Tooi? ¥11BAT HOEST en omstreken.
UitgeverW. A. Van den Munckhof, Venray.
<irr^
Het feest der Kinderen.
Trom.
Zaterdag 34 April 1909.
30ste Jaargang
No. 17
])it nummer
bestaat uit
TWEE BLADEN.
Feuilleton.
LANDBOUW.
PEEL EN MAAS
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Vbnrat 50 c.
franco per post ö5 e.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 5 c>
Prijs der Advertentiën:
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend
20 c.
5 c.
't Is morgen weer het feest der
kinderen bij uitnemendheid, de plech
tige dag hunner eerste H, Communie.
En met en door dit teil een weelde
van geluk in duizende hartjes en
harten.
Wsnt nalnttHijlf smaken ouders
en verwanten op innigste wijze het
geluk der feestelingen mede.
Dag van ernst
Want ze zijn voorbereid die scha
ren van maagdekens eu knapen, door
het niet onderbroken steeds ijver
en toewijdingsvolle onderricht van
priesters en geestelijke zusters en
onderwijzers.
Om dat jeugdig gemoed ervan te
doordringen en dat ze toch maar goed
beseffen, wat ze doen gaan; om in
hun leeder hart den waren ouder-
bouw te leggen, waarop dit mysteri
eus geluk wordt opgetrokken.
't Is dan ook treffend hoe de
kinderen, al wat kinderlijk is, be
halve hun leliereinheid ter zijde
stellen, om met meer dan groote-
men8chen-inzicht, met eene stemming
welke volwassenen tot voorbeeld
strekt, op te gaan naar 't heiligdom.
Dag van plechtigheid
Reeds maanden te voren behalve
het onderricht ook, worden de an
dere toebereidselen genomen.
Men bespreekt en bereddert, zoo
noodig men spaart en vergaart voor
kleeding als anderszins, opdat toch
maar aan de plechtigheid en de
waardigheid van den dag niet te kort
worde gedaan
De Kerk zelf
2.'
Met een-gezicht, waarop gewone goed
hartigheid -te "lezen Was, trad hij op den
aanvoerder der inmiddels van de zetels
opgerezen 'deputatie op den brouwer toe
drukte allen de hand en heette hem en
zijn gezellen welkom.
Toen in 't kort rt doel van 't bezoek
verteld was, ging men \Veer zitten, en
bleek 't ten duidelijkste, dat de heer niet
tegen de fanfare was. Jcan, de koetsier
had weer praatjes verkocht. De zorg ver
anderde. in genoegen. Ineens kwam de
zön door met hare stralen en zette de
groote za&l in rdoden gloed, de heer toonde
zich ingenomen met het jachtplan belde
om sigaren en Wijn.'Hij lachte hartelijk,
om het vermoeden der menschen, dat hij
tegen de fanfare was allen lachten
mede en .sommige leden der deputatie
scheen 't toe, dat ook de gepruikte heeren
langs de wanden in de schilderijen rondom
hen vriendelijk toekniktenzij dronken
met den heer van harte op zijne gezond
heid en zijn lang leven.
De 250 francs werden tegen inwisseling
van het in behoorlijken vorm door den
.meister" opgesteld „schrieve" en quitantie
gegeven.
Bij het afscheid nemen tukte de heer
een oogenblik en trok uit zijn vestzak nog
twee bankbiljetten van honderd francs en
reikte ze met plechtig gebaar aan de af
gezanten. .Des veur ein nuuj dikke trom,
de grootste, die te koup is", want die
Och, of wij menschon en de kin
deren vooral, toch niet de grootsche
grootheid van deez' dag uit het oog
verliezen mochten.
Een weelde van geluk brengt dit
naderen tot God, waar Hij troont op
zijn troon van liefde, dit rusten van
het hart in Hem, buiteD Wien geen
ware rust en ware vrede en w
geluk te vinden is.
Maar 't is niet vö 1 ^penblik
nog voor dezen r. ui zij
zich dit geluk te verwci v hebben.
Neen de Dernieuwing der heilige
doopbeloften doet een duren eed ben
zweren, dat zij voor heel hun verder
leven, voor onbeperkte toekomst van
lijd en eeuwigheid H^m kiezen tot
hun voorman, tot hun gids, hun
vorst.
Is 't geen aandoenlijk schouwspel
deze schare van kleine helden en
heldinnen, die als oen regiment hun
koning en »un vaandel trouw be
loven
Lees het in hun van heilige geest
drift tintelende oogen, gij zoudt
het ook vinden te lezen a's dat moge
lijk waS, in hun kinderlijk vurig
hart.
