sn Munckhof, Venray, Is er geen hulp Zaterdag 13 November 19Q9. 3Qste .Taargan g No 46 Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. LECTUUR. Mengelwerk. De schat. PEEL Abonnementsprijs per kwartaal voor Vbnrat 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. MAAS Prijs der Advertentièn van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentièn, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c. 5 o. Wij willen a een w are geschiede nis vertellen lezer, aldus lezen w'ij in de N. L. K. Ze waren in Duitschland getrouwd en hadden vier kinderen, waarvan de oudste, een jongetje van vijf, zes jaar. Hij was mijnwerker, in Oostenrijk geboren, zij was een Duitsche. Aanvankelijk ging alles goed, maar spoedig begon zij te drinken en van toen af was het voor hem en later ook voor de kinderen een ware hel in huis. Wie weA als ze eens in andere omgeving kwam, misschien kon het nog beter worden, zooals vroeger, toen hij haar had getrouwd en in den eeroten tijd van bun huwelijk. Zoo trok hij met vrouw en kin deren naar Holland, vond werk in de Oranje Nassau te Hoerlen en een woning in een der kolonies. Hij werkte hard, want hij wilde zijn een eerlijke kerel, en hij hield zielsveel van zijn kinderen. Was hij vroeger al eens een enkelen keer in handen der Duitsche politie gevallen wegens mishandeling, toen hij over- kropt van leed zich zelf niet meer meester was, een slechte kerel was hij niet en met hard werken wilde hij goed maken wat de ontaarde moeder jegens de arme kinderen misdreef want zij bleef drinken, erger nog dan vroeger, aan niets meer dacht zij dan aan den drank; haar man en hare kinderen bestonden niet meer voor haar, in dronkenschap bracht zij de dagen en nachten, als hij in de mijn zich afsloofde, door, alléén zich bedwelmend of in gezel» schap van een paar liederlijke mans personen. In zijn ellende werkte hij dubbel hard, maakte Overschicbten en ver diende goed geld. Daarvan gaf hij zijn vrouw wat zij noodig had voor de huishouding en voor de kinderen kocht hij zelf iederen dag. twee, drie liter melk. Want de arme wichtjes vermager den en verzwakten ziendoroogen, ze waren, och zoo ellendig, zoo ziek, En als de moede werker van zijn arbeid thuis kwam, dan vond hij zijn viouw dronken in bed of op den vloer liggen, de wanorde in huis was om wanhopig te worden, in hun gore mend de kleinen, ker- pijn, in hun honger en eigen vuil, en op talel stond de melk die hen in het leven had moeten houden, onaangeroerd, verzuurd. In huis wasgeen geld, geen brood, niets dan ellende, bittere ellende. Alles wat de man gaf voor het onderhoud van vrouw en kinderen, werd voor jenever en bier uitgegeven In doffe waDhoop zag de vader zijn kinderen langzaam wegteren. Toen werd het hem te machtig, hij ging met de beide jongste!) naar den dokter om raad en deze nam de beide kleinen op in het hospitaal, om ze weder op krachten te laten komen. Toen de man zijn ellende vertelde, stokten hem de voorden in de keel en klonken tranen in zijn stem; toen hij zijn beidejongsle lievelingen goed verzorgd wist, schreide hij bijna van vreugde. Toen spande zich ook weer de verslapte energie. Met zijn beide oudsten verliet hij de verliederlijkte vrouw, hij meende het te moeten doen in 't belang zijner kinderen en buurde zich elders een verblijf, De vrouw bleef alleen in de kolonie woning. Veroordeel den man niet te streng lezer, om dezen stap. Toen hij aan de vrouw zeide, dat hij met de beide kleinste kinderen naar den dokter wilde gaan. weigerde zij de noodige kleeding voor de ongelukkige wicht jes. Het kleinste wikkelde hij in doeken, die medelijdende buren hem gaven, voor het tweede, dat geen schoentjes aan had, kreeg hij