Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Inlichtingen Mie Spek voor de werkgevers in den zin der Invaliditeitswet. FEUILLETON. Over lijkverbranding. Zaterdag 18 December 1919 40e Jaargang. Ns 80 ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL voor VENRAY 60 c. franco per post 70 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 90 c. afzonderl. nummers 5 c. FEEL EN MAAS Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF. VENRAY. PRIJS DER ADVERTENTIEN van 1—7 regels 35 elke regel meer 5 Van alle zijden hoort men klach ten, dat, niettegenstaande de datum ▼an invoering der Invaliditeitswet, reeds gepasseerd is 3 Dec. -de werkgever, de man. die zooveel met die wet te maken zal hebben, omdat bij do premie betaalt, nog steeds omtrent zijne verplichtingen in on» wetendheid wordt gelaten. j De arbeiders, zoo merkt men op, hebben de rentekaarten reeds groo» j tendetls thuis met een boekje met inlichtingen, hoe zij te handelen heb ben, ©r bij, maar wat de werk» gever met die rentekaarten moet doen, wordt hen niet meegedeeld. Op grond daarvan meeoen wij goed te doen de voornaamste verpüchtin» gen van den werkgever ten opzichte van de routekaarten hieronder zoo beknopt mogelijk samengevat mede te deelen 1. Wie de kaart bewaart. De kaarten van arbeiders, die u isluitend loon in natura ontvangen (kost, inwoning, kleeding, onder» richt), in het algemeen dus de in het bedrijf werkzaam inwonende kiode» ren en leerlingen, moeten door den werkgever bewaard worden. De werknemers, die voor minder dan een volle week tegenover hun werkgever verbonden zijn, moeten de kaart zelf bewaren en gedurende hel werk bij zich hebben. Alle overige werknemers kunnen naar keuze de ka at aan den werk gever in bewaring geven of haar zelf bewaren. Ue arbeider kan de in bewaring gegeven kaart te allen tijde terugvorderen. De werkgever moet voor de in bewaring genomen kaart een ontvangbewijs afgeven. 2. Het dagleekenen der zegels. Op elk zegel moet op de daar» voor aangegeven plaats duidelijk (met inkt. geschreven of gestempeld) in letters of cijfers de dag, de maand en het jaar worden vermeld, waai op het zegel op Je kaart werd ge plakt. Bij verzuim wordt het zegel ge acht niet ie zijn geplakt, tenzij de werkgever het bewijs levert, dat het geplakt is ter voldoening van de premie en over de week, waarin de arbeider voor hem werkte. Bij het plakken en dagteekenen doen zich de volgende gevallen voor a. men plakt een zegel, b. men plakt er eenige tegelijk. Plakt men één zegel, dan strekt het, zonder meer, ter betaling yao de premie van de loopende week. Wil men er de premie van een reeds voorbijgegane week mede betalen, dan moet men, behalve den datum van het plakken ook nog den laai sten dag van de kalenderweek, waar over de betaling geschiedt op het zegel vermelden (2 datums dus op het Plakt men eenige zegels op een» zelfden dag, dan geldt zonder meer, het laatst geplakte voor de premie van de loopende week of van de week, die men als boven met 2 datums heeft aangeduid en de overige zegels gelden voor de onmiddellijk daaraan voorafgaande weken. Wil men die overige zegels, dat zijn de eerst geplakte zegels, voor andere dan de onmiddellijk voorafgaande weken doen strekken, dan moet men dat op elk dier zegels aangeven door een tweeden datum (nl. den laatsten dag van de wesk, waarover het zegel zal gelden.) 