Dan, even pijnlijk doet de nood
zakelijk opkomende gedachte aan.
dat reeds onmiddellijk na dit feesr
van heilige verbintenis tusschen hun
zielen en hun God, in allen vorm,
onder alle gedaanten, de vij mden
van 't menschelijk geluk te loer lig»
gen, trachtend op hen af te schieten
hun giftige pijlen.
Daar is de wereld, in de slechte
beteekenis van het woord, daar is de
perverse lectuur, de boo'.e vriend
schap. bet ook ten. kw ade trekkend
voorbeeld, de vijand binnen in ons,
onze eigen bedorven natuur doch
genoeg, hun aantal is legio.
Een dringend verzoek derhalve tot
allen met wie deze jeugdige heiligen
want dat zijn ze thans in aanraking
maakte de muziek toch gevuld..
Groote oogen en aller dankbetuiging
van „des te veul" „doezendjmaol merci"
enz. Men vertrok. Toen men het burcht-
plein verliet, keek de brouwer met over
winningsgezicht naar de andere, stond even
stil en zei: Waat zest tenoe? Waat zest
te noe
Schuin tegenover de lange kasteellaan in
de «Halve Maan" zat een gezelschap jon
geren met verwachting popelende harten
en zag uit naar de terugkeer der deputa
tie.
De mulder had al een paar maal zenuw
achtig gelachen en beweerd, dat ze lang
bleven, wat iedereen wist en zag.
Een der grappenmakers had ook al
zeer ten onpas, gezegd, „det ze zich aan
't houwc waren" wat hem een standje en
meerderheid bezorgde.
De schjoester beweerde, „det zie het
neet door hnje gekrege" en zoo redeneer
de ieder op zijn eigen houtje Jan van Meijs
de timmerman echter, met zijn scherp
ziende glinsteroogjes, de deputatie op de
brug ziende treden, riep „dao komme ze
an."
Alles vliegt voor het venster De brouwer
steek bij het nader komen als sein voor
de wachtende de bankbiljetten omhoog
ln de „Halve Maan" meent men. dat dit
de niet afgewezen papieren waren, „'t Is
fluiten", 't is mis, 't is algemeen gevoelen
maar wat lachen dan toch die komenden
zijn die gek
„Neh, zek ich uch" spreekt de Halve
Maankastelein het onwcderspeckbaar
Orakel „'t is door, 't is door, zuug ins,
waat Helmus lacht."
Na tien seconden staat de deputatie, de
brouwer de bankbiljetten hoog boven de
komen.
Helpt, helpt merlo, yij zoo
goed gij maar kunt. dat ze dien
kostbaren ichat bewaren. Wéert van
hen wat maar naar boosheid gelijkt,
bevestigt en verstekt in hm het
goede, tot hun geluk, t"t uw geluk.
Dan alleen /.al het doel bereikt
n an allen, die de kinderen zoo
hebben onderricht en aan
v k el een woord van erkentelijk
heid dient gebracht.
Dan alleen zuilen de wenschen
vervuld worden uit ontelbare monden
aan de lieve bruidjes en bruigoms,
met hunne dierbaren, heden gebracht
en bij welke wij de onze voegen van
ganscher ha'-t.
Bij de groenten.
Het is in den laatsten tijd reeds
op verschillende wijzen gebleken,
dat kunstmest in den tuin even uit
stekende resultaten geeft ah in den
landbouw, dat de groenten van ver
schillenden aard een overvloediger
oo^st opleveren, in het a gemcen
vervroegd worden in hun greei en in
smaak verb^tereu.
N..J 'S h"V de_ TO a .4 ken
kunstwij in den nTobn
gebruiken. Natuurlijk rnoKün wy
ook in den mm een vo ledige bemes
ting hebben, bestaande uit kalk.
kali, phosphorzuur en stikstof.
Ik wil echter over al die verschil»
lende kunstmeststoffen nu niet
spreken, deels, omdat zij nu niet
meer kunnen gegeven worden, deels
omdat, daar er wellicht reeds stal»
m« st, biadmest* of beer gebruikt is,
zij nu niet alle u:eer noodig zijn.
D.-ch één st.»f is er, die ik toch
nog hij ail groentm, geen enkele
uitgezonderd, zou willen aanraden te
gehiuiken. Het is paieutkali. Bijna
alle tuingewassen hebben groote be»
hoofden van allen houdende,, "dansende in
de hérberg.
