UitgeverW. A. Mnnckhof, Venraj. Waarde van den tijd. Gemeenteraad te Venray, Zaterdag- SI Maart 1908. 30ste Jaargang1 Feuilleton. UMILTA. TsT r 1 n Abonnementsprijs per kwartaal Prijs der Advertentièn: In een Arnhemsch blad lazen wij dezer dagen het volgende bericht *In den katholieken kring te Aalten is een rookwedstrijd ge houden in het langzaam en sne rooken. De heer kreeg den eersten prijs met snel rooken en rookte zijn sigaar in 7 minuten op en in het langzaam rooken werd den eersten prijs behaald door die over zijn pijp taba 1 uur en 45 minuten deed. Ook een nuttige tijdpasseering! De namen hebben wij doo puntjes vervangen, omdat het niet onze bedoeling is personen te kwet sen met hetgeen wij, naar aanlei ding van dit berichtje willen zeggen. Het geldt hier eene zaak van meer gewicht dan men oppervlak kig zou denken. Wat hier uit Aalten geschreven wordt, staat niet op zichzelf, Al is het dan niet met langzaam rooken, er wordt toch ook elders heel wat «tijd zoek gemaakt' rr* t nuttelooze «tijdpas- searingeh", die soms nog het, nadeel hebben lang niet onschadelijk te zijn. Adres aan de bittertafels en bierstamgasten. Vrijwel overal heeft men toestan» den, die erop wijzen, dat de waarde van den tijd over het algemeen lang niet hoog genoeg geschat wordt. «de wijzen van alle volkeren van zaken, door de p- >1 ijk geleerd, De gegoede burgerman, die een hebben de hooge waarde van den tijd de waaide van den tijd zóó hoog behoorlijke opleiding genoten heeft begrepen en hunne geschriften zijn leerden aanslaan, dat »«on Aristoteles kan zich dus kwalijk verantwoorden, vol va:i vermaningen om hem j des avonds laat zatte 4udeeren met als hij veel beschikbaren vrijen tijd De waarde van den tijd uitzuiver stoffelijk oogpunt blijkt reeds uit de spreekwoorden der volken, waarvan het karakteristieke «Time is money" wel het meest bekende is. «De wijzen van alle volkeren" zegt Pater van S. J. in de aanteeke» ningen op zijn rede over «De arbeid wet des levens en der opvoeding" nauwgezet en spaarzaam te beste den. «De tijd blijft zijn hooge waarde behouden gedurende den loop van geheel bet leven doch hoe ouijer wij worden, des te kostbaarder is hij, des te zuiniger en zorgvuldiger moeten wij hem uitzetten, als het laatste overblijfsel van een rentege» vend goed"... De man die te Aalten een uur en c kwartier voorsichtiglijk aan de pij heelt gezogen, schijnt zich van de vermaningen der wijzen van alle volkeren bijster weinig aangetrokken te hebben. Evenmin als zijn «mede strijders" die het hoogstwaarschijnlijk zeer betreurd hebben, dat zeer niet nog langer over konden doen Tal van groote werkers bekortten hun s'aaptijd ten bate van hun arbeid. Hun sclfaadde dit meesta weinig, wai.t de meesten hunner bereikten een hoogen leeftijd Intusschen, dit is voor gewone stervelingen niet noodig, maar er is g'. v 1 t'^schc:; slaap brzuinigep en tijd verkwisten. »Wie van de waarde des tijds een goed begrip heeft", zegt de reeds aangehaalde schrijver, «zal zooveel mogelijk trachten tijd uitte winnen. De tijd is een schat, die zich vermenigvuldigt voor wie hem weten te bezuinigen, maar die verloren gaat voor wie er rijkelijk mee omgaan. Een bekwam tijdhuishoudkundige zal uren en dagen winnen door minuten op prijs te stellen, terwijl een onbekwame uren als minuten en dagen als uren veiliest." Wanneer heidensche wijsgeeren met de natuurlijke rede en mannen Heeft de Meester ons niet gezegd I De onwetendheid op het gebied "Waakt en bidt" er» is het geen des geloofs is somwijlen