet meer toe. Zij stelden mitsdien den raad voor om met ingang van 1 Mei 1924 75 op centen' te heffen en dan 'n volgend jaar dit bedrag maar weer opnieuw; vast te stellen. Werd goedgevonden. 12. Ingekomen schrijven van-Ged. Staten inzake het besluit van den Ge meenteraad tot opheffing der trottoir- belasting. De Voorzitter las het schrijven van Ged. Staten voor en bleek daaruit, «lat Ged- Staten bezwaar maakten dit be sluit goed te keuren wijl geen c-nkel motief voor de intrekking dezer belas ting was aangevoerd. Spreker zette een en ander nog eens'nader uileen en verdedigde de billijkheid dezer be lasting. De heer Fonck vroeg of in hel be geleidend schrijven wellicht invloed op Ged. Staten was uitgeoefend. De Voorzitter antwoordde den heer Fonck, dal het raadsbesluit van een gewoon schrijven vergezeld was Spreker gevoelde zich, evenals B. en W. geroepen om die inlichtingen aan Ged. Staten te verstrekken welke zij vermeenden in geweten verplicht te zijn te moeten verstrekken. De billijk heid dezer belasting was indertijd door belanghebbenden zelf erkend toen zij zich met een request tot Ged. Staten hebben gewend om deze belasting te verlagen van 50 op 30 et,, per M2. Hierna ontspon zich een' drukke discussie tusschen den voorzitter eenerzijds en de heeren Fonck., en Winters anderzijds. De heer Winters vermeende ten; slotte den raad te moeten advisceren! zijn besluit van de vorige vergadering te handhaven en B. en W. te ver zoeken dit besluit, vergezeld van een behoorlijke toelichting, aan Heeren Ged. Staten mede te deelen. Verder zou spreker den voorzitter willen ver zoeken dit begoleidend schrijven in een volgende vergadering den raad ter kennis te willen brengen. De Voorzitter antwoordde op dit laatste echter ontkennend, en bracht hij hel voorstel van B. en W. om overeenkomstig het schrijven van Ged. Staten de Trottoirbelasting te hand haven* en het in de vorige vergadering genomen besluit ongedaan te maken in omvraag. Dit voorstel werd echter mei 0 tegen 5 stemmen en 1 onthou ding verworpen. Voor het voorstel stemden de heeren Nelissen, Jacobs, Pubben en de beide Wethouders, tegen de heeren Stoot, Odenhoven, Winters, Verstraelen. Haenen en Fonck, terwijl de heer Geurls zich van stemmen onthield. 13. Request der bewoners der Hoenderstraat, houdende verzoek tot den aanleg van trottoirs. De Voorzitter las het hedoelde request voor en deelde mede, dat B. en W. voorstelden om met de nog bruikbare steenen, welke er na de vernieuwing der School- on Marktstraat en het op maken der Bindstraat nog overblijven, de Hoenderstraat op te maken, doch wegens do hoog.e kosten geen trottoirs te leggen. Verder deelde de Voorzitter nog mede, dat in verband met de trottoirkwestie nog een verzoek was ingekomen van de Kerw. Paters om van gemeentewege langs het nieuwge bouwde Gymnasium en Internaat trottoirs te leggen. Aan de Eerw. Paters vermeende B. en W. te moeten mede- dèelen, dat zij op eigen kosten trottoirs langs hunne gebouwen kunnen leggen,, doch er van gemeentewege geen gelegd zullen worden. De Voorzitter de'elde verder nog mede, dat er voorloópig van B. en W. geen voorstellen meer te verwachten zijn om nog ergens 'trottoirs te leggen. De lieer Fonck zou de Hoenderstraat gaarne opnieuw bestraat zien, wijl dat. een belangrijke verfraaiing voor het jdorp zoude zijn. Thans lijkt deze straat meer op een achterbuurten vermeende hij dat niet de medewerking van be langhebbenden toch wel iels kon ge daan worden. De heer Odenhoven vermeende, dat er daarvoor nog wel voldoende trottoir banden over zouden zijn. - Na eenige discussie werd liet voor- stel van B. en W. goedgevonden. 