SSJ; Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. «SSrHrii Een stem uit de Mijnstreek. Collecte voor het Katholiek onderwijs. Een vreeselijke nacht. Gemengd Nieuws. Zaterdag 10 Augustus 1918 39e Jaargang No. 32 ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL van 1—4 regels 20 c. bij vooruitbetaling 90 c. tiën, 3 maal geplaatst, afzonderl. nummers 5 c. Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY. worden 2 maal berekend. PEEL EN MAAS PRIJS DER ADVERTENTIEN B. schrijft uit Heerlen aan het »Hsg.": Wanneer iemand Limburgs' groei ten volle wil zien op economisch gebied, die neme 'n kaartje en rije met het nieuws trèmke van de •Oranje Nassau I" Heerlen, via Heerlerheide, naar de Staatsmijn •Emma" Hoensbroek. Al is deze reis misschien wel wat minder pret» tig, wijl de stoom voorloopig de electriciteit moet vervangen, en het rijke heuvelland het ijzeren paardje soms 'n beetje dartel maakt, moge» lijk buiten z'n limiten doet springen, toch kan het oog der passagiers rijkelijk genieten van de opkomende weelde in 't mijnbedrijf, Het rectoraat van de E.E.P.P. Franciscanen te Heerlen op den Sittarderweg met zijn ongeveer 3500 zielen is (aan de nieuwe steenen te zien) een werk van de laatste 15 jaren. Vroeger stonden hier hoogstens twintig oud-Limbui'gsche huisjes en thans liggen er drieuitsluitend door mijnwerkers bewoonde kolo» nies. Heerlerheide, al klinkt 't ietwat heiachtig, is, tengevolge van de mijn» en bruinkoolindustrie van de zand» en grintontginningen, een groote welvarende plaats geworden van bij de 7000 zielen. Wie 10 jaren geleden dit plaatsje heeft ge» zien, kent 't niet meer terug. En rond de Staatsmijn »Emma'' te Hoensbroek daar verrijst een groote moderne wereldstad, zoo schoon en royaal gebouwd, dat Bra» bantsche heeren en dames, die hier een kijkje komen nemen, eerlijk moeten getuigen »men leeft hier werkelijk in een sprookjesland Aan taal en dialect hoort men dat in dit stuk van de mijnstreek, het grootste percentage uit niet- Limburgers en buitenlanders bestaat en onwilkeurig bekruipt ons hier de gedachte welk een ontzaglijk en moeielijk arbeidsveld voor geestelijken en leeken op gods» dienstig, politiek en sociaal terrein! Wat moet hier toch hard gewerkt worden om het oude Limburgsche geloof te doen zegevierenWat moet hier met paardenkracht ge» ijverd worden voor de R.K. stands- en christelijke vakorganisatie om den rooden vloed zoo veel mogelijk te keeren Wérkelijk, in 't- gewone dage» lijksche leven kan men hier al heel goed zien de volle waarheid van Dr. Ariëns, bekende woorden »de groote slag van vóór of tegen Chris» tus wordt geleverd op 't veld der vakorganisatie". Is iemand chris» telijk georganiseerd, hij is voor Christus; is iemand daarentegen aan» gesloten bij den Nederl. Bond, hij is minstens na verloop van tijd tegen Christus, volop S.D.A.P.er. Deze grenslijn kan men gerust trekken. Zeker, wij hebben't vroeger reeds gezegd, op dit terrein is hier in 't zuiden reeds hard gewerkt; met reuzenschreden zijn wij vooruitge» gaan en honderden leden zijn door de propagandisten en vertrouwens mannen voor den Christelijken Mijn» werkersbond gewonnen maar toch, wij hooren nog die stem van 'n pater Franciscaan in 't Patronaat van Heerlen op 'n vergadering der K.K. nd de verkiezing voor de Tweede Kamer op 3 Juli j.l. »hoe zal 't er in de mijnstreek over twintig jaar uitzien Zal het tegenwoordige jonge Limburgsche geslacht even vast in de schoenen staan als de mannen van beden 1" j Ik voor mij ik hoop dat ik 't mis heb vrees voor de toekomst Bioscopen en