UitgeverW.
en Qmstr
Mutickhof, Venraj.
Drankwet zaken.
Arbeiders en machines.
Zaterdag1 19 September 190S.
29ste Jaargang
No. 39.
Mengelwerk.
De weggewaaide gans.
Abonnementsprijs per kwartaal
•r
Prijs der Advertentiën:
Uit de jaarverslagen van de
inspecteurs der Drankwet blijkt,
zegt het Vad., zeer duidelijk welk
een afschrikwekkend voorbeeld van
wetgeving onze «'et door haar
omslachtigheid en al to grooto
ingewikkeldheid is.
Al de onwettige toestanden,
waarvan deze jaarverslagen spreken,
op te ruimen, zal jaren arbeids
vorderen, als men er ook in slaagt.
Hun voortbestaan wordt be
halve door gebrek aan tijd voor
plaatselijk onderzoek -niet
weinig in de hand gewerkt doordat
een overzicht ontbreekt van de
besluiten, door de gemeentebesturen
naar aanleiding van de Drankwet
genomen.
Ged Staten van Limburg deden
een stap in de goede richting door
een aanschrijving aan de dagelijk-
sche besturen der gemeente te
richten, waarbij zij werden uitge-
noodigd, op de gemeentesecretarie
een afzonderlijk register aan te
leggen en behoorlijk bij te houden
aan de door hun coiioge u nemen
besluiten betreffende deze wet.
Blijkt uit het bovenstaande, dat
dank «ij de ingewikkeldheid dei-
Drankwet, de klachten over onkunde
der met de uitvoering belaste
autoriteiten aangaande de bepalir gen
der wet groot en de verwarring niet
gering is bij het doorlezen der
verslagen stuit men ook op vele
gevallen, waarin de fout ligt in dit
cardinale gebrek der wet, dat zij in
vele opzichten te veel regelt.
Dat is o. a. het geval met de
oppervlakte en inhoudsberekening
der localitciten. met de logements
vergunningen, welke tot zoovee'
verwarring en ontduiking aanleiding
geven, met verbouwing van vergun-
ningslocaliteiten enz.
De handhaving der wit toph
reeds moeilijk verloopt daarbij
soms in futiliteiten, die de vraag doen
rijzen, welk nut al die omslag slicht.
De verwachting, bij het verschij
nen der Drankwet Kuyper door de
pers geuit en tijdens de behandeling
herhaald, dat deze wet in de toepas»
sing een hopelooze verwarring zou
teweeg brengen is volkomen ver
wezenlijkt.
De minister van Binneidandsche
zaken zegt het Dagbl. v. N. B. heeft
een uitleg aan art. 8 sub. 16 dei-
drankwet gegeven, welke vooral in'
plattelandsgemeenten opzien baren
zal.
Art. 8 sub 16 der drankwet ver»
biedt nl. dat vergunninghouder zij
«iemand, die een openbaar ambt
bekleedt."
Nu is er al dikwijls gevraagd, of
een gemeenteraadslid ook een
openbaar ambt bekleedt. De vader
der Drankwet, minister Modderman,
verklaarde in 1881 »De vraag
of iemand ambtenaar is, kan soms
aanleiding geveu tot twijfel. Ik
voor mij versta ze onder iemand, die
door het publiek gezag belast is met
een publiekrechtelijke functie. Alzoo
beschouw ik burgemeester en wet»
houders, gekozen door de gemeente
besturen, als ambtenaren, doch
gemeenteraadsleden niet."
Minister Heemskerk heeft echter
nu beslist, dat ook een gemeente»
raadslid geacht moet worden, een
openbaar ambt te bekleeden.
Dus zouden alle gerneenteraads»
leden, die vergunning hebben en
in onze plattelandsgemeenten, vooral
in Limburg komt dit veel voor
als raadslid moeten bednakenf
Neen, de beslissing grijpt niet in
bestaande loestanden.
Maar voor de toekomst is de
kombinatie «raadslid - vergunning
houder" verboden.
Telkens, aldus het Soc. Weekbl.
ziet men opnieuw arbeiders zich
met kracht en klem tegen de
invoering van machines verzetten.
Wat is de reden, dat een stand-
po.it. dal ling over :inon scheen
inderdaad nog niet overwonnen is
Zou de theorie van het verruimen
der arbeidersgelegenheid door de
machines, niettegenstaande haar
ouderdom en gezag, onjuist zijn
ot zouden de tegenwoordige werk
liedöD met blindheid geslagen zijn
Geen van beide is het geval.
