Weekblad tooi VIN1AT HOEST ia omstreken. UitgeverW. A. Van der Munckhof, Venray. Een Omwenteling Een vreeselijk gevecht, op militair gebied. 33ste .Jaargang. No. 33. Mengelwerk. Abonnementsprijs per kwartaal foor Venrat 50 c. franco per poet 65 c. voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. der Advertentiën: Prijs van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2raaal berekend. 20 c. 5 c. Tot ou toe hadden wij gevechten te land en ter zee. Dit schijnt achter «iet voldoende te zijn om nu en dan een goed gedeelte der arme raetischenkinderen op wreede wijze te siachtotfereu. Nu gaan wij spoedig ook nog krijgen de gevecb- teu in de lucht. Men heelt er lang rni-e gelachen, doch in ouzo dagen begint men er anders over te denken. Hoelang heelt men niet do schou- dois opgehaald, waar er sprake was van den bestuurbaren luclit- ballou Geleerden van naam bobben getracht het oewijs te loveron, dat het even onmogelijk was langs dezen weg tot ptactiscbo resultaten te kotoen als de tnaau te grijpen met de tandeu. En verleden week, schrijft Dr. Hermann uit Berlijn, konden wij Biet eigen oogen een schitterende uitkomst constateeren. Voor eene verbaasde menigte, op het kort en bondig hevel van een Pruisisch officier steeg op, de lucht in» een militair ballon. De te volgen weg was vooruit vastgesteld Van het veld der manoeuvres naar den Rijksdag, over de Brandeburger Poort, die voor de Berlijners is, wat de Triomfboog nabij Tuilerieën is voor de Parijzenaars, en dan wenden langs het kasteel des keizers om weer op dezelfde plaats terug te keeren. De gedane beloften zijn volkomen gehouden. Niettegenstaan« de hevigen tegenwind heeft de ballon met veel nauwkeurigheid den voor geschreven weg afgelegd. Verschei- dene achtereenvolgen proefnemingen hebben hetzelfde succes opgeleverd. De officieren verklaarden zich hoogst tevreden en reeds is de mili taristische pers gereed om de schitterende toekomst aan dezen alvernieler in tijd van oorlog te voorspellen. Zonderlinge teekenen des tijds Terwijl de diplomaten voor den vrede praten iü Den Haag, sloven anderen zich af om de wreedheden van den oorlog te verbreiden. Door lange eeuwen heen, reeds vanaf de myste rieuss tijden der oudheid, beeft de geest van den tnenscb, niettegen- staande zoovele hinderpalen, die zich ophoopten, en eiudelooze mislukkin» gen, die den moed niet konden benemen, met oen onverwinbaren hartstocht gearbeid aan de oplossing van het groot probleem, dat bestaat in de ovcrwiuuiug vau bet luchtruim! Thans scbijut' men op hot punt te slaan voor goed het dool te boreiken. Eu wat ziet meu nu? Nauwelijks is deze uieuwe vinding uit bet somber rijk der droomen getredeu, of zij krijgt bare bestemming, niet ten dienste maar ter vernieling der menschheid. Dat is de logica van het militarisme tot liet uiterste toe. Met de bestuurbare luchtballons zullen de oorlogen dei- toekomst nog veel moorddadiger en veel bloediger wor* den dan zij wareu tot nu toe, en tevens veel kostbaarder op den koop toe. De veldslagen dei' toekomst zullen voor het ruimst gedeelte plaats hebben boven onze hoofden in de lucht. In do eerste plaats wordt do bestuurbare ballor, beschouwd als bet ideale middel om de posities en de bewegingen van den vijand te herkennen. Dochindien wij voortgaau op den weg, waarop wij ons thans bewegen en waarom nietdan zal hij ook spoedig genoeg hel machtigst wapen worden in de ban» den van den aanvaller. De vijandelijke ballons zullen tot eerste taak hebben elkaar te vernie» tigen om zoo de kansen van den tegenstander te verminderen. Daarbij zullen natuurlijk