openbare vermakelijk» heden, overdreven sport en spel trekken de jongens te zeer af van ernstig en degelijk sociaal werken en politiek optreden. Als beel onze politieke en sociale actie een voetbal was, zij zouden hoog genoeg de lucht invliegen; er zou «animo" zijn zooveel en zoo groot dat geen eDkele vergaderzaal groot genoeg was om alle toehoorders tegen een regenbui te beschutten. Maar thans Enfin, er zijn er nog, die er an» ders over dénken. Mogelijk hooren wij tot de categorie der pessimisten. Het »Kath. Volk" is van een an» dere gedachte. Het schrijft o.a. Gelukkig komt er allerwege ken» tering; in stands- en vakorganisatie begint door te breken het besef, dat zonder vorming en ontwikkeling onzer jongens de organisatie weg» sterft. Jeugdorganisatie is voor gehe6l onze Roomsche arbeidersbeweging een levenskwestie. Wil dus onze Roomsche arbeiders» beweging invloed en macht krijgen in de toekomst, dan is maar één voornaam middel noodig warme be» langstelling voor hst werk der jeugd» organisatie, daadwerkelijk aanpak» ken op dit terrein over geheel de linie der stands- en vakorganisatie". Nogmaals, 't is te hopen, dat deze hoop niet ijdel is. Allemaal mooi en wel, maar die Kentering allerwege" is mij nog niet opgevallen. Toegegeven, dat zij in theorie be» staat, practisch is er nog te weinig gedaan aan de zoo groot noodige jeugdorganisatie, ten minste hier in Limburg. Wat men gedaan heeft Wel iets maar niet genoeg. Op de centrale Raadsvergadering van 31 Oct. 1915 te Sittard heeft de tegenwoordige aalmoezenier van Sil» tard een geestdriftige rede gehouden over jeugdorganisatie. Op den Katholiekendag te Beek, Pinkstermaandag 1916 is men olfi» cieel begonnen met jeugdorganisatie onder den titel van »De Jonge Werkman", met het doel, om de opvoeding der schoolvrije jeugd, be» ginnend bij de patronaten voort te zetten in een vereeniging, die alle jongens uit den werkmansstaud kan opnemen om een schakel te vormen tusschen Patronaten en Standsorga» nisatie. Ea sinds dien zijn er nog maar hoogstens 10 afdeelingen van »De JoDga Werkman" opgericht, die over het algemeen een teringachtig be» staan lijden. Er is niet genoeg ge» werkt? Er moet meer gedaan worden voor de jeugd 1 Overal moet nu het werk der jeugdorganisatie eens flink worden aangepakt 1 Temeer, wijl binnenkort hier in Limburg een eigen orgaan zal uitkomen onder den titel »De Jonge Werkman". Hierin zullen de jongens bun geestesvoedsel kunnen vinden, dat zij zelf propagandistisch moeten verwerken. Zoo moeten in Limburg de afdeelingen der jeugdor» ganisatie in getal en gehalte aan» groeien en opbloeien, om voormannen te vormen in 't poli,ieke en sociale loven, waar het latere Limburg groo» te behoefte aan zal krijgen. Tegen den tijd, waarop de zomer- vacantie aan de Lagere Scholen ten einde loopt, wordt ieder jaar door de Parochiegeestelijken een verma ning tot de ouders gericht over de katholieke opvoeding der jeugd en daarbij in aller milddadigheid aan bevolen de zoogenaamde collecte voor de Normaalschool, eigenlijk voor de St. Josephsvereeniging tot bevor dering van Katholiek Lager Onder wijs. Dit jaar zal dit geschieden op Zondag 11 Aug. a.s. Verleden jaar heeft deze collecte, dank aan den ijver, waarmede deze aanbeveling geschiedde, op verreweg de meeste plaatsen een veel grooter bedrag opgeleverd dan de voorgaan de jaren. En dit is hoogst redelijk. In een tijd, dat zoo ontzettende som» men besteed worden voor de stoffelij ke belangen der bevolking, mag er wel een toename zijn in de offers, die men zich getroost voor haar zedelijk