UitgeverW. A. Van deq Mutiekhof, Venray. Hoe het zijn moest. Tom Lear. Zaterdag SO .Tuli 1910 31 ste Jaargang No 31 Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Hoe het in Zuid-ltalie uitziet. Abonnementsprijs per kwartaal voor Venrat 50 c. franco per po8t 65 c. voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Ad vertentiën van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Ad vertentiën, Smaal geplaatst worden Smaal berekend. 20 c. 5 c. Da toestand van de landbouwers- geeft in ons land reden tot tevreden heid. Jaren lang zijn de oogsten goed soms uitstekend geweest, en door d e krachtige organisatie der landbou wers hebben dezen voordeel weten te trekken van af de vindingen der laatste jaren. De Regeering heeft uitstekend geholpen, door te zorgen voor voorlichting op het gebied van den landbouw en door steun te verleenen aan het ontluikend ver- eenigingswezen. De gunstige toestand van ons Land zal ons stemmen tot dankbaar heid en ons kleine wederwaardig- hedendoen vergeten, als wij rondzien naar andere landstreken. Rn met bot nog bierop is het wol belangrijk kennis te geven van een Rapport uitgebracht door eene Staatscommissie, ingesteld om de laudbouwtoestanden in Zuid-ltalie te onderzoeken. Na een vierjarigen arbeid we' watlaiig voor een zaak die spoed vereischt komt de commissie tot het besluit, dat de toestand daar veel te wen8chen overlaat en spoedig voorziening vereischt. De geneeskundige leden der com» missie wijzen er op, dat buiten de reeds bekende oorzaken van achter uitgang en armoede der bevolking, weer nieuwe schadeposten zijn te boeken. Vooral in Abruzzen en de daaraan grenzende landstreek Molisegenuemd wordt o. m. een bedenkelijke toe name van tuberculooze geconstateerd die men aan de teruggekeerde landverhuizers uit Amerika, kortweg Amerikanen geheeten, toeschrijft. Materieel hebben de onderste lagen der bevolking door de landver huizing wel gewonnen, de loonen ziin gestegen en de geldzendingen der uitgewekenen hebben vele achterge bleven familieleden in staat gesteld, zich een betere positie te verschaffen en zich van daglooners tot kleine grondbezitters op te werken. Van den anderen kant klagen de grootgrondbezitters over het toene mend gebrek aan arbeidskrachten, waardoor een crisis onvermijdelijk wordt. Vele eigenaars die niet bijtijds door verwisseling der cultures en door toepassing der nieuwe be- bouwingsmelhoden en machines, sicb wisten te helpen, zijn ten onder gegaan. Een groot deel van het verslag is gewijd aan 't gelukkige Oampanië de «Campagne felice." Wanneer men op reis van Rome naar Napels de grenzen van Latium overschrijdt, dan ontwaart men niet s dan heerlijke landouwen dia het geheele jaar door zijn uitgedoscht in weelderig groen en getooid met bloesems of vruchten de akkers zijn goed verzorgd en de heuvels begroeid met hoog opgaand hout. Men zou dan licht gelooven dat, zooals op muren van Pompeji te lezen slaat, hier geluk en voorspoed woontbic habitat Felicitas. En toch ook deze gezegende land streek wordt grootendeels bewoond door eene noodlijdende bevolking. Het grondbezit is bovendien versnip- perd;de bodem kan. trots doelmatige bewerking en oDgekende vruchtbaar heid, en ondanks het gunstigste klimaat niet het landvolk onderhou den, dat hier moeilijker dan elders zijn laatste uitkomst zoekt in landverhuizing. Voor Apulic, eens een der voor raadschuren van Italië, rijk aan onafzienbare korenvelden, olijf-aan- plantingen en weiden voor het vee, luidt het slot van het onderzoek dat een crisis niet kan uitblijven. De prijzen dalen er is gebrek aan be drijfskapitaal, om de afwisseling der cultures mogelijk te maken, terwijl door gemis aan arbeidskrachten de loonen zijn opgevoerd. Onderlusschen kunnen de talrijke kleine grondbezit ters die tot den middenstand in de steden behooren, er niet toe besluiten om zelf de hand aan de