Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Voor Curasao
Mie Spek
Dit nummer
bestaat uit twee bladen.
FEUILLETON.
Goedkoop Duurkoop.
Vrijdag 31 October 1819
40e Jaargang. Ka 44
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWARTAAL
voor VENRAY 60 c.
franco per post 70 c.
voor het buitenjand
bij vooruitbetaling 90 c.
afzondert. nummers 5 c.
PEEL EN MAAS
Uitgave van FIRMA. VAN 'DEN MUNCKHOF, VENRAY.
PRIJS DER
ADVERTENTIEN
van 17 regels 35 c.
elke regel meer 5 c.
in
Geachte lezer, zijt ge nu overtuigd,
dat Curasao recht heeft op uwe be
langstelling en daarom ook verdient,
door n geholpen te worden
Ik hoop van ja, en twijlel daarom
ook niet, of gij zult hei helpen.
Toch laat mij u cog even wijzen
op een aDder treurig gevolg van de
bijna als regel geldende armoede.
Ook de Cura£aoënaar kent het
spreekwoord.- Vele varkens maken
de spoeling dun. En daarom trekl
al wat werken kan en werken wil
naar vreemde landstreken, om werk
te zoeken en zoo te trachten iets te
verdienen voor vrouw en kindereu.
Dat de familie er veel mee gediend
is, zou ik niet durven beweren. In«
tegendeel, tot heden maar zeer
weinig. Ik zou zelfs durven beweren
dat in de meeste gevallen de voor«
deelen niet tegen de nadeelen op»
wegen. Toch gebeurt het, noodge»
dwongen.
Wat gebeurt er Damelij k
Terwijl de manDen van het land
zijn. blijven vrouw en kinderen in
armoede achter. En dan moet er
geploeterd, alle krachten moeten
ingespannen, allehandeD en handjes
aan 't werk gezet om het leven er in
te houdeo, om 't noodzakelijke
levensonderhoud te verdienen.
Vele kinderen, wier opvoeding op
school nog verre van voltooid is,
moeten thuis blijven om moeder te
helpen en zoo mogelijk reeds een
centje mee te verdienen. WaDt er
moet geleefd worden, er moet ge
geten worden eiken dag opnieuw,
en waarvaD, als vader en zoon verre
lijn en niet in de gelegenheid zijn
iets voor de familie over te sturen.
Dat is het lot der achterblijvenden,
waarbij nog mag gevoegd worden,
dat dooi dat herhaaldelijk wegtrek»
ken naar den vreemde, de familie»
band er dikwijls danig onder lijdt
Doch er is nog meer.
De mannen en jongelingen zelf?
Voor hoevelen beteekent dat heen»
gaan naar den vreemde moreelen bd
lichamelijken ondergang Want
waar zijn de nederzettingen van die
noodgedwongen trekvogels
Velen gaan naar de uitgestrekte
plantages in de binnenlanden van
Venezuela'of Colombia, vele anderen
vooral de laatste twee jaren, naar
de suikerrietvelden op Cuba. Als
haring in de ton worden ze op.zeil»
geladen, honderd, soms
tweehonderd tegelijk, op schepen,!
die nauwelijks voldoende ruimte!
bieden aan een vijftigtal. En dan
begint de reis.
Soms dagen lang, zonder eenig
gemak, zonder een fatsoenlijke
plaats om hun leden neer te vlijen,
blootgesteld aan alle wisselvallig»
heden van weer en wind. Maar
aangekomen op de plaats hunner
bestemmiog, begint eerst goed de
ellende. Gewoon als ze zijn aan een
droog klimaat, vallen velen reeds
spoedig ten prooi aan de kwaad»
aardige moeraskoortsen.
Ik heb ze met duizenden zien weg
trekken, maar ook met schepen vol
zien terugkeeren, als schimmen van
wat zij eenmaal waren. Daarbij
komeD nog de zedelijke gevaren,
waaraan zij daar in den vreemde zijn
blootgesteld, te grooter, wijl zij
daar missen de troost en den steun
van priester en godsdienst.
Geestelijk en lichamelijk verzwakt
teruggekeerd te middeD hunner fa»
milie, begint de strijd tegen de
koorts, die hunDe lichaamskrachten
verteert. Wie zal ze helpen en
verplegen, nu de baud van den man
krachteloos is geworden en moeder
de vrouw van den vroegen morgen
tot den laten avond ploeteren moet
om 't noodzakelijke levensonderhoud
te verdienen voor haar en haar
schreiend kroost?