in kringen oud-christelijke spreuk, die een onzer I waar men dit niet zou verwachten bisschoppen in zijn wapen schreef f bepaald onrustbarend ie noemen. «Ora et labora" «Bid en werk"? Treuriger' nog is het vaak gesteld Wie Christen is weet daj hij den tijd met den plicht tot zedelijke er. in tel hier op aarde heeft te bosteden voor I lectueele ontwikkeling. En toch be een hooger doel, en hij, in wiens staan er ook op dit gebied verplich bewustzijn deze waarheid krachtig pingen, leeft, zal gierig zijn op lijn tijd. Evengoed als wij den plicht hebben Het is misschien niet genoegzaam le gezondheid van ons lichaam te bekend, welke eischen de Christe-perzorgen moeten wij ook onze in lijke leer stelt voor een ,;oed gebruik pellectueele en moreele eigenschap van den tijd. U Ipen ontwikkelen. Dr. Koch schrijft Wat de kennis van ons H. Geloof 111 zijn aangehaald werk dat intel betreft, hebben de mees'en, en zeker pectueele (verstandelijke) en zedelijke dezulken, die tijd hebber voor dingen onlwikkeling hand in hand moeten als de boven beschrr ene, hooger gaan. plichten r.llcci. 'o punter. I «De sopbistisch socratische stelling uit noodzakelijkheid des middels en plat de wetende mensch altijd goed uit noodzakelijkheid des gebods teps m°ge vlakaf valsch zijn", zoo zegt mennen. hij, het blijft niettemin waar, dat In het handboek van dr. Anton 0ver üet algemeen ware, zedelijke £och over «Moraltheologie" wordt beschaving zonder zich een bepaalde iet «voor not male toestanden alge-Isom van kennis eigen te maken, niet meenej christenplicht genoemd alle denkbaar 'S. door de Kerk als werkelijke geloofs- Een hooger beteekenis krijgt in eer verkondigde, waarbeden aan te de christelijke zedeleer bet gebruik nemen en zich te bemoeien een zoo van den tijd nog, als de beweegreden uitvoerig mogelijke kennis van de het doel en de mate der geestesont» verschillende geloofspunten te ver- wikkeling zedelijk geordend zijn. werven, daar ieder er naar streven Want het ernstige streven om zijn geloof rekenschap te Jjuiste kennis op het zedelijk doeu en <unnen geven. laten gestadig toe te passen leidt tot En de schrijver voegt erbij Voor de kardinale deugd van voorzichtig- de ontwikkelden verhoogt zich de heid, die de koningin aller deugden bedoelde verplichting. Maar dan moeten er in Katholieke kringen geen rook wedstrijd en als in Aalten georganiseerd worden, dan moet een beter begrip over de waarde van den tijd algemeen ingang vinden «er. begrip dat behoorlijke, in onzen gejaagden tijd zelfs ruim te nemen ontspanning allerminst uitsluit, maar tevens den aard dezer ontspariniug die ook zeer goed kan en moet medewerken tot ontwikkeling van het gemoedsleven, het schoonheids» gevoel, de gezondheid enz. beter zal doen inzien. Wordt de waarde van den tijd van meet af onze jeugd ingeprent, dan zal er althans onder ons Katho» Heken geen «jeunesse d'orée" ont staan, welke Beets de volgende scherpe, maar niet onverdiende regelen toevoegde G. op Zaterdag 14 Maart 1908. PEEL voor Vbnray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentièn, dmaal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c. 5 c. 9. Maar Netta luisterde nauwelijks naar haar. Ze genoot. Morgen al wist hij het en geen mensch ter wereld 2ou er achter komen dat zij dien brief geschreven had hij was zonder handteekening en die oude half blinde huishoudster had niets gezien <iiet dat zy bij den schrijver was en ook niet dat ze den brief op de post had gebracht. Netta had een halsdoek ge kocht een