niet tal rijke menschenlevens moeten worden opgeofferd, daar de ballons slechts weinige militairen zullen kunnen be vatten, doch daartegenover zal staan het verschrikkelijk feit, dat deze ongelukkige luchtreizigers onver» waardelijk in de klauwen van den wreedsten dood worden geworpen. Nu reeds huivert men bij de eenvou dige gedachte. De ovenwinnaars zullen dan natuurlijk niet werkeloos blijven. Hun tweede taak, verschrikkelijker nog dan de eerste, zal zijn een moorddadigen regen van allerlei springwerktuigen te doen nederdalen over de vijandelijke liniën in 't veld. Men zegt dat de eerste pogingen een volkomen succes hebben opge leverd. Bommen van 20 kilogram worden van een hoogte van 400 meter op een bepaald doel neer» geslingerd. De helft daarvan kwam neder op minder dan 25 meter van de bedoelde plaats. Dat is zeer gerust stellend Iels beters toch kan men waarachtig niet verlangen In zooverre leeken bet geheim van den roilitairengenie kunnen doorgronden, dat mot de grootste zorg wordt bewaard, biedt de be stuurbare ballon nog geen gehoor zaamheid aan de gegeven bevelen, tegen alles bestand. Maar de eerste stap is gezet en men weet het. dat het toch slechts deze is, die be zwaarlijk kan worden genoemd. Al hot overige is slechts een kwestie van tijd, en wellicht zijn wij uog goroopen bestuurbare balloos te zien, die elkander slag zullen leveren eveu als dit itf onze dagen doen de gepantserde schepen in open zee. Nu is 't aan de belastingbetalers om de zakken te openen. Reeds heeft Frankrijk, na het groot succes van de -Fatrie" te hebben toegejuicht, bij hoogdrin gendheid een crediet gestemd van 5.000.000 francs voor den aanbouw van een luchtvloot. De vijf leger korpsen, die verspreid liggen aan de oostelijke grens, zullen alle hun bestuurbaren luchtballon hebben. En op zoo'n schoonen weg zal men zeker niet stilstaan. Dat kan niet worden verwacht. Die eenigszins bekend is met het leven en streven in Frankrijk gedu rende den laatsten tijd, weet ook, dat de Republiek, met het oog op betgeen er geschiedt aan hare grenspalen, niet rust, zoolang er in 't buitenland iets kan worden waargenomen; dat het binnenland niet bieden kan. En Duitschland zal zich zeker niet op een afstand laten houden. Deze nieuwe wedijver biedt ons een perspectief, "'ft""--k-rv, het laatste woord nog niet /ehoord hebben. Het onderhoud van het leger kost daar ontzaglijke sommen en de militaire vloot verslindt nog heel andere kapitalen. De schuld van het rijk groeit geregeld op schrikbarende wijze aan. En toch kan men verzekerd zijn, dat de Rijksdag steeds zal bereid gevonden worder. om nieuwe kre dieten toe te staan, wanneer de generaals optreden met de verzeke ring, dat indeoorlogen der toekomst de bestuurbaré luchtballon een beslissend wapen moet worden geacht, in staat de machtigste pantscrscbepen op zee te doen uiteenspringen en in een oogopslag hoele regimenten op het slagveld te vernielen. Wij zijn de gevangenen van de militaristische dwaasheid Doch waarom zou de Conferentie in Den Haag, nu zij toch vereenigd is in de schooce Nederlandsche stad, niet trachten dien ijzeren cirkel te ver breken 't Zou toch wel te wenschen zijn, merkt de Berlijnsche «Germa- nia" op, dat voor eeuwig worde verboden, onder de garantie van alle Mogendheden, ontplofbare stoften te werpen uit bestuurbare luchtballons. Is 't der menschheid waardig van de twintigste eeuw alles, zonder eenige uilzondering, ter beschikking te stellen eener verschrikkelijke ver nieling? De nakomelingschap zou de na gedachtenis zegenen van den man, die zicü geroepen voelt aan dit verlangen te voldoen. 