en UitgeverW. A, Van den j jMunckhof, Venray. GRATIS. Twaalf geboden. De Fijne Zaterdag 4 December 1909. 30ste Jaargang No 49 TWEE Dit nummer bestaat uit BLADEN. Proefstations Mengelwerk. PEEL Abonnementsprijs per kwartaal ?oor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. MAAS i'rijs der Advertentiën: van 1 4 rebels 20 c elke regel meer 5 c" letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiëti, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. die zich met ingang van 1 Jan a. s. op PEEL EN MAAS abon neeren, ontvangen de nog voor dien datum verschijnende num mers .anderenzijn en evenmin over dingen »die wel eens zouden kunnen ge- beuren. Men spreke niet over on .aangename zaken. .Men zij sterk van wil"! Ken Duitsche dokier heeft een boek geschreven over .het oud worden, zijn oorzaken en behande ling." De titel is zoo stijf vertaald van den trouwens even stijven Duitschen titel. Maar meu begrijpt de bedoeling: San in geven hoe men moet leven, em zoo lang mogelijk te leven. Zeer aantrekkelijk onderwerp. Want al roepen we in kerkelijke en niet kerkeliiko taal het honderd maal uit, dat de aarde een balling schap is, als 't er op aankomt, blijkt het, dat we dat balkngsoord geen van allen graag verlaten. Uitgezonderd de belrekkeiijk weinigen, die bij mangel aan moed op even schandelijke als slechte wijze door zelfmoord een einde aan hun dagen stellen, en wier schuld we zoo gaarne wegpraten of vermin deren door te veronderstellen, dat ze hun ongelukkige daad begaan in een vlaag van waanzin. Om tot het onderwerp terug te komen, het boek van den Duitschen dokter zal graag gelezen worden. Het Nederlandsche Tijdschrift voor Geneeskunde is er dan ook dadelijk bij, om den hoofdzakelijker! inhoud er van weer te geven, gefor muleerd in twaalf geboden. De hedendaagscbe wetenschap, aan de ongeloovige hoogescholen, wil over 't algemeen met de onsterfe lijke ziel niets temaken hebben. Een bekend hoogleeraar van die richting sprak immers eens het later berucht geworden woord, dat hij met het fijnste ontleedmes nog nim mer iets van de menschelijke on sterfelijke ziel had aangetroffen. De levensfunctie slaat ook hoofd zakelijk op het lichaam, zoodat we voor de ziel in de twaalf geboden van den duitschen dokter niet veel vinden aangegeven. Maar gemoed en hart, alsmede hun invloed op het lichamelijk leven zijn voor den brutaalsteu ongeloovige niet weg te cijfereo, daarom formu leert de dokter (dien wij intusschen volstrekt niet van ongeloof beschul digen) zijn negende gebod als volgt .Men vermijde gemoedsaandoe- .ningen en opwinding. Men tobbe .niet over dingen, dieniet tover- gezonde ziel. Ziedaar toch in ieder geval een uitstekend recept, hetweik niet alleen menig poedertje of drankje kan ver vangen, maar ook onze dagen inder daad verlengen. De dokter slaat den spijker op den kop. Er zijn helaas maar al te veel menschen, die alleen oor en oog schijnen te hebben voor de miseries. Die hebben we allen, meer ol minder, dit of dat soort, maar allen zijn we er mee aangedaan. 't Zij getob in zaken, tegenvallen in ondernemingen, strijd tegen laster ziekte, gebreken, verdriet over ver lies van nabestaanden enz. Maar waarlijk, door op die duis» tere punten in ons bestaan te gaan zitten turen, jagen wij ze niet weg Moeten wij ze heelemaal niet zien Dal zou dom zijn, wanneer het mogelijk was. Neon, ze zien, ze herkennen die kruisjes in voljo ki-.