Y0QI Venray. Huisarbeid. Zaterdag: ÏO Augustus 1907. 3£3ste Jaargang. No, 32. Mengelwerk. Tuin- en Landbouw. Abonnementsprijs voor Vknray franco per post voor het buitenland bij vooruitbetaling afzonderlijke nummers ■IIPJ kwartaal TX\ JL 50 c. Prijs der Advertentiën: van 1 4 regels 20 c. elke regel meer 5 c. letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden Smaal berekend. In bijna alle industriëele landen is de huisarbeid een onderwerp van studie geweest voor sociologen en in enkele lauden is de wetgever tusachenboide gekomen om dezen arbeid te reglementeeren. Om in deze kwestie eenig inzicht te krijgen, moet men kennis nemen van de rapporten der inspecteurs en van de werken der «internationale veroeniging voor wettelijke beschot- ming van de arbeiders. Men krijgt dan dadolijk den in druk, dan men hier slaat voor een belangrijk onderdeel van de sociale kwestie, omdat hot levenslot vele millioeneti arbeiders over de Euro» peesche landen verdeeld, er mede gemoeid is Maar ook dadelijk zal zich de ernstige vraag aan ons opdringen zal de openbare macht, d. w. z. •zullen de regeeringen in staat zijti oui hier een noemenswaardig resul taat te bereiken t Hieraan twijfelen is geoorloofd en getuigt niet van een zwart pessimisme, integendeel het zou van onverantwoordelijk optimisme ge tuigen, als men de meening durfde koesteren, dat een regeling hier te treffen, maar gewoon allodaagsch werk zou wezen. l)e huisarbeid toch is hoe langer hoe moeilijker te omlijnen en te om schrijven, naarmate hij zich in de meest wisselende gedaante vertoont. Het terrein van den huisarbeid ver andert voortdurend. Wij zijn er getuigen van geweest, dat een der meest beoefende takken aan bedrijf verdwenen is, het hand- weven, dat niet meer het hoofd kon bieden aan de steeds grooter worden de concurrentie der werkplaatsen, die over de meest volmaakte machi nes te beschikken hadden. En terzelfder tijd zagen wij op ander gebied de huisarbeid een groote vlucht nemen nl. in liet confectie bedrijf. Over dit laatste behoeft men zich niet te verheugen als men hel goed meent met den arbeider want de huisarbeid op het gebied der confec tie heeft tal van sociale misciauden iu het leven geroepen, men denke maar eens enkel en alleen aan wat genoemd wordt het sweating system, in het Hollandsch vertaald het zweetsysteem. De werkgevers die dezen huisarbeit in het leven riepen en houden, varen er wel bij. Huu productie wordt ontlast van Üe belangrijke algemeene kosten, die zij buitenshuis in dienst hebben, Bovendien hebben zij dit voor op do werkgevers, die iu fabrieken laten arbeiden, dat zij niet gebonden zijn aan de kosten, die elk overwerk met zich brengt, zij laten stukwerk pro» duceeren en bekommeren zich niet om den tijd, welke eraan besteed wordt; voor nacbtelyken arbeid behoeven zi niet extra te betalen, zij betalen deze in 't geheel niet. De werkers leveren af en zij betalen per stuk. Nu kan men hier wel tegenover zetten dat de huisarbeider onafhan kelijk is van fabrieksreglementen en van tal van arbeidsvoorschrif» ten die den gei eglementeerden arbeid soms drukkend en moeilijk maken. )it is waar, maar die vrijheid tot welk een prijs moet ze gekocht wor den De huisarbeider is onafhankelijk maar om zijn brood te verdienen is lij gedwongen om zichzehen vele uren van den (lag onder discipline te stellen, tal van uren meer dan de werkman in de fabriek behoeft te staan om zijn dagelijksch brood te verdieneu. Hij is onafhankelijk, maar ver« iost vaak