Brief
nr
III
UitgeverW. A. Van m Munckhof, Venray.
GRATIS.
Zaterdag 13 Maart L909.
30ö J aargaug
TWEE
Dit nummer
bestaat uit
BLADEN.
No. 1 1
De Wonderbare Medaille.
PEEL
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Venray 50 c.
franco per post 55 c
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
6 c'.
afzonderlijke nummers
van den ZeerEerw. Paler H
Peelers, Missionaris van het H.
Hart te Tilburg, IS October jl.
vertrokken naar de Philippijnsche
eilanden.
Bacuag, 12 Jan. 1909.
Mijne eerste apostolische zeereis
in een Philippijnsche banca is dan
achter den rug, en mijn kapelaan
en ik betreden onze eerste bijstatie
noordwaarts van Higakit.
Wat is een banca Wat beant
woordt aan dezen uitheemschen
wijdsch klinkenden naam Een
uitgeholde boomstam, ongeveer een
12 a 15 meter lang, een 0,75 a 1
meter breed, en, meegerekend de
stevige planken wanden, plus het
gepekte vlechtwerk, 1 rt limeter
diep. Met schrik vraagt gij, zand
hazen en bedorven stoomkinderen,
hoe men met zulk oen uicnig, otnat
en onsterk tuig de zee in durft,
vooral als die zee den bijtenden
spotnaam van Stille zoo ruim ver
dient. Twee stevige boomen, dwars
bevestigd over vöör- en achterplecht
wederom met zwaar hout aan de
uiteinden verbonden, steken
meter of 5, 6, van weerskanten
als uitleggers uit, houden het
vaartuig in evenwicht en voorkomen
het kantelen.
Is er wind, dan hijscht men de
zeilen, en waarlijk geen kleine,
plus den fok. Onze banca was een
heusche tweemaster, met eer. be
manning van vijf koppen. Om de
waarheid te zeggen, op een zeereis
in zoodanige omstandigheden, was
ik niet bijzonder gesteld, maar 't is
me erg meegevallenen voortaan
zal ik mij met grooter gemoedsrust
van do zandige en ondiepe kust op
'n bamboes-draagstoeltje naar zoo'n
schip laten 7oeren. Voor veel
passagiers is er geen plaats met
veel goeden wil plus eenige gym-
nastiekkunst kunnen twee man
onder de met bamboesvlechtwerk
overhuifde hut, lees hondenkot,
zitten of liggen, zoo zij de beenen
niet te ver uitstrekken,
Staangeld hoel je nooit te betalen,
want een staanplaats is er geen,
of je moet je heenwerken door het
mansgat, dat toegang verleend tot
je kooi. Maar pas dan wel op, bij
iedere manouvre van de zeilen. Dan
haal je als de slak je voelhorens
maar in en kruip je in je schulp.
Om elf uur pront, gelijk besteld,
ik haal dit als merkwaardig en
zeldzaam verschijnsel aan j maar we
hadden ook te doen met r,ang gru-
ineté sa Pareden vchipper des
Paters van Bacuag te doen, gelijk
de spraakzame waterhozer ons
spoedig met voldoening te kennen
gaf staken wij van den Suri-
gaosc.hen wal, en zeilden onder een
MAAS
dar Advertentién
Prijs
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 e.
koperen zonnetje en luier, wind in die als spoken heenl weer
uooidooster richting. Ik heb nooitjmet fakkels en li ionen.
van kapen gehouden, maar die van
Surigao kunnen ze van mij cadeau
hebben.
We laveerden maar eventjes vier
uren om die spitse neus van Minda-
nhs te omzeilen. De bootjes en
scöepen met geringen diepgan^
kunnen v]ak onder de kust blijven
waar de zee herleid wordt tot
bochtige, stille en stinkende rivieren
vanwege de mangroven bosschen
die hand over hand, die zeeëngten
vernauwen. Vreemd en schoon
gezicht die zeeboomen, met haar
eeuwig groen loverdak en hunne
tallooze luchtwortels, die als donkere
slangen, zich naar het water kronke
len, en aan alle indringers het halte
toeroepen.