-hf doch niet onnoodig er over getnbt, niet noode loos ze bezwaard, het onze gedaan wat wij er tegen kunnen doen, en dan men zij sterk van wil Fraai gezegd, toch wat te heidensch Wij weten het immers allen, die sterkte van wil kunnen wij o zoo slecht uit ons zelf hebben, uit ons zelf ons geven. Die hebben we, krijgen we van een ander, met van iemand die even zwakke, even sterfelijke mensch is als wij zelf zijn, maar van den goeden God. Ook voor het gewone leven kunnen wij Hem niet missen Wie ziet men met onbegrijpelijke kracht soms de zwaarste offers brengen, de pijnlijkste kruisen dra" gen Den oprecht en innig geluovige die sterk is door Degene, ilie hem vei sterkt. En zoo komt onwillekeurig het schoone woord uit de gewijde Schrift te binnen' werp al uwe bekommer nissen op den Heer. Ook voor het dagelijkscii bestaan, ook voor den strijd des levens. Want, zoo voegt de door God be. geesterende schrijver er bij, nooit heb ik den rechtvaardige verlaten gezien of dat zijne kinderen naar brood moesten zoeken. Zou dat niet eei een gebod der levenswijsheid mogen heeten dan de stoicijnsche raadgeving men zij sterk van wil En zullen gemoed en hart zich niet te gemakkelijker ontdoen van onnoodig zorgen geplaag, wanneer de ziel vastwortelend in hei geloof, zich in een groot en grootsch ver trouwen wegschenkt aan God l De twaali geboden om oud te worden zijn hoogst prachtig en practiscb, maar men vergete niet dat de gezondheid des lichaams mede heerlijk ondersteund wordt door een V' Sommige landbouwers m inen nog maar altijd, dat een br alleen boeren kan, wanneer hij goed kan omgaan met ploeg en eggje met zeis en zicht, zuike menschen h .ten alle wetenschap op hun bedri; uit den booze, en van de heeier lie doer de Regeering als voorlichters voor de boeren zijn aangesteld willen re niets weten. Spreekt men met hen proef stations en van de onder?, diingen, daar verricht, dan denker zij soms, dat die instellingen in bet even zijn geroepen, om alweer ent le zoons van heerea aan een betr kking te helpen. Menschen met zulke ouders wetsche, bekrompen idéés djn voor geen overtuiging vatbaar, maar er zijn gelukkig ook tal va:i andere boeren, die inzien willen dat het geld door de Regeering be-Leed aan de wetenschap ten behoeve ,an land en tuinbouw, rijk besteel is in hel belang van den boer. Of- proeft stations dan zijn hoogst m tige in« stellingen.. Daar toch kan Icon voor hadden tegen bedrog, maar zoolang de menschen tnenschen blijven en geen engelen zijn, zoolang zal hier» aan wel geen einde komen. Onze proefstations doen nog meer dan mest en voederstoffen onder» zoeken, zij belasten zich ook met het onderzoek van grondmonsters en toonen ons dan aan, dat er van sommige storten veel of weinig in den bodem voorkomen. Daarnaar kan men dan de bemesting eenigzins regelen. Zij onderzoeken water, melk en al wat hun tot onderzoek wordt aangeboden en waarvan men de scheikundige samenstelling ken» nen wil. Eu hoe zou het dan komen vraagt soms oen boer, dat die proef» stations zoo erg verdacht gemaakt worden door enkele kooplui Die verdachtmaking is voor ons zeer verdacht. betrekkelijk weinig X°.s ^lr,^er" zoekingen laten doen vTc^ allèHei 1 Mij gmg mei'moeder op het cïoopf<-st <i<t SLOT. En Hendrik Sückelbruck ging door mc arbeiden ycjOr moedor i n den fijne* stoffen. Of dit dan noodig is Och ja, de ouder wetsche, brave menschen koopen nun voeder on meststoffen bij vertrouwde personen op hun dorp, en zij zouden het een schande vinden ook maar te denken dat zij bedrogen kunnen worden. Nu erkennen wij gaarne, dat vele van die eenvoudige dorpskooplieden, even braaf als hun afnemers, er niet aan denken om hun klanten ook maar voor 1 cent te bedriegen. Maar zij fabriceeren de mest en voeder- stoffen toch ook niet zelf. En de handelaars, van wie z.ij hun warén betrekken, zijn die.1' even braaf en eerlijk Dat zal men ons wM moei» lijk kunnen verzekeren. Doch, gesteld, dat de handelaar n alle opzichten eerlijk is, dan kan hij er geen bezwa .r tegen hebbek, dat de waren doot>4hem afgeleverd, oldöen aan de eiscben. De eerlijke handelaar