Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Fulco van Bern Dit nummer bestaat uit twee bladen Een extra parlementair kabinet. FEUILLETON. Dank uit noodlijdend Rijnland. Zaterdag 1 December 1923 44e Jaargang No 48 A BONN EM ENTSBRIJS PER KWARTAAL voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland (bij vooruitbetaling) 1,30 aïzonderl. nummers 5 c. PEEL EN MAAS Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKROF, VENRAY. Tel. No. 51 PRIJS DER ADVERTENT1EN 1—8 regels 60 ct elke regel meer 7'/2 ct Advertenliën bij abonne ment groote reductie. Mi'. Kooien, de katholieke president der Tweede Kamer, heeft aan II. M. de Koningin verklaard, niet in slaat te zijn om de opdracht te aanvaarden der samenstelling van een ministerie. Hierdoor is wel vast komen te staan, dat in de huidige omstandigheden de vorming van een ministerie steunende op de drie rechtsche partijen niet mogelijk wordt geacht. De Koningin heeft dan ook opdracht gegeven om een extra-parlementair kabinet te vormen en wel aan jhr. I'. Beelarts van Blokland, onzen oud- gezant. te China. Het is te betreuren, dat de Tweede Kamer op het oogenblik niet bij •kraclite is, om den rechtschen kabinets formateur te leveren. In zulk een belangrijken tijd als we nu beleven, ware het meer dan ooit gewenscht geweest, dat de rechtsche partijen, die .60 van de 100 zetels bezetten, het eens waren geworden. Waar de kink in den kabel zit, is in den politieleen mist niet duidelijk te onderscheiden. Terwijl do anti-revolutionnaire «Rot terdammer" laat. uitkomen, dat de anti-revolutionnairen tot het laatste toe afzijdig wilden blijven, komt hét Necl. Corp. bureau met de irtededecling, die zij uit goede bron zegt te vernemen, dat het aan de christeljk historisehen gelegen heeft en de anti-revolutionnairen nog wel te vinden zouden zijn geweesl. Dit zou een opzien wekkende wending van zaken zijn. Immers, van den aan vang af leken de mannen van Colijn van een deelnemen aan de regeering zeer afkeering. Is de lezing van het Corr. bureau waar en is dus de tegenstand dei- christelijk historisehen op het laatst oogenblik sterker geworden, dan was dit wellicht omdat men achter mr. Kooien een geestverwant als kabinets formateur zag opduiken. Het is ook wel opvalend, dal het terugtreden van mr. Kooien uit den Haag haast in één adem gemeld werd met de opdracht aan Jhr. Beelarts, die van de christelijk historische richting is. Deze heeft thans een protesten lachen kabinetsformateur, waaraan het chris- 1 ijle historische hoofdorgaan «De Neder lander" immers de voorkeur geeft, om redenen echter, die huiten de politiek en zeer zeker buiten fde politieke ver houdingen van het oogenblik gelegen zijn. Vormde de heer Cort van der Linden indertijd een links getint extra-parle mentair kabinet, thans meenen we, sis 28 Vervolg van Tweede Blad. De strandbewoners, die bij den storm in menigte naar den oever waren ge sneld, om hunne ongelukkige natuur- genooten de behulpzame hand te bie den, hadden Waller's worsteling gade geslagen, zonder echter instaat te zijn, iets tot redding dier mannen bij te dragen. Onmiddellijk toen Walter de kust bereikt had, waren zij toegesneld, en een man met een eerbiedwaardig gelaal, wiens grijze lokken fladderend om zijn hoofd zwierden, gaf bevel beide mannen naar zijne woning te ver voeren. In die woning waren zij het voorwerp der tèederste zorgen, en hadden aan die trouwe verpleging het behoud huns levens te danken. Het duurde echter geruim en tijd eer zij weder hunne krachten, terug hadden hekomen, en zij er aan denken konden het gastvrije dak des pastoors, waar zij verzorgd waren geworden, te ver laten. Met tranen in de oogen namen zij afscheid van den waarden man, die echter van geen dank wilde hooren, en steeds herhaalde dat het zijn plicht was, mannen die hun leven voorhunne godsdienst gewaagd hadden, te onder steunen. En met welke liefde had hij zich niet van dien plicht gekweten, hij de eenvoudige herder, die in het midden zijner arme kinderen, woonde we letten op den formateur en op de samenstelling