3 Vrijstelling van dagleekening De werkgever die geregeld 25 of meer arbeiders in zijn dienst heeft, kan op zijn verzoek door het Bestuur van de Rijksverzekeringsbank van het dagteekenen v&d zegels, geplakt op kaarten, die hem in bewaring zijn gegeven, worden vrijgesteld. Hierop zijn de volgende 4 uitzonderingen, gemaakt voor welke gevallen de ver» kregen vrijstelling niet geldt a. de arbeider, die builen de werkplaatsen niet onder toezicht stukwerk verrichteü, of daarbij hel» pen b. de pas in dienst of weder in dieDst getreden arbeiders, zoolang niet de eerste 6 premies zijn betaald (en gedagleekend) c. voor zegels, ter voldoening van 3 of meer premies d. voor het laatstelijk geplakte zegelwaüneer de kaart weder aan den werknemer wordt teruggegeven. 4. Wanneer de kaanen weder bij den Raad van Arbeid moeten worden ingeleverd. De rentekaarten moeten worden ingeleverd Ik mag je kinderen zeker wel eecs zien De twee jongsten slppeo. Zoo. maar de twee mdsten toch niet, zou ik deuken Toe boa1 ze eeos 1 Waarom 9 Omdat ik er zooveel belaog io stel of zij Dat doet me plezier; maar zij blijven bij bun moeder. Ze zouden maar schrikken ala zij Zoo. zonden zij scb'ikken Driek klemt krampachtig de lippen opeen Je wilt dns zeggen, dat ik een afstootend j uiterlijk heb 9 Dat ia te zeggen, je Geef er maar geeo draai aan. dat heb j je bedoeld 1 Maar weet je wel. gaat bij 4 tandenknarsend voort, dat jij de schuld van j mijo ongeluk bent Ik roept Tienua in de hoogste ver» bacing uit. Ja, jy, en Diemand anders I Maar bet zal je tbuia komen boor Ik za! je alles 1 dubbel en dwars betaald zetten 1 Woede flikkert in zijn blik; maar Tienus verheat geen oogenbük eijo bedaardheid. Je raaskaltHeb je misschien weer te veel gedronken f Je adem riekt naar den drank. Ik beb gedronken, ja, maar ik weet nog drommvls goed wat ik doe en zeg Nog eecs. jij bent de schold v&n mijn ongeluk. Jij hebt mij indertijd Grie je By'nen ont futseld, en dut beeft mij van de koers ge bracht. Ontfutseld T enns schiet in een lacb Ik begrijp niet waar je 't vandaan baalt, Zij heeft Dooit iets van je willen weten en baar ouders nog veel minder. D"or wiens sobnld Door jou eigen schuld. Het ergerlijk gedrag dat je leidde, maakte je voer haar en haar onder» onmogelijk. Neen, door jon schuld f Door jou schuld. Jij verzon allerlei gore lasterpraat jes over mij en spelde haar die op de mouw om baar van mij atkeerig te maken Dat lieg je s'uift Tienns op; maar onmiddellijk herkrijgt bij zijn kalmte. Koel en uit de boogte vervolgt hij 't Zou eigenlijk dwaasheid zijn ala ik me druk maakte over die beschuldiging, waarvan jij nog het allerbeste weet dat za geheel zonder grond is. daar jij ze een voudig uit den daim zuigt. Tienus' kalmte beeft op Driek een tegen overgestelde uitwerking. Trek zoo'o schijnheilig gez ebt niet en kom er maar rond voor uit 1 Denk je dat ik het niet weet En dat je mij van het tegendeel kunt overtuigen door rechtaf te ontkennen 9 Zeg eens. waar dient die comedie nu eigenlijk voor Wat ben je vaD plan f Wat ik van plao ben f Dat zal ik je zeggen 1 Ik ben hierheen gekomen om te wreken. Versta je Om me te wreken 1 Arm en ellendig ben ik geworden en j een veratootehog de menscben gaan me uit den weg wijzen me met wal» a. bij overlijden van den verzeker- Dieuwe kaart), de door den houder van de ka&rtj 7 In welke loonklasse moet men fbiDnen 