is er juist op gesteld dat zijn waren ondeizocliL worden omdat hij weet, dat hij hierdoor beschermd wordt tegen» over de personen die hun goederen, voor een spotprijs aanbieden, en dit ook doen kunnen en dan tevens grof geld verdienen, terwijl de eerlijke koopman bij zulke lage prijzen groot verlies lijden zou. En de handelaar die in verzoeking zou komen te gaan knoeien, zal daarvan weerhou» den worden, indien hij bedenkt, dat het bedrog aan het proefstation aan het licht gebracht zal worden. En dat het proelstation nog al wat knoeierij te constateeren heeft, blijkt elk jaar uit de vele onderzoekingen waarbij een tekort wordt geconsta» teerd aan de gegarandeerde gehalten Zoo wordt aan den boer de mest of voederstot' geleverd, welke hij hebben moet, dank zij de waakzaamheid der proefstations. Wij geven grif toe, dat het beter zou wezen, indien de proefstations niet langer te waken kinderen van zijne broeders en liet d( spot van dezen rustig langs zich afglijden. Zijn eenvoudig denken was ovcrheerscht door deze gedachte: De andere broers werken voor vrouw en kinderen. Dat kon ik ook doen. Maar ik werk om den fijn' een groot heer te laten worden en mij te vergelden, zoodat ik meer zal nebben en meer zal zijn als zij. Ik speel in eene loterij waarin ik zeker een groot lot zal hebben. En als ik een niet trek dan sla ik den fijne dood. Na een klein jaar was de fijne zoo ver dat hij op eene machine-bouwschooi kon gaan. Zijn werkmeester in cle fabriek sprak hierover met den directeur, en beiden vonden het zeer goed. Hij werd ontslagen zijn fabriek en Hendrik kreeg een betere en hooger loon gevende plaats, om als loon voor zijne edelmoedigheid zijm broeder vooruit te helpen. Dit was de ersle triomf op zijne broeders behaald iu stond hij reeds gelijk met zijn oudst broer in de fabriek, nu reeds genoot hij afbetaling op den groeten prijs dien hij winnen moest in de loterij. Deze gunstige verandering in zijnen toe stand had zijne genegenheid lot den lijnen doen groeien, eene genegenheid die wel is waar slechts uiterlijke oorzaken had, maar hem er toch tor bewoog, om zijnen broc-der het verblijf op de machineschool zoo plezierig mogelijk te maken. Hij v zorgde en verpleegde hem zooals tuinier een vruchtboom verzorgt, die door rijken bioementooi een goeden oogst voor spelt. Kwam de fijne met vacantie dan bracht hij altijd de beste getuigenissen mee, en hij schaamde zich niet - ofschoon hij altijd lijn gekleed was met overhemden en manchetten - bij aankomst terstond van het station af zijn broer op de fabriek te gaan bezoeken. Deze, waschte dan zijne werkhanden en droeg het getuigschrift naar zijn werk meester die het wederom naar den direc teur bracht. En dan was dc vreugde vol maakt, als deze de twee broeders op zijn kantoor liet komen en hun zijne hoogschat ting te kennen gal, over hun edel streven hun broederlijke gehechtheid, en dan verzekerde dat voor den jongen Stiekel- bruck altijd plaats zou zijn op zijne fabriek. Dit had ook weer plaats gehad óp een laatsten dag van de vacantie. "s middags. Terstond hierop reisde d<- fijne naar zijne school terug, en Hendrik wierp zich met onverdroten, stalen ijver weder op zijn werk, van plan, opzijn beurt juist zooveel te scheppen als zijn kloeke broer op de machinebouwschool. Zoo ging de eene week na de andere voorbij: Was het einde der maand geko men. Dan droeg Hendrik nauwgezet al hot geld wat hij missen kon naar de post. Het viel hem wel hard, het stak hem in t hart, als de postbeambte zijn zuurver diende marken van het geld plankje streek en hem het ontvangstbewijs, dat nietige geelachtig met bruingele letters en lijnen gedrukte papiertje, zoo onverschillig terug wierp. Maar wat zou dat Als men weet dat men den grooten prijs