T in tir UitgeverW. A, Van den lunckhof, Venray. Zaterdag 3 October 190Ö. 30öte,T.i argang No. 40 TWEE Dit nummer bestaat uit BLADEN. De drankwet in 1 Zuiden. De moderne oorlog. Mengelwerk. De nieuwe schoonbroeder. PEEL Abonnementsprijs per kwartaal voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 o. MAAS Prijs der Advertentièn: van 1 4 regels 20 c. elke regel meer 5 c letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentièn, 3maal geplaatst worden 2oiaal berekend. Uit het Drankwetverslag blijkt dat in alle provinciën het aanlal ver gunningen nog het wettelijk maxi mum overtreft, maar nergens is dit verschil naar verhouding en ten deele zelfs in volstrek ten zin zoo groot als in het Zuiden. Terwijl bijvoorbeeld in de pro vinciën Utrecht en Drente het aantal bestaande vergunningen het wette lijke maximum met slechts een groote honderd te boven gaat, bedraagt dat verschil voor Limburg 500, voor Zeeland 600, voor Noordbrabant zelfs bijna 1500. Het kan dan ook geen verwon dering wekken, dat, terwijl in an dere provincies menigmaal gebruik is gemaakt van de wettelijke be voegdheid om voor een gemeente bet maximum der vergunningen te ver lagen, die bevoegdheid voor geen enkele gemeente van Noordbrabant en Limburg en slechts voor een paar gemeenten in Zeeland is toegepast. Men staat in het Zuiden over het algemeen zoo aanmerkelijk boven 't maximum, dat er aan een verlaging vooreerst in de verste verte geen denken kan zijn. Het is toch geen zeldzaamheid, dat er eens zooveel of nog meer vergunningen zijn dan de wet eigen lijk toelaat. Zoo bedraagt b.v. voor Breda het wettelijk maximum 69, terwijl er in werkelijkheid 136 zijn: voor 's Her togenbosch is het maximum 86 en het bestaande aantal vergunningen 191vooj Eindhoven is 't maximum 20 en„het aantal vergunningen stijgt tot 55. Vao kleine plaatsjes, waar éen vergunning mag zijn, en waar men er vier of vijf aantreft, zwij gen wij maar. Ten aanzien van de verloven voor bierverkoop is in het Zuiden de verhouding ten opzichte van 't Noor den niet gunstiger dan ten aanzien van de vergunningen, eerjiet tegen- die bierhuizen de clandestiene sterke jgeweer is niet heviger d rt ■•an een derne techniek elkaar wel bereiken, drankverkoop welig tiert. Maar al ware dit niet zoo, het bestaan dier duizenden en duizenden bierhuizen op een zoo beperkte op pervlakte voor een zoo geringe be volking is een ernstige misstand. Personen, die met de plaatselijke toestanden op de hoogte zijn, ver zekeren, dat er een onmiskenbaar verband bestaat tusschen het groote aantal drankgelegenheden en de vele vechtpartijen, moordaanslagen en moorden. kinderpistooltje met een kurken prop Het Zuiden is met bierhuizen als het ware bezaaid. Zeeland heeft er nagenoeg evenveel als Gelderland, Noordbrabant veel meer dan Noord of Zuid-Holland en in Limburg is het aantal eenvoudig schrikbarend. Terwijl provincies van ongeveer evenveel of zelfs sterker bevolking het met een 4 a 600 verloven af kunnen, heeft Limburg er veel meer dan 5000 Plaatsjes met een paar duizend zielen hebben honderd en meer ver loven, of het zoo niels is-' b.v. Hel den 102 Echt 131, Valkenburg 138 Meerssen 139, Maasbree 140 enz. Men begrijpt het eenvoudig niet, hoe er voor elke twintig ol dertrg menschen een bierhuis kan bestaan. Maar wat mer. wel begrijpt en wat trouwens van algemeens bekend heid kan geacht worden, is, dat in Hoe de moderne oorlog is en zal zijn, is duidelijk gebleken bij de Oostenrijksche legermanoeuvres, waarbij ditmaal de modernste hulp middelen zijn gebruikt en volgens de nieuwste theorieën is geag De Weensche correspondent der -N.R Ct." vroeg een collega, die de manoeuvres had medegemaakt, hoe het er wel uitziet