De bokkensprongen van den brouwer
en zijn genooten werken electriseerend
want alles begint mee te zingen en te
dansen tot men vermoeid neervalt en de
kastelein „rundjes" begint te brengen. Lang
duurde dat niet. Want men-kan 't in de
Halve Maan niet vol houden, men moet
nj.t het heugelijk nieuws het dorp in!
Wat een vreugde.
De deputatie en ook de heer werden
overal luide geprezen. De dikke brouwer
had den volgende morgen hoofdpijn evenals
zijn medehelpers, maar dat had men voor
hel succes wel over gehad. Zondag op
Zondag werd er nu vergaderd. Het geld
voor de instrumenten der fanfare werd
bijeengebracht. Alles liep van een leien
dakje.
In hun ijver dachten de- Wingerikkers
over niets anders dan over de muziek.
De naburige dorpen lachten daarmede,
en beproefden Wingorik in 't zonnetje te
zetten.
Ergernis verwekte het, dat een grappen
maker uit Bookhoit, geslaagd was een
„fars" uit te halen, zonder dat men dit
gesnapt had. Later vernam men dit tot
schande van de Wingerikkers.
Op een Zondagmiddag waren er twee
als heeren uitziende jongelui gekomen
„haaie we ze nog mer ins hiej" werd met
een zucht gezegd die voor gaven van
een instrumentenfabriek gezonden te zijn,
om de „moele te méte", om de maat te
nemen van de monden, wat werkelijk ge
schiedde in het schoollokaal.
Dat was noodig hadden de heeren be-
weerd voor de goede „amboesjuur." Men
had de heeren getracteerd en wilde, toen
hoeften aan kali en bijna alle tuin
mest. die gewoonlijk gebruikt wordt
heeft weinig rijkdom aan kali. Kali
is er dus in eiken tuin, bij alle groen»
ten bepaald en vast noodig.
Patentkali leve de kali voor den
tuin. Zij kar. nu, voor en kort na
het zaaien uitstekend gebruikt wor»
den. Hoeveel Meet uwe tuin uit.
Zooveel vierkante meters, zooveel
halve onsen patenikali. De kosten
bedragen zeer weinig. Daarvoor
behoaft men het niet te laten.
Hoe moet men ze gebruiken, de
pateutkali Men zaait ze op het bed
en harkt ze zeer licht onder. Des»
noods kan men ze ook niet onder»)
harken en zoo maar laten liggen, als
ge bang zijt dat hai ken niet goed
meer is, met het oog op het wellicht
reeds ontkiemde zaad.
Mond 6D Klauwzeer.
Het mond en klauwzeer ontstaat
door besmetting, betzij door het
vertoeven van het vee op een besmet»
teu stal, door besmet voedsel of
wel door aanraking met besmette
kleeren van personen, die in den
stal komen.
Verschijnselen der ziekte zijn een
droge neusspiegel, kwijlen en smak»
"Kerf."Op- «k... Aüucopirjgelair
randen der lippen, 1 egt ju -hoi. ge
hemelte en op de tong oDtstaan kleine
en groote, witte en geelw itte blaart»
jn8, die sp -edig opengaan en vocht
afscheiden, waarbij wondjes achter»
blijven.
De kwijl uit den mond komt allicht
in aanraking met de klauwen, zoo»
dat ook die ontsteking vertoonen.
In de spleet lusscnen de klauwen en
langs de bovenranden blijkt dit uit
e*n roode kleur en uit ontstane
b aren, die openbreken.
Alsdan staan en loepen de dieren
moeilijk en pijnlijk. Omdat de zieke
dieren moeilijk eten, ve; mageren ze;
men hoorde dat het „lége" of fopperij was
vanwege de Boekholters uit gedacht, deze
wel tot frikkadel bakken, maar toen hadden
de grappemakers reeds lang de plaat ge
poetst en zaten vailig om de streek te
lachen.
Maar hoe het ging of niet, de bestelde
instrumenten kwamen behoorlijk aan,
behalve de „dikke,, trom, die op verlangen
van den heer te Tilburg gekocht zou wor
den.
III
In den eersten tijd hoorde men nu in
Wingerik tijdens de middaguren, waarin
men anders ging „ungeren," dutten of op
„een oor liggen" overal blazen, „feepen en
toeten-' en men vond s avonds voor het
I schoollokaal eene groote menigte toehoor
ders van de oefeningen.
De ouderen rookten er hun pijp bij, de
jongeren stoeiden onder elkander, af en
toe luide vermaand om te „ioestere".
Men had barbaarsche pret. als een der
spelers te lang aanhield, verkeerd inviel,
of bij een pianissimo fortissimo inzette.
