Venray voorheen en thans. Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Fulco van lern Dit n urn mei- bestaat uit twee bladen Door den dood verijdeld. FEUILLETON. Gemengd Nieuws. Zaterdag 26 Augustus 1923 44e Jaargang No 84 abonnementsprijs PER KWARTAAL voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland (bij voot uitbetaling) f 1,30 aïzonderl. nummers 5 c. PEEL EN MAAS Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF. VENRAY. Tel. No. 51 PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct elke regel meer 77» ct Advertentiën bij abonne ment groote reductie. Volgens vroom gebruik herdenkt de katholieke piëteit in deze dagen met gebeden de tragisch omgekomeD touristen bij de auto-ramp te St. Sauveur, waar alle levenden weer zoo ernstig werden herinnerd aaD het «memento mori'' en een goed benutten van de korte spanne tijda, welke den mensch ter beschikking van zijn vrijen wil is gesteld. Onge twijfeld zal deze katholieke piëteit een bijzonder gebed storten voor den leider van het verongelukte reisge zelschap, deD heer O. Klerk te Doidrecht. tegen wiet 2 aanvallen in »l)e Protestant'', van hetwelk hij hoofdredacteur was, wij soo ber» haaldelijk, nog de jongste weken de waarheden van ons geloof moesten verdedigen. Helaas was^het vooral de Maria» vereering, welke den heer Klerk meer dan eens aanleiding gaf, om tegen de Katholieke Kerk de pole» mieken ie schrijven, welke wij niet in berinnering behoeve te brengen, en waarvan hij nog in het jongste nummer van zijn orgaan een entree filet tegen de wonderen van Lourdes besloot met de woorden, dat men er alleen vertrouwen in kan hebben »met e8n goed geloof en een kurken ziel." Reeds enkele maanden geleden nad de hoofdredacteur van »De Protestant'' doen aankondigen, dat eerlaDg in het anlUpapisliscb orgaan van »De Erangelische Maatschappij" van welke hij secretaiis was. op de jongste jaarvergadering nog her» benoemd. artikelen ter bestrijding van het genadeoord Lourdes zouden worden opgenomen. Naar wij ver» nemen, had hij zich voornamelijk met dit doel in de tweede week vaD Augustus naar Lourdes b'geven, om aldaar een vijftal dagen door te brengen. Zelfs had hy ïd het deze week verschenen nummer van »lie Piottstant," dat hij voor zijp. ver» tiek nog zooveel mogelijk had ge» reed gemaakt, doen aankondigeo »de redacttur is voornemers binnen» kort iets over Lourdes te schrijven naar zanleiding van persoonlijke waarnemingen aldzar". De dood heeft zijn voornemen ver» ijdeld de hand, die opnieuw de pen tegen de Mariauvereering zou aanzetten, ligt verstijfd ,- als het ware op den vooravond van het groote feest der Tor Hemel»opne» ming van Maria werd met zijn reis» gezelschap ook diens leider plotse» liug voor Gods rechterstoel geroepen. Terwijl het katholieke gebed de voorspraak inroept der Moeder van Christus, den Rechter over levenden en dooden, vermag dit biddende piëteitsgevoel echter niet te verzwij» gen aan de medewerkers van den heer D. Klerk» die zijn taak voort» zetten om »het ultramontanisme te bestrijden als den vijaod van onze godsdienstige en staatkundige vrij» beid (Statuten van de Ev. Mij. en motto van het orgaan De Protestant), toch ter wille van de christelijke ge» voelers, die ben en ons samenbrengen aan de zijde van dat graf bij den veischrikkelijken afgrond van St. Sauveur, voortaan mrer de aandacht te vrstigen op hetgeen ons vereent dan hetgeen ons verdeelt. Eo zoo dit niet voor htn mogelijk is, dat dan tenminste de christelijke liefde, welke wij elkander verschuldigd zijn hun de lasterlijke