ploeg te slaan en persoonlijk hun eigen grondbezit te beheeren. Nog treuriger is het gesteld in de Basilicate, het eenige landschap, dat geen deel heeft aan de rassche vermeerdering van het zielental in Italië. Ieder jaar verlaten ongeveer 10.000 der krachtigste arbeiders het land, dat ter nauwernood 50 bewoners telt op den vierkauten kilometer. Debebouwing der gronden is vooral onvoldoende; afgezim van het heuvelland van Melft, verkeert 't landbouwbedrijf in verval. Hierbij komt nog, dat het laagland aan de Jonische Zee door malaria wordt geteisterd. De BasilicaU heelt onder hare bevolking 69 procent analpha- beten. Naar aanleiding van de verwoes tingen door da aarbeving in Calabriö aangericht is een schel licht gevallen op de daar beerschende to 'standen op sociaal, economisch en moreel gebied. Voor het grootste deel van Zuid Italië geldt de verlanglijst, in het bijzonder voor Calabrië en de Basilicate, door de commisie opge» maakt .- Onverzuimde en grondige opheffing verbetering van het landbouwbedrijf; kanaliseering van den waterafvoer; drooglegging der moerassen; herstel ling der wegen; voorziening in behoeften aan goed ingerichte landbouwerswoningen en landbou» werscentra; hervorming van het onderwijs; der malaria herziening der belastingen, en verschaffing van lanabouwcrediet. en den gemeenteraad V jrdt heel wat vereischt. Niet door de wet leze stelt zich met minimum eischen ivreden maar door het ambt zelf. Hel is zeer een voudig den titel op z ja kaartje te laten zetten (haast gejn papier is geduldiger) doch heei wat minder gemakkelijk is het, ,-e betrekking naar dtn eisch te vervul en. Vooral tegenwoordig nu het be» hoorlijk vervullen van Let ambt niet alleen meer tijd en toewijding, maar ook tneer kennis vergt. Zelfs het lidmaatschap vau denljaad in be» trekkelijk kleine gemeenten vraagt in den tegenwoordigen tijd met zijn geweldig gewijzigde toestanden op sociaal-economisch gebied een kennis een doorzicht en rijpheid an oordeel, die niet het deel is van den eerste den beste, stellig zond m studie niet verkregen wordt. Toch blijft bet opmerkelijk, uit welk een zloed van camiidaten men in de meeste gevallen te k pen krijgt. Was het alles geschikte stol voor vertegenwoordiger, men zou zich over dien overvloed ïnogbn vorheu» gen, blij dat ons land, t veel knap» pe, ijverige, belangloi-z- menschen telt, die zich aan hel al., en welzijn willen wijden.' Maar niet alles wat zich aanbiedt, 13 geschikt. Men zou soms deze stelling willen omkeeren en zpggen hun keus elders te vestigen en builen den kring der zich opdringende ge» gadigden te gaan. Men is in den laatsten tijd met j lotïelijken ijver in de weer geweest 'onze kiesvereenigingen te reorgani» 'seeren en den toegang zoo ruim mogelijk open te stellen. Misschien zou de goede zaak er bij winnen, indien men aan het puntje, dat wij boven aanstipten, niet uit» werkten, eenige aaudachl wilde schenken. De qualitei! der leden in onze vertegenwoordigende lichamen, zou er. gelooven wij, slechts bij kunnen winnen. Hsg. Mengelwerk dat wie geschikt is, zi- biedt. Ging het zooals het h niet aan? :aan moest, Voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer de Provinciale Staten dan moesten niet de solliditanten zich zelf opdoen en hemel e i aarde be» wegeu om candidaat gesteld te worden, maar dan moest* n de candi» daten slechts met moe te overreed kunnen worden zich beschikbaar te stellen en het offer van hun tijd en hun persoon te brengen. Men zou ze. als Cincimatus achter den ploeg, als het ware (met geweld uit hun werk moeten halea, om hun de belangen van de gemeente, het gewest, het land op te dragen. Feitelijk moest men huiverig zijn zich beschikbaar te stellen, vreezende dat men beneden de taak zal blijven, die zal worden opgelegd, duchtende dat de bekwaamheden, welke men bezit,' verre van toereikend Zijn om het ambt, zwaar