De ziekte zet zich zoodanig iD het
lichaam vast, dat alleen een laDg
durige, nauwgezette verpleging in
staat is ze te overwinnen.
Welnu, die verpleging ontbreekt
ook voor de zieken, die het slacht»
offer zijn van de scheurbuik er
tjfeuze koortsen, tengevolge van de
droogte.
Ik wil niet zeggen, dat die ver»
plegiüg ten eenemale ontbreekt
Neen, waDt een ontzaglijke zegen
is het zoo ruime en flinke St. Eli»
sabeths-hospitaal op Curasao. Maar
op de andere eilanden, vooral
Aruba heeft geen ziekenhuis, maar
i
Met trage, onraste sehredeo zwijmelt ty
ever den eenzamen weg.
Hoewel by niet meer dan dertig jaar
oud is, beett by bet roorkomen van iemand
die er al vyftig achter dtD rug beeft. Zijn
oogen, diep wegaebnileDd onder bet smalle,
vooruitstekende voorhoofd, dat met rimpels
eu groeven doortrokken ie, bebben een
matte, waterige uitdrukking en loeren na
en dan, onder de koolzwarte borstelige
wenkbrauwen, met een scbiobtige, ooms*
tige bewegiDg rond. als ware bij eei
voertvluobtige misdadiger, die elk oogen»
blik vreest door politie achterhaald te
wordea. Onder sijn scherpen, eigenaardig
gebogen nens, die denken 'doet aan den
•nevel van een lammergier, draagt bij een
ruwen, onversorgdeo knevel, waarvan dc
baren, en etrak lijwaarts nitstaaode,
veel overeenkomst hebben met roestend
koperdraad. Nijdig en somber houdt b\j
lijn dunne, vale lippen opeengeklemd,
waardoor xyn mondhoeken geplooid wor»
den in zonderlingen, geniepigen grijns»
laeb. Zijn granwachtige sluike baren
worden sleobts gedeeltelijk bedekt door
een ouden, valen, op verschillende plaat»
gebarsten boed, die naar z^jn linkeroor
overhangt. Wat sijn kleeren betreft, se
xyn niet minder onooglyk dan zyo boofd»
dek»!. Yol «obeuren en gaten is vooral
moet 6d zal er een krijgen. Zijn de
zieken niet naar Curasao te trans»
porteeren, zult gij misschien vragen.
Weet u. wat dat zeggen wil, ge»
achte lezer! Niet! Luister dan
even Een reisje van Aruba naar
Curacao beteekent 2, 3, 4, soms 5
tot 6 dagen rondzwalken op een'
armzalige schuit, been en weer!
gesÜDgerd door wind en golven.
Eenig gemak is er niet. Beneden»
deks maakt de benauwde lucht van
alles en nog wat u ziek. Boven»
deks zijt ge 't mikpunt van de
gloeiende zonnestralen, die vooral
op zee zoo ongenadig kunnen steken
Dan spreek ik nog niet van die
ongewenschte, maar ook onverwach
te stortbaden, waarmee de zee u
telkens komt verassen.
Geloof me, na een dag reizen is
men zoo geradbraakt, dat je 't
vaste voornemen maaktdat Dooit
meer. Men moet zoo'n reisje mee»
gemaakt hebben om ,'t te kunnen
beoordeelen. Menschelijk is zoo'n
bestaan aan boord Diet te noemen,
dat kan ik u verklaren uit eigen
ondervinding, Diet voor een gezond
mensch, laat staan voor eeD arme
zieke. Dat gaat dus Diet.
Maar dan moet er ook een zieken
huis op Aruba komen. Jawel, maar
wie zal dat betalen, zoete lieve
Gerritje. De Zusters staan bereid,
alleen de middelen ontbreken nog.
Laat mij daarom, geachte lezers,
voor 't laatst een beroep doen op uw
goed hart, dat graag wil helpen,
waar uw hulp noodig is.
Ik weel, mijn beroep op uw lief»
dadigheid zal niet vergeefsch zijn.
Uw arme zwarte en bruine en gele
broeders en zusters uit de West
zullen u dankbaar gedenken en Gods
zegen over U afsmeeken
En met een hartelijk en welge»
meend »Dios se lo paque. God zal
't u loonec" zal oDdergeteekende
en de redactie van dit blad uw lief»
degaveD in ontvangst nemen.
Pater I. VERRIET O P.
