Y00J Uitgave van Firma W. Van den Mimekhof, Venray. Huwelijksgeluk. Stroopers. Zaterdag 24 Februari 1912 33ste Jaargang No. 8 Dit nummei- bestaat uit TWEE BLADEN. Een lied per week. Mengelwerk. Abonnementsprijs per kwartaal voor VENRAY 50 c. franco per post 65 c- voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 4 c. Prijs der Advertentiën van 1—4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2maat berekend. en de moderne huwelijken, maar wisseling voorkom A eenige ach, in werkelijkheid is ze zoo kort oneenigheid ontstaan, waar deze van duur, overleeft ze d.e wittt-broods-zullen het huwelijk niet blijvend vergiftigen, noch tot eenónherstel» baren breuk voeren. Ne. e«n paar Een kind van Holland. Muziek vau A. L. Egbers. Holland dierbaar land der vaad ren, Glorie steeds verkondd' Uw faam, Sneller stroomt mij 't bloed in d'adren, Bij het noemen van uw naam. Waarheen ooit mijn schreên zich wenden. Waar op aard' ik mij bevind' 'k Zal van ver mijn groet U zenden, 'k Blijf, o Holland, steeds Uw kind 'k Zal van ver mijn groet U zenden, 'k Bl\jf. o Holland, steeds Uw kind II. Holland, land zoo duur verkregen, Arm zijt gij aan zonneschijn, 'k Heb U lief, spijt mist en regen, 'k Zal ook steeds getrouw U zijn. Wat me ook and're landen geven. Wat 'k op vreemden bodem vind. 't Liefst op Uwen grond wil 'k leven, 'k Blyf, o Holland, steeds Uw kind I 't Liefst op Uwen grond wil 'k leven, 'k Blijf, o Holland steeds Uw kind III. Holland, werd door vreemde machten, Eens Uw vrijheid ook geroofd. Bukten toen U sterk're krachten. Vry toch hieft Ge weer het hoofd. Mocht U thans de vijand naken, U bedreigeo, kwaadgezind, Zal mijn liefde voor U waken, 'k Blyf, o Holland steeds Uw kind Zal mijn liefde voor U waken, 'k Blijf o Holland, steeds Uw kind IV. Holland, mocht mij op Uw wallen. Treffen dan het moordend lood. Voor U strijdend, zal ik vallen, 't Is voor my de schoonste dood. Als 'k in Uw zoo dierb're dreven, Dan mijn laatste rustplaats vind, Denk Voor U liet ik het leven, 'k Bleef, o Holland steeds Uw kind Denk Voor U liet ik het leven, 'k Bleel, o Holland steeds Uw kind Allen, die in het huwelijk treden willen natuurlijk gelukkig zijn, niet slechts in het begin of voor korten tijd, maar tot aan den dood. Der halve zal het allen aangenaam zijn te hooren, hoe zij het moeten aan leggen, om zich geluk, tevredenbeic en welstand te verzekeren Onder de vele middelen die ge noemd worden, zijn er drie, waaraan wij onze bijzondere aandacht moeten schenken. Het eerste is de weder zij dsche genegenheid en liefde der ecbtge- nooten, naar de vermaning van den Apostel Gij mannen, bemint uwe vrouwen, evenals ook Christus zijne Kerk heeft liefgehad en zich voor Haar heeft geofferd. echter eene valsche en eene weken zelden, en eindigt vaak in afkeer en doodelijken haat, De ware liefde berust op weder- zijdscbe hoogachting en heelt hare bron in godsdienstige beweeggron den. Ze is niet voorbijgaande en grillig, zoódat na 20, 30 en meer aren de echtgenooten elkar'' minstens even oprecht lief -en als in de eerste dagen van hunne echtverbintenis. Deze liefde toont zich in weder- zijdsche hoogachting, zoodat de man op zijne vrouw, de vrouw op ïaren man trotsch is. Deze liefde is bereid, wel en wee met elkander tedeelèn. Zij is er steeds op uit het even aan elkander te veraangenamen en met zorg alles te vermijden, w£t zou kunnen krenken en voert na een klein geschil, elkander weer in de armen met nog inniger aanhankelijkheid. Deze liefde sticht een zoet tehuis, waarin men gaarne wijlt, dat men niet ontvlucht, om elders, bij andere familie's of zelfs in de kroeg, eene plaats te zoeken, waar men