van de Tweede Kamer, een christelijk ministerie te kunnen verwachten. Hel nieuwe ministerie zal een zeer belangrijken arbeid vinden. Metgrooten spoed zullen belangrijke bezuinigings maatregelen moeten worden genomen, om de linancieele misère niet nog grooter te maken. Dit zal spannende politieke lournooien medebrengen. We zijn benieuwd naar het blazoen van den ridder die met sterke hand en vast in 't zadel de lans zal moeten han- teeren. Ook de verdediging van Indië, al is de Vlootwet verworpen, moet ter hand genomen worden. Wat chfc rechterzijde betreft, moge de lijd haar raad brengen Over anderhalf jaar^hebben wij de Kamerverkiezingen alweer achter den rug. Mogen de omstandigheden zoo danig zijn, dat drie partijen van rechts dan weer elkaar gevonden hebben, en hooge beginselen gemeen hebbende, het ook eens kunnen worden over practische punten vna regeeringsbeleid. Aan het Comité voor noodlijdend Rijnland Maastricht werd door Z.D.II. Mgr. Strater, wij-bisschop van Aken 't volgend dankschrijven gericht. Geheel vol van innigen dank voor de goede lieden, die zich zoo vol liefde de armoede en den nood van onze Akener bevolking aantrekken, ontbre ken ons de woorden het gevoelen weer te geven dat al degenen bezielt, die in deze dagen getroost en verheugd ge worden zijn. Zoo veel beste levens middelen en warme kleedinstukken zijn ons toegezonden, dat talrijke per sonen geholpen konden worden, vooral ook stille armen, die zeer gelukkig- waren ten minste voor eenigen tijd van de grootste zorgen ontheven te zijn. Vooral deze waren zoo dankbaar en bewogen, voor de onverw achte hulp dat zij nauwelijks konden spreken, maar hare vreugdetranen zeide des te meer. Zoo was er een arme beambte, die nauvslijks brood aan zijne familie kon verschaffen, sprakeloos stond hij voor al die mooie zaken, die de zuster voor hem uitpakte. Eindelijk stamelde hijis dat alles "werkelijk voor ons? Wie kent zulke zaken nog? Ik had nimmer gedacht, dat ik in zulken grooten nood komen zou, maar ik had ook nooit gedacht, dat mij door die goede Nederlanders nog ooit zulke groote vreugde overkomen zou." Een arme baanarbeider was juist met zijn schamel loon thuisgekomen en overlegde met zijn vrouw hoe dat wéinige geld te verdeelen, hij zou er niet meer voor kunnen koopen als melk voor 't kleine kind en brood Daar werd 'n zware Nederlandschc korf binnengebracht en daarmede groote warme vreugde in de koude, bijna die even als zij slechts kommervol kon leven, en toch van het weinige dat hij bezat, nog aan den lijdenden broeder mededeelde. Rijk bemiddeld toch was hij in het dorp gekomen, dat te arm was om een eigen herder te onder houden. Kerk, weeshuis, armenhuis, alles had hij tol stand gebracht, en eerst toen zijne eigene middelen geheel uitgeput waren, had hij zijn toevlucht tot de openbare liefdadigheid genomen. Armoede bij anderen te moeten zien, was een vlijmend zwaard dat hem door het hart ging, maar de armoede, die in zijne eigene woning heerschle was hem dubbel welkom. De mannen, vrouwen en kinderen van het dorpje naderden hem steeds met de grootste liefde geen huishou den was er of hij had er tranen ge droogd, geen ongelukkige riep te ver geefs zijn hijstand in. Erf als de arme visschers in zee waren, om door hun noesten en 'gevaarlijken arbeid, het brood voor vrouw en kinderen te ver dienen, en de stormwind dan boos en dreigend eensklaps losbarstte, dan werd het klokje van de vriendelijke dorps kerk geluid; vrouwen, kinderen en grijsaards stroomden dan kerkwaarts,, schaarden zich om den grijzen priester en voor het beeld der H. Maagd, de sterre der zee nedergeknield, smeekten zij daar die beminnelijke moeder, dooi den mond van hunnen herder, om de voorspraak te wezen, van hen, die mogelijk hunne dierbare betrekkingen niet weder zouden zien. En had de zee soms eenige offers geëischt, waren vrouw en kinderen van hun steun be roofd, de priester stond hun ter zijde, en wees met een traan in het oog ten hemel, om de achtergeblevenen de niet te bewonen kamer. Gansch geluk kig waren de goede menschen en