aanvallen doen staken, waarmee zij hun orgaan geregeld op» vullen."Nog in het nummer, dat 01 Hemelvaartsdag versoheeD, schrijven de heeren G. Westmijse, G Voet. Willem Zuidema, C. v. d. Pol, ge» holpen door enkele afvallige, vrij» denkers of socialisten weder anti» paspsche stukken, welke voortaao vervangen mogen worden dcor beschouwingen, geïnspireerd door den ernst, de verzoening en den vrede, die uit de ravijn van St. Sauveur door den dood worden ge» predikt. De Tijd. XXI. Wij zouden te kort doen aan de be- taekenis van het gezellige stadje Ven ray, als wij nu en dan niet eens het bewijs leverden, dat het in oude tijden ook zijn stof heeft geleverd voor interessante onderwerpen tot literaire gedachten. En telken jare in de schoone maand Mei, de wondermaand van bruidswit en purperend blank, de gouden schaal vol zonne en blommen, komt voor m'n geest de herinnering aan 'n teere ge schiedenis, die mijn vader zaliger ge dachtenis ons meer dan eens verhaalde, en die daleerde uit den lijd, dat zijn vader als koopman bij een kennis te Venray logeerde, liet verhaal is dus ruim honderd jaren oud. Men vond in Venray toen nog vele primitieve huizen, opgetrokken in geel leem, met oud-Frankische beschotten er tusschen, die nog een dak droegen van droevig verkleurde roode pannen, of beschimmeld stroo, dat zadelvormig of als een kap over de nok was gelegd. Aan eene' zijde van het stadje lag er toen immensiteit van heide- en heester- gewasschen waardoorheen op zeer ongelijke afstanden enkele oude pijn- boomen met waaiervormige pluimen en onlschubde of schilferende stammen oprezen, recht en hoog-op, als toonden 2e zich de seigneuren in deze vlakte van eenzaamheid en schralen eenvoud. Wel groeide er hier en daar achter dat arbuust 'n frisch roggeveld, en kleur- duizelde er 'n lap lupinen, bedwel mend van kittelend aroom. Mijn grootvader kwam er op zekeren avond laat aan zoo vertelde hij, maar was toen veel te moe om eene nacht wandeling bij maneschijn te doen. Wel wist hij, dat eene promenade daar, als de aarde in laatste zacht schijnsel opblonk, zilverig wit onder hemelstolp van maneschijn als gras- en andere halmen glimmerden, en 'n dauwig lichtrwaas dampte over het verstillende land als de krekeltjes hun dreunzang eentonig melodieerden en winde-Huister rond en ver-af ruischte; als glim- of gloeiwormpjes sprokelamp jes pinkten tusschen grassprietjes en hooi-slengeltjes als gonskevertjes hun klank-snorren staakten, en eindelijk hel ruisch-gebed van riet in plassen en ploelen, het heimelijk teer ritselen van blad en aar verstierven waarna, als de kroon op 'l werk, plots de nachte gaal aansloeg, z'n keel deed opzwellen, waaruit trillers opspoten, jubelend van geluk en dank tot den Schepper, o ja, zoo'n wandeling daar en dan, je was in staat, volgens den ouden man, om 'n wandelaar in '11 moment van zaligstem- ming te voeren. Edoch, afgemat als zijn lichaam was, dat uren lang zijn last had gedragen, werd toen. dat heerlijke gevoel voor natuur grootendeels in hem gedood, en hunkerde zijne ledematen naar de ver kwikking der zoete ruste. De kam&i», die grootvader daar ge woonlijk betrok, had haren uitkijk over 'n zee van paars en groen. Dat stemde hem toch ook weer aangenaam en ver langend. En alvorens zich in Morpheus armen te werpen wilde hij van uit het peuterige raampje den nacht gaan aan schouwen, 'n oogenblik slechts bewon deren daar den majestueuzen nacht, die dra komen ging. En terwijl hij waarnam thans, dat de laatste avondgeruchten verzwierven, wezenloos, vaag, al zachter fluisterenc