Venray voorheen
en thans.
De Zomertijd.
x
Wat is de huiselijke haard
Gemengd Nieuws.
decs fabriek iou mogen blijven ruilen
eindigde spreker zija toespraak.
Da Voorzitter denkte den gaestel^ken
adviseur voor de waardeerende woorden en
de leden voor de op zoo'n aangename
w\jze gevoerde diicuseiet en wijl verder
niemand meer bet woord verlangde «loot
by de vergadering met den chriateiyken
groet.
In eene kerkrekening der parochie
Venray van het jaar 1767 staat te
lezen, dat het »Sacramentahuisje''
toen gewit werd, terwjjl als gewoon»
lijk de rug oi de achterzijde was
zwart gemaakt. Op dit oud stuk
archief zijn wij afgegaan om te ach-
terhaleo, wat dat Sacraments-huisje
eigenlijk te beteekenen had. En na
lang zoeken vinden wij eenige aan»
teekeningen over de oude heerlijk
heid, de gemeente en de parochie
kerk te Venray, van de hand des
heeren Van Haeff, die in het jaar
1862 aldaar Pastoor was. Hij zegt
daarin, dal het beroemde Sacraments
huisje of theoteka, zooals de kerke»
lijke benaming luidt, eenvoudig is
vernield. Het was inderdaad volgens
v, H. een monument, dat veler be
wondering heeft gewekt. Het werd
ontworpen door «Meester Merten
Zei" en in 't jaar 1516 aangenomen
door »Mr. Willems die byldsnveder
(■beeldhouwer) van Weesel'* «n »Mr.
Kerstgen van Ryngenboerch" voor
100 Philipsgulden.
Er werd bedongen, dat het omtrent
Paschen 1517 te Venray zou geplaatst
werden en dat 20 of 25 gulden
vooruit betaald zou worden om
steenen te koopen. Het werk zou
gedeeltelijk te Calcar fhij Cleve) ver»
vaardigd worden waar de kerkmees
ters het moesten doen afhalen.
Toen dan ook in het jaar 1660 de
vicaris-generaal van Oeveren van
Roermond een kerkbezoek bracht te
Venray, en hij daar het bewuste
Sacramentshuisje aandachtig opnam,
roemde hij het als een zeer merk
waardig stuk, dat bijzonder geschikt
was om er H. Hostiën in te bewaren
Maar ook hier weer deed zich het
bewijs voor, hoe weinig kennis of Je
menschen veelal hebben van derge
lijke monumenten. Stukken werden
er afgeslagen en gestooten, en men
verleide mij dat de misdienaars van
dien tijd er met den kaarsendomper
op timmerden, om 't «ouwe ding"
maar zoo gauw mogelijk naar de
maan te helpen.
Toen wij in het jaar 1890 een be
zoek brachten aan deze parochiekerk
werd ons verteld, dat van voornoemd
Sacramentshuisje nog stukken waren
te vinden bij de kapel te Oostrum.
Misschien bestaan ze er nog wel. By
dat zelfde onderzoek vonden wij nog
onder de kerktoren een prachtige
Dat bedoel ik niet... traohtte Henri
te eeggen.
Maar wat aao t
Ik wae jniat van plan, met n over
dat pakje te epreken.
Te epreken I... Mij dnnkt, dat ik u
daaromtrent geen verklaringen ichuldig
ben I
En tooh bevind ik my eedert een
paar nreo in een toeatand, die mieiobien
buitengewoon ia, maar die my tooh ver
plicht, om, alvorens aan nw varsoek te
voldoen, n eonige ophelderingen te vragen.
