Tweede blad. Uit vroeger dagen. Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Adverteert in dit blad FEUILLETON, Het Kruis waarbij 't spookte Gemengd Nieuws. Zaterdag 16 Februari 1924 48e Jaargang No 7 PEEL EN MAAS ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL: voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland (bij vooruitbetaling) f 1,30 afzonder!, nummers 5 c. Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNGKHOF, VENRAY. Tel. No. 51 PRUS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 I elke regel meer 7'i J Advertentiën bij abonnl ment groote reductie] II. Wat het eten betrof, waren de menechen niet het minste verwend Ze behielpen sich hat mefst »ao het geen de boerderij voortbracht Geld naar een winkelier brengen gold als verkwisting. Het meest voorkomend menu was pap van karnemelk. Ieder boer beutterde self, en bad dus karne melk genoeg. We zullen eens een dag bij een boer in de kost gaan en zien hoe alles van stapel liep. Om een uur of vijf moest men aan 't werk, in den druksten tijd nog vroeger. En natuurlijk nuchter Omstreeks zeven uur het eerste ont bijt. Dan had moeder de vrouw een flinke ketel pap klaar, karnemelk met boekweitmeel, en flink dik. De .papposl'' werd midden in den herd gezet, daarop den ketel psp en dan schaarde het heele huisgezin zich hier rondom. De een ging op zijc knie zitten, een ander op een laag stoelijs, bet meest waren lage hou ten bankjes in gebruik met een var. eikenhout gebogen tak voor rug leuning, welke de boeren zelf maak ten. Op sommige plaatsen werd over de dikke pap nog wel eens een beetje zoele melk geschud, doch van die melk was de .zaan" don re st afgeblazen. Men kon zich verbazend dik et6n aan zulke pap, zoo zelfs dat hei werk er in den beginne te slechter om ging. Brood ot iets anders werd er niet bij gegeten. 's Middags was het eten weer pap, juist dezelfde pap als des mor gens. Aardeppels werden maar wei nig gebruikt, men kende de teeli nog niet te best, er kwam dikwijls ais ze nog in vollen groei waren het «kwaad ding" aan, zoodat de oogst hiervan gewoonlijk schraal was. Er zijn jaren geweest dat de menechen maar een mandje vol aard appels hadden voor pootgoed. Deze werden dan zeer zorgvuldig den winter door bewaard in oude klompen in een boek bij het vuur. Inkuilen kende men niet. In den zomer, als de namiddagen door O. F. M. 6. Vanochtend of vanmiddag kwam 'l gerecht, 't Moest en 't zou uitkomen, wie de dader was, hadden de heeren in Den Haag gezegd. Die waren toch zoo kwaad En dan, o ja, dat waar ook... nog de hartelijke groeten van den dokter aan |de boerin, je knappe vrouw Kragers. Kom Is 'l werkelijk 't Ge zicht van de boerin begon te glimmen van blijdschap. Natuurlijk is 't waarzei Gijs beslist. Anders zou ik 't niet zeggen daar ken je me wel voor, vrouw-. Maak je heelemaal geen gekheid, Gijs Welneêlachte de knecht met een gezicht van verwondering. Nou de dokter heeft toch niks miszegd wel De boerin schoot in een zenuw-achtig gelach. Nou, zeg me dan 'ns precies w-at hij gezegd heeft, alleen voor de aardigheid, want 't kan me natuur lijk niemendal schelen. Maar dan geloof ik je. Precies wat hij gezegd heeft V herhaalde Gijs langzaam, [om tijd te winnen tot "bedenken. Wel, dit lang waron werd om een uur of 4 koffie gedronken, zouden we zeggen. Doch 't was geen koffie Er werd water met melk bij gedronken. Verder twee sneden brood, niet meer Men zag de dikste sneden vornit het liefst. Koffie was alleen voor de oude luidjes, die in den hoek