Tweede blad Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Dit moest ge eens lezen fulco van iern FEUILLETON. Steenkolenlagen in Midden- Limburg. Ontginning van het Peel- Huizen van bijna 2 ton 4 jaar leeg. Werpschijven voor de lieve jeugd. Gemengd Nieuws. Zaterdag 2B Augustus 1988 44e Jaargang No 84 PEEL EN MAAS ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland (bij vooruitbetaling) f 1,30 afzonderl. nummers 5 c. tUtffave van FIRMA. VAN DSN MUNCKHOF, VENRAT. Tel. No. 51 PRUS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 et elk. regel meer 71/. ct Advertentiëa bij abonne ment groote reductie- Onttrekking weggedeelte aan den openbaren dienst. Burgemeester en Wethouders van Ven- ray brengen ter openbare kennis, dat zij voornemens zijn aan den Raad voor te stellen aan den openbaren dienst te onttrekken het voetpad gelegen te Oirlo, loopende vanaf het perceel kadastraal bekend gemeente Venray Sectie F no. 2027 naar het perceel Sectie F no. 1893 Degenen, die tegen de onttrekking aan den openbaren dienst van gemeld wegge, deelte bezwaren hebben, worden uitge, noodigd binnen veertien dagen na datum dezer bekendmaking hunne bezwaarschrif, ten hiertegen in te dienen, tot mondelinge toelichting waarvan zal worden zitting gehouden ten Raadhuize op Vrijdag 31 Augustus a.s. voorm. 11 uur. Venray, 16 Augustus 1923. Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. VAN DE LOO De Secretaris, VAN HAAREN Nakeuring van Springaderen. De Burgemeester van Venray brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de hou ders van springstieren, die hunne stieren aan de aanstaande nakeuring wenschen te onderwerpen, verplicht zijn uiterlijk voor 15 September e.k. door tusschenkomst van den Burgemeester der gemeentewaar de stier gestald is, aan Gedeputeerde Staten over te leggen eene verklaring, waarvoor formulieren ter gemeentesecre tarie verkrijgbaar zijn. Venray 16 Aug. 1923 De Burgemeester van Venray, O. VAN DE LOO. (Ter kennismaking.) Iets nieuws in ons,weekblad Ja en neen, juist zooals ge het nemen wilt. Er zal geschreven wor den over heel nieuwe dingeD, over zaken, waaraan men heelemaal niet denkt of die men niet kent en waar over te spreken bet zeer goed en nuttig en heilzaam is en over zakeD, welke haast iedereen weet, maar waaraan men niet de Doodige aan» dacht geeftof over zaken, die men verkeerd weet of doet. Deze kleine stukjes want al te lang mogen ze niet worden, want daa worden ze niet gelezen en gelezen moeten ze toch worden zullen dus gaan over alles en nog wat. Over dingen van den dag en van bet verleden, over dingen van de toe» komst en het heden over politieke kwesties en kwesties van godsdien» stigeD of zedelijken aard kortom, over alles waarover zooal in de kran ten geschreven wordt. En waarover is dat niet Een krantenman moet alles weten en weet feitelijk ook alles Hij is de groote vraagbaak ,- ver» spreidt bet meeste en besta liebt over de moeilijkste en meest icgewikkelde vraagstukken hij raakt alles aan 9 Welke voornemens had uw aanvoer- der, indien hij de sterkte overwonnen had Deze zyn mij onbekend. Een soldaat moet gehoorzamen, en niet naar het waar* om vragen. Dit kan met eenvoudige krijgers het geval zijn, maar, aan u, die een ridder zijt, zal hij zijne plannen niet onthouden hebben. Maar veronderstel eens, Heerdat hij mij die had toevertrouwd, dan ben ik immers geen meester de geheimen van een ander te verraden. O Wy bezitten de middelen die uit te vorschen t Geloof echter niet. Heer, .dat martel tuigen mij iets kunnen ontweid%en, wat ik beloofd heb te verzwijgen. Ik tart en uwe bedreigingen en uwe strafoefeningen, want gaan zy de mensche lyke natuur te boven, dan daalt de dood ais de engel des vredes neder, om den men5ch hiervan te bevrijden. Bouw niet te veel op mijoe toe- Sevendheid, Heer RidderHet mocht u crouwen mijn geduld op de proef gesteld te hebbeo. Heerl Spaar vergeefsche woorden, myn besluit staat vast, het