HfliSï en Munckhof, Venray. Slechte Priesters. De Boeteling. Zaterdag' 30 November 1907. 2Sstc ,T aar gang. No. 48. Mengelwerk. Boerenleeiiban ken. kwartaal Abonnementspri.is Prijs der Advertentiën: Een der meest geliefde bezigheden der aan Gods kerk vijandige pers is wel het mededeelen en uitspinnen iler misdaden door de Katholieke priester geschied. Deze nare' eigenaardigheid doet ])r. Hermann, de duitsche corres» pondent van Le PeUriote zich de vraag stellen 1 hoeveel slechte priesters zijn er l Het antwoord op deze vraag is te schoon om hot niet mede te deelen In de geheele wereld telt men on geveer 230.000 katholieke priesters. Veronderstellen wij nu meer dan een veronderstelling is het niet, ge lijk de statistiek zal aantoonen dat er onder dit getal 2300 onwaar dige priesters zijn, wier daden de auti katholieke pers zoo gaarne exploiteert; das zou dit zijn 1 op de 1000! Tevergeefs zult gij één leeken-stand zoeken, waarvan de zedelijke balans zóó schitteiend uitvalt: één onwaar dige, tegenover 999 die de algemeene achting en 't vertrouwen vei dienen Waarlijk reeds hier blijkt hoe on redelijk het is zulk een stand tot voorwerp eener algemeene veront» waardiging te maken. Maar ten opzichte der katholieke priesters schijnt in zekere kringen alles ge oorloofd. Opmerkelijk ook is het, dat zij die het hardste roepen van schan dalen ouder den «clerus' gewoonlijk zijn afvallige katholieken, verraders der kerk, apostaten en anti-clericalen «Liberale" en vooral ook «neutrale'' kranten zijn veel meer verlekkerd op «clericaie schandalen", dan een pro- testantsch blad. Men kan dit waarnemen ook in onze hollandsche pers. Het is niet moeielijk de verklaring yoor dit feit te vinden. Die apostaten trachten zich te ver dedigen tegen de verwijten van het eigen schuldig geweten Zij gevoelen er behoefte aan zich te overtuigen, dat zij in hun schan delijk verval niet alleen zijn; en hun hart popelt van vreugde, als zij van 's morgens tot 's avonds de kranten nasnuffelend eindelijk mogen roepen: «alweer een schandaal Die priesters zijn ook al niet beter dan anderen Een duitsch socialistisch blad, de «Düsseldorfer Volkszeitung" was een specialiteit in priester schandalen". Gesommeerd om in bijzonderheden rekenschap zijner beweringen te geven, stelde de redactie een nauw» keurig onderzoek in, door het be« studeeren der crimineele lijsten van de laatste twintig jaar. En het resultaat Zij vond 12 bewezen schandalen in die twintig jaar Dat onderzoek liep over de geestelijkheid van Duitschland en Oostenrijk te zamen. Welnu beide landon tellen niet minder dan 60,000 priesters en min stens viermaal zooveel kloosterlingen. Wat is dat een heerlijk certificaat van goed gedrag, afgegeven door lieden, wien het bartevreugde is ook de minste afdwaling leusachtig uit te meten Eenzelfde gunstige beslissing werd nog dezer dagen gegeven door een socialistisch blad van Weenen ten opzichte van den Italiaanschen clerus. De «Wiener Arbeiterzeitung" had, als zoovele andere bladen in dienst der Loge, gesproken over talrijke «clericaie schandalen" in Italië. Daarover onderhanden genomen, werd het blad gedwongen bewijzen te leveren. Met de uiterste kraChts» inspanning kon het in de geheele kudde slechts »vier" f!) schurftige schapen vinden. En nog werd op grond van offici» 'eele bescheiden bevonden Gevonden' dat één uit alle mogelijke stukken was samengeflanst, en een ander verbazend en hatelijk overdreven. Daar bleven dus nog over twee misdadigen, onder de 150.000 prie« sters en kloosterlingen van Italië, zegge eA schrijve twee Wat toch een armzalig gedoei, dat azen op schandalen onder den