voor
T ii
ill.
Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray.
Na honderd jaren.
Zaterdag- 33 Februari 1908.
39ste .Taargang.
No. 9.
Feuilleton.
UMILTA.
De jeugd van het paard.
ii
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
Prijs
der Advertentièn
van 1 4 rogels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentièn, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 e.
Wanneer wij in de leer gaan bij
het verleden en ons voorstellen,
met de noodige gegevens in de
hand, hoe onze vaderen leefden,
dan voelen wij ons gelukkig 't
bestaan te vinden in een tijd, die
zich door zoovele merkwaardige
uitvindingen heeft onderscheiden.
Maar denken wij er dan ook wel
eens aan, dat onze vaderen in hun
tijd op dezelfde wijze gehandeld
hebben als wij nu haudelen Even
als wij verheugden zij zich in het
bezit van een vooruitgang, dien
hunne ouderen nooit gekend hadden.
Vol bewondering stonden zij te
staren op de eerste diligences, die
regelmatig vertrokken en op wier
aankomst men ten naastenbij kon
rekenen. En de eerste straatver
lichting dan met rookende lantaarns,
die aan touwen werden opgehangen
over de straat, terwijl vroeger
elke burger zich des avonds van
een draaglaarntje had te voorzien
om niet van den wal in de sloot te
loopen
I)e petroleum en het gas boden
nieuwe groote overwinningen, en
nog zoo lang niet geleden leefden
wij in de heilige overtuiging dat
de vleermuizen ons het nee plus
ultra boden wat op het gebied der
verlichting kon verkregen worden.
En wanneer wij lieden van die
lantaarns ontmoeten, dan vragen
wij ons Onwillekeurig af, hoe men
't nog zoo pas geleden daarmee
heeft kunnen doen
Wat zal de wereld bieden na
honderd nieuwe jaren Zoo vraagt
Sancho zich af in den »Matin', en
aarzelt niet te antwoorden op deze
vraag, dat zij die na ons komen, in
het jaar 2008, in levensomstandig
heden zullen verkeeren, die onze
5.
Maar een oogenblik daarna hield alle
gelach en gepraat op, en er werd een li»d
gezongen, waarnaar allen luisterden. Toen
drongen ze bij Virginio aan dat hij vertel
len zou. geschiedenissen uit 't Zuiden.
Eerst wilde hij niet en rookte maar
zwygend door, maar plotseling begon hij
Umilta wist niet. dat hij naar boven
ziende haar venster had zien openstaan en
dat hij de schaduw van haar mooi profiel
zien kon op den door de maan beschenen
muur. Zijn heldere stem klonk tot boven
van uit 't donker, naar haar op en of ze
wilde of niet. ze moest luisteren, want
wat hij vertelde was oneindig mooier,
dan wat ie ooit gelezen had.
Hij verhaalde van allerlei gebeurtenis
sen die hij beleefd en gezien had. Hij
was een goed verteller, je leefde mee zijn
gevaarlyke achtervolgingen van roovers.
in de dichte oikenbosschen van Sicilië en
Sardinië, den bloedigen strijd in de hergen
zyn tochten op zee, de zee die ze geen
van allen ooit zagen, en hij vertelde van
de schipbreuk die ze eens leden in een
heltigen storm laat in den herfst, en het
allerlaatst verhaalde hij van zijn verblijf
in de eeuwige stad, waar de Heilige Vader
woont.
.Umilta luisterde, het hoofd op de handen
jaren van vooruitgang wellicht tot
een tijd zullen stempelen van aarts-
treurige barbaarschbeid. Er zullen
schrijvers gevonden worden, die
medelijden hebben met ons, even
als wij in ons binnenste, doch zonder
eenige goede reden, een gevoel van
medelijden voelen opkomen voor hen
die nog den stoom gekend hebben
noch de electriciteit noch de tele
graaf noch de telephoon. Wie weet
of't in die dagen niet even natuurlijk
zal zijn een reisje te maken per
bestuurbaien luchtballon als heden
een uitstapje per spoor of tram
Toch er zijn geleerden, die zich
ongerust maken over den aanwas
der bevolking en van de veronder»
stelling uitgaan, dat onze kinderen
en kleinkinderen na honderd jaren
in precaire levensomstandigheden
zullen verkeereu.