14. Request der R K. Middenstands- vereeniging lot wijziging der Verorde ning op de winkelsluiting. De Voorzitter las het request voor en bleek daaruit, dat de Middenstands- vereeniging wel handhaving der ver ordening wenschtè doch daarin zooveel wijzigingen wenschte te zien aange bracht, dat een behoorlijke naleving daarvan niet meer te controleeren was. De heer Fonck en wethouder Jans sen zouden er voor zijn om de Zon dagen gelijk te stellen met werkdagen en konden belanghebbenden alsdan sluiten wanneer zij wilden. De heer Winters kon zich niet met alle punten van het request vereenigen. Wel zou spreker zich künnen vereeni gen mei de verlenging van d*»n zomer tijd met 2 maanden, mol liet gelijkstel len van erkende sigarenwinkeliers met banketbakkerszaken en met de gelijk- stelling van de niet geboden Feestdagen met werkdagen, doch met de verlating van de Zondagssluiting kon spreker zich niet vereenigen en voerde hij daarvoor meerdere gegronde redenen aan. De heei; Houben zou naar aanleiding van dit request en in verband meteen ook al reeds vroeger ingekomen dus danig request willen voorstellen deze verordering maar op te doeken en kon dan iedereen zoolang open houden als hij vèrkoos. De Voorzitter deelde mede, dat de verlangde wijzigingen van dien aard waren, dat het veel beter was om de verordening heelemaal op te doeken, wijl ze dan toch geen doel meer had en nog maar slechts op papier zo» bestaan. Wel zou spreker er voor te vinden zijn om den zomertijd te ver lengen en de niet geboden feestdagen met werkdagen gelijk te stellen, maar als er aan de andere punten moet getornd worden heeft de verordening geen zin meer. We kregen thans een voorstel Win ters tot handhaving der Zondagssluiting op 3 uur en werd dit voorstel gesteund door de heeren Haenen en Verstraelen en een voorstel Houben omdegeheele verordening op te doeken, gesteund door de heeren Nelissen en Pubben. Alsdan ontspon zich een langdurig dispuut welk dezer voorstellen het eerst in behandeling zou komen. De Voorzitter liet deze beslissing aan den raad over. Na eenige discussie werd uitgemaakt dat allereerst zou gestemd worden over het voorstel Winters om dc Zondags sluiting op 3 uur te handhaven. In omvraag gebracht werdt dit voor stel echter verworpen met 8 tegen -.!• stemmen. Voor stemden de heeren Geurts, Winters, Verstraelen en Haenen tegen de heeren Stoot, Jacobs, Pubben, Oden hoven, Nelissen, Fonck en de beide wethouders. Vervolgens kwam in stemming een voorstel, Odenhoven om de Zondags sluiting te verlaten tot 5 uur en werd dit voorstel verworpen met 9 tegen 3 stenitnen. Voor slemden de heer Fonck, Stoot en Odeiihoven en tegen de heeren Geurts, Winters, Verstraelen, Haenen, Jacobs, Puliben, Nelissen en de beide wethouders. Een voorstel Janssen om het sluitings uur des Zondags op 7 uur te bepalen werd verworpen met 8 tegen 4 stemmen. Voor stemden de heeren Stoot, Jacobs, Janssen en Fonck, tegen de heeren Houben, Odenhoven, Geurts, Winters, Verstraelen, Haenen, Pubben, Nelissen. Ten slotte werd in stemming ge bracht het voorstel van wethouder llouben tot opdoeking der verordening en werd dit voorstel aangenomen met 9 tegen 3 stemmen. Voor opdoeking stemden de heeren Houben, Jacobs, Odenhoven, Winters, Geurls Verstraelen, Nelissen, Pubben en Haenen, tegen de heeren Stoot, Janssen en Fonk. 15. Voorstel tot reorganisatie der Commissie tot wering van Schoolver zuim. De Voorzitter lichtte dit voorstel nader toe en werd dienovereenkomstig besloten. Als zevende lid dezer com missie werd daarna door den raad van dc iii alfabetische volgorde opgemaakte aanbeveling van B. en W. gekozen de heer Haenen met 9 tegen 2 stemmen op dén heer Fonck en 1 blanco. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot opheffing met 1 Juli van het gemeentelijk trambedrijf, en het treffen eener overeenkomst met met een particulieren autobusonder nemer. De Voorzitter deelde mede, dat in verband met dit punt besprekingen van persoonlijken aard moesten plaats hebben en schorste hij de openbare vergadering te ruim 8 uur, welke'daar- na niet meer heropend werd.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 7