op een modern slagveld. En het antwoord luidde stil en eenzaam. Men ziet haast niets. De afstanden zijn enorm, het slagveld is leeg, geweren en vuurmonden spreken hall zoo luid als vroeger en de kruitdamp heeft plaats gemaakt voor een rookwolkje, niet veel dik ker dan dat van een sigaar. Men ziet geen regimenten meer met die ontplooide vaandels en muziek tegen den vijand oprukken; men ziet geen kapiteins die te paard hun compag nieën aanvoeren en ook geen voet volk, dat met geveld geweer storm loopt. Dat alles gedaan. En, zooals gezegd, de kruitdamp sinds met rookzwak kruit gescholen wordt, behoort haast tot het verleden. De lucht blijft helder en klaar niettegen staande van alle kanten geschoten wordt. De moderne veldslag heelt niels heroïeks meer, niels dat het hart doet kloppen bij het zien van schitterende aanvallen en moedige verdediging. Alles gaat veel een voudiger en stiller toe. De dood, die aan alle kanten loert, verschijnt niet meer in een romantieken plooi, hij treft koud en onverbiddelijk zonder eenig dekoratief. De enorme kracht die tegenwoordig den kogel mijlen ver voorwaarts drijft, wordt slechts onmiddellijk bij het afvuren opge merkt. De knal reikt niet \er. Even min het geluid dor machinegeweren bij het onophoudelijk schieten. Er werd bij deze manoeuvres van die practische en lichte werktuigen die elke sekonde dood en verderf verspreiden, druk gebruik gemaakt, Zij zijn weinig zichtbaar en mak kelijk te verbergen achter een bosch- rand, een zandheuvel of golvend ter rein. De pakpaarden, die het toestel op hun ruggen vervoeren, staan achter een paar boomen en een paal man, die het bedienen, steken in hunne grijze uniform niet scherp af tegen het terrein en kunnen vrij veilig het geweer bedienen dat zonder rook en weinig knal losgaat. De knal van een modern infanterie- Van het donderende en hevig lawaai op de slagvelden is geen sprake meer. Het straatrumoer op Let plein van een groote stad is sterer. Op den Praterstein, den Postd ,mmer- platz of de Place de la Concede, zei mijn collega, gaat het luider toe dan op het slagveld, waar hij andaan kwam. Alle pronk is weg, met u 'zonde- ring van wat staatsie in 's Keizers gevolg. Maar in den oorlog zal er met de van verre zichtbare witte mantels der lijfwacht, de w uivende pluimen, de vergulde sjarneu, de blinkende helmen en de vroolijke uniformen opruiming worden ge* houden. Hier in het spiegelgevecht konden zij nog geduld wordm, om» dat de dragers niet aan de veldslagen deelnamen, maar toekeken en orders uitdeelden. De Keizer, andus zoo goedig en landsvaderlijk, is op het slagveld een heel ander man. Daar voelt hij zich als -Oberster Criegs- herr", die beveelt en aan wi n allen moeten gehoorzamen. Zijn v. oorden zijn -scheidig" en zijn gebart kort. Een beweging met hoofdand vervangt voor de ómcfeiïS"*iirfde volzinnen. Hij heeft niet voor niets sinds 60 jaar gecommandeerd. Hij, die als jongen de logge vuursteen- geweren gehanteerd heeft, heeft op zijn ouden dag het gemak en het nut der automobielen in den oorlog leeren waardeeren. Over alle wegen van het zeer groote terrein zag men ze snorren. Die tuffen, die inet sneltreinvaart de heuvels op en afrennen, overal stof en stank verspreidende, zijn een van de kenschetsende dingen bij de mo derne manoeuvres, evenals ue tele fonen bij de manschappen Ivoor het overbrengen van orders in de gele« deren, liet is een prachtig gezicht als zoo'n tuf in vlieger.de vaart komt aanrijden, en door een enkelen ruk aan het stuurtoestel wordt tot slaan gebracht, ais de officier e-n lijding lot den generaal overbrengt en een oogenblik later met het tempo van een exprestreiu in een wolk van stof, rook en stank verdwijnt. De