T ia omstreken. UitgeverW. A. Van den Munckhof, Venray. Onze Heer is opgestaan! Een ademtocht der eeuwigheid. No. 13 Zaterdag 36 Maart 1910. 31 ste aargang PEEL Abonnementsprijs per kwartaal voor Vbnrat 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 o. MAAS Prijs der Advertentiën van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden Smaal berekend. 20 o. 5 e. Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Burgemeester en Wethouders van Venray, Brengen ter kennis der belanghebbenden dat volgens de ontvangen afschriften bij Heeren Gedeputeerde Staten van Limburg zijn ingekomen de navolgende verzoek schriften ter bekoming van eene vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein alleen aan logeergasten (loge- ments vergunning). 1 van Wilhelm Swaghoven, metselaar wonende alhier voor de beneden localiteit links van het perceel kadastraal bekend gemeente Venray Sectie C no. 2636 gele gen aan de Maasheezerweg Wijk C no. 40, en 2 van Francis Koppens landbouwer wonende alhier voor de beneden kamer rechts van het perceel, kadastraal bekend gemeente Venray Sectie B. no. 1934 gelegen aan den Nachtegaal Wijk H. no 11. dat binnen twee weken na de dagteeke- ning dezer bekendmaking een ieder tegen het verleenen van deze vergunningen schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders kan inbrengen. Venray den 18 Maart 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. ESSER. De Secretaris, STOOT. Wat matelooss »reugde jaagt die telkens wederkeereöde herinnering aan 's Heeren verrijzenis van ge- •lacht tot geslacht in de zielen der levenden Ome Heer is opgestaan 't Is de verlossing uit een doodon- de benauwdheid, die u tegenjubelt uit die heerlijke waarheid; de over» gang van het verwarrend duister tot het schitterend licht; het slaken der drukkende boeien van een ont» moedigende vreeze; de bevrijding van een hang verborgen zijn in de openbaarheid van een triomfeerend optreden. Onze Heer is opgestaan Gij kent toch de geschiedenis dier opstanding. Vanaf den beginne was het geheele optreden des Messias op haar gebouwd. Herinnert gij 't u 1 Telkens sprak die Messias tot Zijne uitverkorenen over een droeven en smadelijken uilgang, over lijden en vervolging, over veroordeeling er, kruisdood. Hoe platter de leerlingen hunne verwachtingen vao aardsche grootheid uitspraken, met te pijn» lijker duidelijkheid werden de voor» spellingen van lijden en dood gegeven En toen kwam de ure der vervul» ling des lijdens En die leerlingen, die nog altijd geloofden in de aard» sche grootheid van hun Meester; die in kinderachtige bezorgdheid hadden gestreden om de eerste plaats in Zijn rijk »ter rechter en ter linkerzijde"; die leerlingen zagen in ontzetting den Meester, en in Hem al hunne verwachtingen ondergaan in de vreeselijke versmading en wreede vernieling des lijdens Ontzachelijke vrees en totale or.t» moediging had hen op de vlucht gedreven. Wat was dat l Die Mach» tige, Die de stormen bedwong en de dood zijn buit ontrukte, scheen Zijn 1 macht verloren te hebben. Hij werd geboeid, geslagen, mishandeld, ver» oordeeld en niet één oogenblik verzette Hij zich of toonde iets van de wondere macht, waarover Hij beschikte. Vroeger waren zij vol moed, ook bij de woedenste aan vallen van Jezus' verbitterde rijan» den. Maar toen brak nu en dan dat onweerstaanbaar gezag door. dat in Hem woonde. Maar nu bleek slechts zwakte en onmacht. En de woeJe der vijanden trad te wreeder op, wijl zij zoo lang zich hadden moeten bedwingen. Een enkele dier leerlingen waagde het van zerre toe te zien, maar wat hij zag, was altijd dieper ellende, pijnlijker vernieling, smadelijker