zaten. Wittebrood of mik kreeg men des Zondags een paar sneden, door de week was bet altijd gewoon rogge brood. Spek bij het brood kreeg men alleen bij de goede boeren en dan nog een bedroefd klein stukje. Mei één varken van 150 a 200 pond kwam het grootste huisbouden een jaar rond. Spek bijkoopen was een groote schande, degene die dat eeD enkelen keer deden waren verkwis ters. Dit was zoo erg, dat er boeren geweest zyo die een stukje spek wil den koopen er om naar Venray gin gen, omdat het in 't dorp maar niet bekend zou worden en ze dan zoo'o sitchten naam kregen- Ook 's avonds werd pap gegeten door da meesten. Struif of pannekoek was ook een groote weelde, deze werd in olie ge bakken, 't meest bij de goede, rijkere boeren. Dat sommigen dat pap eten wel eens moe werden, Iaat zich begrijpen Jan van den Broek, een stevige kerel van een 20 jaar woonde bij Giemke van Rijt voor knecht. Hij kreeg er zeven keer achter elkander pap, zon der ooit iets anders. Toen werd het hem echter te machtig, hij kreeg ruzie met den boer en ging af. Ook Willem de Slachter, op de Laren gewoond en gestorven, ver haalde dikwijls dat hij bij een groo- ten rijken boer voor knecht wonende, eeer zelden brood kreeg. Als bij om 4 uur 's morgens met paard en kar naar de peel moest, gaf de boer hem wel eens twee sneden brood voor het paard. AU er echter eenigzirs kans was, zag bij er één van weg te motie leo, welke dan onderweg op de kar werd opgegeten. Dit was dan eeu reis, of bet naar de kermis ging. M'n grootvader woonde in zijn jongen tijd by den grootsten boer van Stiphout. Hij verdiende f 40 nuur, iets ongehoords in dien tijd. Doch er moest gewerkt worden, bard en lang. Vele weken van 't jaar kwam hij 's nachts maar 4 uren op het bed. En dan ook veel pap eten, en weloig brood. Op een keer had hij van huis eens een klein kantje brood medegenomen, waarvan hy een paar sneden gebruikte bij de pap. Toen de boer dit zag, ergerde deze zich hier ontzettend over, zoo zelfs dat hij vervolgde hij, probeerend de kraak- stem van den dokter na te bootsen. de complcmhhnte aen jè boerin, èh, aen jè kneppe boerin. Want, knep is ze, dat weet iedereen. Vrouw Kragers' hart kopje-duikelde in een stroom van geluk. Je moet hem niet zoo gek na-doen, Gijsdaar is 't een te nette mijnheer voor, ver maande ze met ontroering in haar vette stem. Nou. dan weet ik 't van Giessersje hebt je boodschap flink gedaan. Dat van den dokter kan me niet schelen, dat begrijp je, maar, wil je een borre! hebben voor je moeite, of is 't je nog te vroeg soms Te vroeg"? Nooit te vroeg; asje blieft Toen Gijs twee groote borrels ge dronken en tusschen alle slokken met T ernstigste gezicht de boerin voor den gek gehouden had, spoedde vrouw Kragers zich naar 't ziekbed van haar man. Nou kom ik je wat vertellen; man Met wijd-open oogen keek de boer zijn vrouw uitvorschend aan. Wat dan Raad eens. Ach Nou, wees maar bedaard, ik zal 't je best vertellen, hoor, teemde de boerin. Dacht je soms... Zeg 't maar gauwdriftigde de boer. Vooruit dan maar... Nou dan, ze zeiden dat Giessers dood was, hé?... Niets vau aan, hoor, nog springlevend Ik zag daar jnisl 't karretje van... grootvader verweet een verkwister te zijn, iemand die zijn heele leven niets zou hebban enz. Verder werd hem het leven zoo ondragelijk gemaakt, dat bij den dienst moest opzeggen. Van al dat pap eten moesten de menschen wel slap worden, zouden we zeggen. En toch werd toen door het jonge volk gewerkt, zoo bard en veel dat we ons hiervan haast geen denk