een oud kinderwagentje, Zoo trok de vader met zijn beide jongsten naar den dokter. En toen hij het noodige in de woning van zijn vrouw wilde laten halen, toen had het mensch alles verkocht. Ze moest geld hebben voor drank. Waarom wij u deze droeve historie van drankellende vertellen Och, wij weten maar al te goed, hoevele slechte en gevaarlijke ele menten er onder de vreemde mijn werkers schuilen, sujetten, die hun sinister bedrijf, vroeg of laat, wan» neer zij kans zien, ook hier beginnen als tenminste de politie hen niet oor dien tijd te pakken heeft. Maar wij weten ook, dat er onder die vreemdelingen zijn, wier kern toch niet slecht is; 'tzijn er misschien betrekkelijk weinige, helaas, maar daar zijn er toch, En wie weet, hoe groot, hoe onge looüijk groot het drankmisbruik is onderdo vreemden, dat zoovele mis drijven gepleegd worden onder den invloed van drank, vraagt zich on willekeurig af, of er dan niets te doen is om de goeden onder hen te steunen in hun moeilijke positie, te midden van het diepste bederf. Kan er niets gedaan worden om de weinige goeden en de minder bedorven elementen in die kosmo politische arbeiderskringen niet ge heel aan eigen zedelijke kracht over te laten Is er geen middel te bedenken om hen te steunen. Moeten degenen, die voor een goed woord, voor een ernslige ver maning nog vatbaar en tot een goede daad nog in staat zijn, niet op eenig- lei wijze, hoe, durven wij hier niet beslissen krachtiger worden geholpen, dan nu geschiedt of ge schieden kan. 't Is zoo gemakkelijk to tobben en te weeklagen over de slechtheid dier vreemde elementen, maar zijn de weinige goaden on Ier' hen daarmede- geholpen Ziedaar eenige vragen, die bij ons opkwamen, toen het droeve verbaal hierboven medegedeeld, ons werd gedaan. Misschien zijn ze der overweging waard. In de N T.Ct. gaf (-en inzender daarover voor eenigen tijd o.m. het volgende te lezen .- Was in vroegere tijden «het lezen' iets dat slechts voor enkelingen menschen van studie was wegge legd, nu in den tijd, leest zoo wat ieder. En het is goed dat er veel gelezen wordt. Zoo immers kan men kennis nemen van wat anderen waarnemen voelen en denken en dit is voor een stoffelijk en dus onvolmaakt wezen als de mensch nuttig, ja oDmisbaar. Het is dus noodig dat Ie mensch zich toetst aan zijne everrnenschen, wil hij komen tot sche-;- viriiemeri, fijn voelen, critisch denken. Loctuur is nu ontegenzeggelijk het machtigste hulpmiddel hiertoe. Door het lezen komt men in aanraking met menschen van allerlei rang en stand en woonplaats, met menschen uit het heden en met hen die leefden in grijs verleden. Noeste werkers geven U er door de vruchten van inspannenden arbeid Kunstenaars bij de gratie Gods, maken U deelgenoot van hun ziels geheimen. Stoute denkers openbaren hun diepste weten Jammer is bet, dat de drukpers evenzeer als bet goede, ook het kwade ten dienste staat. Het slechte het leugenachtige, het gemeene wordt evengoed, ja soms nog meer door het leven verspreid, ais het goede, het ware, het edele. Eu nu moge het gedrukte woord minder suggestief werken dan het gesproken woord, w aar de persoon lijkheid van deti spreker en de plaats en het oogenblik zeer sterk beïnvloe den, toch kleeft er aan het gedrukte woord ook nog suggestie, woorden keus en zinsbouw kunnen de gedaente omkleeden met een mantel van klatergoud, die slechts doorzichtig is voor deD oningewijde. Onwaar» heden door niet ieder te ontmaskeren moeten door menigeen als waarheid worden opgenomen. Gewaagde stellingen aanhoudend herhaald, verliezen door de hei haling hunne prikkelende werking op de critiek in den mensch en wordeD op den duur zoo niet onderschreven, dan toch niet meer