onge stoord vertoeven kan. Dezelfde liefde geeft aan de echtgenooten de zoo noodzakelijke kracht, om zich van de vele zware plichten met geduld en standvastigheid te kwijten. Ze maakt de echtgenoote tot eene sterke vrouw, tot eene teedere en offervaar dige moeder. Deze liefde vindt hare bron en haar 7oedsel in God. Het is God zelve, die in de harten van beiden de liefde heeft gelegd, die hen tot elkander voerde in onver- b ree kb ren band. Het is God, die het heilige vuur der liefde blijft onder houden en voeden, zoolang de echt genooten den Schenker van alle goede gaven niet uit het oog ver liezen, maar zich dagelijks vertrouw- vol tot Hem wenden. Mochten alle mannen en vrouwen deze parel met zorg bewaren. Ver» liezen zij haar, dan verliezen zij ook huwelijksgeluk, huwelijkszegen. Huwelijkstrouw is het tweede middel. Voor het heilig altaar in tegenwoordigheid van den pastoor, als Christus' plaatsbekleeder, in tegenwoordigheid van ouders, bloed» verwanten en vrienden, hebben de echtelieden in het aangezicht van den almachtigen en alwetenden God elkander trouw gezworen, trouw tot in den dood. Door dezen eed, als« mede door de heiligheid van het Sacrament zijn beiden onder zware zonden verplicht, de huwelijkstrouw te bewaren. Ze maakt tevens het geluk en den zegen van het huwelijk uit voor tijd en eeuwigheid. Deze huwelijkstrouw bestaat hierin dat man en vrouw in hunne gedach» ten, begeerten, woorden en werken alles weer vergelen en ver» Er is i - - ware liefde. De valsche is die, welke alles vermijden wat strijdig is met haren grond vindt meer in de zinne- de kuischheid. lijkheid en de uiterlijke voortreffe-1 Slechts die huwelijken kunnen lijkheden, dan in de goede eigen- gelukkig zijn, waarin deze huwe» uclu0p0plil,UkOU schappen, het degelijke karakter en lijkstrouw van beide zijden gehouden vullen. Men kwijt zich vooral van den de christelijke deugden. Van deze wordt. Ook in zulke echtverbintenis» eersten plicht: de opvoeding der liefde is steeds sprake in de romans sen kan meermalen eene woorden» kinderen. Daardoor spaart men zich uren is geven. Daarentegen is een vergrijp tegen de huwelijkstrouw de dood van het huwelijk, een vloek, die vreugde, -.acht geluk en zegen ver» nietigd. Indien er in onzen tijd zoovele ongelukkige huwelijken zijn, ligt de oorzaak vooral hierin, dat er zoovele ontrouwe echtgenooten zijn, die openlijk of in het geheim zich aan trouwbreuk schuldig maken, en in in de praktijk de zoo schandelijke leer der vrije liefde huldigen Bewaart dus met zorg den kost» baren edelsteen der huwelijkstrouw, voor het huwelijksgeluk volstrekt noodzakelijk. Het derde middel is de godsvrucht Zij moet alle handelingen der ge» huwden doordringen. Zij moet het middelpunt en de beweeggrond van alles Een huwelijk zonder go als eene zon zonder Ucat iaaj zonder ziel. In de verkeering meenen beiden dat zij de beste en de braafsten zijn van de wereld. Geen enkel gebrek zien zij in elkander. Nauwelijks is echter de huwelijksdrukte achter den rug, of hij bemerkt iets in haar en zij iets in hem, dat onaangenaam aandoet. Neen, zij is toch de engel niet, en hij evenmin de voortreffe» lijke man Dan volgen zoo spoedig verwijten, bitse aanmerkingen, grievende beleedigingen, en woe dan, wanneer beiden niet doordrongen zijn van den echt chiistelijken geest, wanneer beiden üiet eerst zoeken het rijk Gods en zijne gerechtigheid. De huiselijke vrede is verstoord, het huiselijk geluk verwoest Heerscht daar echter Godsdienst, hoe stichtend en hoe lieflijk is het dan in het huiselijk leven. Zij weten dat er geen menschen zijn zonder gebreken. Naarmate zij elkander beter leeren