over het aandonkerend groen en paars, ging vermoeienis weer 'n poosje wijken voor de machten der droomen, die stil den en kalmeerden de zenuwen. Iloe lang hij daar toen heeft gedoezeld in '11 lichte zwijm van extase, hij wist het niet, hij kon dat niet meer zeggen Maar fluisterzacht werd hij uit die ontgoocheling wakker gewiegd dooi: zangerige geluidsgolven, die kwamen tot z'n oor als uit '11 rijk van Gods- wijde landschap-stilte, ver, heel ver. Wie kon daar op dat uur toch nog zingen Zoo vroeg hij zich af onder droomerig oogwrijven. Niemand anders, zoo ver (Veivolg van 2de Blad) 10 —•Wee dan die trotsche ridders, die zich thaas reeds van geheele gewesten hebben meester gemaakt, verschrikkelijk zal hun einde zijn Aan hunne lichamen, zal de Muzelman zijne woede koelen het warme bloed dat uit hunne gapende wonden zal vloeien, zal hij diinken het Hen levenden christenen in het sangezicht spuwenen deze oorlog zal niet eerder eindigen dan tot het laatste spoor der vorstendommen, welke zij opgericht hebben, zal weggevaagd, tot de laaisie Christen zal vernietigd zijn. Na eenige oogenblikken stilte, verkreeg Hasan echter weder zijne bedaardheid terug en vervolgde Mijn vader ontkwam ge lukkig en als door een wonder aan den algemeenen moord en bereikte het open veld, waar hij zich alreeds in veiligheid waande, toen hij zich eensklaps door een vijandelijke bende ruiters omsingeld zag, en genoodzaakt was, zich over te geven. Reeds maakte men zich gereed om hem zijn doodvonnis te doen ondergaan, toen de aanvoerder zich tusschen 2ijne ruiteis eD den gevangene wierp, en verklaarde dat men alleen over zijn lijk den weerloozen man zoude naderen. Hij verweet hen hunne voortvarend- en bloeddorstigheid, en verklaarde dat hy als aanvoerder alleen het recht had, in deze zaak te beslissen. Dat zij, die zich hieraan niet wilden onder we'pen ten strengste zouden bestraft worden, en dat hij die man onder zijne bescherming nam, omdat hij de zwakste was. Zijne woorden vonden zoo veel ingang bij zijne krijgsmakkers, dat zij beschaamd den degen opstaken, en achter uit weken. Toen bood de onbekende mijn vader een tweegevecht op leven en dood aan, indien deze door zijne handelwijze zich soms beleedigd mocht gevoelen, hetgeen echter Malek afsloeg, daar hij den redder zijns levens toch moeilijk met de wapens in de vuist voor zijne ijverige bemoeiingen kon dank zeggen. Hij werd nu naar de voorposten van het Christenleger gevoerd daar in de tent des aanvoerders rijkelijk van spijs en drank voorzien en voor alle beleedigingen geviij- waard. Toen de nacht aangebroken was, werd hij door den onbekende zacht in zijne rust gestoord, die hem van geld en andere kleederen voorzag, en hem aldus aan* prak Malek 1 Uw naam nog uw wezen- trekken zijn mij uit het geheugen gewischt Eenmaal hebt ge mij en mijne metgezellen grootmoedig de vrijheid geschonken, ik wil u met gelijke munt betalen. Gij zijt vrij Gij kunt u begeven waatbeen gij verkiest Ofschoon gij een ongeloovige zijt, zoo stel ik echter prijs op de vriendschap van een edelaardig menschmogen eenmaal de schaduwen, die u thans omzweven, voor het schitterend licht des kruizes verdwijneü en eij met ons eenmaal het geloof belijden, dat u tot op dit oogenblik zijne vei kwik- kende stralen onihouden hetft. Niet ver van hier, aan den zoom van ginds bosch staat uw e:gen paard gezadeld, ik zal u derwaarts begeleiden, en als ge u weder bij uwe benden bevindt, herinner u dan dezen nacht, en denkt dat er onder de christenen ook menschen zijn, die manne lijke dapperheid en