Uitgever in Van den Munckhof, Venray. lees dit GRATIS. Retraite. De Doods raf. Zaterdag lO December 1910 31stf Jaargang No ÖO Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Mengelwerk. Een vreemde weddingschap. PEEL Abonnementsprijs per kwartaal voor Venrat 50 o. franco per poBt 65 c. voor het buitenland tyj vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummer» 6 o. MAAS Prij's der Advertentiën van 1 4 regel» 20 elke regel meer 5 letter» en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. Die zioh met ingang van 1 Jan a. s. op PEEL EN MAAS abon- neeren, ontvangen de nog voor dien datum verscbijnende num mers Groot ia de invloed welke »het werk der relraiten" in onzen tijd uitoefent. Lezer, gij hebt daar in de laatste jaren meermalen over hooren spreken Pausen en Bisschoppen roemen het om strijd, katholieken van allen rang en stand juichen het toe. Wat is een retraite Een retraite is een geestelijke afzondering. Onder voorlichting van een leidsman moet men zelf nadenken over de onmidddelijke praktische toepassing der groote eeuwige waar heden op het dagelijksch leven, met al zijn rechten en plichten en dat op eene eenzame rustige plaats. Dit voor alle standen, voor rijke zoowel als armen, voor mannen zoo wel als voor vrouwen mogelijk te maken en te regelen is «hel werk der retraiten." De opbloei van dit werk mag te recht een der meest hoopvolle teekenen van onzen tijd genoemd worden. Wat zou er een geluk nederdalen over vele gezinnen, die nu in droeve ontevredenheid voortkwijnen, indien dit werk in ons land evenals in andere landen bloeide, indien vaders, zoons, moeders en dochters, de onwaardeer bare weldaad eener gesloten re traite, mochten ondervinden In onzen zenuwachtiggejaagden tijd guut de mensch zich geen oogen- hlik rust om ernstig na te denken over groote levensvragen, die toch zijn geluk in tijd en eeuwigheid be palen. Daarom is het hem noodig zich somwylen eenige dagen te onttrekken aan het gewoel dier duizende be slommeringen van het dagelijksch leven. Dan, los van alles wat zijn geest aftrekt eD verstrooit, richt hij zijn blik op zijn Schepper. Met over weldigende klaarheid ziet hij Gods eindelooze grootheid en zijn eigen nietigheid, Gods onbetwisbaar mees terschap en zijn eigen volkomen af» hankelijkheid. De mensch buigt zich neder voor zijn Heer, wiens maak sel hij is, wiens macht hem staande houdt ieder oogeublik van zijn be staan, Hem weerstreven mag, kan en wil bij niet. Maar wat te doen Nu leert de retraite den mensch voelen en tasten, dat de eeuwige reden van zijn bestaan is God te dienen en daardoor zijn eeuwiggeluk U verzekeren. Alles wat rondom hem bestaat moet hem daartoe helpen. Zij toont hem onwederlegbaar, dat alle schepselen hem moeten dienen als treden langs welke hij opklimt tot zijn eenig doel God. Dat is zijn levensweg, de eenig redelijke. Maar van dien weg is hij afgeweken door de zonde. Zijn eigen levensboek wordt blad» zijde voor bladzijde opengeslagen Hij huivert voor het aantal, de zwaarte, de snoodheid zijner over» tredingen. Gods rechtvaardigheid is verplicht, zulk een opperheerschappij eeuwig te straffen. En van die straffen is de zondaar alleen gescheiden door den dood, die hem toch ieder oogeublik kan treffen Vermorzeld door diepgevoeld berouw werpt de zondaar zich neder door bet zoenhout des Gekruisten. Daar vindt hij vrede door de zekerheid der vergeving. Dan doorzoekt hij de verborgen oorzaken van zijn zwak» heden en afdwalingen. Hij ziet klaar en duidelijk wat hij voor zijn leven te veranderen en te versterken heeft. Hij ziet het, maar zal hij de wilskracht bezitten, om dit levensplan