prachtige alle kleuren van den regenboog waren er in, een blauwe pauw en Chineezen tusschen belgele en roode roozen. Ze gaf hem d' oude vrouw en Serafina was nu vol lof over haar gedrag. Zoo kwamen ze by de Sarminekerk, waar Netta's vader op hen wachtte. Ze klommen in den wagen, die hen naar 't Btation bracht van waar ze verder deu tocht naar huis te voet ondernamen. Virginio Donaldi kreeg den brief terwijl hij in de kazerne zyn sabel zat op te poetsen. Hij bad meer te doen dan brieten te lezen, daarom stak hij hem in zijn zak. ging aan zijn dagelijksch werk. liet zyn manschappen exerceeren en had geen oog voor den brief voor hy 's avonds den dienst achter deu rug had en voor een .herberg een glas bier zat te drinken. Terwijl hij 't korte briefje doorvloog sprong hij met 'n verwensching overeind begaf zich op stel en sprong naar den kapitein en vroeg verlof aan. -Je bent pas voor 'n drie maanden met verlof geweest Is 'i geval zoo dringend V' vroeg zijn chef die hem met -je» en -jou aansprak en hem wel -mijn zoon" noemde, zoo gaaine mocht hij den jongen man. Virginio zag met een donker gezicht op. Zoo dringend, dat, wanneer mynheer de kapitein me niet kan laten gaan, ik op gevaar af van als deserteur gestraft te worden, vertrekken zou", zei hij snel, met schitterende oogen. De kapitein lachte. Hy was een man die zyn soldaten zijn kinderen noemde, en die iets voor hen overhad en toch ook gestreng kon zijn. -Niemand heeft je gehoord en daarom zal ik je van je taal maar geen reken schap vragen je kunt op reis gaan. ik geef je drie dagen verlof. Virginio snelde naar het station en kwam nog juist bijtyds voor den nacht trein naar het Zuiden. Om 5 uur in den morgen van den anderen dag kwam hij in Florence en om 7 uur klopte een soldaat met den welbe kenden, tot op de schouders vallenden groenen vederbos, aan de deur van het gerechtsgebouw te Lastra. Een meisje veegde de niet ruime gerechtszaal aan do vogels zongen in het klimop dat zich slingerde rond de een koperen bol in j, in hand, die heeft. geen uur daarvan besteedt om als hij dreigde in te lapen op een pijn geloof beter te leeren kennen, metalen bekken viel en hem zoo En dat hieraan nogal wat oat- buiten den slaap hield ,- hoeveel breekt kan men dagelijks opmerker, meerwaarde moet de ,ijd dan wel al ware het alleen maar uit de krijgen voor allen, die hem weinige belangstelling, die apólo- beschouwen in het licht der Chris- getische cursussen en geschriften telijke leer. van die zijden ondervinden. is. kleine vensters en de gerechtsdienaar kwam juist met een mand met peren de vesiibule io. Ze kekei heiden den soldaat aan, r.f hij een geest was. -Den chef wil je spreken dat kan onmogelijk», verklaarde het meisje terwijl ze schoon zand over den bodem strooide. -Onmogelijk" herhaalde de gerechts dienaar, met genot den geur van zijn heerlyke peren inademend. -Het woord onmogelijk ken ik niet,' antwoordde Virginio doodsbleek. «Ga heen en zeg hem mij te woord re staan, en als hy niet wil. zal ik my met geweld toegang tot hem weten te verschaffen." «Sapperloot mompelde de gerechts dienaar, -is dat een taal voor het huis des gerechts," Ik kom om gerechtigheid." zeide Vir ginio ernstig, en ben vast besloten ze tot eiken prijs te bekomen. Ga nu Ten laatste kreeg hij zijn zin. De rechter, die aan zijn ontbijt zat. moest lachen, toen hij hoorde dat die soldaat met geweld bij hem binnen wilde driogen, zoo hij niet toegelaten werd en beval, hem voor hem te brengen. Het vastbeslo ten ernstige gezicht van den