Technische verbeteringen in het
machinewezen, zullen inderdaad
meer arbeiders werk kunnen geven,
maar alleen op den duur en alle
technische verbeteringen te zamen
genomen.
Hot was den ouderen economen,
die het eerst op het feit gewezen
hebben, dat met machines meer
banden arbeid kunnen vinden, vol
strekt niet onbekend, dat de
invoering van nieuwe machines
tijdelijk een werkeloosheid in bet
leven roepen kan,
Hen fabrikant, die zonder
machines 100 personen arbeid geeft,
kan denzelfden arbeid machinaal
soms door 10 personen doen
geschieden. De eerste overgang zal
dan ongetwijfeld een 90tal personen
werkloos maken.
Zoo heeft men altijd en altijd
weer het groote nut van den
machineatbeid geleerd het tijde
lijke nadeel werd daarbij wel
vermeld, maar zeer terloops, als
iets onvermijdelijks niets is nu
eenmaal volmaakt op deze wereld,
Iutusschen werden de arbeiders,
in wier bedrijf een machinale
vereenvoudiging werd ingevoerd,
maar steeds het slachtoffer van dezen
vooruitgang der techniek zij
moesten zich gewillig offeren in het
algemeen belang. Zij hebben dit ook
gedaan, zoolang zij niet voldoende
georganiseerd waren, nood ge
dwongen.
Maar thans, nu hun vroegere
afhankelijkheidspositie in vele op
zichten verbeterd is, nu zij niet
meer alles zonder tegenspraak aan
vaarden, hetgeen de werkgever
wenscht voor te schrijven, nu is
wederom, gelijk in het begin der 19e
eeuw, het verzet van de arbeiders
tegen de vereenvoudiging van het
werk door machines ontslaan.
Machines mogen eer belangrijke
stap vooruit op den weg der
beschaving zijn, zij mogen het
algemeen voordeel brengen, ieder
mensch houdt echter nog in de
eerste plaats rekening iet zijn eiger:
belang. En een maatregel, die den
arbeider aan de werkel losheid prijs
geeft, moet bij dezen ve-ret uitlokken
hoe groot ook het algemeen nut van
den maatregel is.
Het verzet van de arbeiders tegen
een vereenvoudiging van hun bedrijf
door invoering van nieuwe machines,
is dus alleszins begrijpe'ijk en is door
geen diepzinnige bespiegelingen over
het nut der techniek 'boe juist ook
overigens tegen te gaan.
Maar daartegenover blijft het
belang der maatschap hj, dat tech
nische verbeteringen tot stand
komen, Het belang t a» act geheel
mag niet aan het belari van enkelen
opgeofferd worden.
geit gespaard worden
Het blad meent, dat'fiier de over
heid dient in te grijpen.
Zij dient de ondernemers, die den
arbeid in hun bedrijf door technische
verbeteringen vereenvoudigen, te
verplichten in een w erkloozenfoDds
bij te dragen.
i)e queslie der werkeloosheidsver
zekering wordt tot heden bijna altijd
besproken met bijdragen van slechts
twee kanten de overheid (staat en
gemeenten) en de arbeiders. Om de
werkgevers te doen bijdragen, daar
aan wordt nog weinig gedacht. Toch
dienen de werkloosheidsuitkeeringen
evengoed voor een gedeelte op het
bedrijf te drukken als bijv. uitkeerin-
gen bij ongevallen of ziekten. En
zeker is bet geval, wanneer de
werkloosheid zoo direct door de
werkgevers veroorzaakt is en zoo
onmiddellijk met de belangen van hun
beurs in verband staat, als bij de
invoering van nieuwe machines.
Daarheen zal het dus geleid
moeten worden dat er werkloos
heidsfondsen komen, waarin naast
do overheid als vertegenwoordigster
van hot algemoen belang, ook de
ondernemers, die door de invoering
van technische verbeteringen in hun
bedrijf arbeiders werkloos maken,
verplicht zijn bij te drageu. Uit de
fondsen kunnen dan de slachtoffers
van den machir.alen vooruitgang
ondersteund worden. Bij een
zoodanige regeling zullen ook
conflicten, als verleden jaar te
Rotterdam en thans te Goirle uit
gebroken zijn. hun reden van be
staan verloren hebben.
Nou r
PEEL
j W- s;
voor Vbnrat 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
van 1 4 regels 20 c.
elke regel meer 5 c.