geheim blijft ongeschonden mijn eigendom, en zal mij tot ia den dood vergezellen. Maar ik heb slechts eene bede -- Spaar dien man het leven en hier wees bjj op Walterhij is met den tooverstaf van zijn kennis en het komt allemaal glashelder voor uwen geest te staan Deze kleine stukjes zullen geregeld ongeregeld verschijnen. Nu en dan eens, naargelang het nieuws, da om standigheden en de tijd het toelaten. Niet, alsof er niet iederen dag heele kranten kunnen volgeschreven wor» den dat gebeurt immers, en er rijn er zelfs in bet buitenland, die er iederen dag uitzien als een heel boek Maar nu en dan eens, ook al om den smaak niet te bederven, Hoe zullen ze geschreven worden f Heel geleerd, met veel vreemde woorden er in en zware redenaties t Of eenvoudigweg zeggend waar het op staat Ja, dit laatste zal het zijn. We kunnen gaen blad voor den mond nemen, noch onze meening onder stoelen of banken steken of voor Joris Goedbloed spelen. En Jan Salie wil- leD we ook niet onder onze vrienden. Friscb en frank, vroolijk en blij, lachende de waarheid zeggend, zoo wenschen deze kleine stukjes overal binnen te vliegen. Als een welkome gast, ook al zijn ze somtijds deo een of ander tot last. Echter niet kwaad gemeend, maar als een op rechte vriend, die de feiten toont, maar ook als eeD, waar men wat aan heeft. Vandaag zullen we het dan bierbij lateD. We hebben dit alles gemeend te moeten zeggen ter kennismaking Wees nu nog niet te haastig met uw oordeel en zeg dua nietdaar moet ik niets van hebben. Dat bevalt me niet. 't Kan in het gebruik im» mers best meevallen Waarover zullen we bet hebben den volgenden keer? Iets voor de dames... OVER DE VROUWENKLEEDING VAN TEGENWOORDIG. De heeren O: HaSmans te Helden, lid van de Eerste kamer, J. A. Poels te Venray, lid van de Prov. Staten van Limburg, P. J. Smul ders te Tegelen, industrieel en dr. P. Wintgens te Heerlen, directeur van de bruinkoolonderneming »Carisborg'', hebben aan de Ged. Staten van Limburg concessie ver zocht tot ontginning van steenkolen binnen de gemeenten Maasniel, Swalmen, Beesel, Neer, Kessel, Helden en Mejjei. De aanvrage is gedaan onder den naam uLimburgla" met de zeker, die ons betreffen onbekend, en dus onschuldig. Ik zal nog hem nog u sparen riep Hasan toornig. Denkt gij vervloekte chris ten, met mij den spot te drijven. Zeg mij uw geheim, of ik iaat uw schildknaap on- middellijk in uwe tegenwoordigheid, het hoofd voor de voeten leggen. Blijf uw eed getrouw, Meester, zeide Walter bedaard; het zat mij hard vallen van u te moeten scheiden, en u hier in de macht van dien man achter te laten. Mijn hart zou geruster slaan indien ik u op den weg, die ter eeuwigheid leidt mocht mede voeren. God heeft bet echter anders beslistZijn naam zy geprezen I Roemrijker is het on- schuldig te sterven, dan meineedig te leven. Hasan wiens woede ten top gestegen was, riep thans een paar krijgslieden bin* neo, om zich van Walter meester te maken, die zonder tegenstand zijne beulen tege moet trad. Alvorens te scheiden reikte hem Fulco de hand, om hem den laatsten broe derkus te geven. Bliksemsnel trok Hasan die band, waar- aan een gouden ring met het geslachts* wapen prijkte, naar zich toe, werd doods- bleek, beval den soldaten Walter los te laten, en zich te verwijderen, en wendde zich tot Eulco terwijl bij met gesmoorde stem stamelde Zeg my, aan wien behoort dien ring Aan mij. Wie zijt gij Uw naam I Fulco van Bern. Is uw vader in PalestiDa geweest f Of mijn vader in Palestina is geweest 1 riep Fulco in geestdrift uit; jaren heeft hij in dit land doorgebracht, en een welver dienden roem i chtergelateo. Met verrukking voor een veld, ter grootte van ruim 7000 H.A. Deze concessie-aanvrage betreft een gedeelte van het zoogenaamde Peelgebied, dat een totale opper vlakte beslaat van ongeveer 20,000 H.A. Door den Rijksopaporings- dienst van Delfstoffen zijn in dit gebied verscheidene boringen ver- richt, die de aanwezigheid van