Weekblad voor VENUAY, HORST en Omstreken.
Baldadigheid
Fulco van iern
Venray voorheen
en thans.
Dit nummer
bestaat uit twee bladen
De nood in Duitschland.
FEUILLETON.
zaterdag iv iNOvemoer i»ao
PEEL EN MAAS
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWARTAAL
voor VENRAY 65 c.
franco per post 75 c.
voor het buitenland
(bij vooruitbetaling) f 1,30
afzonderl. nummers 5 c.
Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNGKHOF, VENRAY. Tel. No. 51
PRIJS DER
ADVERTENTIEN
1—8 regels 60 ct
elke regel meer 71/» ct
Advertentiën bij abonne
ment groote reductie.
De baldadigheid en tuchteloosheid
onzer jeugd neemt hand over hand
toe, ook in deze gemeente. In de ge
huchten, dit zij tot hunne eer gezegd,
is in het algemeen gesproken, de jeugd
nog onder lucht en vader en moeder
weten, indien dit noodig is, het ouder
lijk gezag te handhaven en grove
baldadigheid te voorkomen, dank zij
mede de medewerking van hoofden
der scholen en onderwijzend personeel.
In Venray Kom is het echter wat
ordelijkheid betreft, met velen onzer
jongens treurig gesteld. liet inwerpen
van ruiten, hel vernielen van veld-
vi uchten, het beschadigen van gevels
en hoornen, het uitdraaien en ontsteken
van lantaarns, het is aan de orde van
den dag, zelfs de straatlantaarns ze
zijn niet veilig meer voor onze iieden-
daagsehe lieve jeugd, 's Avonds om
acht uur en nog later ziet men vaak
troepjes jongens, waaronder er zijn van
zeven, acht jaren, zondereenig toezicht
in de straten ronddolen. Ze moesten
al lang in bed zijn.
Enkele dagen geleden waren een
paar bengels midden op den dag bezig
de schroeven van een motorrijwiel los
le draaien, een paar volwassenen ston
den er bij om dit werk te bewonderen
of er mee te lachen. Een poging om
de jongens op het onbetamelijke van
hun handeling te wijzen, werd niet
gedaan. Meerdere malen heb ik kun
nen waarnemen, dat onder de oogen
van volwassenen de grofste baldadig
heden gepleegd werden; zonder dat
deze er zelfs eenige aehl op sloegen.
Op die manier zal de verwildering
der jeugd steeds toenemen.
Ik doe dan ook een dringend, doch
ernstig beroep op alle weldenkende
ouders, onderwijzers, opvoeders en
allen, wien de 'toekomst onzer jeugd
en dus van Venray ter harte gaat, om
de handen ineen te slaan en aan over
heid en politie de helpende hand en
moreelen steun te bieden, om deze
baldadigheden tegen te gaan.
Laat de ouders zorgen, dal hunne
kinderen wanneer het donker is, thuis
blijven. Kinderen behooren dan niet
meer op ^straat. Zij dienen hunne kin
deren op het ergerlijke van het plegen
van baldadigheden te wijzen en indien
hunne kinderen zich daaraan schuldig
maken hen ernstig te straffen.
Eenieder denke aan het spreekwoord:
»Wie niet hooren wij, moei voelen".
Venray, 14 November 1923.
De Burgemeester van Venray,
O. VAN DE LOO.
Het dagelijksch bestuur van het Ned.
R.K. Huisvestings-Comité te 's-Hertogen.
25
Ik heb nog niets kunnen ontdek-
den. Mijne spionnen die overal op den
loer liggen, en nauwkeurig eiken
vreemdeling gadeslaan, hebben mij
gezegd dat geen hunner iets opmerkens
waardig heeft waargenomen. Ik heb
hen daarom weder op hunnen post
gezonden, met bevel dien niet zonder
mijne toestemming te verlaten.
Maar indien gij de wachten eens
versterkt, men kan nimmer genoeg op
zijne hoede zijn.
Indien ik zulks noodig oordeel
Heer Hensberg, zal dit geschieden.'
