I
No. ög
Uitgave van Firma W. Van dt Munckhof, Venray.
Zaterdag- 2>& December 19IS.
33sti Jaargang.
•"■""■F"
TWEE BLADEN.
Wat Nederland in 1913
zal vertoonen.
Mengelwerk.
De zwerver.
Algemeen Nieuws.
Abonnementsprijs per kwartaal
voor VENRAY
franco per post
voor het buitenland bij vooruitbetaling
afzonderlijke nummers
Prijs der Advertentiën
van 1—4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiön, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend.
fir^-"^rr--rrTi^ ])it nummer toen met de christelijke minderheid Zij zijn niet overlede; aan gebrek
bestaat uit maar we'ni* rekenin* gehouden'aan wil en durf, maar ze zijn ver»
weinig rekening gehoudei
werd, lette men niet op de klachten moord
die moesten aantoonen, hoe moeilijk indringer, die alles met'zijn voort»
door den bui! tilandscben
Als de jaarkring, gcteekend met
't cyfor 1912, wederom afgesloten
wordt en gehecht aan de rij der
voorafgaande jaren als een schakel
in de lange kt ten der geschiedenis,
dan zal Nederland staan in het
teeken der eeuwfeesten.
Dan zullen tegelijk herdacht
worden het herwinnen 7«n een eigen
volksbestaan met het ontkomen aan
het juk van den vreemden over-
heerscher en de vestiging eener
nieuwe dynastie op de oude, histo
rische grondslagen. Vreugde zal er
overal zijn in al onze gouwen, om
het te juister tijd handelen en op
treden van onze voorzaten een eeuw
geleden.
Het vredespaleis, het internatio
nale hub der verschillende volkeren
zal geopend worden en wij ver
trouwen, dat het noodlot niet langer
den spot zal drijven met den goeden
wil, en het onweer in het Oosten
dan voorbijgetrokken zal z|jn-
Op eigenaardige wijze wil Neder
land zijne feeststemming uiten door
het aanrichten van een heerschouw
van de voortbrengselen der Neder-
laudsche nijverheid, de voorwerpen
van handel en producten van kunst.
Wat men dan te zien zal krijgen,
moet voorzeker den stempel dragon
van het beste er. volledigste. De
verschillende takken van nijverheid
znllen hun nieuwste voortbrengselen
in 't volle licht trachten te zetten
Maar bij al die glorie, die dat stre
ven omstralen zal, bij al dat ernstig
pogen, zal er voor het oog van den
aandachtigen opmerker eene groote
leemte te zien komen.
Er zullen verschillende lakken
van industrie afwezig zijn. Ook
zullen er verscheidene ambachten
verre blijven. Onmisbare afdeelingen
van handel zullen ontbreken. Waar
vandaan dit vreemde verschijnsel
't Is alleszins natuurlijk, want die
noodzakelijke hefboomen onzer maat
schappij, zij bestaan vooreen deel
niet meer of zijn noodlijdend.
Op vele plaatsen in ons land zijn
open vakken, leemten ontstaan, in
de laatste kwart eeuw, die in den
huidigen staat van zaken, hij den
tegenwoordig nog gevolgden koers
niet licht aangevuld kunnen worden.
Hoe verheffend het overigens mag
zijn te zien, dal een volk zich op
maakt, om zijne kracht, kennis en
kunst te toonen, de buitenwereld
zal het geen lust der oogen vinden,
als tusschen de krachtige figuren,
zooveel hinkende en op krukken
het bestaan werd voor den midden
stand, den ambachtsman, den han
delsman met bescheiden zaak, door
de vermoordende en ongebreidelde
mededingers van buitenlandsch groot
kapitaal.
Men nam geen notitie van hen, die
op bescherming aandrongen. Vrij
handel was 't hoogste, bescherming
uit den booze. Men had de macht,
hield ze en gebruikte ze, om 't koste
wat 't kostte een éénmaal aangeno
men stelsel door te zetten en vol te
houden. En dat was en bleef de
vrijhandel.