Zoo gaat het tot de breede en
prachtige baai van JTacer Bacuag toe
en het ging langzaam de zwakke
avondbries woei ons in 't gezicht, en
wegens de smalheid der zeerivier
viel er aan laveeren niet te denken
Dus roeien met de riemen die men
heeft, en de Philippijnsche riemen
hebben veel weg van een houten
brildekssl bevestigd aan een houten
b c ~<jo i5Ukv
Al maakten onze vier roeiers
maar korte streken, toch stond
spoedig hun doorluchtig hennep-
tricotje, dat voor onder- en boven»
goed tegelijk dienst doet te schitteren
op den ondergrond der zweetbepa
relde marokijn schouders en
armen. Goddank dat het weer zoo bij
uitstek en bij uitzondering droog en
helder was de maau kon gerust
tot den morgen haar bleek licht
weigeren; de sterren aan den diepen
hooggewelfden hemel spreidden over
den ongerirapelden zeespiegel een
wonderzachten glans, tot zoolang wij
op het strand van Bacuag geheschen
werden
Hier praat de Stillen een hartig
woordje mee, en al kromt hij zijn
rug niet, hij woelt met het strakste
huiclieiaarsgezicht, onder uwe voeten
en rolt verraderlijk zijn grondreeën,
die woedend en bulderend de zand
kust bestormen. Prachtig om te zien
en te hooreo ophet droge, maar
verschrikkelijk schoon als ge voet
aan wal moet zetten.
Iedere golfslag is, zonder beeld»
spraak, als een geweldig kanonschot
uit de verte vernomen.'t Is dan ook
het eerste schouwspel, dat P. de Jong
en ik zijn gaan bewonderen bij onze
eersto morgenwandeling,
hoewel wij het van onze veosters
uit kunnen bijwonen En de zee is
zoo glad als een spoelkom. Wat
moet het zijn als zij leelijk doet l
Om elf uur uitgevaren, kwamen
wij voor wal om half tien. We zouden
er maar 5 k 6 uurtjes over doen
hadden schippers aan wal ons beloofd
Voor wal, nog niet aan wal. De
gemeente lag te rusten, een paar
toortsen van krabbenvisschers, gaven
nog teeken van leven. Maar
Pareklunk en weer
moest or gebeuren
over die rollende
op het droge komen
Dat spul ken ik,
Krek als in Kina
liepen
Pare
onk hef. Wat
l e zouden wij
rborstwering
ei P. de Jong.
pe bij mijne
statie.
Daar zit nikspjals trekk
ik al aan
ichoenen om
oek tot een
wel ik tobde
,4t decorum,
beweerde
schoenen en kousen '.'it, de boks
opstroopen, en da maar in zee
springen en zoo hard ai 'gelijk loopen
Op een draagstoel rdt ge toch
kletsnat, als de lui d|i inoed hebben
U te dragen,"
In mijn oinm nsto
het overleggen en siofyl reeds in dpn
geest, gelijk de Meijpi jsche Keve-
laarsgangers, met mijt»
den hals, de wijde pofbi
worstje om de dijen, hoe
met de gedachte aan 1
het prestige. «Das nik;
mijn reisgezel, de vrouwen moesten
het wel bij mij doen". Z'g daar eens
iels tegen.
Op eens ziet P. de Jong, dat een
kabel is uitgeworpen, en door de
manuen en jongens rp 't strand
wordt aangepakt. V\>ar gaal ie,
schuiven doet ie'A'«£U vooruit.
Ais een néid loopt uvp na«jr.
achtersteven, waar een half dozijn
mannen hem opvangen, en aan wal
zetten. Ik hem achterna en mijn
gewicht in hunne handen aanbevelend
sta ik reeds op het droge, waar
groot en klein, man en vrouw, mij
de hand grijpt en kust. Een, twee,
rie, en heel de boot wordt op
schouders en handen op 't slrand
gesleept. «Daar had nu eens geen
volk moeten zijn", pleitte mijn gezel
na.
Boem, paturuta en paparute, daar
springen links en rechte vuurpijlen.
Och ja we hadden van dat goedje
meegekregen om primo in 't gedicht
van het dorp onze aankomst plechtig
te melden, en secundo om 't feest
van 's Pausen jubelfeest a.s. Zondag
vuur en luister bij te zetten. Jammer
genoeg, wat^Wwo betreft geen van
ons allen, varendenen varensgezellen
had ooit met dat goedje omgegaan.