7 dageü). Bekomt men eerst plakken. Hierdoor worden dan in éeo week 2 zegelvakken verbruikt. later kennis van het overlijden, dan moet de kaart binnen 3 dagen, nadat men van het overlijden kennis kreeg, worden ingeleverd. De echtgenoot en de overige verwanten, die buisge» nooten waren ;tijdens het overlijden, worden geacht houders tezijD, tenzij zij aannemelijk makeu, dat de over» ledene de kaart niet onder zijne berus ting had b. wanneer zij niet meer een tol- De verplicht-verzekerden zyn in» gedeeld in 5 loonklassen Loon p. jaar beneden f240 le. kl. weekpremie 25 cent. Loon p. jaar beneden f240 tot beneden f400, 2e. kl. weekpremie 30 cent. Loon p. jaar beneden f400 tot beneden f 600, 3e.kl. werkpremie 40 cent. Loon p. jaar f 600 tot beneden doend aantal open vaken bevat voor 900, 4e.kl. weekpremie 50 cent. het plakken der verschuldigde zegels De iverkgever moet het doen, wan neer hij de kaart in zijn bezit heeft. Hij is bevoegd het te doen, van» neer de arbeider hem bij loonuitbe» taling een kaart overlegt, die een onvoldoende aantal open zegelvakken bevat. T>e werkgever krijgt in beide ge vallen onmiddellijk een nieuwe rente- kaart toegezonden c, wanneer de geldigheidsduur der kaart verstreken is. Deze inleve ring mag ook door den werkgever geschieden, die dan de nieuwe toege zonden kaart krijgt. Bij inlevering van een rentekaart moet ook steeds het renleboekje daarbij worden ge voegd, om ten kantore van den Raad in dat boekje bet bedrag in geld, dat de geplakte zegels vertegenwodrdigen te kunnen aanteekenen, 5. Uitbetaling loon. Eeo werknemer kan Diet de uitbe taling van zijn loon vorderen, indien hij aan den werkgever niet overlegt een kaart met voldoende aantal open zegelvakken voor de verschuldigde premies, tenzij hij zijn kaart aan den werkgever in bewaring heeft gegeven. De werkgever mag op geen enkele wijze de premies of een deel daar» van op den werknemer verhalen. 6. Het verloonen van de kaart. Werkgevers zoowel als arbeiders moeten te alle tijden de onder hunne berusting zijnde kaarten vertoonen, wanneer de Raad van Arbeid of een zijner ambteoaren ,'of beambten zulks verlangt. De vertoonde kaart kan worden behouden. Binnen 3 dagen wordt zij teruggegeven of een nieuwe verstrekt. Mocht in dien tijd een zegel moeten worden geplakt, dan moet zulks ge» beuren onmiddellijk na terugont» vangst van de kaart (c.q. ODtvaDgst ging na Eu o God, o God het had alles zoo heel anders kannen zyn. ala Grietje de mijne Wis geworden, zon ik myn leven gebeterd hebben zou ik van deD morgen tot den avond hebben gewerkt, gezwoegd, geslaafd en ik ware een gezeten boer geworden, alom geacht en bemiod, terwijl ik nu Ha! ha 1 lacht hy opeeDs met een schor, satanisch geluid, dat meer overeenkomst beeft met eeo gesmoorden wanhoopskreet, dao met een lach. Je hebt er geen ver» moedeo van hoe 't hier, bier in myn borgt gewoeld en gestormd en gebrand beeft, sedert ik naar den vreemde toog om ver getelheid te zoeken voor mijn smart Zoolang jij mijn medeminnaar was, baatte ik jon; en van deo dag af, dat Grietje met jon vereenigd werd. nam die haat boe langer boe meer in hevigheid toe. Wrekeo zal ik me 1 By God, <k zal me wrekeo herhaalt bij en dreuneod komt zijn vust op de tafel neer. Ga je gaog. kerel Er klinkt name» looze geringschatting en verachting in Tienus' stem. Maar ben je du alleen bier gekomen om te