Nu rijst dan ook de vraag, zal
die groote heerschouw den vreemde
ling niet doen glimlachen over onze
onbeschermde nijverheid, onzen open
handel, die wel wil, maar niet kan,
die geworden is tot een huis vol
agenturen van het buitenland een
nederige dienaresse van den vreem
deling l
Zal de vreemde niet nauwlettend
met kennersblik nagaan, waar onze
zwakke punten zijn en, bij behoud
van het reeds veroverde, zijn weten
schap handig gebruiken, om nog
meer waren, machineriën, werk
tuigen, stoffen, kleeren op ons af te
zenden Zal hij zijn voorthrengings-
middelen niet in die richting juist
verbeteren en ook toezien, waar hij
zijn overproductie tegen lage, tegen
»dumping"prijzen weer op de Neder-
landsche markt kan brengen
Men heeft goed praten en de
klagers toe te roepen »help u zelf',
't is kranig op eigen kracht te drijven
maar de omstandigheden kunnen
zoo critiek zijn, de patient kan zoo
beginnen te hinken, dat knappere
dokters en een andere wijze van
behandeling dringend noodig worden
als men ziet, dat de zieke ten slotte
niet meer gaan of staan kan.
Slaan wij het oog op het buiten
land, dan is het overduidelijk, dat
wij in verschillende dingen sinds
geruimen lijd verschrikkelijk ach
teruit geboerd zijn. Men moge da1
nu om redenen van politiek bewim»
pelen, het ligt voor de band, dat, als
men van Brussel naar Gladbach
spoort, in België overal fabriek aan
fabriek staat, dat, zoodra men uit
het buitenland de Nederlandsche
grens overschrijdt, het aantal nijver»
heidsondernemingen nul of bijna nul
is, en dat. zoodra men weer over de
zwartwit Pruisische palen is, reus»
achtige fabrieken, naast kleinere
inrichtingen, het land bedekken.
Wij mogen gerust aannemen, dat
in meer dan de helft van ons vader»
land, over eene strook, zeer diep,
verder dan men denkt, het land
ingaande, geen leven, geen bewe-»
ging meer langs de geheele grens
is, op enkele gunstige uitzonderin»
brengselen overstroom»- Waartoe
dan ook zwoegen en sl ven. als de
buitenlander toch met d n buit gaat
strijken
't ls geen voorbijgaaule crisis, 't
is het gevolg van een ovo alles heen
doorgezet stelsel, het stelsel var.
open deuren aan de gre s, het vrij»
handelstels el.
En nog zouden de one toonaan»
gevers die toestanden wi ien besten»
digen, als ze kans zagen.
Met de handen in de kker. staan
ze te redeneeren, nieu\ schijnbe»
wijzen bijbrengende, voor het be»
houd van het oude rommelige sys»
teem, onder welks heillot ie gevolgen
we nog steeds zuchten. I n het volk,
dat lijdt, zou dat raoeU toezien en
dan zwijgen Dat nooit
Helder is het sind3 i gebieken
en wij zullen dat in en alfi trekken
aantoonen, dat Neder!;-. zeer ge»
leden heeft ondér fat ijhandel»
stelsel
Toch schijnt de li ij dit
als veldteeken voorr-o te v.'tïlën
dragen in den politieker strijd van
het jubeljaar 1913.
Men wil ook nog een bewijs van
vertrouwen hebben, voor bet aan»
richten van die onherstelbare schade.
Allerlei mooie statistieken worden
opgerakeld, om als een bonte kalei»
doskoop in de mooiste kleuren den
volke voorgetooverd te worden, om
de kleine luyden vooral te waar»
schuwen tegen de voorstanders van
redelijke bescherming.
Maar 't zal niet baten
Voor wie de teekenen des tijds
waarneemt, breeict de zon door de
nevelen. Het schip der vrijhandelaars
is lek en zinkende, al waait er nog
altijd een breede pompeuze vlag in
top met valsche leuze »op hoop van
zegen". Het »mène thekle phares
is ook voor hen verschenen aan hun
disch, waaraan zij in feestroes
zaten een kwart eeuw lang het
dreigende en oogverblindende teeken
is er en wordt overal gezien. Er
zal een einde gesteld worden aan
dat loszinnig omspringen mei groote
volksbelangen door de vrybande»
laars en hunne kornuiten van den
rooden kant.
De dwaze begrippen, de looze
beschuldigingen, de kwalijk gemeen»
de waarschuwingen, zij zullen in
't niet zinken voor den ernst der
steeds meer omhoog komende
waarheid.