Wilt gfj mij die geven t
Ofecboon ik het teer vreemd vind,
antwoordde Gaston, ben ik tooh bereid
nw vragen te beantwoorden, hoewel ik
bet n gieteren nog onder alle omstandig,
baden geweigerd zoude hebben. Gij neemt
namelijk op eena znlk een in bet oog
loopend vreemde houding in die zaak aan,
dat ik het beter aoht, u ronduit do waar»
haid te zeggen, en de motilijkneden, die
gij mij miasohien in den weg wilt leggen,
te leeren kennen en zoo ipoedig mogelijk
nit den weg te ruimen.
Hoewel Henri zeer goed gevoelde, dat
Gaston's gesegde en de toon, waarop hij
eprak, kwetaiod wae, gaf hij met eoo
hoofdknik te kanoën, dat bij met Gaiton's
woorden genoegen nam.
Deze keek hem verbaasd aan wel b--
greep bij ten deele, wat er in Henri om
ging, en welke de vragen souden zijn. die
hij hem ion itellen, maar Dij vermoedde
niet, dat Henri reede bekend was met een
deel van bet geheim, dat de brieven be
vallen-
Hedenmorgen heb ik vernomen, zeide
Henri, dat de brieven, dit gü mij in
ijzeren deur met twee sloten, alles
bijzonder kunstig gesmeed, alsmede
nog een laatste overschot eener
fraaie grafzerk met koperen platen
in het midden.
Op de hoeken bevonden zich de
zinnebeelden van de vier Evangelis
ten, de arend, de os, de Engel en de
leeuw. In 't midden zag men een
dubbelen keizerlijken arend, en aan
weerzijden een staanden Engel met
een Miskelk in de handen die ze om
hoog houden. Om den steen waren
slechts enkele letters nog zichtbaar.
Er moet lang voor dien tijd het jaar
tal 1493 op gestaan hebben. De
priester, die er eenmaal op het koor
onder begraven lag, was Gijsbertus
de Foramine, die door Paus Pius II
voor zijne verdiensten aan de kerk
geschonken, werd betiteld als kamer
ling, secretaris, huisgenoot, kanun
nik en aalmoezenier der Apostolische
Kamer.
We hebben al eens meer er op
gewezen dat voornoemde pastoor (in
't Nederl. van der Gaet geheeten) een
merkwaardige priester was in Neder
land. Daarom zou 't uit een oogpunt
van achting voor zoo'n man van be-
teekenis te wenschen zijn geweest,
dat het geheel weer hersteld was ge
worden, bijvoegen wat er aan ont
brak, en dien steen ergens in een
der kerkmuren was gemetseld ge
worden.
Zoo'n veel zeggende, oude gedenk
stukken als rommel bij het puin
werpen, waartoe onkundigemenschen
in staat zijn, zou toch eene schande
zijn geweest.
Ter verduidelijking van voornoemd
merkwaardig stuk zullen we nog een
kleine explicatie bijvoegen over de
symbolen der Evangelisten het
Evangelie van Matheus heeft eeu ge
vleugelde mensch (maar geen engel)
omdat zijn Evangelie begint met de
geboorte van Christus als mensch.
St. Lucas heeft tot symbool den os,
omdat zijn Evangelie aanvangt met
da offerande van Zacharias. Met
offerde gewoonlijk een rund. De
Evangelist Marcus nam als zijn zin
nebeeld de leeuw omdat hij aanvangt
met de prediking van Joannes, die,
zooals we weten, wordt vergeleken
bij de roepende in de woestijn. Omdat
Joannes tot den Hemel opstijgt nam
men voor hem tot symbool de Arend.