Gij schijnt te vergeten, ridder of
wien gij zijn moogt, dat gij tegen uw
meester, die uwe diensten ruim betaalt,
het woord voert.
Geenszins, Heer Ilensbergik
weet dat gij in deze zaak eene «tem
hebt, maar ook ik heb voor bijzondere
.belangen te waken. Die belangen zijn
u bekend, en ik geloof niet dat gij er
spijt over zult gevoelen, mij met uwe
bevelen vereerd te hebben. Mocht dit
echter het geval zijn, dan zal ik mij
oogenblikkelijk verwijderen, en de
zaken voor eigen rekening drijven.
Gij geeft aan mijne woorden evene
verkeerde uitlegging, in dien zin 'heb
ik u niet toegesproken.
bosch stelt zich voor geregeld mede-
deeling te doen van het verloop harer
hulpactie onder de Katholieken voor
de noodlijdenden in Duitschland.
Dit eerste overzicht loopt over de
twee vorige weken.
In de afgeloopen week is, geheel in
overleg met Z.Em. Kardinaal Schulte,
de hulpverleening in Rijn- en Roer
gebied geregeld.
Er is een comité opgericht voor de
kinderuitzending, gevormd uit de direc
teuren van de Karitas-Verbande als
vertegenwoordigers van het Doorlucht.
Episcopaat, terwijl een vertegenwoor
diger van Kardinaal Schulte in den
persoon van den directeur van het
diocesaan Ivaritas Verband als Voor
zitter optreedt.
Daarnaast is gevormd een comité
voor levensmiddelen- en geldverdeeling,
waarvan de Landeshauptmann Dr.
Horion voorzitter en de evengenoemde
directeur van het Dioc. Karitas Verband
ondervoorzitter is.
De verdeeling ligt in handen der
plaatselijke geestelijkheid. De verzen
ding der levensmiddelen geschiedt aan
de Karitas Verbande.
Beide cornité's strekken hun werk
zaamheden uit over de verschillende
bisdommen in het genoemde gebied.
Het R. K. Huisvestings-Comité is
thans doende eene regeling te treffen
voor de overige bisdommen, omdat de
door haar georganiseerde hulpverlee
ning voor geheel Duitschland geldt..
In de laatste twee weken werd door
den algemeenen penningmeester ont
vangen aan giften voor de noodlijden
den in Duitschland een bedrag van
f 1476,87.
Een schitterend succes behaalde nog
het comité in Breda, dat door eene
inzameling in de kerken, gehouden na
predicates door Duitsche priesters, een
bedrag van f 5644,27 bijeengebracht,
terwijl het comité bovendien nog f810
kon afdragen aan het Priestercomité.
Tevens kreeg het comité in de stad
Breda alleen de beschikking over 500
plaatsen voor Duitsche kinderen. Over
drie weken zullen deze kinderen per
extra-trein naar Breda worden ge
bracht, nl. 200 uit Aken en 300 uit
aartsbisdom Keulen.
Verder kreeg het comité in 's Bosch
de .laatste weken mededeeling van het
volgende getal ter beschikking gestelde
plaatsen voor Duitsche kinderen: Box
tel 135, Tilburg 139, Eindhoven 105,
Utrecht 84, Woensel 80, Helvoirt 30,
Den Haag 18, Chaam 14, Alpben 20,
Den Bosch (waar de kinderactie dezer
dagen pas zal beginnen) 26, diverse
plaatsen 104. In totaal kreeg 't comité
dus de laatste weken de beschikking
over 1255 plaatsen voor Duitsche kin
deren.
De vorige week werden, als gevolg
van de actie onder de boeren, als
eerste opgaaf, die bij hot comité bin
nenkwam, 10 wagons levensmiddelen
toegezegd, nl. 103.500 kg. aardappelen
on eenige honderden kilo's rogge.
Vrijdag zijn de eerste twee wagons
van 10.000 kg. uit Oss naar het Cari-
tasverband te Oberhausen verzonden.
