P. HENDRIX VENRAY Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Tweede blad Phoenix en Teutonia Naaimachine's A. H. DE HAEN. man's Ideal Fountain Pen maakt het briefschrijven gemakkelijk. A. DE HAEN. in uw KLOOSTER BALSEM Firma van den Munckliof. kinderwagens, promenade-, klap-, sportwagens Plaats SalsElI Wat onze Marine in den Oorlogstijd gedaan heeft. beste Naaimachine loopramen, kinderstoelen, rieten en teenen wiegen, luiermandjes en rijwielstoeltjes. Woensdag 28 Sept. Zaterdag 17 September 1921 42e Jaargang. No 88 ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland by vooruitbetaling 11.30 atzonderl. nummers 5 c. PEEL EN MAAS Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY. Tel. No. 51 PRIJS DER ADVERTENTIEN i van 1—6 regels 45 ct elke regel meer TJ ct van den ondergang der «Frans Naerebout," Ziehier wat collega Rademaker ervan vertelt «De G. II was bij het Stortemelk op een mijn geloopen en in stukken gebroken. De firma Dirkzwager beeft zooals wij vroeger reeds hebben ver teld. deze torpedoboot weer In drie stukken gelicht. Er was onze regeering veel den lande van meening da7de aan gelegen om te weten, van welken Nederlandsohe Marine in den laasten nationaliteit de daar drijvende mijnen oorlog slechts een passieve houding f ve"lohtt8 Broawer Z«D heeft aangenomen. iheldendaad. Hij zwom naar een Niets is echter minder waar. I drijvende mijn, schroefde de voel- »De Toorts". Staat- en Letter- U°renaf' maar ,de zea droomde 10 kundig weekblad voor Holland,1.6 8a_ en'--» de mlJD Zeer waarschijnlijk zijn velen in voor Vlaarderen en Zuid-Afrika, maakt gewag van een boekje, behelzende' overdrukken van artikelen van Dr. L. A. Rademaker, dat uitermate geschikt is om het Hollandscbe volk eens in te lichten over wat het aan zijn Marine in oorlogstijd heeft ge had. Het geefi een denkbeeld zegt het blad van den zwaren en zoo onschatbaren nuttigen patrouilledienst dien onze torpedovloot in Indlé en hier, jaar in jaar uit gedurende den oorlog, dag en nacht, bij alle weer heeft verricht, van het buitengewoon gevaarlijks werk van het opruimen en demon teeren der mijnen, van het werk onzer dnikbooten en van dat van ons loodswezen. Het is verleide lijk om er veel uit aan te halen, maar dat gaat natuurlijk niet. Ik moet mij bepalen tot een paar zeer sprekende stukken. Tot eerste dat wat ontleend is aan het waarlijk nasief-sobere rapport van luitenant C.C. F. Jager over het demonteeren van de eerste mijn (op 12 November 1914 op de kust van Goeree) «Daar we" aldus het relaas «met deze mijnen niet bekend waren werden natuurlijk allerlei veronder stellingen gemaakt. Wel bleek ons ai gauw, dat we met Engolsdhe mijnen te doen hadden. De voelhoren leek me al een gevaarlijk onderdeel en begon ik dit te verwijdereo, door de veerende pennen uit te trekkeD Het bleek toen, dat de bos, waarop deze voelhoren bevestigd was, draai baar verbonden zat op het mijn- lichaam. Binnen in de bos zaten twee nokjes en ook zaten aan een slangeije dat door de bos heen uit de mijn stak. Daar het niet mogelijk zou zijo, dat we hier met een electrische mijn te doen hadden, dorst ik niet direct de 60s te diaaien. Ik schoot hierdoor niets op en besloot, na iedereen achter het duin te hebben gestuurd, toch te draaien. Gelukkig gebeurde er niets .- de nokjis in de bos stuitten tegen de nokjes van den stang. Alleen de korporaal-torpedomaker en 1 matroos liet ik terug komen en IracLt- te de nokjes van den stang te krijgen daar het mij nu wel duidelijk was, dat we hier een mijn hadden, die met waterdrukklep werkte en dat deze nokjes den klep verhinderden te zakken door den waterdruk, zoo lang de voelhoren niet gedraaid was. De waterdrukklep was dus belang- ingezogen, daar 't lichten zelfs nog niet gelukto, nadat de korporarl de klep door middel van een touwtje door het gaatje in de stang geschoven naar boven had getrokken. Daar veischeidene moeren vastgeroest zaten, moest