uit te voeren? De over weging van Gods goedheid en liefde stort hem moed in het hart, wijst hem de bron van alle kracht, wekt zijn edelmoedigheid op en voert hem Daar zijn Koning Jezus. Dien Koning der eeuwen, zijn redder en toonbeeld wil hij voortaan volgen en onbezweken, vastbeslo» ten om als apostel den wil der goddelijke Majesteit te vervullen. Zietdaar wat men beproeft, be daard, zonder overdrijving, zonder veriooning in de besloten retraite zietdaar ook wat men verkrijgt zoo» wel van de armen als de rijken, van patroons zoo goed als van werk» lieden. En wie nu meenen zou dat de retraite enkel hem ten goede komt die ze houdt, bedriegt zich ten zeer ste. De invloed der retraite doet zich vooreerst gevoelen in geheel het huisgezin. Hoe kan het anders? in die rustige, ernstige dagen heeft de ader ook gedacht aan de zijnen. Misschien heeft hij zich zelf moeten bekennen te kort te zijn gebleven aan zijn plichten als echtgenoot en vader. Voortaan zal dit anders zijn. In gebed, in liefde, in waakzaam» heid zal hij de zijnen voorgaan, ook in zijn gezin zal Christus heer» schen als koning. Maar ook buiten het heiligdom der familie, in fabriek of werkplaats draagt de retraite hare vruchten. Er is niemand of hij oetent bewust of onbewust invloed op zijn omge» viug uit, hetzij ten goede of ten kwade. Een man van karakter, diep door drongen van de beginselen van ons heilig geloof zal van zelf Apostel zijn Zulke mannen te vormen is het doel der retraite; zulke rnanneu worden er gevormd inderdaad. Zoo is een der schoonste vruchten .- het apos» tolaat van den werkman voor den werkman. Zelfs in heel eene parochie zal meuigmaal de heilzame invloed der retraite merkbaar zijn. Woorden^ wekken maar voCr'oe^Jric.i trekken zegt het spreekwoord. In dat voor beeld is niet zelden kr: chtig genoej om vele uit den slaap i'nr overschil ligheid wakker te sch dden, en te doen ontwaken tot een ieuw, opge» wekt geestelijk leven. Mocht het God bob. gen dat deze gewoonte der retra en in ons vaderland meer en mïr veld won Mochten vele mannen en vrouwen van Venray besluiten eens Daar «Manreza" te Venlo of - uize Maria" te Eijsden, te gaan. e weldadige gevolgen zullen niet itbliiven. VERAS." 't Staat er tegen woo dig al mooi bij met de persooulijk. veiligheid, schrijft de Z. Dag aan da maken de bladen melding van aa slagen op 't menschelijk leven, al f niet met doodelijk gevolg. Belust op roof en buit of gedreven dooitie laagste hartstochten staat het j leven vau groote en kleine mener ian al meer en meer bloot aan de degelijkheid om door de hand va- een niets ontzielden scbavu't..d» ver nietigd. Tel d9 afschuwelijke moorden in ons laDd op onschuldige kinderen gepleegd, vaak vooraf gegaan van de meest duivelsche beestachtige verkrachting. Herinner u de vele misdaden van dit soort in denlaatsten tijd uit andere landen gemeld, spe» ciaal ook uit Belgie, Voeg daarbij de moorden uit hebzucht gepleegd en die ieder nog verscb in het geheugen n. o. a. die op twee bejaarde menschen te Spaarndam, en men zal moeten toegeven dat de driestheid der moordzuchtige individuen voor niets meer staat en de vrees voor de gevangenis, bij eventueele betrap» ping, niet tenminste indruk maakt op hun snood bedrijf, dat ze als 'l ware de kans er op wagen een goeden slag te slaan, of als 't tegenvalt, een tijd lang den onbe» zorgden kost te genieten ten laste van den Staat, dat is van de maat» schappij, wier gezworen vijanden zij zijn krachlens den aard hunner bedorven gevaarlijke natuur. 