De fokke-man had al vruchteloos
geprobeerd in zee kwade lucifers aan
le krijgen en aan te houden, toen hij
op een gezond idéé kwam, nl. een
sigaar op le stekon en dan het spring»
aan te pijpen. Dat lukte.
Op het gebied der ontdekking eens
gekomen, deed hij spoedig een
tweede vondst. Hij legt leukweg een
klapper in een blikken vuurpot en
krak «Vendatores, Pare". Ik be»
grijp ten slotte dat hij nog klappers
moest hebben. »Daar man, daar heb
je die". FabaioPare, een sigaar
Pater. Hierzoo. De grumeté
sa Paredes vaders schipper, steekt
aan, paft geweldig, maar springen
doet er niets.
Doe leelijke schobberd, sprak ik
inwendig, je heb me daar aardig
beet, en dat ga je thuis vertellen
was al druk bezig aan de mijne aan
te pijpen. Wel verdraaid! beurtelings
steekt hij zijn en mijne sigaar in den
mond. beide aan het verkeerde eind.
de mijne had hij aan den vuurkant
moeten steken in zijn lieve mond, de
zijne aan de punt. Het was me
trekken en blazen en toen hij mijn
eigendom dankend teruggaf, stond
hij wanhopend le trekken aan het
dikke eind derzijoe, de punt wilde
maar slecht branden.
Ik hielp hem terecht en dacht
»Dat is één. Voortaan houd ik mijne
sigaar zelf in de hand. ik moet niets
hebben van die gemeenschappelijke
trekjes.
Dus, we hadden een bussel vuur
pijlen, de vrijwilligers - witkielen
konden de lust niet weerstaan
onzer eere vuurwerk te maken. Z
H. de Paus moge het ons vergeven
zoo er Zondag minder eereschoten
vallen. We zijn ook papisten
Pater de Jong, altijd even secuur
springt of klimt de gestrande boot
weer in, en haalt er onze baud
koffertjes uit. «Dat spul vertrouw
ik niet, de Pater moest eens niet
op ons gerekend hebben, dan waren
we misschien deze twee cadetjes,
Ui- -u
wijn en ik mijn hemd en kousen
kwijt."
De Pater was blij ons te zien ko»
men, maar vandaag niet. «Niets in
huis" zegt hij. Ik had gemeend dat
gij" te Tagana-ao zoudt vernachten
Bom, bom, bom, de onvermijdelijke
bombogrosse caisse, die hier wat solo's
speelt. Vijf of zes koperen instrumenten
vallen in, et avant la musique. Onder
weg zullen de ontbrekende partijen wel
aangevuld worden. Thuis aangekomen
al convento, het klooster, is de troep een
man of 15 sterk, en blazen, meneer
Verschillende stukken tegelyk, geloof ik
nog. Eq een vulk I 't Had wat in
met ons drieën alleen waren.
De goede pater Eurique, mijn naamge
noot, heeft zich wnt afgesloofd. Is de
hartelijkheid in persoon, We dronken een
kop duffe koffie, o maar dufen bleven
praten tot Kwart voor twaalf.
Mijn raatras en stroozak plus deken van
gevlochten riet en biezen is my zacht
geweest als dons. en um half zes werd ik
wakker, lekker frisch. Mij opfrisscheo
knn ik niet, bij gebrek aan waschkom of
kan. Een trek-Pater neemt niet meer mee
dan 't strikt noodzakelijke. By wij re ran
muskietennet had ik gordynen en als
bedhemel het dak, want ik slaap niet
alleen onder de hanenbalken, heel
woning mist plafonneering, 'i is wel
frisch, vooral als het er door regent.
Overigens ziet het -convento", de pastorie
zouden wij zeggen, er voor een Phillip-
pynsche woning, keurig en sterk uit. Was
ik eens teekenaar
Het bestaat uit voor- en achterbouw.
