Het Pinksterwonder
Uitgever
A. Van den Munckhof, Venraj.
Naar den
Katholiekendag
No. 20
De Cholera.
Zaterdag1 14 Mei 1910.
31ete Jaargang
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Vbnray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 0.
i'c ijs dar Ad verteritten:
van 1 4 regels 20 c.
elke regel meer 5 0.
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
<1rr ])it nummer
bestaat uit
TWEE BLADEN.
In de nederdaling des H. Geestes
over de Apostelen en leerlingen
werd het groote wonder vaD de her.
schepping der wereld schitterend
begonnen. Het aanschijn der wereld
zou worden vernieuwd door de zen
ding van den H. Geest, en in de
Apostelen treedt die vernieuwing
der wereld op in overweldigende
klaarheid voor de blikken van het
verbaasd Jeruzalem. Paus Gregorius
wijst er ons in zijn feestpreek op
dezen dag, welke wondere uit
werking die nederdaling des H.
Geestes voortbracht in de Apostelen
en toont ons in die woorden de
vernieuwing van het aanschijn dei-
wereld, het groote Pinksterwonder,
sinds het oogenblik dier nederdaling
volwrocht.
Vooreerst werden de grof-zinre-
lijke opvattingen dier Apostelen om
trent Christus en Diens rijk,,ver
geestelijkt en gezuiverd.
Tot op den dag dier nederdaling
waren hunne verwachtingen niets
veranderd. Vroegen zij niet in het
uur zelf van Jezus' hemelvaart, of
dit nu de tijd was om het rijk van
Israël te herstellen (Hand. d. Ap.
II 6) Maar sinds de Geest is neer-
gedaald spreken die Apostelen niet
meer van aardsche grootheid en
koesteren niet meer aardsche ver
wachtingen. Integendeel hun predi
king eischt boete en vernedering.
Kerker, geeselslagen, elke ver-
oordeeling en uitsluiting om Jezus
Naam geleden is hun reden tot on
uitsprekelijke vreugde. En in plaats
van een gezag te vleien, dat hun
aardsche voordeelen zou kunnen
verschaften, weigeren zij gehoor»
zaamheid aan de Joodsche overheden
«omdat men G->d meer moet gehoor»
zamen dan de menschen. Alle zinne»
lijke en stoffelijke verwachtingen
waren vergeestelijkt.
Daar werd zuivering en kracht
gelegd in hun liefde. Wij zullen niet
beweren, dat de Apostelen voor de
nederdaling des H. Geestes hunnen
Meester niet beminden. Maar in de
voorlichting der evangelische herin»
nering was die liefde nog vrij van
zelfzucht, noch van zwakheid en zeer
onvolmaakt. Bij den Christus meen»
den zij te zullen vinden verheffing
grootheid, aanzien, macht. Zij waren
trots, als die Meester wonderen deed
«aarvan de glans eenigszins op hen
afstraalde. Maar in 't uur der ver»
nedering en vervolging Ach herin»
ner U slechts de eerste gebeurtenis»
sen uit het lijden en gij kent het
onvolmaakte en zwakke in de liefde
der Apostelen. Geheel anders wordt
dit na de nederdaling des Geestes.
Die mannen, die sidderend samen«
schoolden achter een gesloten deur
j»uit vrees voor de joden''zijn helden
geworden. Daar is geen macht ter
wereld, die hen afnoudt van Christus
prediking. Een veroordeelend vonnis
doet hen luider jubelen, elketoege»
gepaste straf is een rede tot hooger
vreugde. Ja zij werden helden En
straks als hun wereldzending vol
trokken is, als zij de hun opgelegde
taak hebben volbracht; dan zullen zij
in de geestdrift der volmaakste liefde
ook den schandelijksten en pijnlijk»
sten dood tegemoet gaan uitliefde
tot bevestiging van Zijn leer Ja
zij werden helden, die eerst zoo
hangen
In die nederdaling des H. Geestes
ontvingen zij kennis. Wij weten hoe
die Apostelen waren eenvoudige on»
geletterde lieden, die met harden
arbeid het levens onderhoud moesten
winnen. Voor hen was er dus geen
gelegenheid zich toe te leggen op
eenige hoogere wetenschap of meer
uitgebreide kennis. Datgene, wat de
praktijk van hun vak eischte, was
hun voldoende. Hoe is dit veranderd
na de nederdaling des geestes In
overweldigende en onweerstaanbare
welsprekendheid verkondigen zij de
huogatj v.Crtirkèdèiï - Eenvoudig
soms ruw in de vorm hunner uit»
spraak, maar altijd helder en ver»
staanbaar weergevend de bun
geschonken waarheid. De eenvoudige
Gallileesche visschers verdoelen onder
elkaar de geheele wereld ter predi»
king, als bestond er onder de
verschillende voikeren geeD verschil
van taal en dialekt en uitspraak. En
hun optreden gelukte en werkte
vrucht.