steenkolen op diepten tusschen 650 en 1200 Meter in ontglnbare lagen hebben aangetoond. De dikte der deklagen neemt naar het Noordwen. ten geleidelijk toe. De deklagen bestaan uit quartaire en tertiaire lagen en daaronder uit lagen der krijtformatie. Dit bovenste krijt be vat zeer veel zoutwater onder ster ken druk, dat zich bij aanboring door krachtig spuitende bronnen ontlast Dit grondwaterbekken, dat door den Rijksopsporingsdienst bij alle boringen werd aangetroffen, zal voor den schachtbouw in dit gebied groote moeilijkheden veroorzaken. De helling der kolenlagen is in het algemeen zeer gering enkele plaatselijk voorkomende groote hellingen zijn aan de nabijheid van storingen toe te schrijven. De steenkoollagen bereiken in het algemeeD nergens een grooter dlkie dan twee Meter. Lagen ter dikte van 0,60 tol 1,20 M. komen dikwijls voor. Hierin ligt een verschil met het aangrenzende staatsmijn gebied Vlo dropMelickHerkenbosch, waar in sommigen lagen van veel grootere dikte voorkomen. De boeveelheid steenkolen in het Peelgebied die zich op geringere diepte dan 1200 M. bevindt, wordt op 1,766,100,000 ton geschat. De kolen beneden 1200 Meter diepte, doch op niet te groote diepte om mogelyk nog later te kunnen worden ontgonnen, mogen getaxeerd worden op een hoeveelheid van 799,200,000 ton, zoodat alles te zamen genomen in net Peelgebied meer dan 2f/s mil liard ton steenkolen voor ontginning in aanmerking komt, een voorraad, die in de behoefte van ons land voor circa 200 jaar voldoende is. Op welk een ergerlijke wijss door sommige hooge ambtenaren met het belastinggeld wordt omgesprongen bljjkt nu weer uit het antwoord van den minister van Financiën aan den heer v. Ravesteijn. sprak hij altijd van zijne veldtochten, en zeker maken zy een der schoonste blad zijden zijns levens uit. Heeft hij u nimmer van Malek ge sproken Meer dan eens heeft hij dien dapperen Muzelman herdacht, als hij vertelde hoe deze veertig edele ridders, zonder losgeld ontsloeg, en hun grootmoedig de vrijheid en het leven schonk Heeft hij u nimmer iets anders aan gaande dien krijgsman medegedeeld Zoo ver ik mij herinneren kan niets dan hetgeen ik u reeds verhaald heb. Luister, en zet u over mij neder, dan zal ik u de reden verklaren, waarom het gezicht van uw ring aulk een indruk op mij gemaakt heeft. --Mijn vader was uit arme ouders ge boren, die zich veel moesten ontzeggenom hunne kinderen een fatsoenlijke opvoeding te geven. Mijn vader, die echter de jongste van het talrijke gezin was, onderscheidde zich reeds vroeg, door zijnen stoutmoedi- gen aard en behendigheid. Toen hij den ouderdom van zestien jaren bereikt had, besloot hij zyne ouders, wier zaken steeds achteruit gingen, van zijne tegenwoordigheid te ontslaan, daar zij als dan een mond minder te voeden hadden, en hij maakte zich sterk zijn eigen onder houd wel te zullen verdienen. Hij trad daarop onmiddellijk in dienst onder Malek, een krijgsman om zijne zeldzame veldheer9 talenten beroemd, en onderscheidde zich zoodanig, dat hij in betrekkelijk korten tijd tot aanvoerder van drie honderd ruiters werd benoemd. Hij huwde en leerde mij reeds vroegtijdig den wapenhandel, zoodat ik hem reeds op verscheidene veldtochten gevolgd had, alvorens de kruistochten een Het betreft den aankoop van twee panden aaQ de Kruisstraat te Rotter dam, waarop door het Rijk, enorme verliezen zijn geleden. In 1919 werden deze panden aan gekocht door het Rijk voor f 95,000 Dus in een tijdperk toen we op het gebied der huizen in een hoog-con- junctuur leefden en niemand een huis kocht dan in uiterst dringende om standigheden. Van 'die dringende omstandig beden was bier echter geen sprake, want nu. 4 jaar later, weet men nog niet, wat men met de panden moet beginnen. Deze waren dan ook zeer duur ge kocht Toen men ze eenmaal gekocht had, heeft er voor f 88,000 aan ver bouwd. En toen men ze gekocht en her steld had bleken de huiten nergens voor te deugen. Ze