Voor de afzonderlijke actie voor de
Kloosters in Duitschland ontving de
algemeene penningmeester de laatste
Het zij zoo, Heer Hensberg maar
uit uwe woorden is mij ten duidelijk
ste gebleken, dat indien ik u de be
langrijke dienst, die gij van mij vraagt,
en die ik volgaarne op mij neem, zal
volbracht hebben, gij dan ook als heer
en Meester zult handelen, ^en mij aan
mijn lot zult overlaten. Tot dat uiterste
wil ik het niet laten komen, en als
güjj imij geen deugdelijk bewijs in han
den levert, waarbij gij verklaart, dat
nnaj, hetzij ik Fulco dood of levend in
uwe handen lever, de helft zijner
bezittingen ten deel vallen, 'dan houdt
a'lles tusschen ons op en ik verkies
naliet danger de uitvoerder uwer bevelen
te zijn.
Maar gij heb immers mijn woord
'Öeh, Heer Hensberg! wat betee-
kenen tusschen mannen als wij woor
den, eeden, geloften Het zijn ijdele
"klanken, die nauwelijks uitgesproken
weder dadelijk vergeten zijn. Alleen
cUeugdelijkc bewijzen hebben eenige
waarde, en zonder deze is alles tusschen
on.fi afgedaan.
Ik heb u echter groote geldsom
men ter hand gesteld.
In uw oogen mogen deze groot
schijnen, voor mij zijn zij te gering, te
mauwerwood heb ik er mijne handlan
gers er mede kunnen te vreden stellen
Welnu ik zal ze verdubbelen.
Al wildet gij ze vertiendubbelen
Heer Hensberg, ik zou ze niet aanne
men. Geef mij het gevraagde bewijs
of....
Maar waarom zulk een haast?
viel Hensberg den onbekende in de
reden, slechts middelen bedacht
14 dagen 192 giften voor een bedrag
van f 2804.05, waardoor tot dusver in
het geheel een bedrag van f 5573.76,
bijeengebracht door 495 giften, be
schikbaar is.
Door de Federatie van R. K. Werk
liedenbonden in Nederland is een
steunactie onder hare leden begonnen,
waarvan de opbrengst aan het R. K.
Huisvestings comité zal worden over
gedragen.
De vorige week had te Heerlen een
vergadering plaats van Limburgsche
priesters, waar, mede in overleg met
de vertegenwoordigers van het dage
lijksch bestuur van ons comité, de
actie tot inzameling van levensmidde
len en plaatsing van Duitsche kinderen
werd geregeld.
Voor de Nederlanders in Duitsch
land mocht het comité een bijdrage
van f 2000 ontvangen.
Zondag 11 Nov. had eene open-
scliaal-collecte plaats in alle kerken
van liet Diocees Den Bosch. Op 18
Nov. zullen dergelijke collecten gehou
den worden in het aartsbisdom Utrecht
en het bisdom Roermond. De Bisschop
van Breda noodigde alle Kath. bladen
uit eene inschrijving te openen, terwijl
de Bisschop van Haarlem zijne geeste
lijkheid verzocht de geloovigen krach
tig aan te sporen hunne gaven en gif
ten te zenden aan liet R.K. Huisves
tings-Comité en daarvoor levens collec
tes te doen houden in de kerken.
De R. K. Bakkerspatroonsvèreeniging
St. ITonoratus te 's-IIertogenbosch nam
op ons verzoek hel initiatief tot een
inzameling van levensmiddelen ónder
de bakkers en zal zich met eenzelfde
verzoek wenden tot alle zusterorgani
saties in het land.
De Kath. Slagersvereeniging houdt
op dezelfde wijze eene inzameling
onder hare leden in Den Bosch 7—
een voorbeeld, dat navolging moge
vinden.
Het adres van hel Centraal Bureau
van het R. K. Huisv. Comité is: Zuid
willemsvaart, 's Hertogenbosch het
adres van den penningmeester: J
Pastoor, Postbus 5, 's-Hertogenbosch.
De Perscoimnissie van liet
Neil. R. K. Huisvestingscomité.