vele uren met het halen van werk alleen, terwijl bij geheel en al overgeleverd is aan den wille» leur van den koopman of industrieel iu wiens dienst hij zich gesteld heeft. Hij is onafhankelijk, maar hij moet om aan do eischen of grillen van den eersten den besten klant van zijn werkgever te voldoen, soms halve of heele nachten arbeiden om met het werk gereed te komen, op gevaar af bij niet voldoen aan die grillen boeten te beloopen of af» o-edankt te worden. Onder zulke omstandigheden staat die onafhankelijkheid gelijk met het verlies van al zijn rechten, zelfs het recht op het leven. En zoo gaat het meestal. De huisarbeiders verdienen door» gaans hooger loonen ten koste van arbeidsdagen van 15 en meer uren, en dan werken vaak nog vrouwen en kinderen mede on allen arbeiden gezamenlijk onder de allerellendigste omstandigheden voor de gezondheid en 't leven. Die huisarbeid spaart hel fami» Üeleven niet, integendeel, hij belet vader en moeder en kinderen te leven, want om huu taak te vervul» len, en zich daar altoos voor te geven, moeten vader en moeder hunne plichten jegens de kinderen ver waar loozen en er ontstaan ellen» dige misstanden in het familieleven die zich later wreken, en op het maatschappelijk leven van geheel het nageslacht een donkere schaduw van moreele en physieke ellende achter» laten. Vele dier huisarbeiders zijn reeds tot een zoo lage sport van de ladder des levens afgedaald, omdat de maatschappij zich in 't geheel niet met hen bemoeid heeft, omdat ze hen in 't geheel niet kende. Een artikel in de Justice Social vestigde er opnieuw onze aandacht op en wij meenden goed te doen die zaak ook nog eens opnieuw aan te roepen. Zij, die dieper dan wij in de praktijk des levens afdalen, moeten hier eens gaan onderzoeken of er niet misstanden zijn, die verbetering behoeven, die verbeterd kunnen worden, En zoo er toestanden gevonden worden, die bloot gelegd, een schan» de genoemd moeten worden, dan is het tijd, dat ook onzerzijds dien lij» denden medebroeder de hand gereikt worde, opdat de hulp en ->e opbeuring die hij behoeft en waarop hij als mensch recht heeft, hem geboden worde van onze zijde, en die mis» standen wederom niet worden een middel van beroering in handen der socialisten. S L O T. Nee» nog niet, antwoordde ik, maar over een dag of wat zit bjj zeker ook achter slot en grendel. Walli glimlachte, maar z^ido niets. Ik zond Toop om een glas whisky. Onze ge vangene scheen zeer welgemoed. Juist toen hij op onze gezondheid dronk, trad de andere visscher binnen. Goeden morgen heeren riep hij vrooljjk. Ik feliciteer u n et uw goede vangst, maar om u de waarheid te zeggen ware het mij aangenamer geweest, indien ge een paar uur later gekonen waart. Verwonderd keken we de vreemdeling aan. Ik begrijp u niet. mei). zeide ik. fffet, vroeg óy, iv, .«y «- dus voorstellen. Ik heb hier gelogeerd onder den naam van Waller uit Birming ham. hartstochtelijk liefhebber van vis- schen. Maar eigenlijk heb ik slechts naar den visch geangeld, dien gij mij hebt weggevangen, namelijk Leo Walli. Ik hjjn Robert Federman, geheim politieagent van het detictievebureau Schotland Yard. Ik was zoo verbaasd dat ik geen woord kon uiten, maar mijn gevangene was woedend. Dus al die vriendelijkheid moest dienen om mij in de val te lokken, riep hy, dat is Je gemeenste streek, die ik ooit beleefd heb. Ja, ja, hernam de agent der ge heime politie lachend, je bent een slimme vos Walli. Ik vermoedde echter niet, dat anderen ook op het spoor