Weekblad voor TUB AH
Uitgever W. A.
os omstreken,
deü Munckhof, Venray.
Rondom Kerstmis.
De kleine Giaeomino.
Zaterdag1 28 December 19Q7.
30ste Jaargang.
No. 52.
De emancipatie
van den Boerenstand.
Mengelwerk.
Abonnementsprijs per kwartaal
Pt*ijs der Advertentiën:
II. Het Kerstfeest.
De belofte is vervuld, de voor
speiling bewaarheid: Christus is ons
geboren Komt laten ij Hem aan
bidden
De verwachtingen van vele en
bange eeuwen werden verwezenlijkt
de gebeden der smachtonde en lijden
do meuschen zijn verhoord: Christus
is ons geboren Komt, lal en wij
Hem aanbidden
Wat de verwachtingen sidderend
verbeidden; wat de voorafbeeldingen
altijd sprekender aangaven; wat een
steeds groeiend leed in bevende aan
doening den Allerhoogste met altijd
uneekender dringen vroeg is thans
n volheid gegeven Cnnstus is ons
geboren Komt, laten wij Hem
aanbidden
Christus is ons geboren Wilt
ge wéten waar hoe i wanneer
De Machtige, die ons zou verlos
sen, kwam als kind, terwijl alles in
het duister der nachten, in de rust
der nachten lag verborgen; Hij kwam
de tiijke, die ons het verlóren goed
zou herschenken, in armoede, in
verlatenheid, in geringheid. Hij
kwam, de Hoogste, die ons uit de
verlaging der zonden zou opvoeren
naar de hoogste verheffing in de
treffendste, kinderlijkste. meest ont
hechte vormen.
Wonderbare contrasten Daar
was grootheid voorspeld en macht,
vei heffing en heerschappij, verlos
sing en schittering. en daar komt
een kind, dat, in arme doeken wordt
gewikkeld en neergelegd in een
voerbak
God zou komen veniel Deus
en als mensch zou Hij stammen uit
het huis van David, het Koningshuis
van Gods uitverkoren volk.
En zeker de afstamming uit het
huis van David is er; maar ook
en in de schrielste vormen het
verval van Davids huis homo de
domo David. En Hij zou komen met
het grootache doel zitten op den
troon sedere. in Irono. En dit
kleine, arme, zwakke Kind zou geen
anderen troon bestijgen, dan dien
der kribbe en dien van het kruis
Wonderbare contrasten
s Maar juist daarom treffend en
leerrijk.
Treffend
Hoe spreekt dat niet overweldi
gend tot geest en hart, dat juist dit
Kind in zyn algeheelo ontblooting
van alle aardsche middelen de wereld
overwon
Want dat is een onloochenbaar
feit: Christus is de verwinnaar der
wereld. Alle aardsche machten ver
gingen Christus' rijk groeide. Alle
aardsche invloeden vervlogen
Christus' invloed bleef en blijft. Met
del zwakkó Kind neemt de geschie
denis der menschheid een reusach
tige wending.
Daar komen weer onder Chi istus'
inwerking grootheid van geest, ver
heffing des harten, adel van ziel. i)e
menschheid begrijpt en gevoelt weer
dat zij bestemd is tot i; ts'gróöts.
Met minachting beschouwt zij «eei
wal vergaat; om met geestdrift aan
te hangen, wat blijft De geest
wendt zich weer af van de dwaling
om zich standvastig te hechten aan
de waarheid. De menschheid wordt
weer goed. En dat alles bewerkt dat
zwakke Kind van Bethlehem, wiens
geboorte eerc brengt aan God en
vrede aan allen, die zijn van goeden
toil
Leerrijk....
Qod zon komen ép komen uit
koninklijk geslacht en zich zeil-n op
een troon
De godheid blijft,-du koninklijke
afstamming is er; doch beider ver
blindende (glansen worden getemperd
door den aanmiunigen vorm van een
arm Kind; beider grootheid is om
sluierd door het uiterlijk dor diepste
armoede. De troon is er; maar hij
is samengeslagen uil do houten dei-
kribbe en de houten van het kruis.