VHcrtogenDöSciï, ia November.
xxv.
Het is lang, heel lang geleden, dat.
ook de bewoners der omstreken van
Venray er vast van overtuigd waren,
dat ze nu en dan bezocht werden
door spoken.
»Wel zeker," zoo vertelden ouden
van dagen, »dat mikt os gen minsch
wies, as we ze zelf gezien nebbe". En
dan had men het over den reusachtig
grooten, zwarten hond met vlammen
de oogen, die eene zwaar geschakelde
keten al rammelend in zijn loop mee
sleepte en welke ketting bij scherp*
toezien om zijn hals gloeide, of dat zij
in een laaiend vuur lag. Maar »mo.
om tijd te winnen, want was Fulco
eenmaal in zijne macht, wat had hij
dan nog verder met den vreemden
huurling noodig? Maar tot dat oogen-
blik, dit gevoelde hij moest hij van
dien man partij trekken, die hem
onmisbaar was geworden.
Omdat ik u wantrouw, Heer
HensbergMaak u echter niet boos,
dit zou niets baten. Ik wil zekerheid,
en mij door geene ijdele beloften in
slaap laten wiegen.
En als ik u dat bewijs nu eens
weigerde
Dan blijven de zaken onafgedaan,
zeide de vreemdeling, terwijl hij zich
naar een hoek van het vertrek begaf,
en zijn zwaard omgespte.
Maar goede Hemelik begrijp u
niet meer. Uit eigen beweging zijt gij
mij uwe diensten komen aanbieden,
en ofschoon fgij mij geheel onbekend
waart, heb ik die zonder naar uw
naam of afkomst te vragen dadelijk
aangenomen.
Omdat ik eene aanbeveling bij
me had, viel de onbekende hem in de
reden, die machtiger op u 'werkte dan
de beste getuigschriften. Het was de
dorst naar wraak, die óns verbroeder
de, met elkander in aanraking bracht,
en op het nauwst vereenigde.
En gij wilt thans dien band ver
breken, niet waar, welke redenen
kunnen u daartoe nopen
Ik ben niemand rekenschap
mijner daden verschuldigd. Ik ben uit
eigen beweging tot u gekomen, en zal
u verlaten indien ik zulks goedvindt,
zonder eenige ophelderingen dienaan
leed deed hij geen Llafnij er Uvee dagen ziek van gelegen
1 haél.
har-
kop
lesteeren" of
mensch.
»Dat mot gezeed zien", hernam dan
weer een ander uit den troep verhalers
van lang vervlogen tijden. Datzelfde
gruwelijk en angstwekkend beest ver
toonde zich in «grootvaders" tijden ook
te Maashees, Geijsteren, Wanssum en
Blitterswijk. Door het laatstgenoemde
dorp passeerde hij gewoonlijk des1
avonds tusschen 10 en 11 uur. En
wanneer hij dan na een langen ram
mel en geraasmakenden tocht te Ven
ray aankwam, legde hij zich door
gaans in de nabijheid van het oude
patersklooster op den weg te rusten
of te bespieden neer, en zorgde er
voor, dat zijne gloeiende keten dwars
over de baan kwam te liggen.
De voorbijganger had echter niet
noodig daarvoor erg wanhopig te zijn
van schrik, want wie maar over de
ketting heenstapte zonder deze aan le
raken, werd geenszins door den spook-
hond gedeerd. Toch moesten de be
woners van Venray dan niet veel van
hem hebben, en maakten, wanneer zij
de kelenschakels in de verte in den
pikdonkeren avond zagen gloeien en
glimmen, een aanmerkelijken omweg.
Dan waren ze gerust en vast ervan
overtuigd, dat ze weer heelhuids aan
huis kwamen. Men noemde in Venray
en omgeving het gevreesde dier »den
palershond."
Heel van nabij had nooit iemand
hem scherp durven opnemen. Alleen
de oude veldwachter had eens meenen
op te merken, dat hij buitengewoon
groote klauwen aan de pooten had en
een breeden. kop met uitpuilende oogen
terwijl hij met erge ruige haren was
begroeid.