verval; totdat dat alles bekroond werd door den dood der misdadigers, den dood aan het kruis. En toen was alles gedaan voor die leerlingen. Sidderend hadden zij zich opgesloten, »uit vrees voor de joden" zegt de 11. Schriftuur. Dachten zij aan de voorspellingen der Verrijzenis 1 Waarschijnlijk niet want hun verslagenheid wies, hun vrees groeide ieder oogenblik aan. Daar ruischt hun in hun afzondering een wondere boodschap toe: Onze Heer is opgestaan Eerst zacht in het schuchter getuigen eener heilige vrouwe; dan geweldiger in het verschijnen van Petrus; dan in onweerspreek» bare kracht door het wonderbare getuigenis van onloochenbare feiten klinkt het hun jubelend tegen Onze Heer is opgestaan En uit heeft de droefheid, en weg is de vreeze; en de ontmoediging week, waar zij elkander iü altijd hoogere geestdrift herhalen Onze Heer is opgestaan En grooter dan eerst de neerslachtigheid is nu de vreugde, sterker dan hun ontmoe» diging nu hun moed, heiliger en hooger zijn nu hunne verwachtingen; want nOnze Heer is opgestaan Met blijde instemming (.aan zij zich voegen t:aar hun goddelijken Meester, laten zich vormen door Zijn laatste persoonlijke leiding en aanstonds, aanstonds, als de groote belofte van hun Meester aangaande de komst des H. Geestes is vervuld, dan zullen zij optreden onverschrok» ken en onverstoorbaar in kracht en partij kiezen tegen allen, wijl men God meer moet gehoorzamen dan de menschen. En ziet de kracht daartoe wordt hun reeds nu in beginsel gegeven door de blijde boodschap Onze Heer is opgestaan zijn baar deel in zulke mate, dal men zich in pijnlijke verwondering af vraagt Wat moet dat Waarheen voert dat Overal is die Kerk het mikpunt van spot en vervolging en versmading. Als men lid is dier ka» iholieke Kerk schijnt men daardoor vogelvrij voor alle minachtende beoordeeling en verkleinende waar» deering. Stemt in met de vijanden van Christus en al mist gij alle aan» spraken op voorrang,men zal toch met gejuich uw verschijnen be» groeten. Maar zijt oprecht Christen, overtuigd Katholiek, men zal uw wantrouwen niet alleen, maar ver» achten en belasteren. Maar Onze Heer is opgestaan De kracht stierf niet, doch sluimerde in om in grootscher werken te verrijzen; dat is de verblijdende waarheid. De christen, de katholiek moge een tijdelijke vernedering ondergaan, hem gloort in ontwijfelbare zekerheid een verheerlijkende zege[ raai tegen. Verdrukking en lijden gaan voorbij; ontsteltenis en angst zijn slechts oogenblikkelijk; de vreu,. te en ver» heffing, die krnew -i'jj j» zzi onvervreembaar. Onze Heer ts opgestaan De Apostel Paulus wijst erop hoe 's Heeren verrijzenis de plechtige bevestiging van ons geloof' maar zij is het ook van onze hope. Laten ook tijdelijk verdrukking, vervolging verachting komen over ons. «Onze Heeris opgestaan Na 't duister der vervolging, komt hel grootsche licht der verheerlijking; na de nacht des grafs de zonneglans der herleving; na den sluimer des doods dé won» dere werking van een hernieuwd leven. Wat dan ook ons deel zij in dit leven, wat ons toekome in deze aardsche omwandeling moed en troost en kracht want Onze Heer is opgestaan JAN. Mengelwerk. Paaschnovelle door Nemix. SLOT. Onze Heer is opgestaan De herinnering aan 's Heeren verrijzenis, telken jare wederkeerend na een lange berinnering aan 's Heeren passie, is een boodschap, die ook voor ons blijde bemoediging, ach laten we het zeggen, noodzake* lijke bemoediging met zich voert. Wat eens zoo pijnlijk voltrokken werd in Christus' heiligen Persoon, geschiedt nu aan Zijn Kerk. Ver» volging, lijden, versmading, lastering Dikwyle ging hy bij Jezus