Daar bestaat een oud rijm onder 't
volk, waarin men, by aandachtig na
lezen, alle voornoemde symbolen kan
ontdekken. Het luidt
De schilders in 't gemeen, die maten
en verzinnen
Een Engel hij Matthee of Serafijnsche
man,
Een os. bij Lucas, een leeuw bij
Marcus en een arend by St, Jan,
Mij dunkt, 't is goed bedecht en
wijeelik verzonnen,
Want Christus d'Opperheer der Se
rafijnsche schaar,
Is als een os geslacht, heeft als een
leeuw overwonnen,
bewaring bebt gegeven, ten gebeim in»
houdeo, dat den goeden naam der gravin
De Mallepeyre kan benadeeien en mieiobieo
geheel kan verwoiaten. O ij weet, dat ik
mejuffrouw De Mellepeyre bemin en ik
mag er bijvoegen, dat die demi mijn
liefde beantwoordt. Gij begrijpt dni, dat
iete, wat mat die femilie in verband ataat,
mij niet onversobillig ie. Ik verzoek n due
mij te willen mededeelen, welk gebruik gij
van de brieven denkt te maken.
Hij sprak op vaeten en overtuigenden
toon en sag Gaston gsdnrsnde dien tijd
strak aan.
Is dat alias, wat gij mij ts vragen
bebt vraagde Gaston.
Ten minste voor bet oogtnblik.
Goed, ik zal met open kaart met u
spreken, hoewel ik betwijfel, of mijn ant
woord n bevredigeo sal de zaak moet
tnszohen ooz nu tooh opgehelderd worden.
Ik zeg n duz, dat ik u zal mededeelen,
wat ik met de brieven denk te doen, zoo-
dra ik ze wider in mijn bezit heb voor
dien tijd vertel ik n nietz.
Ii dat uw laatste woord t
Mjjo laatste woord.
G j bebt beloofd, mij opheldering te
geven, en nu staart gy mij met een kluis
je io het riet, antwoordde Henri, bleek
wordende.
Gaston's gezicht werd vnnrrood, en door
•én opwelling van toorn gedreven, maakte
bij onwillekeurig een slap voorwaarts, maar
bij bisld sicb in en antwoordde
Hedenavond om tien nnr ben ik in
de olub, en verwacht dazr mijn brieven
soodra gij aan dien plioht voldaan hebt,
spreken wij elkander nader,
Ik ben tot uw disast, antwoordde
En stijgt ten Hemel op gelijk eeu
adelaar.
Het is o.i. niet onbelangrijk hler
aan toe te voegen,,dat te Venray ook
in de 17e eeuw gebrand glas werd
gemaakt met geschilderde voorstel
lingen. Men noemde het huis of dien
bouw voor aanmaak van gebrand
glas De Boschhuizen. Later hebben
de menschen der omgeving ten be
wijze of herinnering aan die fabrika-
tie nog diverse kleine stukjes glas,
scherfjes, reepjes en splinters ge
vonden.
De producten dezer inrichting, die
toch toendertijd voor onze provincie
van groote kunstwaarde getuigden,
bevonden zich o.m. op de pastorie,
in het klooster der Minderbroeders
en in de kapel van Veltum. De
glazen die op de Boschhuizen zelf
stonden, zijn door handelaren opge
kocht. Enkele zeer mooie geschilder
de glaien bevinden zich nog op de
pastorie en in het Minderbroeders-
klooster.
Meestal zijn het voorstellingen
van oude familie-wapens. Maar alles
is van treffend mooie uitvoering in
polychrome.
In de groote zaal der pastorie
bevinden zich 4 fraaie kunststukken
dier geschilderde glazen.
In het kleine kamertje voor de
groote zaal, en in de spreekkamer
bevinden zich nog samen een zestal
allerkeurigste geschilderd-glas-ramen
Het klooster der paters Minderbroe
ders bevat er ook een achttal, terwijl
in de sacristie een zestal worden
gevonden. De refter bevat er ook zes.
De familienamen der schenkers en
schenksters laten we hier respectieve
lijk volgen (Pastorie) Henricus
Stijcs pastoor te Bree 1719 Leo-
nardus Vissers, pastoor Blitterswijk
1719 Wilhelmus Sonnemans 1719,
Missionaris Johannes Verbeijen,
pastoor Broekhuizen 1719: Daniel
Meurs 1719, pastoor te Wanssum
Anselmug Verburgbt pastoor te Wan-
roy 1719 Petrus van Neer, pastoor
te Grubbenvorst Petrus Berberen,
1719 pastoor te Oerlo.