kennen, vergeven en verdragen zij elkander en trachten aldus elkander te helpen en ook te heiligen. Met God beginton eindigt men den dag. Alle werken, alle lijden wordt door een goede meening den Heere geofferd. In eten en drink ontspan» ning en vreugde houdt men maat, wijl men God voor oogen houdt en liever sterven wil dan God beleedtgen Men is tevreden en gelukkig wij' men een gerust geweten bezit en de oogen niet hoeft neer te slaan, noch voor Gods alziend oog, noch voor de menschen. Samen bidden ze, samen gaan ze ter kerke, samen knielen ze aan den Disch des Heeren. De arbeid wordt door God ge» zegend en brengt welvaart, al is het dan ook geen rijkdom, die men trouwens ook niet verlangt. Waar godsvrucht heerscht zoekt men den tijd goed te besteden en ie beroepsplichten nauwgezet te ver« groot onheil. Geen zwaarder kruis immers in het huwelijksleven dan slechte kinderen, die zonder gods« vrucht opgroeien. Zonder godsvrucht geen geluk. Wel heeft men geloofd en beweerd dat rijkdom en beschaving en liefde t e godsvrucht kunnen vervangen en ce echtgenooten gelukkig maken. Zonder godsvrucht echter hebben al deze goederen geene waarde. Onthoudt dus voor heel uw leven deze drie middelen liefdetrouw en godsvrucht. Waar zij ontbreken tan van geluk en zegen in liet luwelijk geen spraak zijn. Waar zij aanwezig zijn is onverstoorbaar ge» uk en overrijke zegen. VERITAS. Woest giert de wind door het verlateo duinlandschap. Na weken van mooi, gestadig winter, weer met een kouden bries uit het noord oosten, w.as er plotseling verandering gekomen." Mist en regen hulden de duineD met hunne anders zoo schilderachtige om trekken, «au toppon-'-t bosscb-*" in ,0D waas van weemoedigheid. Dezen morgen was hij aan komen zetten de reus uit het Zuidwesten, van ver over de zee; wild jageod over het eenzame veld. fluitend door de dennenbosschen en regen kletterend tegen de stammen der boomen. Reeds om drie uur was het beginnen te donkeren. Somber eo dicht was de duis ternis gevallen, die bosch en duin in één zwarte massa vereenigd. Een man en een jongen komen zwijgend het boschpad op, dat van het kleine dorpje naar het tuin voert. Zij moeten wel den weg goed kennen, zoo zeker als ze het smalle boschpad links inslaan en de kron kelingen volgen ondanks de duisternis. 't Is Jan Dekker, de slimste strooper van het dorp, een stevige kerel v an vijf en twintig jaar, de grijze pet diep in de oogen," den kraag van zijn jas omboog, één hand in den zak en de andere omklemt den riem van het dubbelloopsjachtgeweer, dat op zijn rug hangt. De jongen naast hem draagt een gesloten carbidlantaarn met sterken reflector. Hij is meer mee geweest op zoo u nachtelijken tocht met Jan, die naast hem in de dorps straat woont. Bang was hij nooit als hij met buurman meeging, want die was alle opzichters te slim af en boewei iedereen wist dat hij stroopte, nog nooit was hij gevat. Maar wat hij van avond aan Jan had, dat wist hij niet. Anders kreeg hij ver halen te hooren over Lange Dirk, die bekeurd was door den -ouwe" in bet zuidelijk duinpad of ze lachten samen over de vroolijke wijze, waarop ze de opzichters op een dwaalspoor baddeo gebracht. Maar van avond was er geen woord uit hem te krijgen. Jan was dan ook in diepe gedachten verzonken. Waarom was hij nu toch weer uitgetrokken Had hy niet voor twee weken nog aan Geertje, de dochter van -den ouwe", zoo noemden ze algemeen opzichter Verkerk, beloofd, 't nu voor goed te zullen laten. 