als in 't schemeruur de man zooals zoovele anderen met een wagentje verscheen om 'n zak aardappelen in ontvangst te nemen, verhelderde zijn gezicht en meermalen herhaalde hij «God vergeldt het aan de goede Neder lander11ij beloone hen voor alles wat zij voor ons doen Hoe groot de algemeene nood is toont ook 'l volgende: Een geestelijke kon voor zijn zieke dienstbode geen havermout koopen- Met welken dank en met welke vreugde de Neder 1. gaven begroot werden, laat zich niet beschrijven. Ook een arm oud echtpaar werd gelukkig gemaakt. Hun eenige zoon. student in de theologie, had in de vacantie door nachtdienst enz. zooveel weten te verdienen, dat hij zijn studie kon voortzetten, maar zijn ouders ondersteunen kon hij niet. Ilijpijnigde zijn hersens, maar kon geen hulp voor zijn goede ouders ontdekken, maar de goede God zond hulp in Uwe gaven en maakte blij en verlichte 't hart van de arme ouders en van den goeden zoon. Zoo kunnen wij nog veel vertellen van families, wier vader werkloos is, van kleine renteniers, die steeds stil en ongezien honger en koude lijden in hunne koude woningen, van arme weduwen en wezen, van oude lieden, naar welke niemand met liefde omziet. Aan hen alle brachten de gaven vreugde en troost in hun treurig be staan. Vol dankbaarheid denken ze aan de goede Nederlanders en bidden van harte voor hen, want deze onver wachte goedheid had hun harten diep bewogen, niet alleen van hen die 't ondervonden hadden. Des te dankbaar der zijn wij, die bemiddelaar konden zijn en de vreugdetranen en lachende oogen zien konden, met welke de vele levensmiddelen en de warme kleeren begroet werdefi. Gemengd Nieuws Tragische ongeluk. Men-schrijft uit Uden Vrijdagavond heeft hier een zeer treurig ongeval plaats gehad. De Eerw. Zuster Clotilda, die melde tram van ongeveer kwart over acht naar 't Duifhuis vertrok, om daar bij een zieke te waken, is vermoedelijk uit de in beweging zijnde tram geslapt en dientengevolge gevallen, waarbij zij met haar hoofd op de steen én te recht is gekomen. Bijna dood werd zij door het meisje dat kwam orn haar af te halen gevon den. Alles werd spoedig in het werk ge steld om de ongelukkige te helpen, doch kort daarop is zij reeds overleden. Het stoffelijk overschot is 's avonds nog naar het klooster vervoerd, waar men zeer onder den indruk was. Zijn vrouw vermoord. Zondagavond tegen twaalf uur meld- plaats aan te wijzen, waar de lieveling aan hun hart ontscheurd, hen met ongeduld verbeidde. Geen wonder dus dat Fulco en Wal ter, die op hunne wandelingen de ge sprekken gehoord hadden, waarvan de priester immer hel geliefkoosd voor werp was, zich met weemoed verwij derden. Zelfs op het oogenblik van hun vertrek toen Fulco schroomvallig zijne geldverlegenheid te kennen gaf, had de edele man een lederen zakje te voorschijn gehaald, en den inhoud er van op talcl uitgeschud. Dit is alles, had hij op vriendelijken toon gezegd, wat ik bezit, maar neem het mede, mijne armen moeten dan maar een weinig- geduld hebben; had ik meer ik zou het"u gaarne geven, stel u thans met dit weinige tevreden. Hierop had hij beide jongelingen zijn zegen en den broederkus gegeven, en had toen zijne woning verlaten, om zich weder naar deze of gene hul te begeven, waar men met ongeduld zijn komst tegemoet zag. De vrienden hadden hierop het ge hueht vaarwel gezegd, en in de eerste stad, die zij bereikten, had Fulco, die wist dat zich daar een edelman bevond; die met zijn vader goed bevriend was, zich het noodige geld kunnen ver schaffen om zijne reis te vervolgen. Uit die plaats zond hij dan ook den pastoor eene som gelds voor zijne ge liefde armen, en spoedde zich nu van zijn vriend Walter vergezeld, met een opgeruimd hart, naar zijn geboorteland. Van toen af zetten zij hunne reis zonder verdere hindernissen te ont moeten voort, en Fulco berekende reeds dat hij nog slechts een dag reizens, van het ouderlijk dak verwijderd was. de zich op het polilie-bui-eau te Heerlen een man van circa 26 jaar, die naar de «Tel." meldt, verklaarde zijn vrouw te hebben vermoord. Het lijk