clerus M. Bertin van de Universiteit te Parijs heeft met veel zorg en geduld een onderzoek ingesteld omtrent de zedelijkheid der Fraflschö geeste» lijken De 38 laatste volumen der Alge meene Rapporten van de Justitie naslaande, vond hij op de 100.000 juristen een jaarlijkscnen middelmaat van 48 veroordeelde misdadigers, op 100,000 geneesheeren 16 veroordeel» deri, op 100,000 kunstenaars 28, leeken onderwijzers 6, reguliere en sseculierc geestelijken 3. Onder de rubriek «geestelijkheid" telt de fransche statisticus ook mede de kosters en suissen der kerk, even als de orgeltrappers en linnen— waschoters Op het authropologisch congres van Genève een waarlijk niet «clericaie"' vergadering heeft prof. Gond eer. algemeenen statistiek meegedeeld. Hij stelt het gemiddeld getal misdadigers aldus vast Op 100,000 advokaten en notarissen 23,3 misdadigen; professoren en onderwijzers 15,8 misdadigen; dro gisten en apotlieekers 37,9misdadigen kunstenaars en vreemdelingen 40,2 misdadigen, schrijvers en journalisten 44,9 misdadigen; kloosterlingen en geestelijken 7.1 misdadigers. Deze laatste rubriek is zoo alge» meen mogelijk en behandelt niet alleen katholieke geestelijken en kloosterlingen maar ook protestanten en schismalieken: wat zeer zeker tot nadeel is der roomsoh katholieke geestelijkheid. Dat neemt niet weg dat de ver» gelijking nog verpletterend is, <,1 veroordeelden op iOO.OOÜ menschen, op wie de justitie niets heelt aan te merken Ge ziet hoeverre wij nog zijn be» neden de veronderstelling in 't begin van dit opstel gemaakt De cijfers, aangegeven door het modern onderzoek bevestigen met de koele brutaliteit der cijfers, wat voet meet' dan 100 jaren Voltairo een weinig verdacht getuigen schreef «Het leven der menschen, van de wereld is altijd misdadige:' geweest dan dat der priesters; maar de af» wijkingen dezer laalston vielen altijd meer in 'i oog om haar tegenstrijdig heid met de regels." De aanvallen op de zedelijkheid der priesters riep onllngs de oostcnrijksche bisschop Mgr. Rosier do Saint Pölton 'uit [komen, teekenend feit!, meestal van apos taten en socialisten voort van iieden die of «el een verraad willen goed praten of wel apert onzedelijke be ginselen willen verdedigen. Hun éigen gedrag zou over t algemeen een leelijken noot verkrijgen, indien hel beoordeeld moest, worden door de openbare criliek Dat is waar niet alleen voor Oos tenrijk, maar ook onder ons. Proficiat ermee aan hen, die zoo gaarne de geestelijkheid belasteren en zoo hartstochtelijk azen op „cle ricaie schandalen'. Ook in het licht der strengste statistiek blijkt voor de belasterde geestelijkheid alweer de waarheid van het spreekwoord Het zijn de slechste vruchten niet, aaraan ue wespen kaag JAN. staiuten voor zulk eene boerenhypo theekbank ontworpen en zullen de aangeslotenen leenbanken in staai worden gesteld, zich over deze be langrijke zaak uit t« spreken. Komt de Boeren hypotheek bank tot stand, dan zal de boerenleenbank het crediet verleenen op korteren termij en de boerenhypotheekbank op langen termijn. Daardoor zal de soliditeit dei Boerenleenbanken ten zeerste winnen, Bij de begrootingsdebatten is de kwestie der christelijke boerenleen banken wederom ter sprake gebracht Verschillende liberale Kamerleden verlangden, dat geen subsidie ver» leend zou worden aan boerenleen banken, die zich op oen christelijk standpunt stelden; enkel aan neu trale boerenleenbanken zou dit mogen verleend worden. De heer Tydeman wenschte, dat de Kamer zich over cfrt punt zoude uit spreken en stelde daarom eeu amen dement voor, waarbij de post voor subsidiën-aan boerenleenbanken met f 1000 verminderd