(Klooster Minderbroeders) Caspar
van Weedt en Margareta Quadt von
Abracht 1653; Barthold van de
Voort, Heer van Aldendriel, en de
vrouw Christine Wytenham 1653
Joncko Joseph de Smidt 1653
Joseph Georgh van Lom zueWes-
tring en Margareta van Waes 1635
Joncker Jacob van der Cammen
Joncker Rogie van Broekhoven eu
juffrouw Jacquline v. d. Cammen
1653 Jan van Bocholtz zu Bocholtz
1653 Herman Snater Schouwen-
bosch 1653 Jacob Vermeulen en
Aaltje Boom 1653 Jacob van Duis
burg. en Trieneke Jansen 1653
Gerrit Jan Heesen en Jenneken
Thijssen 1653 Jan de Lauwe en de
Majken Bloemert. sijne huijsfrouw.
Gerh. Krekelberg.
P. S. H. te Venray. Neen. De
Henri. Ik iel de brieven u persoonlijk
overhandigen, opdat er geen lieden van
verdacht allooi weer pogingen in het werk
stellen, ze zich toe te eigenen.
Met een stijven groet verliet bij deD
persoon, dien hy tot nu toe ais ifjn vriend
beschouwd bad, en deze ging weder naar
zijn rijtnig, om verder te rijden.
Alvorens Gaston zijn kostsisr medege
deeld bad, weer bij zich heen wilde bege
ven, zeg hij de jonge sangerez bleek eD
ontdaan ds hcisdeur openen, Minny had,
toen Henri baar verliet, baar veneter ge
opend, om bem na te zien, en had toen
opgemerkt, boe bij juiet voor haar dear
den man ontmoette, dien bij in zijn woning
wilde gaan opzoeken. ZU kon na'nnrlijk
niet booreo. wat er tussnhen bea verhan
deld werd, maar dit nam niet weg, dat zij
nit beider bonding alles begreep, sa niet
behoefde te twijfelen aan den uitslag van
het onderbond. Zij had gezien, hoe kond en
itiif zij efsobeid namen en in doodanget
vloog zij de trappen af. om eioh door Gas
ton te leten mededeelen, wat eij reeds ver
moedde.
Gaston had hear ternauwernood gezien,
of hij zoelde nasr beer toe, maar bleef
vereobrikt staan, toen bij zag, boe oatdean
zü er nitzeg.
Mijnheer De Marei, zeide zij, toen zij
baar tegenwoordigheid van geest herkreeg,
hebt gij een oogenbllk tijd voor mij I
Ik zei mg hoogst gelnkkig aobten,
mejuffrouw Millner, ais gij over mijn tijd
wilt beschikken.
Gaelnn ging voornit en Minoy volgde
bem. Toen zij in bet salon gekomen wnrzn.
wees eij hem een atoel een, terwyl zij
zelve op de sofa plaats nam. Gaston die
beschrijving van voormalige gezel»
schappen, zooals de oude St. Nico»
laas-gilde is nog niet aan de beurt.
Maar ook over dit interessante oude
koopmansgilde «Sint Nicolaas" zult
u een aparte mededeeling in Peel en
Maas te lezen krijgen. Nog wat ge»
duld s.v p.
Voor den Vader de haven der ruste
Voor de moeder de wereld.
Voor den zoon het plechtaker.
Voor de dochter de oefenschool.
De plaats waar men allen die in
het drama des levens een rol spelen
zonder blanketsel en klatergoud ziet.
De toetssteen van het karakter.
Iels waar da jeugd op hoopt, waar
de mannelijke leeftijd voor zorgt en
w;ar de ouderdom dankbaar voor is.