jongen man beviel hem. -Zijt ge overtuigd dat het meisje on schuldig is vroeg hij hem. -Ik sta daarvoor in met mijn leven." Dat is zeker heel mooi, maar je hebt geen bewijzen." Neen, bewijzen heb ik niet. en die heb ik ook niet noodig. Maar de wet is niet zoo gemakkelyk tevreden te stellen. Verooi loof my een vraag Zijt ge mei 't meisje verloofd Neen. Miar ïe houd* van je Ook niet. antwoordde Virginio aarzelend toen voegde hij er snel oy ik heb haar lief, maar ze wil niets van me weten. Eenige maanden geleden wees ze me af, Zoo Dan ben je een trouwe, edelmoedige man, wiens woord waarde heeft. Wenscht gij haar te spreken Dat kan ik je wel toestaan. Gij kunt haar misschien tot meer mededeelzaamheid bewegen. Tot mededeelzaamheid bewegen wil ik baar niet, antwoordde Virginio, maar ik wil haar zeggen, dat ik in haar geloof. Ik zou haar gaarne zien, als u werkelijk zoo goed zoudt willen zyn De rechter knikte en riep door de geopende deur den gerechtsdienaar. Wacht nog even, zeide hij, nadat hij den dienaar zyn bevel gegeven had. Bestaat er geen grond van waar schijnlijkheid dat de aanklaagster ik ben haar naam vergeten de beklaagde niet mocht lijden O ja. zeide Virginio levendig, met die snelle openhartigheid den Italianen eigen, de aanklaagster Netta is op mij verliefd. Ook haar ouders wilden my graag met haar laten trouweü, maar ze weten heel goed dat ik Umilta liefheb. Do rechter lachte en gaf den gerechts- Boe anders zou het er in de ge« meenschap der geloovigen uitzien, «ls de ook op dit punt zoo schoons en verheven christelijke leer wat octer werd gekend en in toepassing gebracht Verachtelijke zwerm van knapen, los van zeden, Verkwisters van uw jeugd, haar kracht haar geest rv;(haar gloed Die t leven wegsmijt in doemwaarde nietigheden. a;j u* '«'«.tig laar, zoo gij er niets mee doet. OPENBARE VERGADERING van den des namiddags 2 uur. Tegenwoordig de heeren H. Esser Burgemeester, Voorzitter, J. Arts en M. Poels, Wethouders. Hub. Janssen, A. Loonen, Th. Slits. J. Loenen. V. Fonck, P. J. Derks. J. M. Michela, P. Camps, L. Janssen, leden en Stoot Se cretaris. Afwezig de heer Jac. Aerts, De Voorzitter opent de vergadering roet g«-bed en verzoekt den Secretaris de notulen der vorige vergadering voor te lezen, die onveranderd worden goedgekeurd. lenaar een teeken Virginio te begeleiden waarop deze naar de gevangenis gebracht erd. 1 kunt haar maar tien minuten preken en dan in tegenwoordigheid van een derde, zeide hem zijn geleider, Dat is voldoende, antwoordde de soldaat, en ze traden door de deur van den ouden toren en gingen de steenen •rap op. De gerechtsdienaar riep den gevangen bewaarder, gaf hein de order over en Virginio volgde zijn nieuwen geleider tot ze voor een zware, met grendels en bouteu beslagen deur kwamen. Virginio was bleeker geworden, dan hij ooit voor het vuur der vyandelyke kanon- nen was. Hier zit ze. siste hy tusschen de tanden, en onwillekeurig greep zijn hand naar het gevest van zyn sabel. Iemand die op bevel van den rech ter tot u toegelaten wordt, bromde de gevangenbewaarder, terwijl hy. zonder !e zeggen wie het was. de deur opende. Virginio stond op den drempel. Umilta, die half aangekleed op bed lag, had nauwelijks tyd, vlug haar japon aan te schieten en opstaande ging ie hem tege moet. Ze was nog slechts drie dagen daar en 't scheen dat zy er drie jaar geweest was. Heur haren hingen over haar voorhoold en de blik van haar oogen was wild en vreemd. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1908 | | pagina 1