probeeren of je mij geen vrees zou kuotten aanjagen Dat zal js niet lakken man. Al maakte je 't nog eens zoo grof. Maar als je me aanraakt, dan znl je weten, met wien je te doen hebt, dat verzeker ik je. Driek strijkt zich over 't voorhoofd en beweegt zich mio of meer onrustig heen en weer op zyn stoel. Dan vervolgt hy op veranderden toon, een toon van over» I vriendelijke zoetsappigheid. Komaan, hst was zoo ernstig niet gemeend. Tienus. Of liever, ja luister eens als ik wou dan zon ik jou en Grietje en Loon p. jaar f 900 tot beneden f 2000, 5e.kl. weekpremie 60 cent. De werknemers worden als volgt over de 5 loonklassen verdeeld a. zij die uitsluitend loon xn na* tura genieten le. loonklasse, b. zij, die een vast loon ifb.v, week, maand jaar» loon) genieten en niets dan dat vaste loon, bebooren in de loonklasse door hierboveo vermelde staatje a»Dge> geven. c. alle overige arbeiders worden, onafhankelijk van de plaats en den aard den werkzaamheden, by Koninklijk Besluit ingedeeld naar geslacht en naar leeftijd in een bij dat Besluit aangegeven klasse Mannen van 21 jaar en ouder he» hooron in de 5 loonklasse. die van 18 tot 21 jaar in de 4e en die van 14 tot 18 jaar in de 3e.klasse. Vrouwen van 21 jaar en ouder in de 4 loonklasse, die van 18 tot 21 jaar in de derde klasse en die van 14 tot 18 jaar eveneens in de 3a. klasse. Bij de meeste groepen worden een aantal uitzonderingen vermeld, die in eeo ander klasse komen. Voor deze uitzonderingen raadple ge men het Koninklijk Besluit zelf, dat reeds in een aantal bladen ver» schenen is en dat bovendien in elke gemeente aan wordt aangeplakt. Een werkgever is geen premie ver schuldigd over een kalenderweek, waarover geen loon is verschuldigd of waarover reeds premie is betaald (b.v, by een losse arbeider door een voor gaand werkgever.) Op dit laatste is één uitzonderings geval, n.l., wanneer een arbeider, voor wien reeds geplakt is, in de zelfde week arbeid verricht, waar» door hij in een hoogere loonklasse komt. Dan dient ook een zegel voor die hoogere klasse geplakt te worden,. Uit Kandy schrijft iemand aaD het Hsgz. het verloop eener lijkverbran ding, naar Boedhistlsche ritus, waarvan hij de eigen ooggetuige was. »Het is hier de gewoonte onder de Boedbisten, de lijken te verbranden een voorrecht voor ieder, die over geld beschikt, om de kosten der ver. branding te dragen. Een dezer dagen een zeldzame gelegenheid kon ik er getuige van zijn. Een ryk man uit onze streek was gestorven en zou op een minuut of tien afstaiid van ons huis, op eec heuveltje verbran4 worden. Wat beteekent zulke afstand voor iemand, die een goede telescoop heeft? Feit :s, dat ik alles zoo goed zag, alsof het voor mijn oogen ge» beurde. Des morgens hadden eenige werklieden een soort van eereboog gemaakt en daaronder een massa .brandhout opgestapeld. Inden na* middag kwam het lijk aan en werd op den brandstapel gelegd. Een menigte volks, nieuwsgierig als overal kwam' toegestroomd. Alsook een groot getal «gele rokken" of Boedhistische priesters. Een dezer beklom de... doodskist en sprak een lijkrede uitna een half uur sptekens kreeg een ander de beurt daarna nog een derde, zoodat het volk een paar uren noodig had, om al de lof prijzingen aan het adres var den doode in ontvangst te nemen. De telescoop brengt de stem niet over doch een christelijk geluid werd wel niet gehoord. Boedbisten