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
'1*>3 aioïtc" k e! er. de
-j# «--A
Drie maanden lang had ze voor de
extra itlteave gespaard, want een kantoor
klerk met een 45 gulden traktement
kan zijn vrouw niet veel huishoudgeld
geven en al weet ze het nog zoo zuinig
to plooien on ta bedisselen, er blijft toch
niet veel voor extraijes over. Haar man
veitelt eens dat op zijn vei hardag, die op
den 4en Dec. viel, erbij hem thuis altijd
een gans op tafel kwam. Sinds zijne
ouders gestorven waren en hij alleen op
de wereld stond had hij die attentie, hij
hield zoo van ganzenbout, gemist.
Van dat oogenblik liep zij-i vrouw met
het plan rond hem op zijn verjaardag met
een gebraden gans te verrassen lederen
dag lei ze een stuiver op zij en toen het
daags voor zijn verjaardag was. had ze
vijf gulden op drie stuivers na bij elkaar.
Ze ging naar de markt en kwam weldra
met een lekkere zware gans thuis. Ze
had gezorgd d it het een goede was. want
ze wilde niet dat het gebraad minder was
dan hij vroeger thuis gewoon was te krij
gen. Ze had nog twintig stuiver overge
houden en besloot met dit geld het diner
nog wat uit te breiden.
Toen ze thuis kwam was haar eerste
werk de gans in veiligheid te breugen t
moest een verrassing blijven. Ze sloot al
les, wat ze voor zijn verjaringsdiner
gekocht had, achter slot en hing de gans
buiten het venster-Haar man kwam eerst
s avonds thuis, dan waren de gordijnen al
neergelaten, Telkens als ze dien dag voor
bij het raam kwam, bewonderde zij de
gans, 't was een prachtexemplaar.
Zij wou dat het ZoDdag was.
Toen 's avonds mijuheer Rooyhoed Ihuis
kwam, gebruikten ze hei avondeten ze
waren beide opgeruimd van humeur,
die zich door niets ontmoedigen lieten.
Wordt daar niet geklopt," zei hij
eensklaps. Zijn vrouw lachte. Ze had het
al lang gehoord, 'i was de gans, die,
door den wind heen en weer tegen t raam
tikte.
•'I Vei janngsraaunetje komt zeker vra
gen, of 't kind zoet is geweest lachte ze.
•Ja, dat gebeurde vroeger, zuchtte
mynheer Rooyhoed, toen moedertje nog
leefde, maar tegen woordig met den slechten
tijd..."
Wacht hel nou eerst eens af," zei het
jonge vrouwtje, en vond het toch beter
hem naar de andere kamer te tronen.
's Nachts ontaarde de wind in een hevigen
storm. Huilend loeide hij langs de straten,
dakpannen werden afgeslierd, schoor-
steenen nveigeworpen. Hoe de storm ook
razen mocht het echtpaar Rooyhoed sliep
den slaap der rechtvaardigen. Hij sliep
altijd erg vast en zij deze keer bijzonder
lekker, omdat zo droomde van een gans
waarmede zo hem verrassen zou.
Iutusschen raasde do storm voort ook
toen de dag begon aan te breken. Meneer
Rooyhoed was al opgesiaan en stond in de
keuken zijne schoenen te poetsen, toon
juffrouw Rooyhoed ontsteld bij hem kwam;
ze had voor het eerst sinds ze getrouwd
waren, haar tijd verslapon.
Haar eerste gedachte had de gans ge
golden. Ze was naar 'i venster gegaan en...
was toen naar haar man geloopen, denkend
dat hij haar eens foppen wilde.
Henri," riep ze.
-Nu. wat is er
- Och .ja, je hebt 'ra weggestopt."
Ik beg«yp je iet. Wat weggestopt
Wel, wel, ik had 'm toch aan 'c raam
gehangen."
Toen ging ze weer de kamer in, stiet
't raam open en keek naar buiten, 't Was
nog te donker om wat ie zien.
Wat moet dat toch beteekenen, is mijn
boterham klaar, ik moet direct weg."
Ja, ja, ik zal hel direct doen, maar zeg me
dan waar je hem gelaten hebt
Maar wat wil je dan toch," riep bij
ontstemd uit. -Waar praat je toch over
-Ik wou je verrassen. Henri, op je
verjaardag. Ik wou je, je..."
-Ken gans geven en nou is die weg."