grootheid van ziel op waren prijs weten te stellen. Nadat hij deze woorden gesproken had, trok hij dezen ring, dien gij hier aan mijnen vinger ziet, van zijne hand er reikte dien mijn vader toe, die hem in sprakelooze aandoening aan zijne lippen drukte, en slechts door een handdruk zijn gevoel kon te kennen geven Hy keerde nu veilig tot de zijnen weder, en mocht zich eenigen tijd in het geluk zijner kinderen verheugen, toen hij bij een uitval der christenen ernstig gewond, en bijna in stervenden toestand thuis werd gebracht. Toen hij zijn einde voelde nade ren, liep hij mij aan zijne legerstede, gaf mij den ring, die htm zco dieibaar was. als hèt laatste pand zijner liefde, en ver maande mij steeds met gematigheid te werk te gaan, dien ring immer m hooge waa; de te houden, en mij nimmer van hem te ontdoen. Die gelofte aan het bed eens stervende vaders afgelegd was mij heilig, en immer heb ik zooveel mijne drif ige geaardheid zulks toelieten, mij er aan gehouden. Na den dood mijns vaders werd ik in zijne plaats benoemd, en het was mijn streven, den naam van den ove; ledenen. die ook de mijne was, met nieuwen luister te omgeven- Ik spaarde om dit doel te bereiken, nog opofferingen nog moeite, en ofschoon ik wel eens den weg my afge bakend, heb verlaten, zoo mag ik mij ech ter beroemen nimmer de wetten der mem schelijkheid overtreden te hebben. De ziedende toorn waartce gij mij straks vervoerd zaagt, was, verzeker ik u, slechts geveinsd. Ik meende door krachtige, door geweldige middelen, u het geheim te ont wringen, dat gij zoo edel bewaard hebt. Het is mij onbeschrijfe:ijk u het gevoel te zeggen, wat ik gevoelde toen ik uwen ring moedde hij, dan '11 voorbijtrekkenden schaapsherder, die te midden van den acht met zijne kudde onder loomen tred kooi-waarts sukkelt. En toen wilde hij het kleine venster ke nauw hoorbaar dicht floepen, als plots het hem toescheen, of klonk de stem al naderbij hij wachtte nog 'n poosje, en luisterde aandachtig, ja, het was zoo, hij kon het vreemd gezang- al meer en duidelijker onderscheiden en tot z'n niet geringe verbazing was het geen mannenstem. Vlug, nieuwsgierig maar ook ver langend hing hij z'n hoofd even buiten het raampje, en poogde te peilen in de donkerte, die allengskens grauwer was gaan worden. Daar schoot de maan an achter 'n wolkenstoet uit, en bij de kronkeling van een smal pad, dat zich door de heideboschjes slangde, ontwaarde hij eene nog jonge vrouw, die, voor zoover hij nog onderscheiden kon, op hare armen droeg '11 reuzen- boeket- van veldbloemen en blaren. In haar blanke lichtkleurige japon, die in zachtbeweeg door'n truzelwindje om hare beenen zich plooide, en som wijlen glansde in het zilveren lichtge- flonker der maan, was zij op dat moment als '11 sproke-wezen, als 'n. hernelsch visioen, waarvan de dichters muzenzonen zoo vaak vol weeken gloed hunne harpen smachten laten. Al voortschrijdende, langzaam, om zichtig, zong zij hare trieste melodieën die rondzweefden als golfjes-geruisch jouden nachtstilte, als klonk er uit op de snik van het minnen en heilig werden ze voor hem van toon, als kwam tot z'n oor 'n echo uit kerkege- welf, 'n zacht murmelend koorgezang- uit engelenmond iu droefle van weenen tot God..:., Eindelijk zag hij haar de richting nemen van den doodenakker, die daar een eind verder lag, rustig en klooster- stil. En hij zag in het zilveren, heldere schijnsel der maan, hoe zij, daar aange komen, het houten hekje opende en er binpen trad,. Van tijd tot tijd bleef ze staan tus schen -kruisen en tomben. Na enkele