Dat is het groote Pinksterwonder
gewerkt in de Apostelen; dat bet
groote Pinksterwonder. dat de H.
Geest ook werke moge in ons.
Die machtige inwerking der
heiligende Geesteskracht hebben wij
noodig.
Waarlijk, in altijd ijziger om»
arming grijpt ons aan het ma,terialis«
mus, de stof'-zin onzer dagen. In
koude zelfzucht, in berekenend
eigenbelang, in verstikkende zinne»
lijke lust gaan de hoogste en edelste
idealen onder. Het stof vormt de
grens van het streven, de zinnelijke
genieting het doel der inspanning.
Daar is geen plaats meer voor eeD
werkzame gedachte aan hooger af»
komst en ho »ger bestemming; de
horizon der inzichten wordt ge»
vormd door den verstikkend
nauwen kring van het zinnelijk
waarneembare.
De treurige gevolgen blijven niet
uit. De kracht, die, eens werkzaam
in den mensch, dien mensch op kan
voeren tot de hoogste adeldom; de
liefde kwijnt, sterft weg. Daar kan
geen spraak zijn van geestdrift en
toewijding, waar het stoffelijke en
zinnelijke de werkzaamheid bepalen.
Daar is slechts berekening, eigen»
belang, zelfzucht ook ten koste van
anderen. Vandaar in de samenleving
vervreemding, scheiding, tegenstel»
ling, in plaats van die heerlijke een»
heid en aaneensluiting, die zooveel
bitters dezer wereld dragelijk, ja
zoet zou maken. Bij een kluchtige
overdenking dezer dingen verzucht
men ook heden ten dage naar dien
herscheppende» Geest, die alles kan
en zal vernieuwen. In den'loop der
eeuwen, sinds die eerste wonderbare
nederdaling, hebben de feiten bewe»
zen, hoe die Geest in Zijne herschep»
pende werking nog met onverzwakte
kracht kan hernieuwen Daarom
bidden wij ook nu nog met aandrang
»Kom, H. Geest
In afwachting van die zalige uit»
werking voor '1 algemeen, willen wij
persoonlijk ons aan de werking van
dien Geest onderwerpen.
Wij moeten trachten voor onze
harten te winnen de rijkdommen dei
zevenvoudige gave, welke die beloof»
de Geest in Zijn nederdaling met
zich voert. Van dien Geest is gezegd;
Hij zal U alles leeren, alles geven.
Welnu wij, die niets weten en zoo
weinig of niets bezitten, moeten ons
daarom beijveren om aan de
Pinkstergaven deelachtig te worden.
Waarlijk een slechts oppervlakkige
beschouwing van ons zeiven zal ons
overtuigen, dat ook in ons het
Pinksterwonder in al zijn uitge»
strektheid moet gewerkt worden.
Daarom: Kom, H. Geest 1/frn dat
gebëd moeten wij sprëTi.j^ niet
slechts in vluchtige, luchtige ver»
zuchting; maar in een degelijke
voorbereiding des harten, waarvan
die Geest het aanschiju r.öö zal
vernieuwen, dat God het met vreug»
de als Zijn eigendom zal erkenneu en
behouden.
Mengelwerk.
Slot
Op een zekeren avond terwijl de arme
Nestor een partijtje kaart speelde met
zijne gewone partij, kwam vrouw Bezem»
steel plotseling de zaal binnengeloopen,
waar de societeitsleden ie midden van een
zwaren tabakswalm vereenigd waren
Mijnheer de dokter, riep zij kom
spoedig, men is 0 zoo ziek bij onzen
buurman Nuchtermans Dat hebben zij
heel plotseling gekregen, en ik geloof, dat
het, zeer gevaarlek is.
Dokter van Zool wierp de kaarten op
tafel en stond zeer statig van zyn stoel
op. Hij knoopte zijn jas dicht, schikte zijne
manchetten terecht, bood de hand aan
zijn maai. even als aan de tegenspelers,
en na bun op dokterlijken toon te hebben
toegevoegd -Tot dadelyk, heereo, de
plicht roept mij volgde hijvrouw
Bezemsteel, die met groote s'appen den
weg wees in de duisternis.