dit door hameien ge en..., de mijn zonk. Toen kort daarop een tweede mijn in zicht kwam, deed de luitenant opnieuw zijn griezelig zwemtochtje en ditmaal mocht bij, onder het bewonderend oog der kameraden, zijn bewijsstuk mee- brengen. De medaille van Voort varendheid en Vernuft is zijn welver diend deel geworden. Daar steeds meer mijnen zich bij het Stortemelk vertoonden, ont vingen do Frans Naerebout en de Lutine opdracht tot vegen, 't Was bijzonder mooi weer op den 2en Mei van 1918, toen de beide schepen hun vischlijn uitwierpen. Wegens het mooie weer kon men verder gaan dan gewoonlijk. Niettemin waren alle gebruikelijke voorzorgsmaatregelen bij dit gevaarlijk werkje genomen, d. w. z. alle man met zwemvest aan het dek. Al heel vlug had men een mijn, maar het weer was mooi en men meerde dus het ding aan een bootje eo stoomde door. Plotseling signaleerde de kapi tein van de Lutine, een particulier vaartuig, een groep vliegtuigen uit de richting Eierland op Tixel. Bij deze mededeeling gaf opperschippsr J. Gayaard, commandant van de Frans Naerebout, bevel stuurboord te draaien en tevens om geweren en patronen te halen. Aan boord bevond ilch ook luitenant Waasdijk voor het meten. Er waren alles bij elkaar 19 man aan boord, Dicht langs de kust varend, trachtte dus de Frans Naerebout de vliegtuigen te verdrijven. De mannen tuk op een sehietpnrtijlje, hadden al een paar schoten gedaan, maar com mandant Gayaard uit ervariDg wetend dat men graag maar raak pafte, commandeerde 1 Hulzen tellen 't Is mijn lastste woord tot de mannen geweest", vertelde Gayaard ons met bewogen stem... «even later lag ik over den tentleider van de brug heengewoipen, op het dek. nasst mij luitenant van Waasdijk, die mij wezenloos aankeek en bloedde. «Nog begreep ik niet wat er ge beurd was (ging Gayaard voort), Blijkbaar was ik half bedwelmd. Toen ik bij kwam, was mijn eerste gedachte Opstaan en naar de sloep Maar ik zag niets, wist niet waar ik was. Later bleek, dat m(jn eone oog vol bloed uit mijn hoofdwonde geloopen was en vermoedelijk heeft de ontsnappende stoom van de ketel mij in een waas gehuld. Eindelijk scharrel ik overeind, loop tastend naar het stuurhuis. Wat nooit gebeurt, was nu gebeurd. De deur stond open. Tegelijk werd het licht voor mijn oog en ik zag, dat de roerganger weg was. Toen pas begreep lk, dat we op een mijn ge beuren, wat nog al gevaarlijk leek.lloopen waren. Ik beval sloep strijken Van het groepje eerste demonteurs. maar er was niemand die gehoor- luitenants Jager, Bruinsma, dejzaamde en rondkijkende zag ik ook -C de Munk en Luden, is alleen eerstge-'geeD mensch. Toen, voelende dat! noemde nog overgebleven. De drie water op het dek stroomde, riep ik anderen zijn, bij het verrichten van,zwemmen en ik ging te water. Daar) hun taak, in de lucht gevlogen. )hoor ik roepen hierheen schipper.) ,Ik zie onze dekkist drijven en drie Het tweede stuk dat ik niet kan van mijn menschen hingen er aan. nalaten aan te halen, is het verhaag Een wilde in de kist kruipen. Geluk- wist ik hem te beduiden, dat Diet te doen, want we zouden dan allen ge zonken zijn. Na eenigen tijd zie ik den roerganger zitten op den drijver var; ons vischnet. De humor had hem niet verlaten hij riep, dat hij plot seling overboord geslagen was. Hij was nu teruggezwommen om de sloep testrijken. Een eind verder zat ook matroos Bakker kalm op den drijver den loop der - dingen af te wachten. De Lutine pikte de drenkelin gen op. Gayaard's eene oog zat dicht door een koek van bloed en hij was zoo onherkenbaar, dat men op de Lutine niet wist, dat men ook den commandant gered had. Nauwelijks was Gayaard aan boord, of hij zag op het wrak van de Frans Naere bout nog een man zitten, die er spoedig werd afgehaald. Het vreeselijkst oogenblik van mijn leven is geweest, (ging Gayaard voort, bij de herinnering opnieuw diep bewogen), toen ik aan boord van de Lutine beval 1 Laten we even tellen