Er waren boerenmenschen, die
wichtig beweerden zijne woning te
hebben ontdekt in holle boomen. Dat
hield ook de oude Michels vol, omdat
hij op een avond over den weg vanaf
Geijsteren was huiswaarts gekomen,
hem plotseling uit zijne woning (den
hollen boom) had zien komen en zich
moest laten welgevallen, dat de vurige
en vlammende oogen naast hem mee
liepen, zonder hem nochtans eeni^
te doen. Toen de oude boer, niet erg I-voor
gesteld op dat gezelschap, daarop in
eene herberg langs den weg binnen
ging, verdween ook de spookhond.
Nog beweerde de oude burger uit
Venray* Derks geheeten, dat ook hij
eene ontmoeting met bewust zonder
ling beest had gehad. Op zekeren
avond vanaf Casten ray naar huis
keerend, voelde hij in den zwartduis-
teren avond, omstreeks 11 uur, onge:
veer op de hoogte van Laagriebroek,
waar de groote beek onder den weg
doorloopt, twee pooten op zijn rug
leggen, terwijl zich onder om zijne
knieën ontziehtbare armen stevig vast
klemden. Het was hem absoluut on
mogelijk den aanvaller van zich af te
schudden, temeer, daar hij ook nog
voelde, dat een warm voorwerp, ver
moedelijk de kop op zijne schouders
rustte. Zonder eenig leed of pijn te
gevoelen, maar overdekt met angst
zweet, snelde hij naar huis, alwaar
de vreemde metgezel hem losliet en
plotseling ongemerkt in de duisternis
verdween. Derks vertelde meermalen,
p zekeren onweersavond, toen het
eldig stortregende, moest de oude
w Strijbos nog van Veltum naar
•ay terugwandelen. Onder een
'gekruinden boom, waaronder het
de mensch voor den feilen regen
ging, was het zoo donker, dat
■en hand voor oogen le zien was.
s voelde ze een zwaar gewicht
ren rug neerploffen, sterke klau-
jmspanden haren hals en op
schouder rustte een snuivende
Het arme, oude vrouwtje gilde
uit al hare macht om hulp, doch de
aanvs ter liet vrouw Strijbos niet los.
Met de grootst mogelijke moeite
tracht 3 zij het monster mee te sleu
ren i de richting van haar huis en
daar aangekomen zijnde, liet het beest
haar 3s en sprong wild rammelend
met de keten er van door.
Tusschen Merselo en Venray kruist
de Molenbeek met den grindweg. Bij
de boek aan het kruispunt lag in oude
tijden een klein landbouwershuisje,
waarin des avonds vaak de omwonen
de boeren en houthakkers gezellig
kwamen buurten. Verhaaren, zoo heette
de huisbewoner, en toen men het op
zekeren avond druk had over spoken,
heksen, alvermannekens, witte wijven
en weerwolven, waarover de oude
laudelijke menschen zoo geheimzinnig
wisten te vertellen, hoorde men eens-
klap achter de voordeur van den
binnenkant een ijselijk gerammel van
allerhande kettingen van lichten en
zwaren klank. Allen zwegen'plotseling
van schrik, en luisterde ïnet ingehou-
Iden adem naar dat ongewone en
huiveringwekkend geraas. Niemand
uit het gezelschap had echter den durf
naar den on verwachten levenmaker te
gaan zien. «Laten we liever een Onze
Vader bidden" zeide Toon van boer
Janssen, »en ik wed, dat het spektakel
aanstonds verminderen zal." Zoo ge-
jzegd, zoo gedaan, en de voorspelling
[van T0011 werd bewaarheid.
Uang wachtten de verschillende be
zoekers, "vooraleer ze huiswaarts keer-
jden, en toen men zich overtuigd had,
(dat het «spook" of de «paters-hond"
joed verdwenen was, keerde
ieder, hoewel niet zonder angst en
vrecze, naar eigen heem terug. Niemand
[van hen allen deed echter dien nacht
een oog dicht.