welzijn met name voor de katholieke opvoeding der jeugd; want daaraan komt heel de opbrengst dezer collecte ten goede, voornamelijk door de zorg voor de opleiding van toekomstige onderwijzers, zoowel aan de openbare als aan de bijzondere schooi. Inder daad, wat baat het ons kostbare scholen en knappe onderwijzers te hebben, wanneer deze niet in merg en been katholieke onderwijzers zijn, opgevoed volgens de beginselen der H. Kerk, trouw aan hare beginselen niet in hun privaat leven alleen, maar ook in hun onderwijs en derhalve geschikt om die aan anderen mede te deelen en dusdoende een aankomend geslacht van oprechte katholieken te vormen Dat de voor deze collecte bestem» de gaven goed besteed zijn, moge blijken uit de heerlijke vruchten door de St. Josephsverpei iging gedurende haar bijna vijftig-jarig bestaan op geleverd. Om slechts dit eene te ver melden: aan de kweekschool te Echt werden in de 26 jaren van haar be staan niet minder dan 294 akten van bekwaamheid als onderwijzers verworven'. Werkzaam aan de Lagere Scholen door heel onze provincie verspreid, vormen die mannen, als medehelpers der geestelijke herders, een onwaar deerbare kracht ter instandhouding en bevordering van geloof en goede zeden. Maar de uitgaven stijgen van jaar tot jaar, en sedert verleden jaar kwam daar nog bij de oprichting der nieuwe R. K, Kweekschool te Venlo, wier instandhouding, ook na aftrek van het Rijkssubsidie voor loopig een jaarlijksche uitgave van moer dan f 8000 vordert. Is het te verwonderen, dat ook dit jaar met nog meer aandrang ge vraagd wordt, het werk der St. Jo sephsvereeniging geldelijk te steunen? Er zijn parochies, die in 1917 prach tige bijdragen hebben geleverd. God zal er om zegenen. Wij vertrouwen, dat zij dit jaar zullen trachten, zich zelf le overtreffen, en dat de andere haar voorbeeld van edelmoedigheid zullen evenaren. Is ééne God welge vallige zaak, dan is het die van het Katholiek onderwijs; daarop immers berust de toekomst van zijn Rijk in ons midden. Men zegge niet de gelijkstelling van het bijzonder met het openbaar onderwijs staat voor'de deur; waar toe dus nog geld gevraagd Geluk kig, dat die gelijkstelling in aan tocht is, maar zoolang zij er Dog niet is, is er evenveel geld noodig als wanneer zij er nooit zou komen. Wanneer zij er is, zullen wij vermoe delijk kunnen ophouden met vragen. Maar nu moet er nog gegeven en veel gegeven worden. Katholiek Limburg moet toonen, hoe hoog h6t de katholieke opvoeding zijner jeugd weet te schatten. Het Bestuur der St. Josephsvereemging te Roermond. Op het kasteel van Kerkdall, in de na» bijheid van Yadd<s, was een tal?ijk gezel» schap bijeen. Bij wijze van huwelyksreis had de mar» kies van Kerkdall aan zyn jeugdige e;bt» genoote een reis om de vereld voorgesteld Na zich op een jacht, den markus toe» beboorende, te hebben ingescheept, hadden zij achtereenvolgens Afrika. Amerika en Australië bezocht, zooals anderen een reisje maken naar Zwitserland of Itailië. Van die verre tochten teruggekeerd, hadden zij hun wederzydsche familieleden en eenige vrienden nitgenoodigd hun thuisnomst feöstelyk te komen vieren. Behalve de familie van den markies en diens ega, waren onder meer ook ge» noodigd de oudo doctor Cornabuc, een zeer origineel man met een blonde pruik, een paar vriendinoen van de markiezin, me» vronw de Lartiques, Hawthorne enz. Het gebeele gezelschap amuseerde zien uitstekend. Nu een verblijf op het oude kasteel was dan ook alleraaogenaamst. Vooreerst was de omgang m«-t de be» wooers zeer aanlokkelijk, daar zy zooveel wisten