Het oude, onhoudbare stelsel van
open deuren heeft zijD volkomen
onbruikbaarheid bewezen. Zelfs in
bakermat Engeland wordt het ver»
laten
Wij zullen niet nalaten nader aan
te toonen, welke de middelen zijn
die men aanwendt, om de verkeerde
toestanden te bestendigen en eens
in een nadere bespreking niet
loopenden buiten het schouwtooneel gen na.
aangetroffen worden. Geheele ambachten zijn verdwenen j zien,
Die bewermg lijdt niet aan over steenovens, pannebakkerijen, meel» alleen, waarheen men ons gebracht aai >o
drijving! Oneen molens, weverijen, leerlooierijen, heeft, maar ook, wat men daarmede genoemd heeft<
In de dagen van genoegzaamheid, alles is te niet of lijdt nood. voor had. Gldl. J 0p dat gezicht komt een uitdrukking van
Ach, moedertje is dat geen verschrik
kelijke man.
Ja, lieveling, zeker dat is een
slechtaard, voor dergelijke menschen moet
je altijd hoeden.
OfschooD deze woorden zacht gesproken
werden, bereikten ze toch het oor van den
langen en vuilen man, die onder de schaduw
van een boom ter zyde van den weg lag.
Hij schudde zich heen en weer en richtte
zich op als een hond die ergens door wordt
opgeschrokken.
«Voor den duivel", mompelde by "dat
zeggen re allemaal, om dat ik 'n zwerver
ben zyn de kleine meisjes bang en zeg»
gen hare moeders dat ze mij uit den weg
moeten blyven. Ik zal haar tegelegenertijd
laten zien dat een zwerver zich ook kan
wreken".
Hij was een nog jonge man. niet ouder
dan dertig jaar, maar honger en slechte
eigenschappen hadden hun onuitwischbaar
spoor op zyn gezicht achtergelaten. Al tien
jaar lang had hy geen eigenlijk »te huis
meer gehad en nu was hy een zwerver
geworden, die geen ander dak boven zich
had dan nu en dan een hooischelf geen an
der voedsel ot kleeding dan wat hij door
bedelen of oneerliike praktijken verkreeg.
Ofschoon ny in zyn jonge ja.ou -.-i«-v
beid betrekkelijke weelde en liefde van
zyn jongere zusjes gekend had, was da1
alles nu voorbij eu nu, verlaten, hongerig
vervuild, het hart verbitterd door ellende
en vervuld van haat tegenover zijn mede-
mensch, was hy een toonbeeld van afschuw
en zooals het kleine meisje zei -verschrik-
kelyk."
Met de bovenaangehaalde woorden
vervolgde by morrend en grommend zijn
moeilijken gang langs deQ heeten, stoffigen
weg.
Ofschoon hy in deze streek vreemdeling
was, kende hij het gezicht van de vrouw
die zoo waarschuwend tegen haar kind
sprak. Vroeger had hij haar al eens gezien
in naburige dorp en vernam daar dat zij
de vrouw was van den heer Diett, een
ryk landeigenaar in die omgeving en hy
wist dat de goederen van den heer Diett
aan den weg lagen waarop hij zich bevond
enkele mijlen verder.
Terwijl hij voortloopt overdenkt hij de
middelen hoe hij z.ch zou kunnen wreken
op die trotsche vrouw die hem zoo minacht
te. Hij herinnert zich de hooimijt op het
veld van Diett waar bij dien nacht had
gehoopt te kunnen slapen en aanstonds
knarst hij zijn tanden en in zijn verbeel
ding ziet hij 's nachts den hooiopslag a
branden, om zoodoende 't eigendom van
de gehate familie te vernietigen. Terwijl
hij deze gedachte met zich zeil overlegt,
schijueo de mijlen hem korter eu vergeet
by dat zijn doorgeloopen voeten hem zeer
doen.
De avondschemering was nog niet geval
len als hij aan het veld komt waar het hooi
is op geslagen. Nog is het niet donker
genoeg om ongemerkt de plaats te bereiken.
Daar ziet hij eenige wilgeDboomeo langs
den weg staan, hij overlegt met zich zelf
in een holte van een boom uit te rusten tot
het donker wordt, tot by zijn plan ten
uitvoer zal kunneu brengeo. Met dit voor
nemen loopt hij naar de wilgenboomen toe
waar hij zich verdekt opstelt.