De Nuchtermans waren kleiDe werklieden
die op het land arbeiden en zeer arm
waren zij woonden op een afstand van
vijf a zes minuten van -de Geschuurde
Klomp". Weldra was van Zool daar wien
de vreugde straalde uit de oogen bij de
gedachte, dar hij eindelijk zijne wetenschap
zou kunnen ten nutte maken om zich tevens
te doen gelden in de oogen zijner mede>
burgers.
De hut, waarin hy na vrouw Bezemsteel
binnendrong, was s!ech»s eventjes verlicht
door een anemieke lamp die in de nabijheid
stond der alcoof, waaruit pijnlijke klaag»
tonen naar buiteu drongen. De dokter vond
den werkman en de vrouw aan verschrik
kelijke krampen en brakingen ten prooi.
De stralende vreugd, die een oogenblik de
trekken van den jongen geleerde verlicht
had maakte hier plaats voor beel iets anders sieren
Maar do diagnose moest dan ook worden
opgemaakt van de verschrikkelijke kwaal
waaraan deze lieden leden, en den armen
Nestor ontbrak bet zeer aan 't noodige
zelfvertrouwen. Hij nadere het bed, liet
zich door vrouw Bezemsteel toelichten
voelde den pols der zieken, onderzocht hun
de tong en liet zich inlichten over hetgeen
zij gevoelden.
Gedurende dit lang en werkzaam ondei
zoek werd het brein van dokter van Zool
plotseling door een vreeselijken angst
getroffen. De goede man had eerst getracht
verre van zich te verjagen, even als men
verjaagd een bo^ze gedachte, het akelyk
voorgevoel, dat zich van hem meester
maakte. Doch helaas, hoe ernstiger
krachtdadiger hij zich daartegen verzette
des te hardnekkiger en lastiger keerde het
steeds terug. Ja dokter van Zool meende
in de kenmerken der ziekte zijner patiënten
de symptomen waar te nemen van de
verschrikelijke plaag, welke, naar men
zeide, in die dagen aan de grenzen van
Europa de wacht hield de cholera.
Ja, dat is het wel, sprak hij thans
tot zich zeiven Brakingen, krampen, een
ijskoud gevoel in de ledematen, verkorting
en vermindering van den pols. Blauwge
tinte saamgetrokken huid, diep liggende
oogen O, er valt niet meer aan te twijfe
len, myne patiënten zijn de koortsaebtige
periode ingetreden van eene sporadische
cholera.
Dokter van Zool was niet zeer moedig.
Bij instinct staarden zyne oogen naar de
-iyj'vdet! dt-ur cn ea~fey daabt onwilkeurig
aan 't vlieden van het gevaar.
Hoe was 't toch mogelijk 1 Bij zijne
eerste ziekte reeds met de cholera te doen
te hebben Men moet maar voor '1 onge
luk geboren zyn. Toen echter dit eers'e
oogenblik van angst voorbij was. hield een
zekere trots en het gevoel van den plicht
hem de sponde der lyders. Deze laatsten
staarden den man met verbaasde en angstige
oogen aan. Hij stelde hen echter gerust,
beloofde hen nog dienzelfden avond met
medicamenten terug te keeren, en verliet
de woning.
Wat scheelt toch den dokter vroeg
de veldwachter, toen hij den heer van
Zool, met verschrikkelyk groote
baast naar -de Geschuurde Klomp" zag
loopeti.
Ja, wat scheelt vroeg op haar
beurt juffrouw Letterkamp, de onderwijze
res, die van een boodschap naar huis
keerde.
Geen van beiden begreep er iets van
Doch daar kwam de herbergieister buiten
Nu zou men wel de oplussmg van hei
raadsel vernemen.
Zoo wilt gy weten, wat er omgaat?
riep zij reeds van verre. Maar 't is ver
scorikkelyk De cholera is te Vliesbroeck!
Doktor van Zool heeft het den burgemees
ter komen berichten. Men heeft my
belast meneer te gaan waarschuwen en u,
Houvast, mee te deelen, dat gij gevraagd
wordt in de sociëteit.
De laatste woorden waren gericht lot den
veldwachter, wiens roode neus eensklaps
vreeselijk verbleekte, iets wat sinds den
dood van den vroegeren burgemeester,
den heer Ambtman, niet meer gebeurd
was.
De herbergierster spoedde zich naar de
pastorieën Houvast trad de societeitszaal
in -de Geschuurde Klomp" binnen.