't Is nog tijd hier een schoon initiatief te nemen. - Maar hoog tijd dan ook. Waar ik mijn onrustig leven niet rond gozworveu heb en wat avonturen ik daarbij niet heb beleefd, zou te lang zijn om u te vertellen. In 1884 nam ik dienst in het Afrikaan- sche leger. Ik was gezond van huis ge gaan, maar werd aau boord van een der kleine platte i ivierstrooraers, zooals men die op ondiepe, rivieren van den Congo gebruikt, ziek, zeer ziek. Ik geloof zelfs, dat ik ondanks mijn kraehtige natuur, het slachtoffer van het zware klimaat zou geworden zijn en den adem hebben uitgeblazen, zoo mijn trouwe Johnson een echt type van Hooglander mg niet opgepast had met al do zorgen, die een moeder slechts zou gehad hebben. Onze reis vorderde langzaam, wijl de stooaer verschillende plaatsen aandeed, hetzij om te lossen of kolen in te nemen. Het was dan ook een vervelendo reis, maar myn goede Johnsoo praatte mij zoo levendig over sport een onderwérp, dat altijd veel aantrekkelijks voor mij had dat ik dikwijls verveling en pijnen vergat, en mg nu eu dan zelfs kostelijk vermaakte. Op zekeren dag toen we stil lagen bij een dorp, kwam een vreemdeling bij ons aan boord, en eenige oogenblikken later bracht Johnson hem bij mij binnen, hem voorstellende als zijn oud vriend Vernon van Vivi. Vernon bleek een heetgebakerd man te wezen, maar in onze karakters was een zekere^ "overeenstemming en spoedig waren w'fj' viiénden. Hot bleek zelfs later dat ik de eenige persoon van zijn kenni» was, met wien Vernon nooit twistte. Hij had een klein vermogen hijeen vergaard en toen hij het leger vei liet, emigreerde hij naar de Kaap en weid als majoor ingelijfd bij de koloniale krijgsmacht. Maar ook daar beviel het hem niet en hg nam dienst in het leger van den koning der Belgen in den Congostaat. Hij was een kapitale navorscher en een bokser van de eersten rang; hoedanigheden, die in bijna al zijn avonturen uitblonken. Terwijl wij op een dag met ons drieëu aan tafel zaten ik was toen reeds aan de beterhand vertelde hg ons een geschie denis van een gevecht met een gorilla (raan-aap), Omstreeks een jaar geleden begon bij werd ik naar het binnenland gezon- om Cabinda recruten en werklui aan te werven', een taak die een echté zwerftocht beloofde te geven. Óp Cetté Gamma ontmoette ik een handelaar, di; me voorstelde, met hem mee te gaan naar een plaats, waar niet alleen veel te jagen was, maar vanwa ir men ook rapporten had ontvangen die liet vermoeden wekten, dat daar petroleumbronnen zouden zgn. Kr warm daar plekken waar een soort vulkanische modder den bodein bedekte en steenkool en peroleum zou gevonden zijn. Deze nieuwe en belangrijke tijding deed mg zonder dralen toestemmen, maar nauwelijks hadden wy onze party geor ganiseerd en waren wij op weg, of de handelaar ontviDg order om met den eers. ten stoomer naar Engeland terug te keeren. Mijn belangstelling was du echter een. maal opgewekt en ik besloot na kort beraad den weg alleen te vervolgen. De Kroejongens van den handelaar, onder aanvoering van Blue Ruin een beste trouwe kerel nam ik mee. Zij deden bet uit zekere gehechtheid aan mij, maar do reis naar het binnenland stond hun lang niet-aan. De Kroejongens toch zijn betere zeelui dan sjouwers, wie het slechts genoegen doét, als ze maar op zee kunnen rondzwalken. Om deze reden nam ik het aanbod van zekeren negerhoofdman, om ons te ekcor teeren gaarne aan, stuurde de Kroejongens terug met de boodschap op een zekere plaats met mij samen te komen na eer. zesweeksche reis. Wij reisden eenige dagen per boot 'en vorderden tamelijk snel. De