Missionaris v. Curaóao.
prijkt, dat ie gerestaureerd is iD 1641'
de voeriDg vao zyo jas, die by open draagt
en waarvaD de paDden hem als vuile vod
den lange de beeDOO slingeren. Zyo veel
te korte broek is bedekt met lappen vaD
allerlei vorm en kleur, die er ruw en
onhandig op vastgenaaid zijn. Stoffend
schuiven lijn zware velddsoboenen, waar»
van de nissels [spoorloos verdwenen sijn,
over den gond, en de armen hangen hem
slap langs bet lyf. Kortom, het type van
den verloopen dronkaard, die al bedelend
van dorp tot dorp trekt.
Zoodra bij, aan een wending van dso
weg gekomen, de eerste huizen van hét
dorp bespeurt, versnelt by sijn gang. en
weldra beeft bij een herberg bereikt. Met
een ruk slaat by de klink omboog, waarna
bij Daar binnen waggelt en zich krachte
loos en afgemat ,op een stoel bij de tafel
laat neervallen.
NiemaDd is in de gelagkamer.
-Hei. bola, Mlo Spek I Waar lit je
roept bij met eeD bolle, schorre keelstem
en slaat met de gebalde vuist op tafel.
Weldra komt langs de achterdeur de
waardin te voorscbyn, Zij beet eigenlijk
Mie van Huybergan den bynaam -Spek'"
ontleent ty aan haar buitengewone zwaar
lijvigheid, waarin zij met bet vetste var>
ken kaD wedijveren. Met bet varken beeft
lij ook de kleine, vinnige oogjes gemeen,
die, glinsteren boven de bleeke, bolle wan
gen, een lODderlingen indrnk maken.
Op den drempel blijft zij even staan.
Den bezoeker verbaasd en ODgeloovig aan-
starende, slist zy de baDden Ineen en roept
op levendig verrasteD toon uit
Wel jles maraDta nog toe, ben jij
Driek Kesten niet
Ik hoor dat je mij nog kent, Mieke 1
De alom bekende Sl. Willibror-
duskapel in de Geislersche
bosschen
is van zeer ouden datum Wij lezen in
Latijnsoh schrift, uitgebeiteld op aange»
brachten ateeD boven den iügang der Kapel
ec waarboveo het adelyke familiewapen
klare
door de Echtelieden Adam van Scbellaert.
baron vac Oppendorff en Aleida van
Wittenhorat.
Ten gerieve der trouwe bezoekers werd
er in 1859 een tijkapelletje aangebouwd
met blyveDden open mgmg en hierboveD
prijkt het adelijk wapen der Familie de
Weiobs de Wenne, de tegenwoordige
kasteelbewoners.
Ecne laatste belangrijke herstelling ge»
schiedde onder Pastoor Reijnders zaliger,
ruim 20 jaren geleden.
Deze alonde Kapel was in vroegere
eeuwen een drok bezocht bedevaartsplaats»
je, een geliefd toevluchtsoord vooral voor
koorts- en jichtlijders. De triffendste ver»
halen van gebedsverhooringen doen daar
over de ronde.
Ouden van dagen bewereD, dat de in den
laatsten tijd zoo gevreesde ziekte »de
Spaan8che griep" niets andera is als »de
derdendaagsche of koude koorts" ook wel
vriezen" genaamd, die vóór een zestig,
zeventigtal jaren terug, zoo veelvuldig
voorkwam, voor welke afweriDg en be»
vrydiog toen booderdeD en hond6rdeD
menscben naar den St. Willibrordusput te
Geysteren togeD, om door bescherming
van St. Willibrordus bd het gebruik van
bet (rissehe putwater bevrijd of genezen
ts worden.
Deze St. Willibrordusput, die gelegen
naast de aloude kapel, nog bestaat, en
welk water nog altyd van heinde en verre
gebaald wordt tegeD koorts en jicht, niet
bet minste ook in den laatsten tyd voor
den geloovigen een afweermiddel tegen de
zoogenaamde -Spaaniche griep", was
ondstyds eea doopput of doopbekken.
Met dit water doopte, volgens de alonde
overlevering, de H. Willibrordus onze
eerste christen voorouders. Sinds komen
vrome vereerders van dezen heilige jaar
jaar uit ter bedevaart Daar de St.
Wilbertskapelj komen iD dit water putten
en laten sicb bij den pastoor der parochie
als leden icscbrijveD in de Broederschap
van St. Willibrordus. den grnoten Be
8chermheilige tegen koorts en jicht, den
Helper io allen nood, den Beschermer vaD
ons dierbaar vaderland.
Hier doopte Willibrord
In donkeren beideonscht,
En beef; mei Christus' Leer
Oos volk bet bail gebracht.
Sinds wordt Hij vroom vereerd
Door het dankbaar nageslacht,
Dat herwaarts komt en bidt
Vertrouwend op zijn maebt;
Dat drinkt aan de oude bron.