Indien men de toename der bevol»
king nagaat, zooals wij deze kennen
uit de officieele rapporten, dan moet
men aannemen dat Europa in 2008
zal zijn gesngen van 400 millioen in
onze dagen tot ruim het dubbele
Azië dat nu eene bevolking telt van
775 millioen inwoners, zal opklim»
men tot het milliard, terwijl Amerika
zijn bevolking zal opvoeren van 190
millioen lot 085. Australië tot 30 en
Afrika tot 150 millioen. De beide
beschaafde landen, die zullen tellen
de hoogste bevolking in 2008 en dus
over de grootste macht zullen kunnen
beschikken, moeten dan naar den
gewonen loop der omstandigheden
zijn Rusland en de Vereenigde
Staten van Amerika.
Men mag zich wel afvragen of de
aarde dan nog in sfaat zal zijn in het
noodzakelijk levensonderhoud te
voorzien. Zal het graan bij voorbeeld
niet ontbreken en zullen de menschen
in 2008 geen hongersnooden kennen
veel erger dan die der middeleeuwen?
De vraag stellen is niet deze beant»
woorden. De menschen zullen zeker
geleund. Zijn siem allem hoorde zij; ze
koii hem niet zien. De kunst van iets
goed ver ellen ku nen is nfi-i zeldzaam bij
den Italiaan en Virginio bezat haar in
hooge m te. liy had een heldere klink-
rijke stem en gaf een levendige, klare
beschrijving der dingen
De mam stond hoog aan den hemel, de
sterren glansden, do nachtegalen zongen
en de uren vlogen voorbij.
Toen de stem van den vei teller zweeg
werd Umilta als uit 'n droom gewekt en
sloot haastig het kleine venster. Ze hoopte
dat hij niet gezien had dat het al dien tijd
open was geweest.
Maar hij had het maar al te goed ge
zien. Het had hem tot vertellen gedwongen
zelfs had het hem spraakzaam gemaakt.
Hoe vrouw Rosa ook te koer ging, de
volgende dagen was Virginio steeds in de
nabijheid van Umilta. En zijn moeder kon
hem niet bevelen; hij was onder haar
handen uitgegroeid en meester over zijn
doen en laten.
Onder den Italiaanschen hemel rypt de
liefde snel als de perzik. Als Umilta op
haar kamer was kon ze een zachte melo-
dieuse stem, begeleid door de guitaar,
liederen onder haar venster hooren zingen,
en ze wist dat Virginio dat was en dat
zijn gansehe ziel meezong. Maar het maak
te niets geen indruk op haar.
Hij was maar een soldaat en zou later
gewoon boer worden. Ze wachtte op haar
gouden wagen en haar kroon. Daarom
sloot zij haar vensteitje en liet geen gezang
elkander niet hebben te verslinden
om in hun levensonderhoud te voor»
zien. De wetenschap waakt en de
wetenschap is tot alles in staat.
Laten wij hier in de eerste plaats
opmerken, dat er meer graan wordt
verbouwd dan ooit, terwijl ook
steeds de bevolking is omhüoggegaan
't Is aan de wetenschap te dank -n,
dat de cultuur zoo ontzaglijk is
verbeterd.
Daarvan werden zoovele voorbed
den gegeven, die aan duidelijkheid
niets te wenschen overlaten. Eene
meer rationeele cultuur heeft de
productie op ontzaglijke wijze doen
toenemen. Er. toch wordt nog
dagelijks een nieuwe vooruitgang
geconstateerd. Worden er nu reeds
geen wonderen voorspeld van elee»
trische proeven, die de beste resul»
taten hebben opgeleverd
En 't is ook een vraag, die haar
recht heeftom te worden gesteld, of
men na honderd jaren zich nog op
dezelfde wijze zal voeden als men
thans doet?
De groote scheikundige Berthelot
die maar al te vroeg aan de weten
schappelijke wereld ontvallen is,
was volkomen overtuigd, dal er
geen eeuvt verloopen z of de
scheikundige zai bet mid 1 gevon
den hebben, pillen ter beschikking
te stellen van allen, die bij den
geringsten omvang een voedings»
waarde bezitten van de grootste
beteeken is.
En aan 't bijzonder adres der
fijnproevers voegde hij er bij
Men kan volkomen gerust
zijn. Er zal voor gezorgd worden
dat deze pillen e«.n voor treffelijk en
smaak hebben.
Nu reeds is het een feit, dat uit
verscheiden stoffen chemische pro»
ducten worden getrokken, die zoo
keurig den smaak van suiker
nabootsen, den geur van vanielje,
bessen en ananassen, dat men er
of sterrenlicht binnen.