van verantwoorde» lijkheid goed te vervullen. Waar nog lij komt, alijhans diende te komen, zekere afkeer om op de wijze als hier en daar gebruikelijk is, met de kiezersin aanraking te komen, naar hun gunst ti dingen. Als wij in het Limburgsche overigens achtbare mannen, mannen van positie zich per advertentie beleefd in de gunst van heeren kiezers zien aanbevelen, dan komt er toch behalve schaamte zeker medelijden bij ons op met de candidaten en met de kiezers. Eu als we vernemen, hoe ook elders caudidaten in het zweet huns aanschijns den boer optrekken, om diens stem bedelend, dan kan ook deze wij&e van persoonlijk aanraking zoeken met leden van 't kiezerscorps ons slechts matig bekoren. Zeker is, dat bij de steeple chase, die we thans soms aanschouwen, ernstige en bekwame mannen terug» blijven, omdat zewat allerminst tegen hen pleit geen lust hebben aan den wedstrijd mee te doen. En wel jammer is, dat ook de kiezers niet op de gedachte komen, SLOT. Jeffreys was hulpeloos tegenover dezen vluggen, Hstigen indringer. En dus toeken de hij. Nu, milord, zei Lear, terwijl hij een gat sneed in de canapé en daaruit een handvol van het opvulsel haalde, doe nu uw mond open als "t u belieft. Voor een oogenblik overwon de nieuws gierigheid de vreeselijke woede van den recht'-"-. Voor ge me gaat doen stikken, jou rekel, vertel mij eens, waar hebt gij u verborgen V Met veel genoegen, mijn vriendelijke lord, zei Lear met een buiging. Na uw geëerde tegenwoordigheid op zulk een ongepaste wijze te hebben verlaten, waar voor ik u nederig om verschooning vraag, kroop ik onmiddellijk onder den vloer van de bank der beschuldigden en hield mij daar verborgen tot er een knecht kwam om de zaal schoon ie maken en wiens hoed, borstels en emmers mij eenigszins hielpen om vermomd mijn weg naar dit huis te nemen, waar iedereen sliep behalve u. Hier vond ik het mes. het geweer en het touw. En nu vooruit, milord, ik moet u verzoeken uw mond een eind verder te openen. Zoo, en nu vaarwel Het geweer opnemende en met het kostbaar document in zijn zak en het mes in de hand, draaide Tom Lear de lamp uit en sloop stil de kamer uit. Een geluid, het midden houdende tusschen een zucht en een gegorgel, zeer zacht en ge dempt, klonk achter hem. III. Uit het voorgaande zal den lezer waar schijnlijk willen opmak-ii, dat 'lom Lear. ofschoon dapper en vlug, een eenigszins los en ruw mensch wa>. Dat was hij in- tusschen toch niet. Hij was onschuldig aan het misdrijf, waarvoor hij was aangeklaagd (zijn vader had voor Karei I gestreden) maar zijn evoeiens waren voor de arme, lijdende- en vaak onschuldige landgenooten en dik wijls was hij onvoorzichtig geweest in het uiten van zijn sympathieën. Tijdens zijn voorarrest had hij zorg vuldig de hoofdpunten van zijn stout plan lot ontvluchting overwogen, dat hij nu stond uit te voeren. Hij had besloten tot een gewelddadige bestrijding van Jeffreys, die intusschen geheel vreemd was aan zijn aard. In die vreeselijke terechtzitting had zijn hart in lichaam gesidderd en in het vertrek van den rechter had hij de ernstigste vrees gekoesterd dat er een ongeluk zou ge beuren. En nu. terwijl hij door een venster op de stille straat sprong, was hij zich vol komen bewust, dat zijn angstige oogen- blikken nog slechts gedeeltelijk voorbij waren. Hij wist niet wat hem nog te wachten stond en was daarop dan ook in het geheel niet voorbereid. Hij was slechts eenige schreden van het huis verwijderd, toen een scherp en zeer duidelijk hoorbaar geluid als van een slag of bons zijn oor trof. Hij voelde de angst zijn keel dichtknijpen toen hij zich bewust werd, wat <>i dat kon geweest zijn, dit kon slechts een oorzaak gehad hebben. Jeffreys moest in zijn wanhopige pogingen om zich uit den stoel, waarin hij vastgebonden was. te bevrijden, nvt stoel en al op den vloer gevallen zijn. I Een oogenblik later klonk