Zulks geschiedde na dien avond nog
herhaaldelijk, wanneer de oude gezel-
Men weer te zamen zaten. Toen deze
I zonderlinge geschiedenis te oore kwam
van zekeren veekoopman Poels, zeide
deze tot de buurtende mannen«als
dat weer gebeurt, kom mij dan maar
eens van achter door de staldeur in
Merselo waarschuwen."
Daar klonk een paar dagen later
des avonds wederom het schrikaan
jagend gerammel en ruwe geluid der
ijzeren schakels in het voorhuis. En
aanstonds liep nu Verharen zelf naar
den veehandelaar, waarna deze met
zijn begeleider, gewapend met een
groot en vlijmend scherp hakmes het
huisje binnenstormde, en inderdaad
den gevaarlijk uitziende bezoeker met
zijne groote vlammende oogen en
i reuzenklauwen achter de voordeur zag
zitten.
gaande te geven.
Maar gij pleegt ten mijne opzich
te een wezenlijk verraad; ik heb u
met mijn vertrouwen vereerd, en gij
wilt hier een schandelijk misbruik van
maken.
Het vertrouwen, dat gij in mij
gesteld hebt, Heer Hensberg, zal ik
ongeschonden bewaren, wees hiervan
verzekerd. Hebt gij mij nog iets te
zeggen
Maar is het u dan inderdaad
ernst vroeg Hensberg angstig, die
zag dat de vreemdeling zich gereed
maakte het vertrek te verlaten. Bedenk
toch in welke moeilijke omstandig
heden gij mij achterlaat. Tot zulk een
handelwijze had ik u nimmer in staat
gerekend
Wal uwe moeilijken toestand be
treft, dien kunt gij zooveel gij zelf
wilt vergemakkelijken. Stel Fulco bij
zijne terugkomst in het bezit zijner
goederen, en ik ben er zeker van dat
hij u met een dankbaar hart zijn wel
doener zal noemen.
Hevig verschrikt sprong Hensberg
bij het vernemen dezer laatste woorden
op. Zou hij zoo nabij het doel genaderd
den strijd opgeven, en als een lafhar
tige zonder een laatste poging te wagen
liet worstelperk verlaten. Neen dat is
onmogelijk, hij was te ver gegaan,
aan terugkeeren was niet te denken.
Welnu zeide hij schijnbaar be
daard, ik zal over uw voorstel nog
eens nadenken, en verwacht u dus
morgen avond weder in deze zaal bij
mij terug.
Ik sta u zelfs geen oogenblik
langer uitstel toe, Heer Hensberg.
Reeds te veel woorden hebben wij
.verspild. Indien het uwe meening ware
geweest, mij rijkelijk te beloonen, zoudt
gij thans zooveel tegenwerpingen niet
gemaakt hebben. Wilt gij mij dus aan
u hechten, maak dan dadelijk een
begin, en houd mij niet langer op
bedenk dat de tijd kostbaar is, en ter
wijl wij hierover eene nietigheid
twisten, kan misschien Fulco.... «Houd
op, riep Hensberg uit, ik zal onmid
dellijk aan uw billijk verlangen vol
doen, en zuchtende het schrijfgereed
schap en een vel perkament, voor den
dag halende, maakte hij het bewijs
gereed.
Toen hij geëindigd en het stuk
onderteekend had reikte hij het den
vreemdeling over, die echter verzocht,
dat hij het van zijn zegel zou voorzien,
en toen ook aan dit verzoek voldaan
was, las hij het nauwkeurig na rolde
het langzaam en voorzichtig op, en
verborg liet in den binnenzak van zijn
wambuis.
Zijt gij nu tevreden, vraagde
Ilensberg, terwijl hij de pen wrevelig
van zich afwierp.
Volkomen gij kunt thans op mij
rekenen, mijn zwaard is Ier uwer
beschikking.
Welnu zet u dan neder, dan
kunnen wij nogmaals eens hooren,
welke maatregelen gij nu weder be
raamd hebt.
Wordt vervolgd.