waren aanvankelijk gekocht voor den rijksbetaalmeester maar die is er niet in gegaan en de minis ter is er ook niet in geslaagd de panden ts verburen of te doen benut ten voor andere rijksinstellingen. De minister erkent bovendien, dat, wanneer deze panden worden ver kocht, de verliezen voor het Rijk aanzienlijk zullen zijn. Het gevolg van dit alles ls, dat deze peperdure gebouwen nu reeds 4 jaren leeg staan en ongebruikt als een dankbaar object voor de straat jeugd om er haar vernielzucht op te botvieren. Die er dan ook een dankbaar ge bruik van maakt, want er is geen ruit meer heel in. Dit alles is geen lasterpraatje, geen journalistiek verdichtsel, msar staat in een officieel stuk met de handteekeDing van den minister er onder. Het is dus zeker niet te somber of te overdreven voorgesteld. Maar dau vragen we ons af, welk een mentaliteit er heerscht bij onze hoofdambtenaren, die voor derge lijke daden verantwoordelijk zijn. Misschien was het niet oninteres sant indien eens nagegaan werd waarom deze huizen zijn aangekocht en waarom zoo duur gerestaureerd. Dat dit in 't belang van het Rijk was, is natuurlijk uitgesloten hier waren andere belangen in 't spel. Maar zullen ambtenaren, die voor dit alles verantwoordelijk zyn, nu ook die verantwoordelijkheid dragen? Moge minister Coiijn er in slagen, desnoods met harde hand, om dezen Augiasstal te reinigen. Maar dan zal men moeten beginnen om deze zaak nu niet tusschen vier muren af te doen en dan den doofpot aanvang namen, en ofschoon hij toen reeds bejaard was zullen zij, die het eerst on9 land hebben aaogevallen, indien zij nog onder de levenden behooren,zich zeer goed herinneren, hoe zij door den grijzen krygs- man ontvangen zijn geworden. In eene schermutseling, werden veertig ridders gevangen genomen, en door de krijgs wetten onmiddellijk ter dood verwezen. Mijn vader, die geenszins het nutteloos vergieten van menschenbloed beminde, en die maar al te wel inzag, dat indien er wreedheden van den kant der Saracenen gepleegd werden, dit ook de Christenen zou aansporen hunne woede den vrijen teugel te vieren, legde in den krijgsraad, aau de vereenigde bevelhebbers, al de gronden bloot, die hem noopten, de gevan gen genomen christenen aan hun vader land en aan hunne betrekkingen zonder losgeld weder te geven. Dit gedrag zoo als licht te begrijpen valt, vervulde het hart der in vrijheid gestelde mannen met eene innige en eeuwige dankbaarheid, en zelf van den kant van Malek mocht hij het ge noegen smaken te hooren, dat hij geheel in den geest van dien aanvoerder gehandeld had. Niet lang echter bleef het geluk de wa penen der Muzelmannen omzweven. Een krijgsheld om zijn deugd en moed beroemd Godfried van Bouillon door een Tancredo bijgestaan, voerde met nooit te voren ge kende dapperheid zijne drommen tegen de Saracenen aan, en ofschoon deze een tegen stand boden, die zelfs hunne krachten te boven ging, zoo werden zij toch genood zaakt te wijken, en moesten den fieren nek onder het slavenjuk buigen. De wallen van j Jerusalem bezweken voor de woede der aanvallers, en ontzettend was bet bloed* Knoeierij In 'I groot Omtrent de onregelmatigheden bij den beuw van bet nieuwe academische zieken huis te Leiden, bericht de „Tel": Het begon met den thans gearresteerden rijksbouwmeester V. Deze liet in een tyd, dat toevallig eenige timmerlieden vrij waren, door deze mannen een serre bouwen, die niet voor het ziekenhuis was bestemd. De serre werd keurig afgewerkt van glas voorzien en door arbeiders van het academisch ziekenhuis naar Den Haag getraosporteerd, en daar aan een particu liere woning geplaatst. De materialen van deze serre waren rijksmaterialen, bestemd voor den ziekenhuisbouw. En de loonen werden genoteerd op den loonstaat van het Rijk l Hiermede was het hek van den dam. Opzichters en bazen begonnen, nu zij het kunstje eenmaal van den hoogsten chef hadden afgekeken, aan de arbeiders allerlei particuliere