oogenblikken zweeg ze, en verdween eensklaps in de wijde heidevlakte, Dat was alles, wat hij met al zijn staren verder kon opmerken. Maar nog lang, heel lang daarna bleef hij diep getroffen door de bekoor lijkheid van deze mysterieuze ver schijning.... Den anderen morgen vertelde hij zijnen gastheer, wat hij gezien en ge hoord had. »0", zeide deze, zonder de minste verwondering te toonen, »dan hebt ge Simpele Anna zien voorbijgaan, zoo noemt men dat meisje hier." »Simpele Anna Wat eigenaardige naam Schuilt daarachter wellicht een of andere historie of drama" vroeg mijn grootvader. «Geraden" hernam z'n vriend, »en wel een droeve historie Sedert verscheidene jaren al beweent dit arme meisje haren verloofde. Die ongelukkige kwam op tragische wijze aan z'n einde bij het uitdiepen eener zandgroeve hier in de omstreken, werd hij door een reusachtig blok afstorten- den grond doodgedrukt. Het jammeren de kind heeft de ontzetting van deze ramp niet kunnen weerstaan, en is terstond na de gebeurtenis krankzinnig- geworden. Allen noemen haar Simpele Anna. De dorpeling, die deze droeve schoone dagelijks door velden en over de akkers ziet dwalen, groet haar met alle eer bied. De armen en behoeftigen ver eeren haar als 'n heilige. Vaak gaat zij bij hen 0111 den huiselijken haard zitten, in gezelschap van hare moeder, die weduwvrouw is, en die juist in de liefdadigheid en in goede werken ver zachting, troost, leniging zoekt voor hare ontzeglijke droefheid en smart. In de lentetijd dwaalt de schoone Anna vaak door de onmetelijke heide, maar zij vergeet nooit voor ze 's avonds of 's nachts huiswaarts keert, om op de grafzerk van haren, zoo rampzalig omgekomen verloofde, neer te leggen een reusachtige garwe van kleurrijke, ersche Meibloemen. GERHARD KREKELBERG Ktigpijo waarschuwt Iedere hardnekkige pijn in het smalle gedeelte van den rug waarschuwt u om acht te s'aanopuw nieren. Zware, slepende rugpijn en scherpe steken bij bukken of plotseling keer en, wijzen op gezwollen, ontstoken nierenpijnlijke, overwerkte en vermoeide nieren. De (aak der nieren is om het urinezuur uit het bloed te filtreeren. Kouvatting, koorts, overwerking en buitensporigheden over spannen de nieren en veroorzaken ont steking. Zulk een in den aanvang lichte ontsteking leidt bij verwaarloozing metter tijd tot niergruis, waterzucht, rheumatiek, of een chronische nierkwaal. Let op nieren, zoodra de rug pijn begint te doen. Zie toe 0! de urine afwijkingen vertoont, te schaarsch of te veelvuldig ge loosd wordt, brandend, pijnlijk en vol be- zink»el is, een abnormale kleur heeft enz. Let ook op hoofdpijn, aanvallen van duize« ligheid, een voortdurend vermoeid gevoel en zenuwachtigheid. Als uw nieren verzwakt zijn, gebruik dan Fostei's Rugpijn Nieren Pillen, het genees* middel, dat ruim 50 jaren lang zwakke nieren heeft genezen en over de heele wereld wordt aanbevolen. Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken a f 1.75 per doos. 30 ontwaarde; h:er hebt gij den mijne, zie ze gelijken volkomen op elkander. Laat ons bid ik u, die voorwerpen vei w isselen, die on9 thans zulk een grooten dienst bewezen hebben. De vaders zijn vrienden geweest, laat de zonen broeders zijn I Fulco reikte Hasan bewogen de hand en reikte hem het verlangde kleinood toe, dat deze met vuur aan den vinger stak. Dank zij u, o Allah "riep de Muzel' men uit, dat gij mij in steat stelt denzoon des mans, die eens mijn vader het leven redde, naar waarde te kunnen beloonen. Gij heer ridder en uw schildknaap zijt vrij, want alleen met vrije mannen