beeld kunnen vormen. Om eens iets te noemen. Het «meet maken"' alleen vorderde verbazend veel arbeid. Kunstmest kende meD natuurlijk nog niet En toch trachtte men een zoo groot mogelijke hoeveel held humu9houdende stoffen op het land te brengen. Een 25 A 30 kar ren per lopenss gold als algemeenen regel. Boeren, welke dus een 15 a 20 lopense rogge zaaiden badden ver bazend veel mest noodig. Het meeste materiaal hiervoor werd gehaald in de heide, z.g. heideplaggen, welke gekapt worden met den heitzlcht. Het geheele jaar door werd dit werk verricht, en de heide naar huis ge haald. Hoopen, zoo groot als scheepa rompan rondom een boerderij getuig den van eenige welvaart en vooruit gang. Dat er veel heide een uur, ja anderhalf uur ver gehaald is. getui gen nog heden de talrijke diepe karsporeo, welke nog in de niet ont gonnen Jodenpeel voorkomen. Verder werden nog groote aard hopen verzameld. Soms e?n week lang aan ééa stuk werd op zulk een aard- boop gereden En als dan Zaterdags avonds de boer gereed was met het opschieten van den hoop, kuierde hij nog eens een paar maal om het groots gevaarte, zich vergenoegd de harde handen wrijvend, en het gezicht glimmend van genoegen over den kostbaren schat, welke hij meende verzameld te hebben, De eerste stal mest. welke tijdens den zomer .gemaakt'' werd, was he'. Toornaamste. Zoo gauw echter in den herfst deze naar het land was gebracht, werd een irieuwe .gemaakt". Dat noemde men .strauwen". Een duo laagje koemest werd telkens afge wisseld met een drie of viermaal grootere hoeveelheid plaggen cd aarde, zoodat in de korste kerren den stal weder vol zat. Omdat dit vlug moest gebeuren, was men zoo in de weer groote reserve hoopen bij het huis te hebben De volgende stallen mest welke .gemaakt" werden, bleven niet zoo lang zitten. De heide, welke »7er- strauwd"' werd, ging gewoonlijk op het land weder lustig aan 't groeien. Toch waren er boeren, die zeiden «als de haan er maar over gekraaid heeft is de mest weder goed.'' Een Miibeesche boerenknecht, dis dit gezegde maar al te vaak onder vond, had ook den gaDSchen dag gestrauwd. De laatste kar strauwsel liet hy echter op stal onder de hen- nenhort staan, en bracht ze des ander daags by het krieken van den dag al naar het land, want toen ging de boer al weer aan 't .missen' De baan had er natuurlijk over gekraaid. Zoo moest er in den herfst vooral ontzettend veel mest verwerkt wor den, en iedereen heeft wel eens hooren zeggen of zelf ondervonden, dat in den meststal staan een zwaar werk is. Daarby kwam dan nog het dor- schen met den vlegel. In den Z'a:e stijd moest er zaai zaad zijn. Er werd vroeger 2 tot 3 vat per lopense gezaaid. Deze rogge werd 's morgens vroeg en ook wel des avonds gedorscht. Ovsrdag>was er geen tijd voor. Veel knechten en meiden hadden 's morgens al een bed" of drie gedorscht, eer de pap klaar was. Men moest er tegenwoordig eens om komen Toch werd over het algemeen het zware lot met geduld en opgeruimd beid gedragen. Er kwamen dan ook wel eens tijden dat het werk minder zwaar was. Zoo had men de braak-kermis. sen en des winters despinningeo waar soms weken van te voren al op geteld werd. Zwv. JOS. SCHEEPERS. Maar de akelige verandering in 't gezicht van haar man deed vrouw Kragers de stem in de keel stokken Een lijkachtige bleekheid lag gespreid over zijn wangen, de oogen puilden uit de kassen, alsof ze er zouden uit barsten, een benauwd gerochel reutel de op uit zijn opengesperden mond. Goejc genade Man Er braakten hem brokken van