Als hy daar aangekomen is en zich op
den grootsten boom neerzet, hoort by een
kinderstemmetje uit het kreupelhout zacht
neuriën. Als hy dichterbij komt ziet hy een
klein meisje tu-schen het kreupelhout dat
met haar pop speelt
Onmiddelijk als hy haar ziet, herkent
hij haar, zy is 't kind dat hem -vreeselijk"
haat in zyn oogen en hij denkt dat het nu
misschien Diet noodig zal zyn de hooischelf
in brand te steken, nu is het kind in zyn
macht, waardoor hij een grootere voldoen
ing aan zijn wrok kan geven.
Terwijl bij het meisje gadeslaat en naar
haar gezang luistert, gaat zy door met haar
spel.
Zy probeert een bedje te spreien voor
hare pop op de afgevallen bladeren, maar
zij vindt daarin geene bevrediging.
Eindelijk zegt zy -Dit bedje is niet
goed voor jou, pop, we zullen naar het
booi gaan en daar zuileD we een heerlyk
bedje vinden voor ons beiden."
Met deze woorden gaat ze naar het
hooi, dat hij in brand wilde steken. Hy
staart haar na als zy heen gaat met hare
pop in hare armen. Hy ziet hoe zij het
hooi wegtrekt, tot zy er een gat ingegra
ven heeft groot genoeg om haar klein
lichaam te bergen.
Terwjjl hjj dit alles gadeslaat zit hij
stom voor zich uit Ie staren en overlegt
hoe hij zijn wraak aan het kind kan koelen.
Zou hy hare pop wegnemen I Zou by
hare mooie haren afknippen Zou hy
haar gezichtje misvormen Geen van deze
gedachten geeft hy bevrediging en terwijl
hy daar zit en over alles nadenkt valt de
duisternis in.
Doelloos dwalen zijn oogen over het veld
en onwillekeurig blijven zij rusten op het
hooi.
Plotseling ziet bij iets dat hero met schrik
Een oogenblik wil bet hem voorkomen
dat iemand anders hem gewroken heeft en
inwendig verheugt hy zich dat bel hooi
zonder zyn toedoen brandt.
Maar plotseling te midden van zyn vreug
de komt de gedachte by hem op dat het
kind daarin slaapt.
Een kreet ontsnapt zijne lippen "Groote
God zy zal verbranden, «Een oogenblik
slechts en by heeft zijne jas al uitgetrok.
ken, hij springt naar voren en snelt naar
het brandende booi.
Daar aangekomen, neemt hy als een
bezetene groote handen vol van 't branden,
de hooi en tracht te ontdekken waar het
kind zich bevindt.
Spoedig zyn zijn handen met brandwon
den overdekt, zijn. gescheurde kleeren
schroeieD, zyn baard, s^jn haren vatten
vlam, maar hjj woelt door, hij zoekt
onverstoord uaar het kind byoa bege
ven hem zijn krachten. daar voelt hy
een kinderkleedje Daar is zij, ze slaapt
nog en houdt de pop vast io hare armen
geklemd. Met kracht trekt hij baar er uit,
zij is niet gewond, haar gezichtje heeft
niets geleden, hy legt haar op 't gras en
valt Daast haar neer, vreeselyk gebraud
en uitgeput van vermoeienis en angst.
Toen by stervende op het bed lag waar
op de ouders van het meisje hem neerge
legd hadden hoorden zy hem stervend zeg
gen «Ik heb mij toch gewroken".
Geen veehandel meer f
De levering van vleesch aan de groo»e
Duit8che steden door de landbouw coöpe
raties, met uitsluiting van den tusschen»
handel, wordt thans in de Rijnprovincie
onder leiding van de Kamer van Landbouw
georganiseerd.
Men zal de bestaande landbouw coöpe
raties als centrale punten gebruiken en,
waar ze niet bestaan, voor bepaalde
kriogen nieuwe centrales bepalen. Waar
nog geen overeenkomst met de gemeente
besturen is getroffen, zal de verkoopprijs
van bet vleesch, naar men veronderstelt,
op ongeveer 96 cent per Kilo zal komen.
Gld.
PEEL
MAAS
Weekblad voor Venray, Horst en omstreken.
1
50 c.
65 c.
85 c.
4 C.
20 c.
5 c.
uovoii uOoi opspringen, iveen ja wunj
hoe kan het zyn Het hooi brand!