werkzaamheden op te dragen. Hoe hooger de positie was, die de opdrachtgever innam, des te grooter was de opdracht. Er is meer dan één arbeider bereid en staat om te getuigen, dat op de ter reinen van den ziekenhuisbouw geheele ameublementen werden gemaakt, die niet voor het ziekenhuis waren bestemd en later in de stad aan een opgegeven adres werden beiorgd. Men ontzag zich zelfs niet de timmerlieden tegen St. Nicolaastijd schilderijlijsten en bouwdoozen te laten vervaardigen. Al deze extra werkzaamheden werden wriohf !n JoT>— in te «toppen. Een afschrikwekkend voorbeeld voor de verspillers van bet belas tinggeld is noodig. (Res.bode.) uau wetucu ue onaernanaen zijnde meubelen even weggestopt. Eenmaal per week. op Vrijdag, kwam de rijkabouw meester V. inspecteeren. En dan was alles in orde. Doch niet alleen op het terrein werd voor particulieren gewerkt. Ook in de stad werden graag allerhande karweitjes als schilderwerk, witten en kleine repara ties verricht, natuurlijk in den tijd en voor rekening van den ziekenhuisbouw. Die extra werkzaamheden waren zoo gewoon geworden, dat de arbeiders er een zegswyze op nahielden om aan te duiden dat er weer wat gebeurde. Weet je niks riepen zij elkander toe. En dat beteekende, dat de vrager weer iets wist, maar de opdracht had gekregen .van niks te weten". Een arbeider, die in bet bijzyn van zijn cbefs wat al te vaak weet je niks? had geroepen, zoodat men bevreesd was, dat bij al te veel wist, werd van het terrein gehaald en kreeg als uitsluitende taak het ketelhuis aao te vegen. Met deze verheffende taak was deze volslagen bouwvakarbeider van Maandag tot Zaterdag bezig. En als hij 's Maandags weer op het werk kwam, werd hem opnieuw opgedragen hetzelfde ketelhuis aan te vegen. Het meerendeel der arbeiders, bevreesd voor de boterham deed wat hun opgedragen werd door de verantwoordelijke chefs en vroeg niet verder. In de tijden van brandstof en voedsel schaarste zijn de terreinen van het academisch ziekenhuis gebruikt ter ge- J-den umuv..uovu ticiituuui» u cd rul Kt ter g moetkoming aan dezen nood. Er werden machines aangeschaft voor briketten te vervaardigen, de bouwarbeiders werden belast met het persen en afwerken der briketten, die in zakken verpakt, buiten de distributie om by de chefs werden bezorgd, Ook had men een volledige bad, in die ongelukkige stad aangericht. De kruisvaarders waadden bij den tempel van Salomo tot over de knieën in het bloed. In dezen tempel waren tien duizend Muzel mannen gevlucht en zochten achter de hen omringende muren eene schuilplaats. Maar bij de overwinners was geen genade te vinden, zij werden allen vermoord. En niet alleen vergenoegden zij zich met dooden vele ongeloovigen werden gedwongen, zich van hooge torens af te storten, ja, men deed zelfs eenigen een smartelijken dood ondergaan. Zeventig duizend menschen kwamen bij die slachting om het leven, en zelfs christenen moesten de behulpzame hand leenon de dooden te begraven, daar het aantal der in het leven gespaarde be woners hiertoe niet toereikend was. De aanvoerder echter Godfried, van Bouillon nam aan die onmenschelijkh&ïen geen deel, en belette zooveel hij kon het bloedver gieten. Maar wat vermogt hij alleen tegen een hoop zinneloozen, dte slechts aan het verzadigen van hunnen moordlust dachten t Maar ik voorzeg het u. dat dit onmenscbe- lijke gedrag eenmaal zwaar zal gestraft worden. De Imans zullen een voortduren- den en verdelgenden oorlog blijven predi ken zij zullen het volk tot den felsten haat aansporen, en den bitteren wrok, die in onze zielen huisvest, nieuw voedsel blijven schenken. De dichters hebben in hunne ge zangen reeds de bloedige schimmen der verslagenen te voorschijn geroepen, en die gezangen, die het kind op den schoot zijner moeder reeds zal leeren verstaan, die wraak, die het met de moedermelk zal inzuigen, zullen eens de schoonste vruchten dragen. Vervolg zie eerate blad.

Peel en Maas | 1923 | | pagina 5