flinkste adjudant op het snelste is r.iels in vergelijking daarmee. Nergenstreedt de enorme kracht en het practische nut van zoo'n tuf zoo duidelijk te voorschijn als op het slagveld, waar hij de afstanden doet verdwijnen. Op 't voorbeeld der Japanners ligt de infanterie in lange rijen in kuilen schietende over een borstweriukje. Niettegenstaande er voortdurend geschoten wordt, is het veld leeg en ligt het daar schijnbaar rustig en vredig. Men ziet niets dan wat rook en kleine vlammetjes, die bij 't vuren even komen en verdwijnen. Men hoort de zwakke knallen der geweren de sterkere ontploffingen der ka nonnen en het korte harde bonzen der machinegew eren. Op reusachtige dooden en verwonden. Over bet veld ziet men automobielen rijden en wat verder staan twee hooge masten, besterad voor de draadlooze telegrafie. Hoog in de lucht zweven ballons, er uitziende ais reusachtige sigaren, die het terrein verkennen en de waarnemingen naar beneden telefoneeien of door signalen over brengen. Al die dingen zijn wapeDs in den modernen oorlog. Hun kracht is grooter dan de sabels en geweren uit den ouden tijd, toen zij nog ge voerd w erden bij vliegende vaandels slaande trommen en schetterende muziek. Op geen manoeuvre hier te lande zijn de nieuwe hulpmiddelen zoo tal rijk aangewend als ditmaal. De nieuwe chef van den generalen staf. Conrad von Hotzendorf, wil dat de manoeuvres de meest moge lijke overeenkomst hebben met den oorlog. Daarom werd aan de bevel hebbers van het Noorder en Zuident leger alles overgelaten eu kregen zij niet de minste instructie omtrent richting, dagverdeeling enz. Dat er dientengevolge vele fouten zijn be gaan dopt er niets toe,Want, juist die fouten zijn nuttige leeringen in geval van ernst. fan Aurora's verloving Wat zegt ge Eduard Wel dit is een gedachte waaraan men zich eerst moet gewennen. Hoe bedoelt ge dat Ik meen dut het reeds geruimen tijd geleden is. sedert uw zuster den Ko- bieon der gevaarlijke dertig heeft over schreden en ophield het aantal van de door haar beleefde lente s te tellen en dat haar zou raden dezen kleinen kanton rechter Jeremias Mosterd vast te houden. llij komt vandaag om uwe toestem nnng te vragen. Waarvoor datZe zijn immers beiden reeds lang meerderjarig ij als mijn man. zijt immers Aurora's naaste mannelijke bloed vorwanl en ik vind hei vo'.komen correct dal ze u om toestemming vragen. Geef haar die dan, of zend ze haar per telegram Maar laat mij overigens gemoeid want ik moet vandaag naar Maar ge weet immers, Eduard ik vandaag bepaald naar Zehkndorf moet en wel niet voor 7 uur terug kan zijn. Maak u daarover ct ongerust Emmaatje. Zeg aan de Notenmeid, dat ze een fatsoenlijk souper vu r hem gereed moet maken, dan kan hij zich tot onze terugkomst met mijne beste sigaren en likeuren vermaken of ook naar bed gaan, als het hem belieft- Wat is er Augustc Neem me niet kwalijk meneer Ble- chert daar zijn twee gevangenbewaarders die naar u vragen. Gevangenbewaarders Wat voor den drommel zouden die wel willen Ze komen om een ontsnapte gevan gene. Ach, Eduard riep mevr. Blechcrt ontsteld. Heb ik niet altijd gezegd dat wc niet zoo in de onmiddelijke nabijheid van deze verschrikkelijke gevangenis moesten gaan wonen Ge zult zten op een goeden morgen zal men ons nog vermoorden. Wees niet kinderachtig, Emma. Laat de mannen binnentreden, Auguste. Ünmiddelijk daarop traden twee mannen de kamer binnen. Hel spijt ons dat wc u moeten storen afstanden wordt de veldslag geleverd I mijnheer Bted.cn, btpn de «.