bestreden. -Het slechte" verheerlijkt als het goede" op handige wijze, vergiftigt maar al te dikwijls het fijne gevoel voor goed en kwaad. En wanneer het water dat een druppel zuiver water op den duur den harden steen kan uithollen, dan geldt dit zeker in versterkte mate voor het bijtend vergif. Aa deze algemeenheden behanaéU de inzender zijn onderwerp meer bijzonder met het oog op de plaatse lijke omstandigheden, prijst degenen die goede bibliotheken daarste'ien en in stand houden doch eindigt ten slotte met de bemerking, welke ook hier geldig is; dal ouders en over heden, al zijn de bibliotheken op zich zeif goed, nog een wakend oog zullen houden bij de keuze der boeken waarmee hun ondergeschikten zich 'oezig houden. Niet alles, ook uit de goede bibliotheken is voor ieder geschikt. De avonden lengen. Met het oog daarop en 't graag gebruikt amusement voor goede lectuur, achten wij bovenstaande bemerkingen niet misplaatst. (SI.OT) Als men eenmaal ter plaatse is en het terrein gekocht heeft, kan niemand beletten dien schat op te graven. Ik heb er gedurende dertig jaren zeer dikwijls aan gedacht, hernam de oud-soldaat. Maar waar de Hoodige som vandaan te halen voor de reis en den aankoop van het terrein Kan men zich dan niet wenden tot menschen die rijker zijn dan wij en hun in hel geheim nemen Maar hoe zoudl gij hen doen ge- looven aan de waarheid mijner woorden En indien zij er aan geloofden, hoe zoudt gij dan voorkomen, dat zij misbruik maak ten van het geheim En indien het toeval der onderneming deed mislukken 't Indien het gebeurde, zooals in de fabel, die gij onlangs je nicht voorlas dat op het oogen blik der deeling dc leeuw de geheele prooi houdt Behalve de vermoeienissen der lange reis zou men de onzekerheid van het succes en al de kwellingen van een proces moeten trotseeren. En waartoe zou het dienen, zeg het mij. Verdient de weinige tijd, die mij nog overblijft te leven, zooveel zorgen Laat de duivel die millioencn maar gaan halen. Ik heb tweehonderd francs renti jaarlijks, dank zij de kleine Luecette is dat voldoende, met mijn kruis voor het dagelijkseh rantsoen cn de tabak. Ik spot en peleton ko- als met het overi; zakken. Gij zult u dus deze gelegenheid laten ontsnappe n hernam Charles met hartstoch telijke opgewondenheid. Gij weigert den rijkdom V Vuor mij, ja, hernam dc grijsaard. Maar voor jou is dat iets anders. Ik heb zoo juist gezien dat gij eerzuchtig zijt dat, niets je te veel zou kosten, om niillionnair le worden. Welnu verzamel de noodigt som voor onze reis bijeen, en ik vertrek met je. En hoeveel moet die som. zijn Verdien tweeduizend francsvoor dien prijs geef ik je een schat Stemt gij er in toe Graag oom riep Charles opgewon den uit Maar na eenige oogenblikkcn voegde hij er verschrikt bij Maar hoe zooveel geld bij een te brengen. Ik zal dat nooit kunnen. Werk met moed en breng mij gere geld je weekloon. Ik beloof je dat gij er zult komen. Denk eraan oom dat de spaarcenten van een werkman zoo weinig beteekcncn. Dat gaat mij aan. Hoeveel jaren zullen 'er noodig zijn 5 Zoo juist had gij cr achtien jaren voor over met een oog en een arm. O, indien ik zeker was... Een schat te verwerven Ik zweer het je bij de asch van den kleinen Kor poraal. Dat was de grootc eed van den oud soldaat Charles moest nu de zaak als ernstig beschouwen. Vincent moedigde hem opnieuw aan, herhalend, dat hij zijn toekomst in de hand had en de jonge man legde zich te bed met het vaste voornemen, alle moeilijk heden te overwinnen. .Maar het geheim van zijn oom had in hem al de prachtige verwachtingen opge wekt om te kunnen slapen. Hij bracht den nucht in soort van koorts door; hij bere kende de middelen, om zoo