staan, als Hij predikte, en wierp listige vtagen op ooi een veroordeeliogswaardig antwoord uit te lokken. Eens toonde bij Hem een keizerlyke munt, een andermaal voerde hij tot Hem de echtbreekster. Door Hem een uitlating af te dwmgeo over die munt met het afbeeldsel des keizers hoopte hy Hem verdacht te maken bij de regeeriug door de vrijspraak der echtbreekster tracht te hy Hem gehaat ie maken bij het volk, dat die vrouw wilde steenigen. Hij zelf moest den eersten steen werpen maar Jezus sprak -Zoo gy zunder zouden zyt.,11 Zonder zonden! Wie is nu zonder zonden? Eti purper kleurde Harus voorhoofd. Een oogenblik scheen hij dol vaD woede den eersten worp te willen doen maar in het diepst zijner ziel gevoelde hij een grenzenloozen angst. Het scheeD hem, als of de steen, dien hy zou werpen, halver- j wege zou terugkeeren om zijn eigen borst f te treffen. Ootmoedig wat hij niet. en hy moest zich verootmoedigen. Men hield hem voor een man zonder smet en hy kon toch den eerateu steen niet werpen Io machteloozen toorn liet by deo steen vallen, maar een hel ontbrandde in zyo hart. En de Zoou van Maria gin{ vo >rt in 't openbaar te leeren op de pleinen der stad. in de gangen der synagogen, op de bergen wier ktainen bloeiende olijfbooraen droegen. Priesters en phsrizeeën hadden hem ver oordeeld. Maar zij konden hem niet vatten want in groote scharen begeleidde Hera het volk. Zou men hem grypen. nis Hij alleen was, of slechts vergezeld van Zijne leerlin gen Maar hoe is dit mogelyk Waar Hem te vinden Wie zal Hem verraden en tot welken prijs Toen 'a Heeren tijd gekomen wa9. trad JuJas op en daar Harus haat tegen Jezus keerde, ging hy tot hem. Zij kwamen overeen omtrent den prijs en Harus betaalde de zilverlingen uit. Hy was vol blijdschap dat de volksopruier nu een smadelijken dood zou sterven. Pilmus vood geoD schuld ia Hem. en wies xich de handeo. Christus werd over- gelevord aan de joden. Ia onrust wachtte Harus het uur der veroordeeling af. Assica wist. dat men Jezus had gevangen genomen doch haar vader verzekerde dat bet oordeel ïüi *v-'' Op den sterfdag van Jezus riep Harus al zijne dienstbaren samen, beval heo te waken over Assica en verbood hun onder bedreiging des geesteling aan Assica ook óón woord te zeggen, over hetgeen beden geschiedde. Zij zwegen als bet graf. Doch bet geheim werd verraden door de aardbeving de duisternis en de bloedroode schijn der zon. Harus meende, dat Christus* dood een einde zou maken aan de verwarring waarin zijn kind verstrikt was. Maar As sica was overtuigd van Christus opstanding en antwoordde op alle bidden en smeeken en dtingen des vaders -Drie dagen. -Drie dagen" fluisterde Harus, eo zy zal alles vergeten." Hij geloofde niet, dat er een macht be stond om op te staan uit het graf, anderen die gezind waren als by, geloofden daaraan evenmin. Zij geloofden niet en verzegel den bel grafzy geloofden niet eu •telden by bet graf een wacht op. Zulke vrees gevoelden zy voor dien derden dag. Ja men zou zeggen, dat Ha: us zelf de wacht hield bij bet graf, want dag eo nacht liep by eenige malen daarheen. ■Stil" sprak hij dan tot de wachten eu legde het oor op den rotswand om hooren of zich niets bewoog in het graf. Maar alles bleef sul. De afgeloste waebt ging heen. de nieuwe zette zich neer met het zwaard aan de zyde eu de glinsteren de lans in de hand. En geruststellend ging Harus heen, en zyne lippen glim lachten om de domheid en bekrompenheid der geloovigen... Als hij terugkwam reide hij met den- zelfden glimlach tot de wachters -Waakt en past op, dat hy oiet verrijze En dan slo >p by uaar het buis, waar Jezus Moeder woonde, en waar