-en. maar ik p c moet u er mee in kennis stellen dat de tusschen legers, die elkaar metberuchte roover Hausing hedennacht ont- kunnen zien maar die, trots de vlucht is en van morgen werd gezien r terwijl hij naar uw tuin sloop. Met uw enorme afstanden, dank zndemo»! J J 1 i verlof zouden wij gaarne hof en tuin eens willen doorzoeken. Eduard ik smeek u blijf vandaag thuis om huis en hof te bewaken in plaats van met uw clubgenoten een uitstapje te maken, riep mevr. Blcchert. Wees niet zoo dwaas Emmaatje. \ls ge vandaag naar Zehlendorf gaat zal ik lang voor 11 thuis zijn. En de kantonrechter Hij heeft ons niet bericht wanneer hij komtkomt hij voor mijn terugkmst, dan moet hij maar wachten Tegen acht uren 's avonds kwam de kantonrechter, Jeremias Mosterd een groot mager heer met een gouden bril trotsch gezicht en een beschermenden toon in zijn spreken, bleek en vermoeid van dc reis, aan. Is meneer Blcchert thuis Mijn naam is Mosterd. Mijnheer en mevrouw zijn helaas nog niet terug berichtte het dienstmeisje. Maar alles is voor meneer klaar, zoowel de slaapkamer als het souper. En wanneer komen ze thuis Zc kunnen elk oogenblik komen, maar het kan ook wel 10 of II uur worden. Dan zal ik maar liever naar mijn kamer gaan, ik ben zeer vermoeid en kan misschien nog een paar uur slapen voordat ze thuis komen. De kantonrechter had misschien een kwartier geslapen toen het laken, dat over den rand van het bed hing, door een onzichtbare hand werd opgeheven en een somber woest gezicht er onder uit keek. Dadelijk daarop kroop een man met gc- vangenisklceren waarover hij e»n wollen deken had geslagen, onder het bed weg en boog zich over den slapende heen. 't Is uw geluk dat gij slaapt, mom- u., t.m 4 u ook niet raden wakker te worden. Bij t het schijnsel van hel flikkerende haardvuur ontdeed hij zich haastig van zijn gevang-nisklccrcn, trok het kostuum van den kantonrechter aan en nam ook diens hoed. Toen zijn oog op den gouden bril viel, zette hij ook dezen op. Onhoorbaar zooals alleen een man van praktijk dal kan doen opend hij de deur luisterde een oogenblik en ging toen stout moedig de trap af. In gang gekomen wilde hij juist naar de huis deur gaan, toen er een kamerdeur open ging en mijnheer Blcchert verscheen. Ha mijn waarde kantonrechter, het verheugt me buitengewoon u te leeren kennen, zeide deze. Mijn naam is Blechcrt ik ben u toekomstige schoonbroer. - i let doet mij eveneens veel genoegen mijnheer Blechci t. Kom als hc-t u blief nader. We zijn pas thuis gekomen en willen nu Souperen. I lier Emmaatje is de kantonrechter Mosterd. iia. welkom, hartelijk welkom, mijnheer de kantonrechter. Het verheugt mij zeer u bij ons te zien. Het bericht van uw verloving met onze lieve Aurora kwam ons volkomen onverwacht. Ja... ik... de zaak zelf kwam ook wat onverwacht. Hé... koud weer .m.iaag. Zeker. Ik hoop dut uw kamer goed warm is O, dank u, dank u... alles is voor treffelijk. Maar nu verzoek ik u plaats te nemen, kantonrechter, zeide Blechcrt. Gij moet na de lange reis wel Hink honger hebben. Over dc zaken kunnen we dan na dien tijd, ook wel morgen spreken. Liever morgen als ik u verzoekn mag. Ik geloof werkelijk dat ik hongerig ben. De manieren waarop de gast de spijzen •rorberde, verbaasde het echtpaar niet weinig. Ten slotte ging hij met «en zucht van voldaanheid en tegelijk van spijt achterover in zijn stoel liggen, n nam een van de sigaren, die hem wer den gepresenteerd. Nu volgde er een stilzwijgen dat minuten duurde en hetwelk mevr. Blecher trachtte tc verbreken. Deze spitsboef, deze Hausing begon ze. Wat 'i Dc gast wendde zich plotseling om en keek haar woest aan, dat ze ver schrikt zweeg. Ik wilde maar zeggen dat een misdadiger, die dezen nacht ontsnapte nog niet weer gevangen is. Vergeef me waarde schoonzuster alleen reeds het woord „misdadiger" maakte mij zenuwachtig.

Peel en Maas | 1909 | | pagina 1