waren. Hoeren ik ben u niet zeer dankbaar, dat ge mij de gelegenheid om een premie te ver dienen hebt weggekaapt Ik lachte en zeide We hebben behalve den vos nog meer. Toop toonde hem de juweelen in den dubbelen bodem, Wat Die hebt ge ook gevonden Ik dacht dat Pardon den buit meege nomen had Oplettend luisterde hij naar mijn ver haal. Na eenig overleg sprak hij Het beste wat we doen kunnen is naar Birmingham sporen1 Van daar neem ik Walli mee. Voor u is het niet aange naam naar Londen te sporen, vooral daar ge over een paar dagen weer als getuige daarheen opgeroepen zult worden. Maar wacht eens ik heb u mijn volmacht nog niet laten zien. En hy toonde mij een door den chef ge- teekend papier, waarin de politie verzocht werd hem in alle mogelijke opzichten ter zijde te staan. Ongeveer twintig minuten voor het ver trek van den trein, kwamen wij aan het station. Op raad van den detictive bega ven wij ons naar do wachtkamer. Toon wij later op het perron kwamen, zagen wij een naar de laatste modo ge kleodo dame haastig op ons toeloopen. Hemel Leo, hebben ze jelui beiden gepakt riep ze. Federman was vuurrood geworden van ergernis. Ga uit den weg, zeide hy woedend. Wat wilt u eigenlijk 't Dit is mijn gevan gene. Kent u hem Zij scheen hem oogenblikkelyik te be grijpen. Ik heb me vergist stamelde ze. Ik meen de in uw gevangene een ouden kennis van me te zien. De vrouw wierp nog een blik op beiden toen verwijderde zij zich zonder een woord te zeggen. Na eenige minuten ging ik ook weg, onder voorwendsel, dat ik met den sta tionchef over het reserveeren van een coupé wilde spreken. Om de waarheid te zeggen, gevoelde ik mij volstrekt niet op mijn gemak. Het gedrag der vrouw en hare woorden had den mijn argwaan gewekt. Ik wist niet wat te donken en moest de zaak met mijzelf kalm overleggen. Daar voor had ik weinig tijd want over tien minuten zou de trein vertrekken. Het spijt mij dat ik geen gereser veerde coupé kan krijgen, zeide ik. Ik moet u helaas alleen lateu. Een mijner chefs is aan het station en wenscht mij te spreken. Pately blijft bij u tot de trein vertrekt. Adieu. 't Ga u goed, zeide Federman op bijzonder hartelijken toon. Nogmaals van harte gelukgewenacht. Morgen is heel Londen vol van uw vangst. Ik ging heen en begaf mij naar den stationchef, die mij, nadat ik hem snel de zaak had medegedeeld, een wijden uniform mantel en een dienstpet leende. Ik zette mij in de coupé van den iijufdcoiidu^tcui-. Ik wa» o-ertui^d niet herkend te zullen worden. Aan ieder station stapte ik uiten liep den trein langs. Ik zag dat de beide vrienden heel gezellig samen zaten te praten. In Willesden verlieten zij den trein en gingen in do wachtkamer. Eerst toen de trein zich in beweging had gezet, kwamen zij te voorschijn en deden alsof hun dat erg speet. Ik twijfel de niet meer. Met den volgenden boemeltrein spoorden zij tot Euston station en namen een rijtuig Gelukkig trof ik een mij bekenden politie agent aan, deelde hem in de haast een en ander mode, en verzocht hem die twee sluwe vogels mee in hechtenis te helpen nemen. Wij lieten hun rijtuig ophouden, juist toen zij op het punt stonden weg te rijden. De blik, die zij mij toewierpen en hun verblufte gezichten beloonden mij rijkelijk voor mijn moeite. Ik kon niot nalaten haitelijk te lachen. Dat was een slim plan. zeide ik. maar ge moet. vroeger opstaan om mij beet te nemen. Koetsier, natr het naast- bijgelegen politiebureau. Natuurlijk was Robert Federman de andere dief, Jacob Pardon. Deze