moest ergens in de naburige gemeente Schimmert achter een haag liggen. Daar zijn kleeren en gelaat vol bloed zaten, waarschuwde men den burge meester van Heerlen en verdere politie-autorileilen. Men begaf zich met den man, die geboeid was, naar de aangegeven plaats. De oorzaak dezer gruweldaad moet gelegen zijn in de voortdurende onecnigheid lusschen man en vrouw onderling, omdat de man katholiek en de vrouw protestant was. De dader, W. de W., geboortig tviL Meerssen; is gevangen genomen. De boerenstand zeer trouwlustig. In het laatst verschenen nummer van De Boerderij, treft men onder de advertenties niet minder dan twaalf annonces van boerenzoons aan, die boerendochters vragen voor 'n huwelijk. De meeste boerenzoons vragen om toe zending van een portret (het gezicht wil toch ook wel wat) net als de stad- sche menschen. Drie hunner verklaren instantelijk een gelukkig huwelijk te begeeren. Alsof iemand hen er van zou verdenken dat ze dit niet verlang den. Ook in den boerenstand schijnt zoo iets nog wel eens als 'n mop voor te komen, want alweer drie boeren zoons zetten met nadruk boven hun oproep van reflectantenernstig ge meend. En een vierde vindt dat nog niet genoeg en schrijft behalve dat het ernstig gemeend is, er nog bij dat het geen grap van 'm is. Vijf boerenzoons verklaren dat een weduwe hun op de hofstede ook welkom zal zijn. Dat ver groot natuurlijk de kans op slagen. En van één candidate wordt vereischt, dat ze «bij gelegenheid genegen zal zijn een of twee koeien te melken". Altijd genegen daartoe is niet noodig, alleen maar «bij gelegenheid". Doodelyk ongeluk. Zaterdag ontstond, waarschijnlijk door verkeerde uitwijking van den autobestuurder op den Rijksweg onder de gemeente Arcen een botsing tusschen den door den heer J. Roxs, Directeur der Melkinrichting Hygia te Roermond, bestuurden motor en een auto, bestuurd door den Duitschen chauffeur H. W. in dienst der bekende Amsterdamsche firma Oosterrnann en Co., waarbij de heer Roxs na eenige meters door de auto te zijn meegesleurd, bewusteloos tegen den grond werd geworpen. Door den ter plaatse passeerenden Burge meester der gemeente Arcen werd onmiddellijk geestelijke en geneeskun dige lmlp ontboden terwijl ook de Marechaussee met het voorgevallene in kennis werd gesteld. Geestelijke hulp kon nog worden verleend, terwijl de getroffene aan de inmiddels ver schenen Marechaussee nog eenige mededeelingen deed omtrent liet onge luk. Toen echter de ontboden genees heer Dr. Kroli uit Well verscheen, had R. reeds den geest gegeven. De chauffeur W. is door de Marechaussee Hoe dichter ik de vaderlijke woon stede nader, zeide bulco tot Walter, hoe angstvalliger mij het hart in c}en boezem slaat. Waller! als ik aan mijn vader denk word ik zoo kleinmoedig dan maakt zich eene diepe zwaar moedigheid van mij meester. De vrees bekruipt mij of misschien mijn vader... ik kan en durf dit woord niet uitspre ken het zou al te vreeselijk zijn, in dien mijn vermoeden waarheid bevatte! Zet die pijnigende gedachten Ier zijde, waarde Fulco Wij hebben im mers zooveel reden den Heer voorzijne goedheid te danken. Uit hoeveel gevaren heeft hij ons niet gered Hoe wonder baar zijn de wegen, waardoor Hij ons geleid heeft? Neen, geene droevige maar blijde dagen wachten u in het kasteel uwer voorvaderen. En dat geluk Walter, zal ik aan u verschuldigd zijn. Reeds tweemalen hebt gij bijna ten koste van uw leven het mijne gered. Ach! zeide Walter, terwijl hij de schouders ophaalde, wat maakt gij toch een ophef van zulk eene kleinig heid Ik bid u, spreek er niet meer over, of ik vergeet het oogenblik, waar op gij mij broeder hebt genoemd, en ik hen weer uw schildknaap en gij mijn geachte meester. Neen, nimmer zal zulks geschie den, Walter. Gun mij toch de vreugde u als mijn redder aan mijn vader en aan mijne zuster te kunnen voorstellen, dit bid ik u. Laat mijn vader niet één maar twee zonen wederzien, en mijne zuster twee broeders aan haar hart drukken Walter drukte zijn vriend ontroerd de hand, en wischte een traan weg, die langs zijne wangen