Alle bezwaren werden, dank der alge*
mcene volharding, overwonnenmet de
„Bronk" speelde de Fanfare, dat bet een
lust was om_te hooren. De «bombaris" was
verdiend. Het eerste Kermisconcert was
in aantocht. Had men nu de -dikke" trom
maar Ook die zou spoedig komen 1
Inmiddels was eene commissie benoemd,
bestaande uit twee ingezetenen, die bij
Kessels in Tilburg de „schjoon dieke" trom
zouden gaan koopen. I)at was de schjépe
Jean van Marus Dorusse Sjengske. die
zijn langen bijnaam gedeel.elijk als erfstuk
zijner vaderen mede op de wereld gebracht
had, want hij was de zoon van Theodorus
Hermans en een kleinzoon van den door
bizondere lichaamskleinte uitmuntende,
de tnelkgift vermindert of houdt
geheel op. Dj melk is dan ook be»
smet; ze wordt geel, slymerig en is
ongeschikt voor de bereiding van
boter en kaas.
Bij een gunstig verloop is da ziekte
in ongeveer 10 dagen genazen.
Uitstekend werkt een mondwas»
8ching met pyoctannin; 1 deel hiervan
opgelost in 1000 deelen water.
Vooral dient gezorgd te worden
voor een droge ligging, wat best
verkregen wordt met turfslrooisel
o( zuiver zand; de mes' moet regel»
matig en zorgvuldig verwijderd
worden.
Ook de klauwen wassche men met
genoemde pyoctanning oplossing of
met een oplossing van kopervitriool
(kopersullaat). eveneens 1 deel op
1000 deelen water.
Is de uier ontstoken, dan bestrijke
men daar de wondeu mede met de
pyoctannin oplossing met een pen»
seeltje.
Is de melk op 't oog oog goed en
wil men ze gebruiken, dan koke men
ze eerst, de zieke melk mag niet
gebruikt worden.
Inden moestuin.
Om een goede opvolgiog^te hebben
zaaien wij -schillende groenten
a den .den g end Moe vooraceiés.
Indien mogelijk, dan /ja.
scbelijk om se daar te ï°'l!ëD, V vr
getn versche stalmest gebruikt is en
vooral geen paardenmest.
liet beeft ons ten minste altijd
slecht voldaan, omdat wy zoo zelden
daarop gaze worteltjes verbouwden.
Laud bemest met beer schijnt niet
te hinderen, bovendien zal een goede
kalitrijke grond aanbeveling ver»
dienen. Vreest ge dat ge dit laatste
zaaisel niet spoedig genoeg kunt
oogsten, neem dan een kleine boe»
veelheid wortelzaad, zet bet 2 maal
24 uur in 't water, daarua in een pot
reeds lang overleden, Jcan Hermans.
Den naam Maris had hij niet aan de
schildersfamilie ontleend, maar aan zijne
hoeve, die kort aan den vlaskuil, het Maris
lei.
Zoo ziet men dat er een heele weten
schap te hulp moet geroepen worden, om
den zin der Limburgsche loopende namen
op te lossen, die in veelsoortigheid der
hier als geldig «aangenomen munt.
Die naamsgeheimzinnigheid klonk ook
uit dien naam van den tweeden in deskun
dige in zake de trom. Dat was door be
sluit der Fanfaarders „Lére Lowie" of
„Lowieke mit de laame voot." Hij was
haammaker of zadelmaker van beroep en
zoo duidde zijn naam van „Ière,"van leer
zijn beroep aan, evenals zijn broeder Mcr-
ten, koperslager in de wandeling „kopere,
genoemd werd en zijn buurman Henske
van Hennesse Hens, de timmerman de
„höltere geheeten werd.
De haammaker was eigenlijk de ziel der
tweepersonige Commissie hij had ver
stand van „vel en Ier," wat voor de be
oordeeling van de deugd eenertrom van
het hoogste gewicht is, en had meer
trommen hersteld.
Bovendien was Lowie, een duizendkun
stenaar. Met els en pikdraad wist hij handig
om te gaan, gebroken porselein repareer
de hij met gesmolten pik, zoodat 10 jaar
dicht bleef, een boerenhanm versierde hij
met koperen .traatsen" en figuren, zoo
schoon dat een kunstenaar uit het Oosten
er zijn tulband voor af zou nemen.
Een hecrenhaam illustreerde hij in „berlien
zilver."
En wie hield hem bij in het klokken-
maken, ketellappen, ja, in het kegel en
„beugelbul" draaien, in het karaerbebangen
in het leerlooien en God weet. waarin al