Zij Degon te schreien.
-Maar ik weet van geen gans af", zei hy
met zooveel oprechtheid, dat ze niet twijfe
len kon aan de waarheid.
Dus is ie weg," klaagde ze, aan dit
touwtje had ik hem opgehangen.
-Hoe kan je ook zoo dom zijn," zei hij
nu spijtig over de gans -aan terug krijgen
ie niet te denken. Had me er nu maar niets
van gezegd dan had ik er o >k geen spijt
van gehad."
Ont3temd ging hij naar zijn kantoor,
voor 't eerst sinds ze getrouwd waren.
Op de eerste verdieping naast hen
woonde advocaat Berger, by wien Rooy
hoed op 't kantoor, wns. Hij vras dien
nacht vrij laat thuis gekomen en had
zijn hoed in den storm verspeeld. Zijn
vrouw die om het -noodweer was opge
bleven. was allesbehalve in haar schik,
dat haar man zoo laat thuis kwam.
Hij vond 't veilig zoo gauw mogelijk
in bed te kruipen en liet den storm zoo
hard waaien als hij wilde, 's Morgens
kwam mevrouw niet aan het ontbijt,
omdat ze hoofdpijn had. Hy kende dit en
wist, dat dit 's middags wel beter zou
zijn. Toen hy weg was ging mevr. Berger
ontbjjten, ze was nog altijd uit haar humeur
over zijn iato thuiskomst. Mistroostig liet
ze haar blik uit het venster dwalen en
sprong eensklaps op.
Wat was dat In een hoek van het
balkon lag iels; 't bleek een mooie vette
gans te zijn. Die goeie man, zei ze, daar
heeft hij me nou weer, zooals hy dat zoo
dikwijls doet, willen verrassen. Ja, ze
was boos op hem en daarom legde hy de
gaos er stilletjes neer. En dan liet ze
hem nog zonder morgengroet heengaan.
Ze nou het goed met hem uiaken als hij
terugkwam en de gans vandaag nog laten
braden. De keukenmeid werd geroepen,
ook zjj vond rn'neer -tegoed" en al gauw
pruttelde de gans in de pan.
Toen meneer Berger klokslag vijf uur
thuis kwam, werd hy zeer hartelijk ont
vangen,
-Beste maii, beu je niet meer boos.
Neeu Achje bent veel beter dan ik.
Maar kom nu het gebraad is zoo klaar. Hij
laat zich deze ontvangst als een pasja
welgevallen en neemt aan tafel plaats Hij
was niet gewoon aan tafel voel te
zeggen zijn vrouw vandaag zeer inschik
kelijk gestemd, zweeg ook, maar nam hem
aandachtig waar. Wat kon hij zich toch
goed houden, hij deed net of hij van den
prins geen kwaad wist.
-Nu ventje, hoe smaakt het
-Uitstekend."
•Ju verstaat het werkelijk iukoopen te
doen als de beste keuken meid schertste
zij.
-Nu do gans 't had best kunnen gebeuren
dat ik 'm niét gevonden had, in den winter
kom je zoo niet op het balkon."
Maar ik begrijp je heusch niet.
•Ja, ik weet er alles van, hou je nu
maar zoo goed niet. Je hadt de gans in een
hoek van 't balkon gelegd."
Mijnheer sprong plotseling van zijn stoel
en liep naar de telefoon. Hij belde zijn
bureauchef op.
-Woont Rooyhoed in mijn nabijheid
Welk nummer. Goed, goed en van
nacht zyn vrouw haar gans kwijt ge
raakt. Daukje. Schelt af."
-Hm," zei hij, toen hy weer opzijn
stoel zat, -de geschiedenis kon leuk zyu,
als ze maar niet zoo spijtig was."
-Maar zeg me dan eens?" begon zijn
vrouw, die met opsu mond had zitten
luisteren.
-De zaak is deze, dat we met veel
smaak een gans hebben zitten op te
peuzelen, die mijn arme schryver, die
naast ons woont boven, vannacht met den
storm kwijtraakte. Waar schynüjk is ie
op ons balkon gewaaid."
•Als dat geen aardigheid van je is, zou
het treurig zyn.',
-'t Is zoo; ik hoorde vandaag op 't
kantoor van 't geval. In elk geval moeten
we het goed met hem inaken, We zullen
ous verontschuldigen.
-Doe dat niet, je zou mij belachelijk
maken. Laten we er liever wat anders op
vinden,