vloeide. gearresteerd en ter beschikking der Justitie naar Roermond overgebracht. Doch daar weder op vrije voeten ge steld. De zeer gehavenden motor en auto werden door de politie in beslag genomen. Malaise en vakorganisatie. Aan de statistiek van het ledental van het Alg. Ned. Vakverbond'geduren de de 3 verloopen kwartalen van 1923 ontleenen wi j rnann. vr. totaal 1 Januari 40.584 5175 45.759 1 April 40.014 5196 45.210 1 Juli 39.806 5021 44.827 1 October 38.570 5039 43.609 De achteruitgang blijft £dus voort duren. Slechts 4 organisaties gingen in ledental Vvooruit, terwijl alle overige organisaties achteruit gingen en slechts een enkele in ledental stationnair bleef. De oorzaken waardoor dit verlies aan leden is te danken, zijn niet ver te zoeken. De meeste organisaties, die zich lan gen tijd vrijwel wisten te handhaven, ondervinden ook thans de gevolgen van den algemeenen crisistoestand. Nieuwe salaris- en loonregeling. Men schrijft uit Venlo Op voorstel van den Raad werd door B. en W. de Centrale Commissie van Georg. Overleg gehoord een nieuwe indeeling van het personeel der gemeen te in salarisgroepen en loonklassen ontworpen, welke in de a.s. raadsver gadering zat worden aangeboden. Nederlanders beroofd. Zondagavond na het binnenkomen van den trein ParijsAmsterdam te Antwerpen zag een officier van politie aldaar in de loopgang van den trein, dat een tweetal individuen een Japan ner de portefeuille ontrolde. Ilij ar resteerde beiden onmiddellijk. Onder de reizigers, wien verzocht werd na te gaan of eventueel nog meer vermist werd, bleek dat de heer Groen en mevr. Van der Deken, beiden Nederlanders, resp. een portefeuille met f150 en 'n tasch met waardevollen inhoud kwijt waren. De portefeuille van den Japan ner werd teruggevonden, dQdndé voor werpen der Hollanders niet'. Deze leg den bezwarende getuigenissen af tegen beide gearresteerden. De politie te Antwerpen meent in een der treindieven een medeplichtige gepakt te hebben aan den diamanten diefstal, die 31 Augustus op hetzelfde station ten nadeete van den juwelier Slier. De politie-officier beweerd den dief een Pooltoen-op het uur van den diefstal bij den trein gezien te hebben, waarin de heer Slier van zijn kostbare portefeuille werd beroofd. Neclcrlandselie deserteurs' In verschillende onderafdeelingen van de Duitsche afdeeling van de vereeniging ^Nederland in den Vreem de" is indertijd de kwestie besproken van de Nederlandsche dienstplichtigen, die tijdens den oorlog in het buiten land vertoefden en die zoodoende geen Zoo voortsprekende waren zij eene pachthoeve genaderd, waar zij stil hielden om een nachtverblijf te vragen, en hunne vermoeide rossen eenige rust te geven. Walter steeg van het paard en op zijn herhaald geklop, werd eindelijk de deur der woning geopend, en trad een man te voorschijn wiens vriendelijk uiterlijk Walter aanmoedig de zijn verzoek met vertrouwen voor te dragen. Men had zich niet vergist, want nauwelijks had de pachter ver nomen hetgeen men van hem verlangde of hij noodigde Fulco uit af te stijgen, en zijn intrek in zijne woning te ne men. Daarop werd een knecht geroepen, die de paarden naar den stal geleidde, en traden Fulco en Walter het gast vrije huis binnen. Zïjt welkorn, Heerenzeide de man, hetgeen zich in mijn huis bevindt is lot uwe dienst, zoo als ik zie zijt gij beiden krijgslieden, en zult u dus wel met het weinige wat ik u kan voorzetten, tevreden stellen. Wij danken u, goede man, voor uwe welwillendheid zeide Fulco, en gaarne zullen wij van uw vriendelijk aanbod gebruik maken want wij heb ben een verren rit afgelegd, en daar zich op onzen weg weinig huizen ver toonden, zoo hebben wij honger en dorst getrotseerd, tot dat wij eindelijk uwe woning ziende, besloten, hier als het ons veroorloofd is, een weinig uit te rusten. Daar hebt gij wel aan gedaan, zeide de vrouw des huizes, en daaróm zullen wij u oogenblikkelijk een ver sterkend maal voorzetten, waaraan gij beiden veel behoefte schijnt te hebben. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1923 | | pagina 1