te verbalen van hetgeen ze alzoo overal gezien hadden. Het kasteel was om zoo te zeggen een waar museum van de zonderlingste en vreemdste voorwerpen Daarenboven bad de markies een heele menagerie aaogelegd van de verschillende dieren, die bij van zijn reizen bad mede» gebracht, gazellen, antilopen enz. enz. tot zelfs een Aziatiscbeo aap. Zooals men ziet was bet een waar para» dys, hetgeen toch evénwel niet kon ver hinderen, dat Mevrouw de Lartfques, vol gens baar meening, niet; beel graag altijd op bet kasteel zou verblijven, want zeide zy, ik zou bang zyn. Bang, waarvoor Voor dieven en moordenaars, gaf zy ten antwoord. Het gebeele gezelschap vermaakte er zich over en opeen avond verhaalde de oude doctor Cornabnc zoo'n vreeselijke roovershistorie, dat mevrouw de Larf ques ondanks haar schrik en benauwdheid, bet eerst begon te lachen. Toen bet uur der rust daar was. begaf zy zich met een zekere manhaftigheid naar haar kamer. Een ge oogenblikken later waren al de be woners van het kasteel op weg naar het land der droomen, Hoe laDg had mevrouw de Lartiques geslapen f Zij kon bet niet zeggen, toen zy door gedrui8ch en gerammel aan bet raam barer kamer eensklaps werd opgeschrikt. Wie beschrijft haar ontsteltenis, toen zij bij het maaolicht zag, dat iemand heel zaoht door het raam binnenstapte, dat :y bad laten open staan voor de warmte. Zij wilde roepeD, maar het was baar onmogelyk. Zy kroop zoo diep mogelijk onder de lakens en wachtte stil den doodsteek af. Maar er gebeurde niets. Na verloop van een kwartier vermande zy zich, bet hoofd eens even buiten de lakens te steken, en zag dat de man ver» dwenen was. Nu schreeuwde tij zoo hard ze kon om hulpen in een oogwenk waren al de kasteelbewoners wakker en stormde men met brandende kaarsen gewapend haar slaapkamer binnen. Wat is er, wat is er Zij vertelde wat zy gezien had. maar meD wilde haar niet gelooven, zij bad ge droomd 1 Wie zou die kamer hebben kun nen bereiken op de tweede verdieping zonder ladder En er waren geen sporen van inbraak te bespearen. Hebt gy den man gezien vroeg de markies. Zooals ik u zie. gaf mevrouw de Larfques ten antwoord. Gij kant lachen zoovee! ge wilt, maar hij geleek veel op doctor Cornabuc met zyn bloode pruik en groote jas. Maar hoe was het mogelyk dat zoo'n man dergelijke grappen zou uithalen en het bleek duidelijk dat het een dief was geweest, want mevrouw de Lartiques miste baar juweelen. Eensklaps deed zich een schrille kreet hooren, die uit de kamer van mevrouw Hawthorne een Amerikaanscbe dame, scheen te komen. Aanstonds begaf men zich er been en vond de Amerikaansche temidden der kamer staan, uitroepende: D8ar is hij heengeloopen; ik kende hem aanstonds, bet was doctor Cornabuc. Alweer doctor Cornabuc, het was vreemd en ook toevallig, want de doctor was ook niet aanwezig. Dan gaan we naar den doctor, zeide de markies en de geheele processie begaf zich naar dieDS slaapkamer. Toen men binnentrad, hield de doctor zich schuil achter de gordijoeD en was er niets van hem te zien dan zyn kaal hoofd en vuurrood aangeziobt. Wat is dat nu voor een gekheid, bromde de doctor; wat is er aan de hand Is er brand Ik boorde een leven als een oordeel en wilds gaau zien wat er was, maar jawel, men heeft mij myn kleeren oritcome;: en eeu dsmesölcuse er voor in de plaa's gelegd en hij wierp het klee» dingstuk ia het midden der kamer. O hemel, dat is myn blouse, riep nmrouw r) iwtborne uit. En bier heb je nog wat, zei de doc tor en wierp een boed naar het gezelschap. Och 1 dat is myn hoed I schreeuwde mevrouw de Lait ques. Daar