weid. Van christelijke zijde werd het subsidie aan de ehristelij-ke boereu- leenbanken verdedigd en enkele liberale leden kwamen verklaren, dat zij het subsidie wenschten behouden te zien, wijl de boerenleenbanken zoo goed werken. Wel maakte de oudminister Pier- son de opmerking, dat bij de boeren leenbanken de credieten voor te langen termijn verleend worden. Deze opmerking is niet nieuw. Meermalen werd er reeds op ge wezen, dat wel bij overvloed van geld een gedeelte op langen termijn mag worden uitgeleend, maar dat dit gevaarlijk wordt, zoodra het bedrag aan voorschotten uitgegeven grooter wordt. Om den landbouwers aan een crediet te helpen, op langen termijn verleend is voorgesteld de oprichting eener boerenhypotheek, die door de uitgifte van pandbrieven in staat zal zijn, op langen termijn geld te kunnen uitleenen onder hypothecair verband. Gelijk men weet. zijn reeds door de Centrale Bank te Eindhoven voor Vknray 50 c. tranco per post 05 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 0 c. 1 4 regels van elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c. 5 c. Daarover werd hij zoo hoos, dat men meende met een krankzinnige te doen te hebben, tot eindelijk de pastoor, die den oude leeds jaren kende, tusschen beiden trad en hem hinnen liet. Toen werd hij plotseling kalm eu rustig, stak zijne kaars aan en had zonder acht te slaan op de lieden, die rondom hem werkteu. Wie hij is en waarom hij juist op dezen dag in den dom komt, weet niemand. Tot zoover de wachter. De graaf was ontroerd. Een hevig verlangen kwelt hem om het goheirri des grijsaards, dat hij in werking zag, geheel te kennen. Op den avond van den tweeden dag vracht l ij S-'benoder op aan dea Stop- "hanus-domr Met- 'eerbiedigen g">s >m; deze hem voorbijgaan, maar de graa houdt hem tegen. «Sebeneder. ik heb u hnoron bidden aan liet Jezus-altaar... waarom bidt gij zoo van 's morgens tot 's avonds Dat lange staan en het ontbeeren van voedsel is schadelijk op uw leeftijd. -Heer graaf, ik doe slechts mijn plicht, gelijk ik het eens aan God belocfd heb. Hoelang mijn lichaam het kan uithouden is zijn zaak." -Maar waarom Wilt gij mij de rede van dit zeldzaam gedrag zeggen Het gezicht van den oude teekende ijzeren geslotenheid. -Vraagt heer graaf aan iedereen, die daarbinnen bidt, waarom hij bidt -Neen. maar wat gij doet, is zoo ongewoon... Zijt openhartig. Sebeneder, ik meen het goed met je; ik heb warm medelijden,.." 'nHeer graaf, ik heb alle redenen om daarvoor dankbaar le zij»," antwoordde de grijsaard, b-acht groetend de hand aan zijn tschako, boog en ging langzaam heen. Toen gaf de gr «af het op het geheim zijns dienaars te achterhalen. Ja, hij deed zich moeite aan in 't geheel niet meer aan die za-'k te denken, to'en zij zich zonder zyn toedoen, plotseling aan hem opdrong. Het is de derde avond van Sebeneder's verlof en de graaf zit aan tafel, bezig met rekeningen, toen een dienaar met ontsteld gelaat hem meldt, dat men juist den ouden Sebeneder stervend in het kasteel heeft binnengebracht. Op bet Stephanus-plein kruiste een automobiel zijn weg, toon hij op punt stond naar huis terug te keereo. Door een zijwaardsche sprong wil hij uitwijken, struikelt, valt en geraakt onder liet voortuig, welks raderen hem over de boist gaan. Na een paar minuten staat de graal' voor het dakkamertje, waarin de stervende ligt. Juist traden daaruit de geneesheeren van de reddingsbrigade, die den oude thuis hadden gebracht. Op de vraag van den jongeu man schudden zij ernstig het hoofJ. -Tachtig jaar..." -Wat wilt ge, hoer graaf l Misschien nug een ol twee uren De vrouw van den portier was bij