't Is dan ook niet te verwonderen, dat in den laatsten tijd weer meer stemmen opgaan om de doodstraf, die in 1870 ten onrechte werd afgeschaft, weder in de strafwet op te nemen. En let wel, zelfs van liberale zyde worden stemmen ge» hoord die hiervoor pleiten. Men er» kent algemeen, dat de proef der afschaffing is misluktde moorden zijn na de afschaffing bepaald schrikbarend toegenomen. De moor» denaar behoeft immers nu Diet meer te vreezon dat ook zijn leven er mede gemoeid is als zijn misdaad wordt bewezen. Levenslang wordt hoogst zelden toegepast hoogstens 15 a 20 jaar gaan ze achter slot, en daar het gewoonlijk jonge kerels zijn, zoo komeo zij weer in de volle kracht terug onder de menschen, voor wie zij opnieuw een dreigend gevaar zijn, erger misschien dan voor hun eerste moord. Men kan er tegen aanvoeren wat men wil, maar als vaststaand kan men aannemen, dat de vrees voor d e doodstraf wel degelijk afschrikwek» kend werkt ook op het verdorveD individu. Hun zucht naar roof en diefstal wijst er op, dat zij zich aan het eigen leven hechten en dat leven door het geroofde trachten te ver» aangenamen en gemakkelijker te maken. De vrees voor de doodstraf zal hen instinctmatig terug houden. En is dat niet het geval, welnu er is geen enkel motief om de ba» paald en erkend slechte elementen niet de straf te doen ondergaan die zij door hun misdaad verdienen. Men roeit immers het kwaad het best uit door het uit te rukken met wortel en tak en het mag hoogst onpraclisch genoemd worden de geheele maatschappij te doen lijden en in voortdurende onrustige spanning te doen ver» keeren door de gedachte, dat men onbeschermd is tegen de voort» durend groeiende, en bloeiende moor» denaarshende. Men zal wellicht opwerpen, dat in Frankrijk waar de doodstraf nog bestaat, het moorden eer toe dan afneemt. Doch dat gaat niet op. Want nog dezer dagen werd er op gewezen dal van de 100 uitgesproken vonnissen er slechts 4 werden vol» trokken. Op die manier is de dood» straf een paskwil", de moordenaar weet bijna le voren dat hij van de 25 kansen er 24 heeft dat zijn eigen leven er niet mee gemoeid zal zijn Daarom verdient 't vraagstuk der wederinvoering van de doodstraf ernstige overweging. Het gezond verstand pleit er ten sterkste voor en het feit dat zij Dog in 13 landen voltrokken wordt en in slechts 4 niet, bewijst mede haar goed recht van bestaan als afschrikwekkend middel voor de moordlustigen en als beschermend middel voor de vreed» zame, rustige en nijvere bevolking, die recht heeft op krachtiger en af» doender bescherming tegen het hoe ger hoe driester optredend apachendom. Ziedaar waarom, o. i. terecht, weer luider wordt gevraagd om weder invoering van de doodstraf. Tegen het einde van het tweede keizer rijk was een van de meest bekende en aan» zienlijke vei schijningen op den boulevard des Italiens de jonge prins Edraond de Carninval. Zeer blond, bleek en van een phlegma, dat door niets kon worden ver' stoord, amuseerde hij de wereld, door middel van zijn onmetelijk vermogen, door de onzinnigste streken en invallen, die soms zoo eigenaardig waren, dat zij gansch Parijsch verbaasden. Op een avond gaf by een groot diner in zyo eigen paleis, waar de heerlykste wijnen stroomden en bot dessert een waar Eden van lek kernyen vorm Jen. Mijne heeren. riep de prins plotseling uit, u hebt allen geboord, wat daar anu den andoren kant van de taf-al wordt beweerd. Welaan daD, om hoeveel wedt gy, dat ik, zonder gestolen, gemoord of iemand ter wereld beledigd te hebben, zonder mot de wet door de geringste over» treding in conflict te geraken, als boef bij den kraag gepakt en naar de wacht gesleept wnrdt, zoodra bet u maar belieft Hij sprak op zijn gewonen, konden onverschilligen toon, waarmee bij