woor den uit de keel, die vrouw Kragers, ofschoon ze haast met 't gezicht op zijn mond lag, niet kon verstaan. Kalm,, kalm! suste ze. Drink 'ns. Ik laat dadelijk om den dokter sturen. Néén 1 Als een steen vloog haar 't woord tegen 't gezicht. De zieke was overeind gesprongen. »Neen donderde hij. Maar... Néén, néénHij balde zijn vuis ten, keek zijn vrouw aan met een ver schrikkelijk gezicht. Enkele oogenblikken "zwegen ze beiden. Boer Kragers beet zich op de lippen om met geweld 't trillen der gelaat spieren te bedwingen. 't Is alweer over, hijgde hij eindelijk. Hè, zuchtte zijn vrouw diep, was me dat schrikken 1 Wat was er De zieke keerde zich weer in zijn bed om, 't gelaat afwendend van zijn vrouw. Ach... dat praten over zoo'n... 't duurde eenige seconden voordat hij zijn zin vervolgde over zoo'n moord maakt een zieke nog naarder. Nou, goecf! zei vrouw Kragers, verdrietig van teleurstelling. Dan komen we er maar niks meer van Onvoorzichtig overwegwachter. Te Delft heeft op den spoorwegover gang aan de Binnenwatersloot weer bijna een zeer ernstig ongeval plaats gehad. Na het passeeren van een snel trein uit de richting 's Gravenhage werden reeds de afsluitboomen geopend toen ongeveer gelijktijdig uit de rich ting Rotterdam een trein naderde. De overwegwachter sloot, dezen trein te laat bemerkend, wederom snel de hoornen, zoodat een aantal personen alsmede het gespan van een vrachtbode zich bij het passeeren van ^en goede rentrein tusschen de afsluitboomen op de spoorbaan bevond. Gelukkig wisten allen zich in veilig heid te stellen op het vrije spoor. De politie heeft een onderzoek inge steld en procesverbaal tegen den over wegwachter opgemaakt. Een vriendelijke hand. De vorige week heeft zich op het perron te Assen het volgende voorgedaan Een moeder bracht baar gehuwde docbl ter naar den trein, die uit Assen vertrok! in de richting van Zwolle. Bedoelde treiif komt binnen, vlug ingestapt, bagage geJ borgen, dochter met haar beide klcinl kinderen wisselen nog een Iaatsten groei met de achterblij venden en de deur ei worden gesloten. Maar, o ramp, terwijl de trein zich beweging zet, komt de moeder tot dJ ontdekking, dat ie haar dochters handtascll nog aan den arm heeft hangen. Zenuwf achtig tracht ze de aandacht van haai dochter te trekken, ja zelfs de deur vaJ de coupé te openen, want de tasch moei de dochter hebben. Daarin zijn immers d« plaatskaartjes en het recu voor den kinl derwagen. Maar tevergeefs. Daar buig', zich uit denzelfden spoor! wagen, doch een coupé verder, een manl die schijnbaar de situatie overziet en zegl met vriendelijk gelaat .Geef maar hierl juffrouw, ik zal die tasch wel even aan dq juffrouw geven* en meteen gaat de tasctj in de zoo vriendelijk uitgestoken hand over. Welk een ontsteltenis echter voor de» moeder, toen den volgenden morgen baail dochter schreef.zend per omgaande s.v.p. mijn tasch", gevolgd natuurlijk dooi een uitlegging van den schrik en del verlegenheid, waarin ze had verkeerd bil aankomst zonder kaartjes, recu enz. In deze groote bruine leeren damestascn bevond zich benevens het vorengenoemdd ook nog een trouwboekje en een recept! alsook ruim 15 gulden. De speelkanrtenbelastiiig. Door de rijksambtenaren te Rijsberj gen zijn ongeveer 1000 spellen ongel stempelde speelkaarten in beslag genomen. Onveilgheid ten plattelande. De Commissaris der Koningin heefl een 20-tal leden van de Burgerwachl te Groenlo aangesteld tot onbezoldigd rijksveldwachter in den tijd dat zl politiedienst verrichten, een