den stervende. Toen do graaf' binnentrad, wenkte dö oude, dat zij moest heengaan. «Kan ik wat voor U doen, Sebenedeif" vraagt de graaf deelnemend de hand van rii de h ;raaf den stervende grijpend; De oude knikt en wijst naar een oude kast. -De brief daarboven in de bovenste lade, voor mijn broeder le Chicago..," -Wat hebt gij een broeder Eo eer gisteren zeidet gij mij nog. dat gij alleen op de wereld waart -Ik ben alleen. In 58 jaren heb ik hem niet meer gezien. Hij is ontvlucht... toen maals... in 48... onmiddelijk nadat ik... Hij zwijgt en kijkt donker voor zich uit. Dan richt hij den blik op den graaf en zegt -Heer graaf, gij waart goed voor mij... Gij en uw vader... en uw grootvader was mijn overs'e.,. Gij moet weten, waarom ik elk jaar drie dagen boete deed." Hij sprak zacht, met inspanning, dik wijls onderbroken door moeilijke adem tochten. Wij waren een gelukkige familie vader, Jacob en ik. Moeder was reeds lang dood, maar wij drieën hieldeu aan elkander. Vader had een looierij en wij hielpen in zijn zaak. Alles ging goed. totdat... zij erin kwam, Roode Justieu. Zij was slechts een waschvrouw, maar... heer... daar is geen tweede geweest, die op haar geleek Met heur rood tiaar en de schitterende donkere oogen,.. alleu,.. allen liepen haar na. Ook Jacob en ik. Maar zij wou niet eenen. Zij tochtte allen uit. ook de groote heeren. Zij woonde slechts drie huizen van ons af en het duurde geen drie weken n! Jacob en ik waren als Kaïn en^bel.. Hij Jiield een oogenhlik op en bewoog hand onrustig over het dek. Zijn hal' verduisterd oog flikkerde op in Z8ldzaraen glans. -Jacob was de oudste. Hij moest do zaak overnemen. Hij verlangde dat ik van Justien zou afstand doen. Maar haar lachen had mij gek gemaakt... nog eerder zou hij sterven als haar bezitten. Zij spotte met ons beidon, maar eens op een avond zag ik haar staan bij Jacob, die haar aansprak., en sinds dien tochtte zij niet meer.. Op een ander maal zag ik haar staan bij een voornamen heer, die hare hand in de zyne hield. Zij lachtte hem toe zoo aardig als een katje.. Eerst was ik woe dend, dan echter was ik blijde en vertelde het aan Jacob. Zyn bleek worden deed me goed... Zoo stonden de zaken, toen de storm van 48 losbrak. Ik kwam voorde keuring e» werd soldaat. Jacob, die wegens een klein misdrijf nooit gediend had. sloot zich heimelijk aau bij de opstandelingen. Dit verwijdeide ons geheel van elkander, want ik was met hart en ziel mijn keizer toegedaan. Lang hoorde ik nie'S van huis. Ook niet van Justina. Dat waren geen tijden om aan eeu meisje te denken.. Plotseling werd liet erg. Men begon buikaden te bouwen. Het ging om leven en dood.. Ik diende onder graaf St., uw grootvader. Hij herinuetde ons aan onzen plicht jegens keizer en vaderland... noch vader noch zoon mocht gespaard worden, wid.en wij hem ontmoetten in de reien der opstandelingen..." De oude hield op en wreef zich met de hand over het altijd zwakker en duister der gelaat, waarop groote zweetdroppels begonnen te verschijnen. Altijd moeilijker ging hij voort «Heer het was een vreeselijke. bloedige tijd. Als er «vuur" gecommandeerd werd zag ik menigen moedigen jongen het geweer wegweipeu, omdat hij niet op zijn broeder wou schieten. Toen kwam eens de beurt aan mij. Wij waren ontboden geworden naar de voor sla.!, juist in de straat waar myns vaders huis lag,. Heer, waarom zou ik veel woorden gebruiken Achter de barikade zag ik het grijze hoold mijne vaders, juist toen ons -vuur gecommandeerd werd. Driemaal legde ik aan zonder te schieten... Mijne oogen smeekten hem in doodsangst., maar hij week niet.

Peel en Maas | 1907 | | pagina 1