spoedig mogelijk d« noodige som te verdienen hij regelde het gebruik van zijn toekom- stigen rijkdom, en droomde zoo den ge- heclcn nacht door. I oen Suzanna den volgenden morgen opstond, was Charles reeds naar zijn werk vertrokken. incent die de verwondering van het jonge meisje zag, glimlachte, maar zei niets. Hij had den jongen werkman ge heimhouding opgelegd en hij zelf wilde ook het geheim bewaren. Men moest ook afwachten of Charles bleef volharden in zijn besluiten. De eerste maanden waren dc moeilijkste. De jongeman had gewoonten aangenomen, die moeilijk af te leggen waren het ge stadige werken was hem ondragelijk ge worden. Hij moest ook weerstand bieden aan dc verlokkingen van zijn vroegere valsche vrienden. Het was in den beginne een zware taak. Meermalen verzwakte zijn moed en was hij op het punt in zijn oude slechte gewoonte terug le vallen maar de gedachten aan dengrooten schat ver levendigde dan weer zijn moed. Als hij zijn oom zijn loon bracht, dal van week tot week vermeerderde, voelde hij steeds zijn hoop verlevendigenhet was een kleine stap naar het doel, maar het was toch een stap. Iederen dag trouwens --M h^rr gcimikkel7jfiei'.Naarmate zijn -ven gere gelder werd, veranderde ook zijn smaak. Het ijverige werken den geheclen dag maakte de rust des avonds veel zoeter het verlaten van dc luidruchtige gezelschap pen gaf een geheel nieuwe bekoring aan het gezelschap van zijn oom en van zijn nicht. Deze slaagden erin iederen avond in een feestavondje te herscheppen, waar van haar hart alle kosten droeg. lederen dag had zij een nieuwe verras sing, een lieve oplettendheid, die de ban den van genegenheid nauwer verbonden. Charles was verwonderd in zijn nicht hoedanigheden te zien, die hij vroeger nooit den tijd had genomen op te merken. Zij werd hem meer en meer onmisbaar. Zonder dat hij het bemerkte, werd het doel zijns levens verplaatst, de hoop op den door Vincent beloofden schat was niet meer zijn eenige beweegredenbij elke daad dacht hij aan Lucettehij wilde haar goedkeuring verdienen, haar dierbaarder worden. Het zoete huisleven dat Charles leidde, doofde langzamerhand zijn eerzucht uit. J)at alles geschiedde echter zonder dat hij hel /ich bewust werd, zonder dat hij iclit op sloeg. Zijn verandering zoo iuiddijk zichtbaar voor degenen die met met hem leefden, was een geheim voor hem zelf ile jongt werkman wist niet dat hij veranderd was, hij voelde zich alleen lukkiger. De eenige nieuwigheid, die hij bemerkte in zijn grvoelcns was zijn liefde .'oor Suzanna. Deze liefde had al zijn plannen vcran- Jerd. De millioencn, die zijn oom hem had voorgespiegeld, waren niet meer dc hoofdzaak maar slechts middelen gewor den om zijn verwachtingen te vei wezen lijken. Hij wilde met zekerheid weten of zijn liefde gedeeld werd. Op een avond liep hij in de kleine kamer op en neer, terwijl Vineent en zijn nicht bij de kachel praatten. Beiden spra ken over den eersten patroon van Charles die, na dertig jaren van een werkzaam leven, zijn boekbinderij te koop aanbood, om zich met zijn oud» vrouw in de pro vincie terug te trekken. Dat waren twee echtgonootcn, die hun paradijs op aarde hebben weten te maken, zei dc oud-soldaat. Steeds eensge zind, altijd goed gehumeurd cn altijd aan het werk. Ja, antwoordde Suzanna met over tuiging. De rijksten kunnen het lot be nijden. Charles, die op het jonge meisje was toegetreden, stond voor haar stil. Gij wilt, dat je man je altijd lief heeft, Suzanna vroeg hij, haar aankijkend. Zeker.., indien ik kan... antwoordde het meisje dat glimlachend een kleur kreeg. Kunt gij het hernam Charles levendig- Daarvoor hebt gij slechts een woord te Spreken.

Peel en Maas | 1909 | | pagina 1