De voorbouw bestaatik reken myn tred
op 1 meter twintig meter op 12.50. In
de lengte is het verdeeld, voor langs de
straat in drie kamers, van elkaar geschei
den door een planken beschot van ongeveer
4 meter, zoodat de heeren, zoo er zyn,
elkander best kunnen beroepen en een
praatje houden. Langs de achterzyde is eeD
enkel vertrek, dat voor alle gemeenschap
pelijke oefeningen, voor eet en ontvangst
zaal dienst doet. Aan de achterzijde op
Noord wes'erhelft en houten trap; wat
teekenen van leven gaven onze J sigaren geven betreft, heb ik een les
schippers des te meer. Zij riepen en in dubbel tempo geleerd. Ik had nl.
schreeuwden als bezetenen, totdat den stakkers reeds een sigaar aange»
het strand vol liep met gestalten, i boden, en ome grumeté sa Pare
i
Enfin al doende leert men, en wat brakend, en een uitbouw die tot keuken
dient. Deze keuken is met een gang
verbonden met den refter. Achter dien
gang is een hoekje, dus van de gemeen
schappelijke zaal bevindt zich de kamer,
die wij Hollanders nis de hp$fe a"pwi:zen.
R-ukeloos is do afsluiting niet bewerkt
en by wy/,e van een dwarslat und weiter de
de vrye natuur; de zitting echter ;s een
heusche leunstoel een -huiteren proef,"
zouden ze te Venray zeggen. Zoldering
geen kelders evenmin. Het huis op palen
gebouwd van ongeveer 3 meier hoog, De
buitentijden zijn afgezet met gespleten
bamboeeriet, Daar worden o. a. de dames
ontvangen die zicb nooit verstouten zouden
het woonvertrek binnen te komen.
Wordt vervolgd.
die zich voor 1 April a. s.
op ,,Peel en Maas" abonneeren
ontvangen de nog voor dien
datum verschijnende nummers
4
Dit kostbaar kleinood werd een machtig
middel, in Maria's handen om het vertrou
wen van millioenen geloovigen op te
wekken. en daardoor wonderen van
genezing, bekeering en trooit over de
geheele wereld te wrochten; en was de
medaille wonderbaar in haren oorsprong
;y was het ook in hare versnreidina en
uitwerkselen. Tleo j<ar nadat de eerite
Medailles gemaakt waren, waren zy reeds
met millioenen in goud. zilver en koper
verspreid. In Nederland België DoiUchlaod
tot zelfs in Cbma werden zy door
duizenden met vertrouwen gedragen. En
Z. iï. Pius IX. gaf zo aan verschillende
personen als een bijzonder blyk zijner
welwillendheid.
Maar nu begonnen ook de gunsten,
welke Maria door middel van dit kleinood
aan de wereld wilde schenken, zich
buitengewoon te vermeerderen.
Priesters en religieuzen roemen er op,
dat tallooze zieken in de hospitalen, door
volkomen en plotselinge genezing,
hare wonderkracht ondervonden, dat tal
van stervenden, die op buu doodsbed
de H, Sacramenten weigerden, nadat zij
de Medaille ontvangen hadden, zich in
hun laatste uur met God verzoenden.
Zieken wier herstel onmogelijk scheen,
herkregen de gezondheid, nadat zy als
eenig geneesmiddel dit kostbaar onderptod
van Mana's liefde droegen, M-tar oog veel
vei der heeft Maria's liefde zich uitgestrekt.
Ouders erkenden de geheirazinoige kracht
der Medaille, daar, by bet dragen derzelve
de lang verbaoneo vrede in hunne huizen
wederkeerde, bun kinderen die bet pad
der ondeugd hadden ingeslagoR. plotseling
tot inkeer kwamen en ceti geheel ander
leven begonnen.
Ongeloovige ketters en hardnekkige
jndaars zwichtten voor hare wondermacht
en verklaarden vol blydschap, dat sy,
ofschoon eerst van geen God willende
weten, zich tot bekeering gedwongen
gevoelden, omdat iemand soms buiten Hun
weten, in hun kleeding of legedatede eece
Medaille vei borgen bad. Ook op het
slagveld, 'e midden van het bulderen der
kanonnen, bet kermen der gekwetsten,
zag men Maria door hare Medaille hare
dienaren beschermen. Hcevelen beeft zy
voor de moordende kogels beschermd,
hoevele gekwetsten gered, hoevele ster
venden met God verzoend I Het is een
feit, dat in de oorlogen var. Duitschland
Frankrijk. Italië, Oostenrijk, Mexico
Amerika enz. de Miraculeuze Medaille
door duizenden gedragen werd als een
schild tegen de dreigende gevareu.
Hi II. Belanghebbenden herinneren wij
eraan dat deze wonderbare Medaille
te verkrijgen is by den Eerw. Heer
Rector van Oostrum, die ze alle Vrydagen
de Hoogmis aldaar openhaar in d©