dood ziob eensklaps een hard ge" klingel op de piano hooren beneden in de taal. Verschrikt en verbaasd stormde de mar kies de deur uit en de trappen af, gevolgd door bijna heal bet gezelschap en passant geweren, sabels en wat d>os moor zy, als wapenen, medenemend. Daar moest bepaald een heeie bendo in het kasteel zyn, die bewust vau haar macht, gerust den baas speelde en er nog een mopje muziek bijmaakte. Ongelukkigerwijze waren op de trap alle kaarsen uitgewaaid en stond men in het donker toen men beneden in de zaai kwam. Niemand had lucifers by zich en men stond in bet duister rood te tasten. Einde» lyk was men in de zaal gesukkeld. Juist toen men daar binnenkwam, zag de markies een menschelyke schaduw wegvlnchten door eeu andere deur. Daar is by Daar is bij I riep by uit en stoof den dief achterna, doch deze was vlugger dan den markies en sprong door een raam den tuin in en weg was hij. Het geheele kasteel werd van onder tot boven doorzocht, maar er werd geen dief of inbreker gevonden, de schurk scheen dus alleen te zyn geweest. Het gezelsohap begaf zich weer ter ruste, om den onder» broken slaap te hervatten. In deo morgenstond klopte een lakei aan de kamer van den markies en ver wittigde zyn heer, dat de schurk in een hoogen boom zat in den tuin. Met een geladen geweer gewapend, be gaf de markies zioh met den lakei naar den aangewezen boom. De markies plaatste het geweer tegen den schoader, haalde den baan over en riep Als je Diet dood wil geschoten worden kom dan Daar beneden. Maar de schurk gaf geen antwoord en de markies s'ood op bet puDt het schot te Iossbd, toen de knecht eensklaps verschrikt uitriep O, mijoheer, schiet toch niet, het is doctor Cornabuc, ik zie het aan zyn jas. De markies trad onder den boom eo soberp in het dichte loover turend, scha terde bij 't eensklaps uit van bet lachen. Weet je wie het is vroeg by aan den lakei. Het is meester Jocok (de Azia tische asp) met beel de plunje van dootor Cornabuc aan en zelfs heeft by dootori pru k op zijn kop 1 Jocok werd uit den boom gebaald, ont ving eeu malsohe afstraffing en werd naar zijn bok teruggebracht. Men begrijpt, dat over dat voorval, deze apenstreek, die geheel het kasteel des nachts in rep en roer had gebracht, die een paar dames bad doen flauw vallen en allen schrik en aogst op het lyf gejaagd bad, terdege werd gelachen. Tot groote verwondering van allen ver soheen evenwel dien morgen de oude doc tor Cornabuc niet aan het ontbyt en toen men reeds een geruimen tijd tevergeefs bad gewacht,, begaf de markies zich naar de kamer van zijn gast, maar de heer Cornabuc was er niet en was ook nergens te vinden. De onde doctor, die daar midden in zyn slaap door het binnenstormen van het heele gezelschap, met schrik was wakker gemaakt en toen bemerkte, dat men zyn heele garderobe, zelfs zyn pruik had weggehaald, verbeeldde zich dat hy de dupe was van een heel onbescheiden grap en was daarover zoo gebelgd, dat by in den vroegen morgen het kasteel bad ver laten, zonder van iemand afscheid te heb ben genomen en kwam nooit meer op het kasteel terog. De broodkaart. Het Bureau voor mededeelmgen inzake voedselvoorziening meldt Voor het 62ste tijdvak is de geldigheids duur der broodkaart bepaald op 6 dagen. Dit beteekent niet, dat voor het vervolg bet broodrantsoen zal worden verhoogd de besohikbare hoeveelheden broodmsteriaal laten dit niet toe. De bedoeliDg vao den maatregel is alleen, het begin der brood- kaartenperiode te stelleo op Vrydag, in plaats van, zooals tot nu toe, op Zaterdag.

Peel en Maas | 1918 | | pagina 1