dan ook de zwakke en afgebroken klank cener schel j door het huis. Dit kon hij zich slechts zoo j verklaren dat de rechter door zijn val, wellicht met opzet, in het bereik van het schelkoord was gekomen, dat hij met zijn handen gegrepen had. Het zachte geklingel veranderde in een hevig geluid: Tom Lear vloog de straat af. De angst gaf hem als het ware vleugelen. Hij twijfelde er niet aan of het gelui d« r bel zou de bedienden doen ontwaken. En dan kwam onmiddellijke ontdekking en ver volging. Nu was de kapitein die de compagnie commandeerde, aan wie de omsingeling der stad was opgedragen, de eenige die zijn pas zou herkennen. Daarom moest Tom, toen hij de hoofdwacht naderde zijn stap vertragen om geen argwaan op t< wekken. En ofschoon de officieren gewoonlijk laat aan de speeltafel bleven, was het toch mogelijk dat de kapitein zich reeds in zijn slaapvertrek had teruggetrokken Deze gedachten martelden het brein van den vluchteling. Zou hij op tijd komen Even voor hij de straat, waar de rechter woonde, uitkwam, keek hij om en zag er een, twee, drie lichten schijnen. Met een stil gebed tot de Voorzienigheid om hulp, ging hij snel voort en liep recht op een schildwacht aan. Halloschreeuwde de man. Wie is daar -Sta of il: schiet Vlug man, hijgde Tom. Naar den kapitein, naar den kapitein, ik ben belast 'nUT" ëën'"dnhgctidë 'boMscfiftfi" 'van .Mitoro den opperrechter, 't ls zeer dringend- Haast u wat, verzoek ik, neen beveel ik u- Schreeuw maar niet zoo, mijnheer, ik doe u geen leed, bromde de soldaat. Intusschen verliet hij zijn post en wees naar een ruw gebouwd buisje, dat aan den buitenkant van het stadje stond. Door een der vensters scheen een lieht. Tom stiel de deur open en trad binnen. In een klein vertrek zaten eenige officieren aan de speeltafel. Lear herkend' den kapitein en hopende, door den hoed, dien hij over de oorrn trok, zelf niet door den kapitein herkend t< worden, begon hij onmiddellijk haastig en gejaagd over zijn vermeende opdracht. Hoe langzaam bekeek de halfdronken kapitein do ondertcekcning en hot zegel van zijn pas. Laat hem door, zei hij tot don sol daat, en breng hem builen de stad. Hij schijnt groote haast te hebben. Daarop keerde hij zich weer naar de speeltafel. Toen Lear met den soldaat het huisje verliet, en zich naar het veld wendde, meende hij in de verte haastige voetstap pen te hooren. De schildwacht liep zeer langzaam. Lear keek rond en bedacht wanhopig een middel tol een sneue vin- af. Hij zag op lenigen afstand een soldaat op post staan, leunen zijn geweer. Dat was een d r uiterste posten. Lear, ontdekte een vastgebonden paard, hetgeen hem Óp een gëluKKig dcnK.weid bracht, maar bij zijn geleider een nieuwe argwaan deed opkomen. Waar is uw paard V vroeg hij. Koe riers hebben een paard. Je haalt toch geen streek uit V In een oogwenk was Lea. 's besluit gc- neinen. De laatste schildwacht had hem nog niet zien aankomen. Plotseling greep hij den soldaat vlak bij hem bij den nek en drukte hem achterover in het zand. doen het geweer van den man grijpend, gaf hij hem een termen tik met den kolf op het hoofd, zoodat de man buiten kennis bleef. Dit gevecht had, ofschoon maai even, het oor van den anderen schildwacht bereikt, die zich omkeerde en snel onder zoekend rondkeek. Lear richtte hei geweer n schoot hem door het been. Als een echo van den kreet, door den schildwacht geslaakt, kwam een wild geschreeuw ter waarschuwing van de vervolgers, die nu Dij de deur van het huisje waren, maar Lear had het paard reeds losgesneden, den teugel gegrepen, zich in het zadel geworpen en het paard met de punt van zijn mes in de huid ge stoken. Met een heftig gesnuif steigerde het en vloog in een razende galop langs den weg. Een diepe zucht van verlichting ont snapte uit de borst van den vluchteling. Hij kende alle wegen in Somerset. hij

Peel en Maas | 1910 | | pagina 1