't Was Zondag juist een wee*k geleden, dat hy haar gevraagd had 2ijn vrouw te worden. Ze waren 't eigenlijk al lang eens samen cd hy was ook niet bang geweest dat zij neen zou zeggen, maar toch was hij blij, dat het maar achter den rug was. Ze had bem een kus gegeven, maar voor ze hem antwoordde eerst laten beloven, nooit meer te stroopen als hij daar nu niet mee ophield, zou vader nooit toe stemming geven. Hij had toen beloofd, plechtig beloofd, geen geweer meer te zullen aanraken en ook woord gehouden. Maar ziet ge, nu was 't ook zulk echt weer, dat ge 't niet kondt laten, als ge maar een grijntje atroopersbloed in de adereu had. Hij had gestreden tot tegen den avond, 'i Geweer had bij zelfs in de handen genomen om 't maar stuk te slaan, dan was het immers vanzelf uit, maar neen, hiertoe had bem den moed ontbroken. Hy had het schoongemaakt als van ouds en toen was juist de buurjongen binnengekomen of hy mee mocht. En toen had by zich geschaamd om te zeggen, dat bij 't niet meer deed en had -ja" geantwoord. En nu liep hij weer in den duin zonder het te willen eigenlijk, alsof bij niets beloofd had, zijne gedachten by Geerte en met een bang voorgevoel van naderend onheil. Eenzaam en verlaten staat de woning van opzichter Verkerk aan het einde van het zandpad. Wel ligt het huisje beschut door de hcoge duinen, zoodat de stormwind er grootendeels over heen gaat zonder het met volle kracht le raken en ook geeft eiken hakhout in het rond eenige be schutting, maar de regen slaat heftig tegen de luiken, die zorgvuldig gesloten zyn. Geerte staat hevig ontroerd voor de ipjel en kiikt angstig naar de deur, waardoor vader zoo juist is verdwenen, om in 't woonhuis waterlaarzen en regen mantel aan te trekkeD en't geweer om te hangen. Van middag hadden ze gehoord van den bakker van het dorp, dat er weer hevig gestroopt zou worden vannacht en dat Jan er ook wel bij zou zyn. Tenminste ze hadden hem zijn geweer zien schoon maken. Vader was toen weer driftig geworden en had gezegd, dat als hij hem nu snapte nadat hy pas beloofd had, niet meer te zullen stroopen, hy het uit zou maken tusschen heD, En Geerte kende Jan's aard en was zelf bang, dat hy aan zyn hartstocht geen weerstand zou kunnen bieden. Ze had nog geprobeerd vader thuis te houden, om bet slechte weer. Vader was toen in eens kwaad opgestaan, had zyn pup driftig neergegooid dat de asch op den grond viel zoodat ze er bang van was geworden. En nu was hij achter, zou zoo dadelyk weggaan het veld in, en dan Ze zou 't nog eens probeeren -Vader", klinkt het zacht, -vader", zegt ze, blijft nu thuis, 't is zulk weer, en gy zyt nog niet in orde. Verkerk antwoordt niet en houdt het stroef gelaat van haar afgekeerd. Hij neemt zijn pyp op, klopt die uit boven de aschlade der kachel, stopt uit het tabaks kistje, dat op den hoek van de schouw staat, steekt er den brand in en blijft eenige oogenblikken als in gedachten staan, zware rookwolken uitblazende. Dan slingert hy met een ruk 't geweer over de schouders, en Geerte die nu in snikken is uitgebarsten, niet aanziende, loopt ny het voorhuis door naar buiten, de deur achter zich dichtslaande. Even blijft hy staan in den stroomenden regen, die fel hem in 't gezicht slaat en luistert naar het zwiepen der beukenboo- men en het bulderen van den storm. Dan gaat hij met kracbtigen stap duiowaarts. 't Koningsduin met de daarachter liggende valiei, is wel de meest geschikte plaais voor de wilddieven, om hun nach* telyk bedrijf uit te oefenen. Het golvend terrein is geheel met dennenbosch en kreupelhout bedekt, ter. wyl de dichte doornboschjes het loopen, vooral by een nacht als dezen, haast onmogelyk maken. Jan en zyn helper zyn hier echter iu hun elementondanks de byna volslagen duisternis volgen ze kruipende en bukkende 20 c. 5 c.

Peel en Maas | 1912 | | pagina 1