ook de meest ongewone dingen beweerde eu de vreemdste voorstellen deed en zijne woor» den overstemden duidelijk het gelach en het algemeen gesprek. Ieder rag hem verbaasd aaD. Te midden van de stilte sprak hy lk wed 2000 Louis wie durft Er waren vele ryke lieden aanwezig, voor wie hoog wedden niets nieuws was. maar de buitensporig hooge som deed hen aarzelen en zy wilden eerst omtrent alle voorwaarden opheldering hehbeD, alvorens zich by zulk een weddenschap aan te sluiten. Is er geen dubbelzinnigheid in hetgeen gy zegt. geen woordenspel of zoo 1 vroeg de dikke hertog de Morvella. Volstrekt niet, zei de prins, ik geef u mijn woord als edelman. Maar, zei een ander, u zalt waar» scbijnlijk bet een of ander doen, dat zonder eene directe beleediging te zyo, toch het misnoegen der politie opwekt, bijv. in eeo onmogelijk costuura door de straten gaan en zoodoende oen hoop kwajongens ver» zamelen, zoodat eene of andere agent in bet belang van bet onbelemmerd verkeer verplicht is, u te dwingen een minder op» vallend gewaad te kiezen. U vergist n geheel en al, antwoordde Edrnond de Carnioval, als ik in zonder» linge kleeding op straat giog, zou men my hoogstens beleefd verzoeken naar buis te gaan. Neen, ik verzeker u, hij zal mij als een misdadiger by den kraag pakken eo arresteeren, overtuigd met ray eeD goede vangst te hebben gedaan, hoewel ik mij ,bo?rtS2r.!2d nieb® zal *t> verwijten hebben» Nu, boe zuit u dat aan leggen vroeg de bankier Castarabide, een uiterst nerveus en opgebonden man, gelijk de meeste beursmannen trouwens zijn. Dat is mijn geherm. U zult moeten erkennen, dat ik u dat niet vooraf kan zeggen Natuurlijk niet. Maar nu ben ik or. U zult een agent op den schouder kloppen en zeggen Oude jongen, ik ben je man. lk heb in een aanval van razernij mijn geheele familie vermoord en nu ïeb ik berouw. Neem mij mee eo sluit mij op zoodat bet recht zijn loop kan bobbon. Een homerisch gelach volgde op dece woorden. Het denkbeeld, dat prins EJroond een echte aristocraat, een agent op den schouder kloppen, hem »oude jongen" noemen en hem om verlossing van zyn gewetenswroeging zou vragen, wekte dolle hilariteit. De prins alleeu bleef koel en ernstig. Hij verzekerde den bankier dood hedaard dat een dergelijke komedie niet bij hem opkwam en herbaalde toen zijn vraag Wie zet 5000 Louis in. Ik doe het nep Castobide pocbend. Voor het restaurant Vigneron", een van de aanzienlijkste lokalen uit die dagen, slechis door de fine fleur bezocht, stond hy een oogenblik stil en keek door de spiegelruiten naar de ryk gekleede dames en voorname heeren, die men juist aan het bedienen was aan de sierlyk getooide tafels. Op dat oogenblik werd de deur wijd geopend, ora nieuwe gasten, die juist uit een rijtuig waren gekomen, binneo te laten en de arme man kon de geuren der beerlyke gerechten inademen. Hy wachtte oiet eerst af toidat de deur weer dichtviel, maar trad schuchter binnen eo ging aan een onbezet tafeltje zitten. Maar nauwelijks bad hy plaats geuomeu, of ree ls ijlde de oberkellner. een voornaam sinjeur, met boos gezicht naar hem toe Hoezoo i vroeg de ongelukkige, ter» wyl hy op de andere gasten wees. ik wil eten, evenals die aodare menschen. Hij sprak zoo ernstig, dat men oomoge- lijk op de gedachte kon komen, dat by dronken was, en daarom bield de kelluer hem voor halfgek en zei op sarcastischen toon Ge vergist u, goede man, zoowel in bet uur alsook in de deur de gaarkeuken is bier om den boek on de soep wordt des morgens vroeg uitgedeeld. Tegelyk zwaai de hy met het servet naar den indringer alsof hij een lastige vlieg wilde weren.

Peel en Maas | 1910 | | pagina 1