met z'n hoevelen we hier zijo. Er waren negen over vaD de negentien, Er bleef niet één oog van de geredden droog." Vrij spoedig kwamen ook de andere kameraden. Het boolje van Dirkzwager bad drie afschuwelijke verminkte kamaraden opgevischt, de Noordvaaider één zij hadden zwemvesten zien drijven. Bij het ophalen hiDgen de dooden er in. De meesten waren onhsrken» baar. Zoo hadden de splinters van het houten dek van de Frans Naere bout hen verminkt. Gayaard zelfl had io den zak van zijn jas een splinter van een halve arm lengte, die ter zijde door zijn jekker gedron gen was. Na 5 maanden is er nog een kameraad gevonden. Hij spoelde op Vlieland aan en is daar begraven, Vijf zijn tot op heden niet terugge vonden. Vermoedelijk rust een in het wrak van de Frars Naerebout, de andere in de zee. «Als er één in het wrak rust, moet het de beste roerganger zijn dien ik ooit had ging Gayaard voort, vriend M. Hoeis. Nooit verliet bij zijn roer maar toeD tot op schieten ging had hij Rech- steiner gevraagd even het roer over te nem&n en hij was naar benedeD gehold, om ook geweer en patronen te halen. Op dat oogenblik ontplofte 2 Mei 1,30 des middags de mijn onder de brug en Rechtsteiner werd over boord gtslingerd en... gered. - Bij deze ramp hebben 10 man het leven verloren. Zoo zou er meer zijn aan te halen o.a. het relaas van den ondergang van de V|issiDgsche stoomloodskolter no. 14 die op 15 rFebr. 1917 in het Oostgat op een mijn liep en verging waarbij 5 man van het dienstdoende loodspersoneel en een zeemilicien om kwamen evenals de bemanning van een vbschersvaartuig, dat lanezii loodsblaot iag. In het geheel hebben 58 mannen vac onze marine het leven verloren, dat ze, in overdroten ijver en ODver» schrokkenheid, vier jaren achtereen hebben blootgesteld aan allerlei ge varen om onze kustwateren van mijnen te zuiveren, onze kustbewo ners te behoeden voor In t sprirgen van aangespoelde mijDen en om, door scherpen patrouilledienst, onze neu traliteit te bandhaven en ons volk zoo buiten c'en oorlog te houden. Daar wert Holland zoowat niets van en collega Rademaker deed een goed raderlandsch werk door hieraan wat bekendheid te geven. zijn merken van waarvan de honderde gebruikers te Venray en Omstreken hebben ondervonden dat ze vol» doen aan de hoogste eischen die men aan eéne stellen kan. Daarbij zijn de prijzen laag en kan men ter plaatse allo onderdeelen verkrijgen of reparatie laten verrichten. Aanbevelend, Water WATERMAN'S IDEAL neemt men uit den zak en schrijft, de pen staat altijd klaar, geen moeite, geen gemors of drukte. Het schrijven van brieven wordt met een Waterman's Ideal werkelijk tot een genoegen. ONTVANGEN eene groote partij van gegarandeerd prima kwaliteit aan zeer lage prijzen. Aanbevelend, Ruime sorteering in groote en kleine Nieuwste modellen. Laagste prijzen. 8D a's U dan bet ocgelok hebt U aau bet foren s te branden of kokend water op Uw benden of voeten te laten vallen, doe dan onmiddellijk wat Kloo8terba?iem op de gewonde plek. De pijn zal dan bedaren en U krijgt geen brandblaar. Maar Diet alleen voor brandblaren is bet goed een po je Klooster» balsem bij de band te hebben; ook voor SDywonden, kloven, zweren, eczema, winterhanden en voeten, gesprongen lippen, jeuk, uitslag, aambeien en als wryfrniddel by rheumatiek, jicht, verstuikingen, spier» verrekkingen, pijn in de lendenen en mg, wordt de Klocsterbalsem zeer geroemd. Demp de pat niet als bet kalf verdronken is maar koop beden nog een po je Piys per pot van 20 gram 80 cent, van 50 gram f 1.60, van 100 gr. f 3, van 250 gr f 6,00. Alom verkrijgbaar Eisobt rooden band met onze handteekening L.I. AKKER Rotterdam. Verkrijgbaar te VENRAY by G. Ambrosius en G. Pouwels, HORST bij Jac. van Well»Verriet; te BERGEN bij van Dyck-Ach» ten, te MAASHEES by Fr. Bekkers v.d. Heuvel, te WANSUM by J. Bracht en bij de meeste apothekers en alle drogisten.

Peel en Maas | 1921 | | pagina 5