Hecrechen tal dat Kind in grootheid insterfelijken roem g lijt.
en in onweerstaanbare macht; uiaar
Zijn intrede in de wereld is de krach
tigste prediking van de wetten der
versterving en onthechting.
En gij, armen en rijken, machtigen
en eenvoudigen, heerschers en
dienenden; gij allen moet van dat
Christus-Kind leeren die hoogst-
zaligende en hoogst-verheffende wet
ten der versterving en onthechting.
Is dat niet de leering-, welke de
Apostel Paulus ontving bij de over
weging van Christus' geboorte
Christus' genade verscheen
aldus spreekt hij zijne indrukken
uit Christus genade verscheen ons
loerende, dat wij godvruchtig, matig
en rechtvaardig moeten leven.
Zeker die les opvolgen is moeielijk
maar noodzakelijk.
Tegen de beste voornemens ver
heffen zich de begeerlijkheid der oogen
de begeerlijkheid des vleesches on de
hoovaardij des levens.
Maar daarom juist is het voor den
Christen lust en kracht te kuiclen
voorde kribbo, waarin «het Kind in
doeken gewikkeld'', Wiens onuit
sprekelijke glorie de Engelen jube
lend verkondigen, ons leert de
grootscho wetten deKverstorving en
onthechting
Dat Kind leert ons dat er uieer is
dan de aarde bieden kan; degelijker
dan zij kan vormen; hooger dan
waartoe zij kan verheffen. Dat Kind
leert ons dat de grootste grootheid
des menschen berust in God, zijn
Schepper.
«Indien wij zegt Paus Leo 1
den oorsprong des menschen nagaan
dan vinden wij, dat daarom de
monsch werd geschapen naar Gods
beeld, opdat hij Zijnen Maker zou
navolgen or. dat juist hierin de
waardigheid van onze natuur is ge
legen, indien in ons als in een
spiegel weerkaatst wordt, de godde»
lijke beminnelijkheid."
De goddelijke beminnelijkheid...
Maar gij vindt die hier in do
kribbe, in den eenvoud, in de onl»
hechting, in de armoede van het
Kerst Kind. Maar gij vindt ze in de
eerste navolgers van i Kind. die
als Zijne verzorgen a m :l optreden,
de arme Maria en Joz- f
Maar gij vindt in i.e eersVge«
roepenen, die zoo ge'ukkig waren
het heil te aanschouw- I, dat eeuwen
haddon verwacht d>: hord rs uit
Bethlehems velden,
Altijd die giopto -egwijzing, naar
geïtik, naar roem, nai'r glorie oen»
vond en onthechting
O knielt dan nedui -o r d'.: kribbo,
gij allen die lever -wjj-lipid behoeft
en dat zijn wij ader en leert
wat ii tot heil verstrekt ui dat Kind,
hetwelk u de leer des heils in zoo
schokkende oprechtheid vei kondigt!
Neemt in nop die gra e, die leei t
godvruchtigrechtvaar g, matig Ie
leven
Neemt in u op <b drbjkebo»
minnelijkheid, dio zi< Mgen»
blikkelijk voordoet in do harde
vormen eenor onverbidi dyke ver»
stervrhg en onthechting maar die u
Zoo 'maakt gij de b'ei ring tot
een Kerstvreugde in ih-.i vuisten en
rijketen zin. Zoo kunt ei an het
nieuwe levens'aa*.
aanbreken, met blijden moed en
grootsche verwachting.
Zoo zult gij met het Kerstkind
kunnen geven
Eerc aan God in den hooger,
en door het Kerstkind ondervinden
de waarachtigheid van dat heerlijk
woord
Vrede den menschen van goeden wil
JAN.
Over de emancipatie (letterlijk de
zich vrijmaking) van den Boeren»
stand schrijft een inzender in de N.K.
Zoo zoetjes aan wordt onze boer
meerderjarig; hij is haast wat men
zoo op 't land heet, mondig.
IIij heeft geleidelijk geleerd zijn
eigen zaken zelf to beheereo.
Een 25 jaren terug, waren de
werkelijke «vrije" boeren in c-n heel
Limburgsch dorp op de vingers van
één hand te tellen.