had getracht in Birmingham de kostbaarheden van de hand te doen en kwam dagelijks naar Westley, om onge merkt met Walli, die ze bewaarde, in verbinding te blyveii. De dame op het perron was Federmau's vrouw en haar man maakte gedurende het verhoor eenige zeer vinnige opmerkin gen over de onhandigheid der vrouw, wanneer bet gewichtige zaken betreft. Voedering voor varkens. Goede varkens moeten flink eten. Iedereen die varkens mest, weet dit. De dieren worden gehouden, om ze zoo spoedig mogelijk vet te maken. Hoe beter ze dus eten hoe voordee» liger voor de eigenaars. Door vele varkenshouders wordt dit echter geheel verkeerd begrepen Zij meenen, dat de voederbak nooit leeg mag staan. Zij geven veel te veel ineens. Als de bak nog half vo is, wordt vaak alweer bijgeschep Varkens kan j)fen niet overvoederen zoo denken-iy. Wie zoo nu handelen, doen glad mis. Men kan de varkens best te veel geven. Het gebeurt dikwijls genoeg, dat julzige varkens, vooral ais er en kele bij elkaar in dezelfde kooi zitten, zich overvreten. Dat dit voor de dieren nadeelig is. behoeft zeker wel niet gezegd, Als hunne magen van streek raken kunnen de beesten niet goed groeien. Telkens te veel geven en iederen keer in halfvolle bakken maar weer bijscheppen, is nog om andere reder, zeer nadeelig. Men maaki zoo slechte vreters. )it kan niet anders. Wat de dieren niet opkunnen, blijft in de bakken staan. Het laakt vermengd met de uitwerpselen gaat staan verzuren. Het bederft. Later zullen ze het wel opeten, zoo meent men, en giet maar bij. Jawel Later vindt men het in en regel onaangeroerd in de bak ten terug. Geen wonder Ook een varken, al is het niet erg vies uitge» vallen, gaat niet, dan door grooten longer gedwongen, aan zulk voeder. Ook een varken heeft gaarne smake» jk eten. Nog eetis. Met op dergelijke wijze te voederen brengt men zelf de bees ten van den eet. Zoo worden hoopen voeder zoo goed als weggegooid. Wie bij het voederen van varkens oordeelkundig te werk wil gaan, zal dus anders moeten handelen. Er dient niet te veel onder een tiaar gemaakt te worden. Anders gaat het in de voederton staan te verzuren. Bijvoeging van een weinig zout hij de bereiding van het eten is ten zeer ste aan te bevelen. Het verhoogt de smakelijkheid en houdt den eetlust der diereu gaande. Er moet geregeld gevoederd wor» en. Do dieren moeten volop te eten krijgen. Echter niet meer in eens dan zij goed op kunnen. Dan alleen blijven zij geregeld eten en zulieii zij geregeld door» groeien. Ook moet gezorgd worden voor doelmatige voederbakken. Deze moe ien gemakkelijk goed zuiver ge maakt kunnen worden. Geen bakken dus, waarin bij hei schoonmaken noodwendig restjes eten moeten achterblijven. Deze restjes zouden anders het büat toebereid et6n nog onsmakelijk makeu. Daarom zijn ijzeren of steen bakken aan te bevelen boven houten, omdat bij deze laatsten allicht spleten of scheuren in wanden en bodem voorkomen, die uiet behoorlijk te reinigen zijn. Behalve deze zorgen voor het klaar maken en het toedienen van het voedsel, moet de varkenshouder ook weten, wat hij zijne mestdieren geven moet. Een mengsel van twee of meer der volgende artikelen: rogge, erwten, gerst, mais, rijstmeel en aardappelen kan, oordeelkundig samengevoegd, een goed voeder geven. Mais alleen geeft slecht spek. Karnemelk en afgeroomde melk zijn goed voor mestvarkens. Den dieren iederen dag wat groenvoeder te verstrekken, is ten zeerste aan te raden. PEEL EN MAAS

Peel en Maas | 1907 | | pagina 1