maatregel welke in het belang der algemeen veiligheid noodig is gebleken. Trnmongeluk. Een doode. Op de Bleekstraat te Stratum had Zaterdagavond om 10 uur een treurig tramongeluk plaats dat aan een perf soon het leven kostte. Toen de tranj de bocht passeerde voelde de conducJ leur een schok waarop hij liet stoppen! Men vond toen men ging zoeken eeil paar schoenen en dacht dat dit deoor-f zaak was van den schok en derhalve liet de conducteur verder rijden. Eeil toevallig daar voorbij komend persoon! vond een eind terug een danig ver-I minkt lijk van een man. De polilieT was spoedig ter plaatse om het lijkl naar het gasthuis te brengen. De man moet onder den invloed vanl sterken drank zijn geweest. Hoe del man onder den tram is gekomen wee'! men niet. De machinist heeft niets ge-1 merkt; de conducteur die den schok voelde zat in den tweeden wagen. Uit het politieonderzoek bleek dat het. maehinepersoneel geen schuld treft. Het slachtoffer heet H. van den Baar hij is afkomstig uit Lieshout. vertellen. Heb je wat noodig Neen, kreunde de zieke. v 't Beste dan Ik ga maar weer aan mijn werk. Nog geen twee slappen had vrouw Kragers gedaan, of ze hoorde zich door haar man terugroepen. Ja? Ach, 't voornaamste vergeel je, zei de zieke met een aarzelende stem. Kijk, had Giessers soms nog wat ge zegd... van dat spook... of... Nee, htj is nuiten kennis en bij komen doet hij niet meer, zeit de dokter. De zieke loosde een zwaren zucht. Vertelt de dokter dat zelf. Ja, zooeven aan Gijs. Zoo, zoo Maar, je kijkt juist alsof je dat zoo plezierig vindt, man. En jij kijkt en doet soms juist alsof je gek wasviel hij driftig uit. Maar terstond herstelde hij zich. 't Is maar gekheid, hoor, ik be doel 't zoo niet. Ala dan maar zei vrouw Kragers ontevreden en keerde zich om. Zeg, vrouw Ja, zeg 't dan rnaarHè, wat 'n gezanik, daar zou je tureluursch van worden Zie je, Bertha, als je wat nieuws hoort, moest je 't toch maar komen zeggen, 't Is maar, omdat ik nog geld van Giessers moet hebben en dan ook als lid van den Gemeenteraad... Goed dan. En zie nou maar dat je wat slaapt. Ja. Nou tot straks dsn, Bertha. Wat 'n hark van een vent toch mompelde vrouw Kragers grimmig- kijkend, toen ze weer buiten de kamer was. Met zijn Bertha, net of ik hem niet snapHij lijkt wel stapelgek /andagJe zit er maar mee opge scheept. En dat voor 'n vrouw, van wie een meheer als de dokter dat zei. 's Avonds van dien dag wist 't heele land, dat er in 't gehucht B., op drie kwartier afslands van 't dorp R. een brutale moordaanslag had plaats gehad. De toestand van 't slachtoffer was hopeloos. Van den dader geen spoor. I Een groot liberaal dagblad, nieuws- 1 bron van 'n heele bende kaasblaadjes met knip-redacteuren, bevatte tegen j den pastoor der parochie, die zijn uiterste best had gedaan om bij som- j mige domooren de gedachte aan een I spook te verdrijven, een grove hatelijk-1 heid als zou hij... 't bijgeloof in de I hand werken." Den heelen dag was 't dorp één en al opgewondenheid Tot laat in den j avond werd 't vreeselijke vooral druk besproken. Jan Giessers was een alge meen geacht man, had geen vijanden, j Roof was niet de aanleiding lot den moord geweest, want al zijn geld werd noj ziel log op hem bevonden. Men pijnigde 1 icn de hersens, maar niemand wist een dragelijke oplossing te vinden van 't verschrikkelijke raadsel. In de woning van Giessers had 't niet stilgestaan van deelnemende be zoekers, die kwamen troosten en bidden.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 5