Duello... Hfiirando.
Een engel in den kerker.
w
ZATERDAG 30 MAART 180?.
ACHT EN TWINTIGSTE JAARGANG
No. 13.
Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray.
Landbouw.
Feuilleton.
Abonnementsprijs per kwartaal
Advertentiën
do in dit u ondnrbaar Iw'Aegeveciit. [en vooruitzichten verloven. I Hel eraf van den le.ande,, ChrUin /maar ook nog in April verlaten de
Aan hei kruis sluimert in het' Ja Je Lieer des levens, gestorven e„ d» gl°'l« «n vo'wassen larven de etterbuilen Zo
In haar onovertroffen poezie stelt
onze moeder de H. Kerk het feest
van heden, de verrijzenis van Chris
tus uit de dooden, voor als een
overwinning bevochten m een be
wonderenswaardig en tevens wonder
baar tweegevecht voor m duello
mirando. n
De twee strijdende partijen noemt
zij morsde dood, en vita het leven.
De dood is de zonde, het leven i»
Christus. Die beiden waren vanaf
het oogenblik der menschwording
in scherpen strijd gewikkeld.
bhristus kwam immers met geen
ander doel dan om de zor.de te
bestrijden! Dat was een duel, «aar-
bij de wapenen niet rustten, waai Jij
geen kwartier werd gegeven; een
duel dat eindigen moest met de
beslissende overwinning van een dei-
partijen.
Ongelijk waren die partijen in
uite,-lijken schijn. De sonde nas
rijk, Christus nas arm; de zonde
was machtig, Christus was onder-
danig, de zonde was gezien, bemind
?v,,.-d a.„beden: Chrislus werd
vervloekt, gehaat, vervolgd zonder
verpoozen; de zonde had voor z.ch
een opperheerschappij van eeuwen
her, steunend op de diepst inge
wortelde vooroordeelen, vleiend de
luidst sprekende neigingen eener
door haar bedorven natuur; Christus
was als mensch na te gaan in zijn
gebooite en opvoeding, brak met
alle vooroordeelen cn streed tegen
elke strekking der lagere natuur,
Waarachtig! In wonderbaar twee-
gevecht botsten samen de zonde
mors en Christus vita.
Nog wonderbaarder word dit
tweegevecht in zijn uitkomst.
In ieder tweegevecht is die partij
de verliezende, die bezwijkt, de over
levende wint.
Maar hier niet, in dit duello miran-
slachtoffer der zonde. De zonde heeft
dat lichaam vernield, do schoonheid
ervan verwoest, de levensdeeleti daar
in beslissend getroffen. Toen dat lijk
van Christus, mishandeld, onteerd,
doorkorven, tot in den dood gewond
daar hing «aan het hout eener slave-
lijke schande; toen hief zich aan den
voet des kruises in satanischen over
moed de zonde en dorst het vragen
Ja de Heer ues levens, gestorven,,a" I
zijnde, heerschle in e volheid des h's geluige,i de.«*e*;J',ek. vreten een gat in de huid, en laten
i i if I Chi istus, myn hope, zich n&cit' beneden rollöD
levens door verheffing van den ge- j aan io öaiilaea. n v a?a* a i 1
heelen mensch. wij weten, dat Christus verrezen is van Geschiedt dit op den stal, dan zijn
In dat graf van Christus, die de dooden: Gij, Koning, Verwinnaar, 5 de larven verloi-en, omdat ze geen
plaats van oogenblil.kelijke rustontfenu^^nzer^^mMr,
bleven slechts de windselen, waarin
Wié triumfeeri, gij, Christus of ik
Maar de gebeurtenis van dezen
dag zegt het en zal hel zeggen lot
eeuwige schande en dieper ver-
wei penis dier zonde.
Dux vitac mortuusregnat vivus.
Do Hoer des levens gestorven
zijnde, heerscht levend.
Het was slechts een sluimering,
toen Christus het hoofd boog cn
stierf.
Het was slechts in een sluime.
ring, waarin schreiend zij, die hem
liefhadden, hem achterlieten in de
stilte des doods. Geen steen met
zegel gesloten, geen wacht met ge
weid van wapenen toegerust, geen
slechtheid tot in het uiterste bezorgd
kon verhinderen dat de Machtige
liet werk Zijner- zegepraal voortzette
over de zonde.
De macht der zonde werd gebroken
door Christus' glorieuze opstanding.
Zij had geen pretenties meer bij
God, aan Wien de eindelooze ver
dienste des Zoons a'geheele vol
doening schonk.
Zij had geen macht over den
mensch, dan in zoover het dien
mensch zou believen zich aan haar
te onderwerper..
In den enkeling was de macht dei-
zonde gebroken, wijl de onderdanig
heid werd hersteld en verheven, de
macht binnen redelijke grenzen te
ruggevoerd, den eigen lom door
vaste bepalingen werd beveiligd, de
ai moede, door de hoogste inzichten
Zijn lijk werd gewikkeld.
Maar de Engel, die daarneder zat
aan den tand des grais, wees de
starende Magdalene, wijst het
star-M.de volk naar. buiten, waai
Christus in Zijne verrijzenis begon
den tocht van gloi io, den tocht van
zegenpraal, den tocht v an verzuiming
over de zonde in haar geheel, hoever
zij ook haar verder!
strekt.
En wij l wij l...