gelooven niet aan een leven hiernamaals zoo als wij. Zij leeren de zielsverhuizing de ziel gaat na den dood in een an» der lichaam over, in dat van vuil'* dier, als hij slecht, in dat van »edel'' dier of van een menech, wiens bin» nenkomen in de wereld met zijn uit» treden samenvalt, als hij coed ge» leefd heeft. Als die plichtplegingen voorbij waren begon de verbranding De kist werd met een massa brandhout be» dekt het lag tot een heele hoogte opgestapeld. Toen zag ik eenige mannen met een paar oliekannen bezig het hout te besproeien. Het bad dien morgen fiks geregend, zoodat het hout geen vlam wilde vatten. Toen heel eventjes doch de kinderen »n bet ongeluk kunnen atortan 't zoo niet Probeer 't maar, dreigementen doen is kinderwerk. Probeer bet eo de justitie zal met je afrekenen. 't Is waar, ik zou er voor gestraft worden, maar dan had jullie 't toch beet, té 9 Onderstel dat ik je vermoorden wou eD 't deed ook, zou 't jou en je vrouw en je kinderen dan belpen dat ik levenslange gevangenisstraf kreeg 9 Je meent mis schien dat ik er me wel voor wachten Is bet leven in de gevangenis niet veel beter dan het royne TieDus hniveit en zwygt. Ik heb je een voorstel te doen, Tienus, Neem je 't aan, dao heb je niets meer van mij te duchten; doch als ja 't Diet aanneemt, daD moet de gevolgen maar afwachten. Eo welk is dat voorstel 1 Je getfi me zeahooderd gulden, om hier io het dorp eeo baisje te koopeo, waario ik eeD tapperij kao opzetten. Ver sta me wel: geveD en niet leeoen. Ik zou je hartelyk danken. Doe je het niet 9 Natuurlijk Diet. Geen haar op mijn hoofd, dat er aan denkt. Ik waarschuw je nog eens als je Er is geeD kwestie van dat ik bet doe, al waren je bedreigingen oog too vreeselyk. Dénk je misschien dat ik myn be dreiging Diet ten uitvoer durf brengen 9 's Meoscben leven is io Gods baud. Als By oiet wil, dat Ha, ha. als ik je het hart wil door boren. dan tart ik jou God om 't me te beletten. Bij die grote godslastering voelt Tienus al zyn bloed io opstand komen. Hy springt op. werpt de buitendeur open, grijpt den onverlaat aan en smyt hem met eeo dof fen smak op straat, waarna by de «wee grendels weer voor de deur schuift Zyu gezicht is hoogrood eo tyn lippen trillen a's bij in de achterkamer komt. Io 's hemelsnaam. Tienus, wat was dat toeb 9 wat is er gebeurd 9 vraagt Griet ten prooi aan een bevigen angst. Terwijl Jantje en Janekeeke io een hoek van het vertrek besig zyn, verhaalt Tienus haar het gesprek dat hy met Driek heeft gevoerd. Ademloos en met opeo mond Inistert zy toe. zonder hem te onderbreken maar als hy alles besft rei telt, slaat zy met eeo gebaar van ontzetting de handen ineen. - O God, Tienns Dat is versobrik - kelyk l Wie weet wat ons nog boven bet hoofd hangt Die kerel is bekwaam om ons - Brand 1 Brand klinkt plotseling vrouwenstem bmteD, terwyl een dof deurgebons door de gang dreunt. Tienus springt op, als door een elec- trischeo schok getroffen. Door zyn vrouw en de beide kinderen gevolgd, stormt bij naar buiten en loopt in «yö wilde vaart tegen Mie van Huybergen op. Het heele erf wordt in fantastisoben gloed gezet door eeo hooimyt, die in de nabijheid van de schuur, aan het branden is Tienus en Grietje loopsn als dol been en weer, met de banden voor het geziokt, maar Mie verliest gsen oogenblik bare bezinning. Wordt Tervolgd.

Peel en Maas | 1919 | | pagina 1