streek was prachtig en de bevolking reeds min of meer beschaafd, d. w. z. men koo aan hunne manieren en verschillende voor. werpen z,en, dat zij met de beschaving der Manken hadden kennis gemaakt. Maar naar mate wy verder reisden, namen wij deze kenteekeningen steeds minder waar. Onze negerhoofdman begon intusschen hoe langer hoe vriendelijker te worden totdat hg zelfs verliefde lonkjes naar mijn zwaar olifantsgeweer begon te werpen. Ik vertelde hem, dat ik, indien hij zich goed gedroeg en ik over hem tevreden kon zijn, hem het wapen, op het einde van ouze reis zou present gerei). Hij loonde zich over die belofte zeer erheugd en toen wij het, doel van onzen tocht in zicht kregen, verzocht hij mij een schot uit het geweer te rcojen lossen. Ik stond dit too, leerde hem de handgreepen en gaf hem het geweer over met de be. merking, dat hij het denkende op den terugstoot, bij het afvuren goed tegen deu schouder moest drukken.. Hij schoot het af op een olifant, maar de logge viervoeter., draaide zich om en liep weg. terwyl de hoofdman een buiteling maakte, die me in een onbedaarlijk lachen deed uitbarsten. Weer overeind springend, sloeg hij op het wapen als een bezetene, en schold het met alle scheldwoorden uit, die een neger hoofd slechts kan vormen. Hgi Vot) rich maar niet fcogrypcs, a.-. vertelde hg. waarom het wapen rmj niet neersloeg, zooals 't hem gedaan had, ter wyl hij toch twee voet groot»r was en veel zwaarder gebouwd. Niettemin wilde hij het aanstonds nog eens probeeren, maar, vreezende voor ongelukken door zijn onhandigheid, ver- bood ik hem dat. Toen zei hg, dat ik hem het wapen reeds geschonken bad, maar ik herinnerde hem er aan, dat ik zujks eerst bij het einde onzer reis had beloofd. Sinds sprak hy er niet meer over en wierp alleen heimelijk verlangende blikken naar het geweer. Ik was dit voorval spoedig vergeten, toen het op zekeren .dag mij onwille, keurig; weer in de gedachte kwam. Blue Ruin die me toch had had willen volgen, kwam dien avond naar .mij toe en smeekte mg met tranen in .de. oogen, terug te keeren, zeggende Hoofdman, slecht man,-wjj sterven moeten, hy ons dooden wil Maar ik. zei denkende, dat.<Je arme jongen heimwee had naar de zee. Blue Ruin, waarom zou hij zoo doen (k heb hem mijn pliGntsgeweer bel iofd en indien er iets zou gebeiren met ons, zon hjj zich no>it meer m. de factories durven laten zien en hij zou een geruïneerd man zgn. De arme neger echter hernam: Master niet onverstandig; hoofdman slecht inan,- hy dooden wil ons allen 1 Nogmaals stelde ik Blue Ruin gerust, hem beloovende den hoofdman te zullen neerschieten, ziod a ik .iets verdachts he« 3peurde. Wij zet'en dus onze reis voort en weldra waren wy in de streek, waar de gorilla's (raaoapen) .zich ophielden. Tot dusyer hadden .wij nog goen enkel exemplaar ontmoet, zelfs geen spoor ervan gevonden. En toch was liet mijn vurigste wensch, eens een jacht pp dit dier mede te maken. De hoofdman sloeg daarom voor ten einde sneller te kunnen marcheere», de bagagedragers achter tc laten, en met hem iu snelle marschen mee te gaan naar een bosch. waarin hij wist, dat 2ich de gorilla's ophielden. •Ik stemde toe en allien Blue Ruin bij my houtend, om een extra buks te drageD ging ik met den hoofdman op weg: Weldra waren, mij midden in de bossclien. Wier tropischen plantengroep mjj dikwijls ver. rukte. Op een dag zaten wy aan het middag, maal. Blue Ruin keerde juist van de rivier terug;* waar hij water was gaan halen en ik' zelve was bjzig oen bus conserve te openen, toen ik plotseling een PEEL EN MAAS

Peel en Maas | 1907 | | pagina 1