De landbouwer en veehouder had
bijna in alles en altijd zeer gediens»
lige leveranciers of afnemers naast
en boven zich staan, die zijn belangen
behartigen en zijn zaken regelden
net alsof ze de hunne waren; precies
iooals goede voogden dat jegens
minderjarigen en onraondigen be»
hooren to doen
Nu hebben die boeren, 3 maal
geworden, gaan denken We kunnen
voortaan ons zaakje op eigen ge»
tegenheid bedisselen en vooral
door een wettig en zeer gewettigd
gebruik te maken van het natuurlijk
recht van veroeniging en samen
werking hebben zij zoo den oenen
voogd na den andere stilzwijgend
bescheid gegeven, dat hij overbodig
en niet, langer noodig was en hebben
zij hen met oen «bedankje' voor ge»
daan gegeven.
Nu zijr. van die gewezen boeren»
voogden of te wel leveranciers in en
van landbouw aitik' b'.o, enkelen, die
zich tevreden bij do meerderjarig*»
held on over do im.ndigh. id van hun
pleegkinderen en die wederkeerij.
met oen be linkje voor hot genotei
vertrouwen, do boeren Glück au
wenschten op do vrije levensbaan.-
Toch hoort men zo hier of daai
nog van hoeren, die zoo gewond (of
verwend) zijn geraakt aan het helpen
en bedienen van den boer, dat zij
met alle gewold hun diensten
tneonen te moeten blijven presteereu.
Dat doet zoo wat denken a in de
«medicin' tnalgré lui", alleen de
klucht voert dan geen dokter, maar
zieken, tegen wil en dank op 't
tooneol
Nog zeer onlangs heeft Jhr. V. de
Stuers in do Tweede Kamer getoornd
over het «aanhouden van onnoodige
rijksambtenaren, omdat hier of daar,
(o.a. te Maastricht) zoo'n «man er
eenmaal, is en zoolang hij leeft on
misbaar wordt genoemd
Aan het slot van zijne rake hekel
rede zegt deze volksafgevaardigde
Nu weet ik wel, dat men de menschen
niet hard moet behandelen* maar
daar tegenover staat, dat men in
het oog moet houden, dat het ambt
er niet is voor den ambtenaar,
maar de ambtenaar.vooi het ambt...
Zoo ook moet de landbouw en
zuivelbond den handels- en winkel»
stand »niet hard behandelen' en
behooren zij al coopereerende o. i.
op eigen terreiu te blijven. Maar
als er dan nog hier of daar
bedrijfsmenschen zijn, die klagen,
dat door de bonden de broodwinning
hun ontvalt dan mogen dezen, die
bij hel zien verloopen van het getij
de bakeus niet tijdig verzet hebben,
gerust devotelijk het «confiteor op»
zeggen, doch moeten dan bij het
culpa" niet op de borst van een ander
kloppen.
PEEL"
voor Vrnray 50 c.
franco per post 05 c
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummer* 0 c.
MAAS
van 1 4 regels
elke regol meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advortoiiliën, Dmaal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 c.
Slot.
Hij ging naar de heiberg, waar eenige
vei duchtte typen al op hem wachtten.
Doe!» ook t.uil liet hii niet veel tjjd tol
vragen. Dut hij niet gekomen wal, had
zijn reden, en als iemand er schade bij
geleden hal dun hijzelf wel het meest.
Ze moesten hiermee tevreden zijn en
trokken mompelend af.
N'i liet Eenoog zich een ochtendblad
geven, dat hij opmerkzaam doorliep. Maai
er stond niets in te lezen van een verloren
kind.
Na'uurlijk dacht hij, als ze 't
kwijt wildon wez-n. zullen ze 't ook
niet aan do groote klok hangen I
Twee. drio dagen verliepen, niets
kwam er.
Nu beval E «oog do oude vrouw, naar
de politie to gaan en de geschiedenis to
vertellen.
Moot ik 't kind ook meenemen
Natuurlijk.
En zal ik 'l danr laten
Eenoog zag naar don kleine, die rolde
over een op den vloer gespreide deken,
Neen, zeg dat jij genogen bent,
hem bij je te houden, tot zijn ouders
zicli aanmelden.
Maar...