Een schip op de levenszee, waar
de kapitein door een bekwamen eer»
sten stuurman wordt ter zijde ge»
staan.
Een groote spiegel waarin wij van
beide zijden gezien worden.
Een plaats, die gemakkelijk ver»
laten, maar niet gemakkelijk verge»
ten wordt.
De plaats waar de grooten soms
klein en de kleinen soms groot
zijn.
De school voor het menschdom,
waar man en vrouw, oudere en
kinderen elkaar wederkeerig opvoe»
d6n. -
Het rijk der liefde, waar de
moeder koningin is.-
De beste plaats voor een getrouwde
man als zijn zaken zijn afgeloopen.
De plaats waar een man het best
behandeld wordt en waar hy het
meest bromt.
De plaats waar alle getrouwde
mannen en vrouwen 's avonds behoo»
ren te zijn.
Enorm groot is de actie die van
alle zjjdeD gevoerd wordt tot behoud
van den Zomertijd. Id alle rangen
en klassen der maatschappij vind het
besluit tot afschaffing hevige bestrij»
ding, en er wordt geweldig voor
geijverd om de Zomertijd te hand»
haven.
Onder de artikelen die in zoovele
bladen voorkomen voor deze actie
vinden wij het volgende, dat ge»
plaatst is iD »St. Christoffel'' bet
orgaan der R.K. Vereeniging van
Handelsreizigers, bijzonder lezens»
waardig.
Het zal velen onzer leden met ons
verbaasd hebben te lezen dat de
Zomertijd, waarmede bijna geheel
Nederland behalve enkele laüd»
bouwers waren ingenomen weer
van de baan is, tenminste als de
nieuwsgierig wee naar de oorzaak vao dit
zonderlinge gedrag, wilde heer een -reeg
doen, meer zij voorkwam hem.
GU wilt my gaarne een dienst bewy-
zen, nietwaar t vraagde zjj.
Wat kan ik doen om u van nnjo
goeden wil te overtuigeo, juffrouw Mincy t
Op bet oogenblik weeeoh ik nieta
andere dan een duidelUk antwoord Wat
la er tuiechen u en mijnheer De Lsngee
voorgevallen I
Nieta, juffrouw Minny, antwoordde
Geeton verlegen. Henri verzoekt mij
een dienzt dien ik hem niet kan bewijzen,
en daarom ia bij verdrietig van mij weg
gegaan.
Dat is niet eoo ik siond toevallig
een bat venster en heb u gtdegailegen
mynheer De Langes heeft n verlaten op
een wijze tlaof gü elaear voor het eeret.
of voor het laatst gegroet bedt 1 Heeft bij
n uitgedaagd I
Zy zag Galton opmerkzaam aan deze
maakte een beweging van ongeduld.
Hebt gij ons gesprek gehoord t
vraagde hy.
Neeo, maar ik vermoed wet er voor
gevallen ia, ik bid a traobt my niet te mis
leiden ik heb goed geraden, gy zult vol
gen» de gewoonte in nw kringen met el
kander duelleer» I
Maar...
Zeg my op uw woord ven eer, wat is
er dan gebenrd t
Het ie de moeite niet waard, om er
over te spreken, antwoordde by ontwü-
kende, en van een dnel ia nog geen
aprake.
Vervolo zib iemte blad
Eerste Kamer zich er niet over er»
barmt. Ondanks het feit dat men
zeker weet dat er millioenen mee
bespaard worden aan gas en elee»
trisch licht, ging hier blijkbaar het
mindere voor het meerdere en was er
in onze 2de Kamer een meerderheid
te vinden welke tot afstemming be»
sloot.
We zeggen helaas.
Helaas vooral omdat de argumen»
tatie ons zoo weinig steekhoudend
leek dat het ons lust een enkel deel
uit het betoog van den heer Braat
naar voren te brengeD.