En heengaat rijk bedacht,
Met schat van zegening
En frissohe zielekracbt,"
Zoo is ook jaarlyks op 7 November,
den feestdag van St, Willibrordus eeoe
plochtige Hoogmis aan deze kapel om
half tien, met preek op den berg. door
een Eerw. Pater Frauciscaan en Zondags
onder de Octaaf (9 November) om' 10 uur
aene plechtige Hoogmis mtt preek in de
Parochiekerk, ook aan dèozelfdea Be<
scbermheilige toegewijd. Tevens u tdeeling
van het plechtig gewijde St. Willibror>
duswater. vereering van de H. Reliqui
jen gelegeubeid om zich ais leden te laten
inschrijven in dit scboone Broedersobap.
Moge die aloude godsvrucht tot St.
Willibrordus meer en meer opbloeien in
de harten der geloovigeD. opdat in deze
dageD evenals weleer, velen io grooten
getale optrekken naar dit genaderijke
pelgrimsoord, om door tusschenkomst van
dien machtigen Schutspatroon, 's hemels
bulp, troost en zegening, genezing of
bevrijding van banna kwaal te erlaDgeD.
Thans, nu de koers van de Marken laag
is, gaan zeer veel Nederlanders over de
grens om, zoo zij meenen. zeer goedkoop
aan huishoudelijke artikelen, landbouw
werktuigen, enz. te komen. Ook koopen
verschillende personen meer werktuigen en
gereedschappen dan zij zelf noodig hebben,
waarvoor dan iD ons land afzetgebied wordt
gezocht. De koopere zyn dan in de ver
onderstelling, dat zij een zeer voordeelige
handel hebben gedaaD, doch dat in zeer
veel gevalldD -Goedkoop, duurkoop" blykt
zyn, blykt wel uit een artikel, voor
komende in het -Handelsblad," dat wy
hieronder in sijn geheel afdrukken.
Bij deze waarschuwing voegen wij de
onze om er toe mede te werken, dat onze
lezers voor teleurstelling worden bewaard
SLECHTE WAAR VOOR GOEDKOOPE
MARKEN.
't Is ongeloofelyk in welke hoeveelheid
de marken, die tegenwoordig voor honderd
gulden de duizend te koop zyn, de laatste
maaDden over odzo Oostelijke grenzen
gaan om in Duitscbland te worden inge
wisseld tegen allerhande huishoudelijke
artikelen en landbouwwerktuigen, terwijl
ook ry wielen, maar dan liefst zonder ban
den, by groots hoeveelheden worden op»
gedaao. Doch in heel veel gevallen bebben
de koopers die op een koopje uitgaan,
aan wat se binnenhalen een -koopje" in de
allerslechtste beteekenis van bet woord.
Overal waar meo komt op de Limburg-
sche dorpen boort men verhalen over
keurig afgewerkte Duitscbe fietsen, die
eohter baar eigenaar dadelyk bij den eer
sten tocht ai id den steek laten, doordat
bij radicaal door zijn frame been zakte en
dm in eens wist, dat hy zyn marken
tegen een hoopje oudroest had ingewisseld
4 minder radicaal een van zyn pedalen
aftrapte eD dus cog een ty dj de illusie
behield, dat er aan zyn nienwe kar maar
een kleinigheid mankeerde.
Ed dan die landbouwwerktuigen, die
tegenwoordig uit Duitscbland komen 1 Ze
zien er frisch genoeg nit, het bontwerk
ran de hakselmachines groen met zwarte
biesjes aaD den buitenkant en frisch rood
aan de binnenzyde, de waaiers solied bruin
over geheel bun romp, maar o wee, het
ijzer, dat aan alles verbruikt ie. Ploeg»
scharen van week ijzer, eggetanden van
week ijzer ed messeu van bakselmachines
van week ijzer, zoodat in heel veel geval
len bet resultaat van den aankoop geen
ander is dan verlies van een zekere hoe-
luidt bet antwoord. 'n Drupje
asjeblief 1
Terwyl Mie san borrelglas vult en voo1
hem neerzet, ratelt zy met de radgetong;
da welbespraaktheid die aan de meeste her
bergiersters eigen is, in eeD *dam voort
Wel wel, wel wel, ben jij dat du
wezenlijk Jongen jongen, ik daoht
warempel dat je om soep was 1 Hoe lang
ie 't nu geleden dat je er bier tusschen nit
trok Vijf jaar Ja bé Juist juist, vijf
jaar. Kerel nog toe, waar blijft de tijd
't Staat me voor of 't vanmorgen pas ge-
benrd was 1 Je bad zoo de smoor in, i
omdat Gristje Bijnen jou den bons gaf en
met Tieous Kaag trouwde. Recht naar
Duitscbland, ploefNou ja, 'n dolle bui,
té jongen? Dat heb ik al zoo dikwijls by
mezelf gedacht. Ik ooh ooh, waarom beeft
by zijn gemak maar niet gehouden
Waarom is by maar niet stilletjes bier
gebleven 1 In DuitscblaDd, daar aan die
spoorwegwerkery, zal 't voor hem even
goed aanpakken zyn als hier. als hy ten
minste eten wil Eg heb ik geen gelijk
gehad ook Toe, zeg 't nu eens ronduit
Was 't daarginds ook niet haast-je rep-je,
om aan den kost te blyven
Zij zet zich tegenover hem aan de tafel
en kykt bem triomfantelijk aan.