Ik heb je lief. zeide Virginio den
zevenden avond, t«>en hij een oogenb.ik
met haar alleen was. Ik heb je lief, mter
dan mijn leven. Kun je 't wel gelooveu
en ook van mij houden
Umilta's voorhoofd fronste zich en ze
lachte spottend. Ze zag hem verachtelijk
aan en antwoordde einde'ijk koud en
onverschillig
Ga zeg dat de meisjes van Turijn,
misschien luisteren zij naar zulke praatjes
ik niet.
Praatjes 1 daar waar ik je eerlijk
mijn gansehe leven aanbied en zich
voorover buigende bezwoer hij lunig en
vol gloed haar zijn liefde.
Toen heeischte er een oogenblik diepe
stiltp; men hoorde alleen het vee dat he'
gras at. Umilta's gezicht bleef onbeweeg
lijk; ze was wat bleek gewordeu, haar
blik was zoo mogelijk nog kouder, dat
was alles.
Ik ben maar een meid in dienst
van je moeder, zeide zij eindelijk en ei
kwam een hooghartige Uitdrukking op haar
gezicht, maar ik hou mij zelf voor te goed
voor jou. Ga, ik haat je.
Je haat mo riep hij ontsteld. Wat
had hij gedaan dat zij hem haatte.
Maar Umilta gaf hem geen antwoord:
ze stak de greep in de klaver en gaf haar
lievelingen een dubbele portie.
Daar riep haar plotseling vrouw Rosas
scherpe stem en luid beantwoordde zij die.
ze waren niet langer alleen.
onweerstaanbaar door misleid wordt.
Vervalschei-8 van levensmiddelen,
voor wier misdadige handen niets
veilig is, maken er reed» een zeer
druk gebruik van.
De scheikundige vermag alles.
Maar zoo de droom van den geleer»
den Berthelot in werkelijkheid
overgaat, dan zal het physiek
uiterlijk van den mensch van liever»
lede heel andere vormen gaan
aannemen, want wordt de rol der
maag tot de eenvoudigst mogelijke
'werking lei uggebraclit en hebben
dan nog slechts de ingewanden een
werk te verrichten van zeer geringe
beteekenis, dat alles zal natuurlijk
niet zonder invloed blijven op den
bouw van het menschel ijk lichaam.
Wie weet of wij onze achterneefjes
nog zouden kennen, en wie weet
wat nog van veel'meer beteekenis is
of de schoonen uit onze dagen dan
niet in hare vereeuwigde trekken als
monsterachtige Hottentofsche vrou»
wen zullen worden aangegaapt
Door doelmatige opvoeding kan
men van een slecht veulen nog een
tamelijk goed paard fokken. Door
slechte opvoeding krijgt men vaneen
Haver en beweging, dat zijn de
twee voorwaarden, waaronder bij
toezicht van de zijde des eigenaars
een paard zich flink ontwikkelt.
Veulens zijn over 't geheel, even
als eenjarige paarden, laag in de
schouders, terwijl het kruis flink
hoog is. Later, zoo redeneert de
boer, groeit er ook wel de schoft op,
Dit is niet geheel juist Die schoft
behoeft er niet meer op te groeien,
zij zit er reeds, maar de spieren die
haar dragen, zijn niet krachtig ge»
noeg om ze flink hoog te dragen,
ze hangt a. h. w. tusschen de
voorpooten, en eerst later, wanneer
Een oogenblik later begaven allen zich
naar de groote keuken voor ,t avondeteu.
Daar boog zich Virginio naar Uimlia
toen zij elkaar in 't schijnsel vao de
kleine olielamp voorbijgingen en flu'Sterde
haar in 't oor
Is ditje laa'ste wooid
Umilta knikte en zag hem onverschillig
en met minachting aan. Ze genoot toch,
ondanks haar onverschillig gezicht. Was
't niet de zoou van haar meesteres dien ze
zoo tro'sch van zich s'iet. Medelij len inei
hem kende ze niet.
's Morgens hoorde zy hoe Virginio des
nachls vertrokken was naar zijn regiment
naar Turijn wedergekeerd-
Vrouw Rosa was boos en schreide. Hij
had haar verteld dat zijn overste hem be
volen had terug te keeren en -dat nog
wel nu ik een lam voor hem geslacht
heb. En ze zond liet lam naar de markt
en liet de heele huishouding booneo met
olie eten.