Zoo merkte deze o.m. op, »dat
de zomertijd storend werkte op het
gasbedrijf en een onguustigen invloed
heeft op bet electriciteitsbedrijf. Zoo
is het bijv. in een gemeente voorge»
komen, dat er f 12,000 minder
moest worden geboekt,.wegens min»
deren verkoop van electricitoit, en
;n vele andere plaatsen heeft men
door het mindere gebruik en dezelfda
exploitatiekosten een hooger prijs in
rekening moeten brengen. Overal
dus winstderving wat een schadepost
beteekent voor de gemeentekas
Zoo had men in Haarlemmermeer
een winstderving van f 66 000
wegens minder stroomverbruik eu in
Amsterdam 1150 000 voor de elee»
triciteit en f 20 000 voor het gas.
Het is mij niet duidelijk, hoe men
dan kan spreken van een voordeel
voor de' gemeenten.
De heer ter Laan zegt nu, dat ik
het niet begrijp, maar ik bezie de
zaak van een anderen kant dan hy.
De gemeente maakt winst op elke
hoeveelneid stroom of gas, die zij
verkoopt en als zij minder verkoopt
is het een schadepost voor de ge»
meente.
Inderdaad gaat het er om hoe men
de zaak bekijkt Als men meent,
dat het Nederlandsche publiek er is
om winstgevende gemeentebedrijvea
in het leven te roepen, dan heeft de
heer Braat juist gezien, meent men
echter gelijk wy dat de ge»
meentebedrijven er zijn voor 'tpu»
bliek, dan is rijn redeneering er
vlak naast.
Daar komt nog meer bij. We
kunnen zijne redeneering ook gaan
ontleden en zeggen aldus In Am»
sterdam is volgens den beer Braat
door den «Zomertijd'' 170.000 Gld.
minder winst gemaakt. Zou mogen
aannemen dat bedoelde bedrijven
een netto winst maken van 5 pCt.
dan staat daarmede vast dat alleen
in Amsterdam 3,400,000 Gld. min»
der gas en electrisch is gebruikt,
zoodat de .Zomertijd" aan de Ge»
meente weliswaar een winstderving
van f 170,000 heeft gebracht, maar
aan de burgers der gemeente een be»
sparing heeft bezorgd van ongeveer
3i/s millioen gulden.
Het is nu maar de vraag wat het
zwaarste moet wegen.
Wy hopen dan ook stellig, dat de
Eerste Kamer in dezen een breederen
kijk op het vraagstuk zal hebben en
de wet zal verwerpen. Daar zal
heusch geen ministercrisis door ont»
staan.
Hoewel hier in geen enkel opzicht
speciale Handeisreizigersnbefangen
bij betrokken zijn, en we een actie
ten deze dan ook niet strikt nood»
zakelijk achten, kan het toch nut
hebben op de desbetreffende lysten te
teekenen.
Vergiftigd bontwerk.
Do doktoren te Londen en de hospitalen
behandelen momenteel versoheideoe ge
vallen van hnidvergiftiging bü vrouwen.
Vermoed wordt, dat de oorzaak in goed
koop geverfd bontwerk gelegen ia. De
vergiftiging doet zich voor aan bet gelaet
en den hals.
Volgeos verklaringan van een Londeaioh
bnidepenialiet, wordt de vergiftiging ver
oorzaakt door eekere chemicaliën, welka
bü het verven worden gebruikt en de
boid prikkelen.
Near verluidt ia het bontwerk van bat
vasteland afkometig en voornamelyk -ko-
nünenpela" hetwelk als dat ven bevere
wordt geverfd en zeer in zwang ia.
Londeoioha ptlabandelaara nellen nn
etn onderzoek in.
Da slaapziekte.
De ziaapziekte breraobt, behalve in
Amerika, ook ia arnetige mate in Rusland,
Te Moskou alleen werden meer dan 50
gevallen opgeteekeDd,
In Siberia heeft de ziekte zulk een oma