Mensoh, mensch, wat kakel je toch I
Ik word er ellendig van Je bent nog
altyd dezelfde wauwelkous, geloof ik 1
Dank je wel voor bet compliment 1
Maar ik vroeg of je daatgiods ook niet
bard bebt moeten lobben om rond te
komen.
Driek neemt een flinken slok,
Hard tobben Bod je gek Ik heb
maar piano aan gedaan en iedere week
10 gulden verdiend
Tien gulden Gesjemyoe, dat is geen
kleinigheid
En in die buurt bad ik voor dat
weekgeld knnnen blijven, als,... als
Hij voltooit den zin niet en wrijft zich
over het voorhoofd, als^werd by zenuw
aebtig.
Wat wil je zeggen Waarom bleef
je er dan niet
Onverschillig baalt bij den schouder
op.
Och*.., wat zal ik je zeggen 1
No\i?
Komaan, tegen jou kan ik 't wel ver
tellen, maar op één voorwaarde
En dat is
Dat ie er niemand over spreekt.
Behoeft niet aan de groote klok gehangen
te worden, zie je
Ha ha I Dan zal 't wel iets zyn
waarmee 't niet in den haak is Non, wat
mijn stilzwijgen betreft, daar kun je op
rekenen, boor 1
Juist, dat weet ik nog van ouds..
Van vroeger, toen ik er geregeld op nit
trok om te gappen, od toen jij me borrel
tjes betaalde voor de spulletjes die ik aam
braobt I
Weet je 't nog
Hij geeft baar een lonkje, maar zij
wendt bet aangeziobt af, als wilde zy
daaraan liever niet herinnerd worden.
Luister dan, Mie 1 Ik kreeg er rnzie
met een der opzichters Hij sohopte me een
standje omdat ik een graantje gepikt had
en dat kon ik natuorlyk Diet over myn
kant laten ga?.n. Wat jij Op den
avond van dien dag ontmoette ik bem in
bet boscb, en...,
En toen
In sngst'ge spanniog kijkt ze bem aan.
-- En toen, vraag je? Wel, dat kun
je wel raden, sou ik denken 1
Hij barst in een harden, groven schater»
laoh uit.
Heb je bem afgeranseld
Dat zou ik denken En wel zoo
ongenadig, dat hij er niet veel van heeft
kunnen voort-vertellen 1
Vermoord bygt ijj ademloos.
Natuurlijk 1 wil bij zeggen maar
nu bij ziet dat zij 't ernstig opneemt, be
zint bij zieh
Hoe dwaas zoo overweegt by dat
by er mee begonnen is haar die geschie
denis te verbalen 1 Wat voor nnt kan 't
bebben Nut in geen geval Integendeel
bij zou zich in gevaar kunnen brengen 1
Als zy 't uitbracht, zou hy al gauw aau
de politie overgeleverd zyn 1
Je hebt hem toch niet vermoord,
Driek herbaalt zij met starren blik.
Ben je mal I Maar ik heb hem toch
wel zooveel gegeven dat bij den eersten
tyd....
Eu je zei dat bij er niets van zou
kunnen voort-vertellen I
Dat was natuurlijk wat overdreven.
Maar een maand of vier vyf zal 't toch
wel geduurd hebben eer hij weer buiten
kon komen. Dienselfden avond ging ik 'm
smeeren. Natuurlijk, bé Als ik gebleven
IW88, zou 't my tour opgebroken 'zyn I
Een unr of twintig legde ik per spoor
trein af toen was mijn gsld op Van
Tilbnrg af ben ik te voet hierheen ge
komen.
Te voet
Wordt vervolgd.