de leerlin gen gewoon waren samen te komeu, hy wilde luioteren naar 't weenen en snikken, hooren de woorden van vertwijfeling.. Maar hy hoorde niets dan fluisterende gebeden en zacht gezang... Ook Assica bracht de dagen en nachten in het gebed door. Zij had geen tranen in de oogen, uit bun diepten straalde slechts een zonderlinge glans en over haar gezicht spreidde zich een wonderbare gloed, als ware zy van binnen verliobt door de vlam eener brandende lamp. De Sabbath neigde ten emde. De stad sliep de aarde sliep. Alleen de priesters en pharizeeëo vonden geeo slaap Harus was weer neer 't graf gegaan... de wachten waakten, het zegel was ongeschonden. Hy Jegdejhetnoor tegen de"rots allee was stil. In bleeke morgenschemering strekte zich de hemel uit, toeu Harus volkomen bevredigend thuis kwam. Maar oauwelyks had hy den drempel overschreden of Assica stortte zich uit hare vertrekken met den luideii uitroep -Jezus is verrezen I" De; jood sidderde krampachtig en vatte het meisje by de schouder -Zyt ge bezeten?" riep hy vo! ontzetting. Maar sidderend van vreugde fluisterde met onderbroken stem Assica -Het graf is opengesprongen... de wachten» vielen rnet het aangezicht ter aarde... -J»*zu- heeft den dood overwonnen I" Harus week een stap terug en dau liep hy ais waanzinnig naar ba: eu on hoorde nog, hoe Assica hem ü«-.ep -O geloof aan Christus I Lang duurde het, voordat Harus terug keerde. Assica boorde zyoeschredeo... Als dron ken liep by voort, hield xich vat aan deuren eo vensters, en tya gf*lc.»t vaalbleek en verwrongen. Vader, wat acheelt a, vroeg zy vol schrik. Harus wankelde voort tot rotd*)»» in Ut# ver tree; bevend' verschrik helyk em ana te zien -Het grafie leeg..." bracts; r,y afi moeite voort. Toen viel Aseioa aan i\jo- voeten.. Qeloof aan deo Zoou vao Maria", riep zÜ» Wat... ik... ik zou aan zulk «eo wondt c gelooven fluisterde hy. -Bn aiija ver stand en de jaren die ik doorbracht gebogen over de boeken der wysheidl... en mijn veriedeu het geld dat ik uitbetaalde aan Judas Waarmede zoo mij Maria's zoon betalen Met de vergiffenis uwer zonden... met het eeuwig leveo De eeuwigheid I" fluisterde Hafus. -Ja, als ik haar voelde..." -Geloof. Ik kan niet," Hebt gij niet de aarbeving gevoeld to«n Jezus stierf?" Ik beb ze gevoeld." Hebt gy de duisternis niet gezien die de aarde omhulde." -Ja, de zon sche»u bijna zwart. 'i Was OUUelUjUil. Zijn niet de graten opeogespiougen is niet het voorhangsel gescheurd 1 -Ja. de graven sprongen open, het voorhangsel is gescheurd." Wat, hebt ge nu gezien by de rots, waanu Jezus was neergelegd De wacht was tegen de grond geslingerd het zeg»! verbrokeo het graf leeg." En Eu drong Assica. •Ik geloof oiet... Dat eerste was zins bedrog. het tweede ia bedrog der leerlingen. Ik geloof niet. Daar woei een zacht windje.., Uet floot als een zucht. Eo dan woei het weer ais een adem der lente, zacht en beleveod in geheimzinnig ruiscbeo, en het voerde rozen geuren met zich... Harus 0D Assica zagen om zioh heen. In deo tuin stonden de olyifboomen onbewogen en tooh waaide een wind eo joeg wonder volle geuren voor zich uit. Ah 1 wat heerlyke geur liet sich Hm us slem hooren -Ruikt gij dien geur niet. Hij ademdo met volle borst in.. -Vanwaar komt die wouderta:- g-ur, die de ziel als met een zeldzame» adem van oneindige zaligheid w.i vervuilen? Assica". riep hy. toen mj har» wijd geopend in bo-en a^iUacuen glaus schitte rende oogen zag, -Assica, wat is da 1" Chrisius ging voorby... Daar is hy 1 Zie 1 Zie Hy roept my 1 Ik kom, rnyn Heer, rnyn God, Uitverkorene vso beaei eo aarde, Verlosser der W»rald..."

Peel en Maas | 1910 | | pagina 1