Umilta lachte. De moeder zag dat on
begr eep in eens alles,
Hoe durf je 1 jij lealijk hooghartig
schepsel, riep ze. Ze was nu bijna net zoo
boos. wetende dat Umilta haar zoon af
gewezen had, als ze zou geweest zijn, als
ze gehoord had, dat Umilta zijne toe
nadering goedkeurde.
Ze sprak er echter niet verder over,
en ook Umilta zeide geen woord.
Ik ben zoo blij, zoo bly dat hij weg
is, dat zei ze wel duizendmaal tot zich
zelf op dien dag. Maar 's avonds miste zij
de spieren sterk worden, komt z«
omhoog er» neemt ze de plaats in,
die ze bij een flink paard behoort te
hebben, doch slechts onder de twee
bovengenoemde voorwaarden.
Dat er zooveel paarden zijn, die
op de schoft te laag zijn eti mede
dientengevolge geeu marktwaarde en
geen kracht hebben, ligt aan de
verkeerde w ijze van behandeling in
de jeugd, »IIet oog wil ook wat"
zegt men zoovaak, en onder den
invloed hiervan laat men de jonge
paarden veelal 's winters op stal by
rijke voeding ze worden vet, ze
worden zwaar, maar de beenderen
worden niet stevig, de pezen niet
sterk, de spiereu niet krachtig en
vaardig, en in 't voorjaar, wanneer
de dieren, dartel als ze zijn, wanneer
ze uit den stal komen, met den
staart in de lucht een paar kromme
sprongen maken, och, dan gebeurt
het zoo vaak, dat de inspanning te
groot is, dat een peesje rekt, een
gewricht teveel verzet, en er komt
een malh^urtje aan, waardoor de
waarde van 't dier af is. s'
Dat overkomt geen en. rpaarden,
die den heelen winter hebban kunnen
loopen en springen in de wai, die
zich hebben kunnen oefenen in kee»
ren en wenden, die hun spieren
hebben kunnen stalen. De*e zijn
niet glad in 't haar ze hebben geen
pak vleesch op de ribben, maar ze
hebben spierfunctie gekregen waar»
door de waarde groot is geworden,
en 't gevaar voor een van die kleine
paardengebreken zoo gering. Al
hebben ze in de wei geen grasje
kunnen vinden, al ia het voedsel
nul geweest, toch zijn ze in de wei
niet vergeefs geweest. Dat voedsel is
er ook wel te brengen. Een klein
schuurtje, met een kribbe, waarin
het jonge paard geregeld haver en
hooi vindt, vooral haver geen meel,
geen brood, geen koeken, maar
boven op haar eenzaam kameitje den
Klank van zijn stem en de sterrenglan'
whs koud. En toch ben ik blij dat by weg
is, zei te nogmaals.
't Was naar evenwel of er iets uit
haar loven weggenomen was of het dal
en de bergen kleiner en nauwer geworden
waren en zij een gevangene. Zy ging er
aan denken weg te gian. Ze was immers
gien slavin. Vrouw Rosa kon haar niet
hou len, als ze niet blijven wilde.
Kr w.uen i og andere mooie plaatsen
op de wereld, daar waarvan de boeken
der marskiamors spiaken en waarheen
het verkochte vee gebracht werd.
Ze wilde weg en ergens anders haar
heil zoeken, maar haar hart hing aan de
bergen. Ze waren steeds haar goede vrien
den geweest, haar eooigo vrienden.
Niet alleen viouw Rosa, ook de anderen
begonnen tegen Uiuiita onaangenaam te
worden. De zusters vau Virginio en alle
meisjes in het dorp haatte haar omdat ze
hem afgewezen had. maar ook «ij zoudeR
haar nog oneindig meer gehaat hebben,
zoo zij hem had aangenomen.
Togen de Toseaansche gewoon'* in,
verschafte Umilta het vee, zoodra dat kon,
dat was zoodra de oogst was afgeloopen,
lucht en beweging. Na dm oogst bracht
ze de dieren den ganschen dag in 't veld
en liet hen de van 't staan verstyfde leden
lekken en bewegen. Vrouw Rosa noemde
het wel tyd vermorsen maar kon er in
ernst niets tegen inbrengen.
Wordt vervolgd.
PEEL
EN
MAAS
■V -
i- -- i - i- v.JL. j
Dvot vout\jif ooD artP-ui