wint, dan moet ook het lot betalen. Immer hooger stegen de verwachtingen van Hendrik, immer nader kwam de gul den toekomst, en dikwijls was het hem als woeien hem uit een Paradijs heerlijke luchten aan uit een paradijs waarvan poort hem weldra geopend zou worden ais de fijne den sleutel geheel en al smo,'d cn afgeveild zou hebben. Maar die blijde verwachtingen maakten hem niet lichtzinnig, de zware arbeid hield hem vast. als een zwaar anker, en hij gunue zich geen bier en ternauwernood de goedkoopste tabak, om den fijnen niet te benadeelen. Zoo bedrukt de broeder was bij het uitbetalen van zijn geld zoo opgewekt was f,in< bij het ontvangen. Hij zou het hem weieens vergoeden Met gejaagdheid des harten zag hij uit naar den dag van aankomst, want veel had hij niet overgehouden, veel minder als zijn broeder wel dacht, en hiervan was die Ella de schuld, die kleine zwarte rak- ia rd dc schuld, eon nu tierig winkeljuf; vrtje waarop de fijne doodelijk verliefd was geword» n. Hij was op c n glibberig paad je geraakt. Naai die droge berekeningen. al dat konstruecren met passer en tri kenhaak was het zoo aangenaam in die kleine oogen te kijken. En «Ie fijne, die anders zoo kloek was. liet zich geheel en al inpalmen. Zijn wil. anders zoo krachtig, bezweek voor de luimen der sehoone geweldenaar- ster. Hij offerde haar zijn geld, zijne beste krachten. Weldra kon hij niet meer zijn zonder haar, aan niets meer denken dan aan haar. leeraren vermaanden hem, straften hem vergeefs, alles te vergeefs: Hij was in de liefdenetten verward. Altijd zeldzamer werden de oogenblikken, waarop hij tot bewustzijn van zijn toestand kwam. Dan dacht hij wel aan zijn breeder, die als een slaaf voor hem zwoegde, aan de erplichting, die hieruit voor hem oatstond. Maar als Ella lachte, wa- hij weder onder den indruk van het oogenblik. Slechts des nachts, in zijne zwarte droomen, weende hij dikwijls cn eene stem hoorde hij dan die hem ijzig om het hart sloeg. Ik zal in de loterij spelen, lijne; maar als ik een niet trek, dan sla ik je dood als een dollen hond! Krom van den arbeid, moede gewerkt :at Hendrik in de keuken, achter de tafel ui den hoek en moeder stond aan den haard. stcn.-n had hij weder zijn zuurverdiend loon aan den lijnen gezonden en nu om li wat te verzetten, sprak hij met zijne ieder over het geluk' uat weldra komen zou, als de lijne ingencur zou wezen en de fabriek een plaats had gekregen. I 'aar bracht de postbode eeri brief minklijke machinebouwschool las de moeder en gaf het gele papier aan Hendrik. De fijne zal een prijs behaald heb ben zooiels moet het wel zijn, zeide lendrik en maakte den brief open. Hij las las zijn gezicht kleurde zich purperrood, zijne oogen kwamen uit hunne assen. - Wat is dat vroeg moeder verschrikt, s den fijne wat overkomen r Iets overkomen V herhaalde hij werk tuiglijk. Als iemand een lichtzinnigen le- enswande! leidt, zijne plichten grootelijks •erwaarloost, zijne toekomst vernietigt hem dan iets overkomen Het is niets, moeder, zeide hij kortafHij peelde in de loterij, zijn kans van te innen is bedreigd. Maar de lijne houdt at voor hem verborgen, om dan later te kunnen spotten over den domme, die zijn bloed en zijn leven voor hem opofferde in dc hoop van een grootsche beiooning... Hij ging naar het station. Het was avond, irfstavond, en vroeg werd het donker, lij was in zijn werkpak zooals hij uit de abriek gekomen was. II ij reed naar dc ;id waar de machinebouwschool was. in welke d« fijne studeerde. In zijn werkpak ging hij door de ver lichte straten der stad; het was middcr- acht, en toch overal nog groote leven heid. In zijn werkpak trad hij, na menige misloopen, de glanzende restauratic waar hij de fijne vinden zou.

Peel en Maas | 1909 | | pagina 1