Aan my zoule.t ze hem immers
toch niet ovei laten besloot Benoog,
Zij had begrepen en ging nu zonder
tegensp-ank, met het kind op den arm.
Kort daa>na m«lddo Eenoog 2icli op
een goeden dag aan bij d«n opzich'er van
een groot bouwwerk en vroeg om werk.
De man aarzelde eerst maar hij kwam
volk te kort. en Eenoog was een arbei
der dien men niet graag laat 6chie'en.
Mij werd dus aangenomen.
Hij werkte np sluk en wel voor twee,
aleeds inzicbz'iven geknord, zwygend.
Met 't eerste weekgeld stuurde hy de
oude vrouw er op uit om kindergoed Ie
Knopen, en des Zondags zagen de nieuws
gierige buren den kleine, neij-a gekleed,
ei» 2u hoorden, toen Eenoog do trap
beklom, het dunne stemmetje -Papa...
papa."
De oude vrouw had ontdekt, dat hy
(iiacomino heette, en dat moest wel
waar zijn. want de Eenoog riep hem
werkelyk met -Giaeomino».
Overigens, het kind mocht zijn eigen
zijn of nfet, het was wa&rlyk tot zegen
van de buurt gekomen. Nooit wa9 het er
zoo rustig geweest, men kou er bijna by
open deuren slapen. In twee maanden
was slechts een enkele poging tot inbraak
aangegeven, en dat waren gewone dieven
goweest. want een van hun was zelfs
gesnapt.
Rii da oude hendgenooten van d--
tfcmWg rcwj -ftsiigZMturi ooiiur oen twmo
verdenking op.
Wat beteekonde dat veranderde leven 1
Was hij een politiespion geworden
Op een avond, toen hy van het werk
kwam. wachtten ze hem op bij moest
uitleg geven.
ik ben geen mensch rekenschap
schuldig, antwoordde Eenoog kort en
wilde doorgaan.
Dat is goed zei de stoutste vau
allen, hem den weg versperrend. Wy
willen ons niet in jouw zaken mengen,
maar jij moet ja ook niet met de onze
bemoeieu.
Dat doe ik ook niet.
Maar den «Rooje"' hebben ze al
ingepikt en
Een geweldige vuistslag welke den mau
tegen den grond wierp, belette hem den
zin te voltooien.
Somber en stil kwam by thuis, zelfs
Gmcomino's. grapjes konden hem niet
opvroolyken ja hy wees zelfs het kind
een paar keer ruw af.
D ch Jiaccruino liet zich niet afschrik»
ken hij klom >>p d* kriie vau zyn bescher
mer, Mok hem aan den baard eu de ooien
en lachte hem vjoolyk tie... Daar viel uit
h t oog, welks scherpe blik zooeveit uog
de wilde kornuiten geteini had, een war
me traan op het smalie kindergezichtje.
Eindelijk .leerde Oek Eenoog het geluk
kennen. Eiudelijk bad hij eeu wezen ge
vonden, dat hij met zyn harde vuist had
kunnen verpletteren en welks zwakke
armpjes daarentegen zonder inspanning
zyn stieronrok bogen.
Had 'hy ooit audeie liefzoozingen gekend
i'lij kon 't zich niet herinneren. Eenzaam
was by opgegroeid, op do velden, langs
den weg. gejaagd, verstooten, mishandeld
door 't lot en de. menschen en eo: zaam
verwijderd van allen en verbitterd tegen
allen, had hy geleefd.
().ik dit. kleine, zwakke wezen was
veil iten als hijzelf ze hadden liet onder
een boom gelegd, ra igelyk iu de hoop. dat
hel bevriezen zou en hy had het gevon
den en beschermd. Hy hul hem het leven
gered, en als hij zich vergeleek met hen,
dio zoo tegenover een weerloos kind kon-
do» handelen, vond bij zichzelf volstrekt
niet zoo slecht.
De liefkoozingen van een kind, de
eerste die hij leerde kennen, hadden in
zijn ziel snaren aangeroerd, die tot dusver
nooit geklonken hadden, en in 2ijn hart
ongekende schatten onthuld.
Jij hebt dezelfde lijdensgeschiedenis