sluit Hasan een verbond van vriendschap. Begeef u werwaarts gij verkiest, en blijft mij in liefde gedenkenEchter moet ik u bidden, het uur uwer viijheid nog wat uit te stel» len. Het zou van mij eene onvergeeflijke lichtzinnigheid zijn u thans te laten vertrek ken, de gehetle vlakte is met onze krijgs lieden bedekt, en gij zult dus nog eenigen tijd, maar als viije mannen, mijne banier moeten volgen. Wilt gij vertrekken, het staat in uwe keuze, maar gij hebt alsdan veel kans om in handen van andere vijan den te vallen. Kies dus, aan uw verzoek zal onmiddellijk voldaan worden. Wij vertrouwen ons aan uwe eer toe. zeide Fulco, en hopen dat gij onze ver wachting niet zult beschamen. Ik dank u voor dat blijk van vertroui wen, ze'de Hasan blijkbaar aangedaan, het zal niet teleurgesteld worden. Vertel een maal Heer Ridder, bij de uwen weder ge< keerd, aan uwen grijzen vader, dat het geslacht der Malek's zich dankbaar genotene weldaden herinnert, en moge de God, dieD gij aanbidt, u verder op uwen levensweg vergezellen. Tot het oogenblik uwer vlucht dat w«ldra zal aanbreken, blijft gij onder Ingezonden Mededeellngen Jacht In Limburg. Ged. Staten van Limburg hebben bepaald» dat de jacht op grof en klein wild in de provincie Limburg zal worden geopend op Zaterdag 25 Augustus a.9, met zonsopgang met uitzondering van de jacht op hazen en fazanten, waarvan de opening zal plaats hebben op Zaterdag 29 September a.s met zonsopgangdat de jacht op grof wild ook zal zijn geoorloofd gedurende de maand December dezes jaars, doch slechts tot het tijdstip voor de sluiting dier jacht nader te bepalen dat gedurende den geopenden jachttijd de korte jacht alle dagen der week, uitgezonderd des Zondags en de lange jacht tweemaal 's weeks en wel des Maandags en Donderdags mag uitgeoefend worden. Elke milicien een lijfarts Het Centrum is over de bezuiniging, zooals die door verschillende departemen ten wordt toegepast, niet erg tevreden. Bij militaire zaken vooral heeft men om trent de zoo dringend r.oodige bezuiniging al heel rare ideeën mijne bescherming, gij behoeft niets te vreesen, en zijt hier zoo veilig, als onder het ouderlijke dak. Bij deze laatste woorden verliet de edele Tutk de tent en Ridder en schildknaap vielen op hunne knieën om God voor die onverhoopte redding, uit den grond des harten, te danken. IV. Plannen. Nadat Herman van Heusden, gelijk wij in een vorig hoofdstuk gezien hebben, ver lokken wa9, bleef Graaf Dido nog langen tijd in een diep nadenken verzonken. ïiij vroeg zich zeiven de reden af, waarom de Ridder hem thans een bezoek was komen brengen daar bij vroeger zijn bloedverwant zoozeer verwaarloosd had, en hem bijna geheel scheen vergeten te hebben. Zou hij misschien, ging hij halfluid sprekende voorr, zou hij iets van Fulco vernomen hebben, en het mij door medelijden bewogen niet durven mededeelen? Hij heeft mij nog op zijn ridderwoord verzekerd, dat dit het doel zijner komst nret was. Wat zijne voor stellen aangaa', hoe onbaatzuchtig hij deze ook voorgedragen heeft, zij eiscben ech-er een rijp beraad en een goed oveileg. Ik zal het beste doen vader Ambrosius eens bij mij te ontbieden, bij ten minste kan mij raad en hulp verleenen. Ware ik niet zoo slecht ter been, dan begaf ik mij in persoon naar zijne kamer, thans zal hij het mij niet euvel duiden, dat ik hem in de mijne verzoek te komen. Hij ombood daarop een bediende, dien hij gelastte vader Ambrosius uil ie noodi gen, eenigt oogenblikken met h» m een mondgesprek te hebben. Wo.'dt vervolgd.

Peel en Maas | 1923 | | pagina 1