Een half uur na dit gesprek was heel
Vliesbroeck cp de been. De koster Kaars
mans had de alarmklok doen luiden. De
vrouwen weenden. De heer van Buijk. met
zyn driekleurige sjerp getooid liep rech's
en lioks op straat en traciitte de Vlies-
broeckers rust en kalmte in te prenten, wat
vooral in deze omstandigheden zoodriogend
noodig was, de dokter vol toewijding in de
groote taak, die hij bad te vervuilen,
denkend aan bet kruis van verdiensten,
dat wellicht zeer spoedig zijn borst zou
diende zyne patiënten kalmeerende
mmmmmgrnmmggm
dranken loe. die eohter volkomen overbo
dig waren.
Een vorschrikkelyke nicht volgde. Aan
slapen dacht niemand. Mevrouw van 3uyk
en twee barer moedige vriendinnen hadden
al de wyk genomen naar Grasdonck.
De overigen in dorp brachten de naohte-
lijke uren in 't gebed door.
Elk Vliesbroecker van deze generatie
zal zich steeds dien eindeloozen nacht
met al zyn angsten en verschrikkelijkheden
herinneren.
Maar hoe groot was dan ook niet de
verbazing der dorpelingen, toen des mor
gens dokter van Zool was juin thuis om
een welverdiende rust te genieten zy in
de dorpstraat zageu verschijnen de eebt-
lieden Nuchtermans nog wat bleek wel ia
waar, doch er overigens uitstekeud uit
ziend, voor choleralijders althans. De eerste
die ben ontwaarde was de veldwachter.
EerBt wilde hy de vlucht nemen, gelyk
men vlucht voor een spook, doch Stien
Nuchtermans stelde hem gerust.
Ik ben genezen I zei ze en mijn man
ook
Dan verstoutte zich Houvast en weldra
volgde hem het geheele durp naar de
woning der gewaande choleralijders, waar
het raadsel nu spoedig werd opgelost.
De arbeiders badden overdadig gesmuld
aan eeDe minder frissche ham, die zy van
den edelmoedigen Van der Worsten hadden
cadeau gekregen en zoo eene hevige
ndigestie opgeloopen, die een oogenblik
•galo i/oou ie iree»eu. Hunne buur
vrouw, de bakor Bezemsteel, medelydende
ziel, steeds bereid bulp te bieden, was het»
gaan opzoeken en had de lijders in
den verschrikkelyken toestand aagetroffen.
Diep ontsteld was zy dokter vsd Zool
gaan roepen zonder iets aan de zieken te
zeggen.
Bij de komst, van den dokter haddeu zy
hun overdadig maal niet durven bekennen
onbekend met de verschrikkelijke
diagnose van deu arts, zeer gelaten de
geneesmiddelen geslikt, door hem meege
bracht. Het gevolg bad niet op zich laten
wachten.
Even als na een hevig onweer de
vogelen zingen in de gereinigde lacht,
zoo ook verscheen thans weer te Vlies
broeck een lach op ieders gelaat. Eerst
een lach vau verlichting en vreugde
volgend op al den angst, die '1 dreigend
gevaar had ingeboezemd. Dan echter
veranderde al het eigenaaidige van dieu
lach, en verkondigde iets rpGtiends iets
scherps aan het adres der wetenschap en
van haar volgeling. Nestor, wat nu
wat een faiaiiieit we»d de arrue
dokier nog sleehls bij d n vooruaim ge
noemd, dien y als kind had gedragen.
Aan een tüel dacht men niet meer.
Emdeiyk nam die lach Zrifs den vorm
n van eene aubade met ketelmuziek, die
den armen van Zool uit zijn slaap wekte.
Deze verscheen aan het venster, een alge
meen gelach dat met grove verwij'.mgen
gepaard giDg verscheurde hem op ver
schrikkelijke wijze het oor, en eoo kreeg
bij zijn vreeselijken flater te vernemen.
De menigte jouwde hem uit.
Denzelfden avoDd reeds had de heele
dynastie der van Zools Vliesbroeck ver
laten om de vlucht te nemen naar minder
ondankbare streken.
Daarom jonge dokters uit Vlaanderenland
gaat u niet vestigen te Vliesbroeck. Gy
zoudt 't er geen acht dagen uithouden. De
schaduw van Nestor van Zool is thaos nog
;ii s'aat de menigte te overdonderen.
Maandag zal aan Venlo wederom
de eer te beurt valleD deze indruk
wekkende demonstratie ran Lim-
burg's katholiek leven bionen bare
muren te zien.