O, scimus Christunsurrexisse...
Wij weten met overtuiging, door
Wormbuilen bij het rundvee.
In Duitschland werd toor eenigen
tijd door de Vereeniging van Leer- biacht) d()0(lt
looiers een adies aan den ltijkskanse- ,irni.t 7A
gelegenheid vinden zich te verpoppen
Zij zijn dus verloren.
Wat kan de veehouder nu doen om
dit kwaad gemakkelijk te bestrijden
Het middel is heel eenvoudig en kost
niets.
Voor het vee naar de weide wordt
men alle larven.
Men drukt ze gemakkelijk uit de
hadde uitge-
ier gericht, inhoudeni o iet veizoe |bujjen en ^rapt ze daarna dood.
om een wet tot bestrijding van de Vervolgen8 drukt men de etter uit
wormonplaag. I de huilenen wascht ze goed af met
Bedoeld adres toont aar'i at 6 een slappe creoline oplossing (een
huiden door de talrijke wormgaten L bierg|ag vol
op etn emmer
aanzienlijk in waaide verminderd w£d.0,.\
zijn, terwijl ook aan het s leesch ecnl goms kan m6n de larve tnoeielijk
iniet onaanzienlijke schade voroor onetljn„ ;n den wormbuil
ondervinding dat Christus verrezen opemn 111 uen woimouu
rrr:: „,ia.JzaaKllB- krijgen, omdat deze opening te klein
Bedoelde wormenplaag doet zich L Men gnydt daQ met een scher p
in tiet voorjaar i eigst vooiHmesje bet kleine gaatje iets open en
'J. V i: i I wormen, die zich on et e iUI I de dikke larve is dan spoedig genoeg
geving door Christus ons vei diend. I (tugsehen vel en vleesch dus) genes-1 r
Huppelend gaan w j tegemoet de Lld hebbeDt zyn tegon dien tijd
onuitsprekelijk hoogt glorie, d,e J V01 wassen. Sommige runderen heb»
beu zooveel van deze wormen te
dat de huid geheel met
het vee na noodeioos aan die Denemarkon is
men ons in dit
-r - overgegeven want t
lijoen doen de koeien ei aan, si heeft hier en daar voor ge»
zeker! I meenschappelijke rekening een of
Wie zich de moeite wi getioos I meep personen aangesteld, die in het
ten zijn vee dezer dagen eens nauw-1
is van de dooden. Wij ademen de
vrije luchten in der 1 inderen Gods.
Wij jubelen om de sc' alten der ver-
Christus ons heeft vei iend.
Wij weten het o>. :e rechtvaar-
d'oirx "il "-trr 'V: 25J
En daaroui nu uen Christus
herdenken in dc.glorie Zijner opstan
ding, nu popelen onze harten van
hooger vreugde; nu hijgen onze zielen
naar het rijker indrinken der door
Hem verdiende genade; nu juicht
ons bestaan in nog hechter ver
trouwen op een rijke verhooring
Tu nobis victor Rex miserere.
Gij, o Koning, o Verwinnaar,
ontfermt U onzer.
JAN.
Als alle veehouders hun rundvee
voor den weidegang zoo gingen be»
handelen, zou men in korten tijd
geen last meer van die lastige in-
keurig te bekijken, zal spoer ig 8e"js^a|)en iuspecteeren en het rundvee
noeg ontdekken, dat de hui op \ei» yan de |as^jge wormen bevrijden,
schillende plaatsen kleine en grootel £00 zou in ons land ook heel
builen vertoont. goed tot stand te brengen zijn, als
In die builen zit een ai ve, a men z[ch zelf de moeite niet getroos»
komstig van een vlieg, de tan ul"|(en wd het vee van dien last te be»
horsel. In den voorgaanuen zomer
In dn heerlijke Sequentie - het gedicht. U»orsel. riin de I vriÖden-
hetwelk de priester in de H. Mis onraidde- j zijn de eitjes gelegc en J j Men
lijk vóór het Evangelie leest luidt het larven moest alle volw assen.
komt dat l In het laatst van Maait,
Men denke er eens over na. Het
is er thans de tijd voor.
i
i
t
trijs
50 c.
65 c.
85 e..
6 c.
voor Vbnray
franco per post
voor het buitenland by vooruitbetaling
afzonderlijke nummers
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
.i i I alc optiiifVAii de zweetdoek en de kleederen. t trP<1fpn aon r»nt m Ho hn;H An laft-n
.f* b
v rhid-f Jok.1 osg« Uru'ih-. ess-
Rijksk; WÊÊÊÊÊ I
uv.«Tw - j Men Qputii ze gemaKüeujK
....Ihodsikt i«. Waarom,
r—j Unugoi s oeübei»
In de heerlijke Sequentie het gedicht,
naar buiten gewerkt.
ter
Maak plaats voor den koning
Alle hovelingen weken eerbiedig
zijdo.
God beschermo u mijne heeren
sprak kon'ng Filips, en zette zich in oen
rijk gesneden armstoel,
Daniël de Vlaming, van verrassing als
aan den grond genageld, ontving een
wenk om te naderen
- Mijn jonge vriend 1 begon de vorst
ik gaf u straks mijn wooid. dat gij nog
heden den koning zult zien on sproken.
Welnu, den koning van Frankrijk ziet
«rij voor u. Volgaarne bevredig ik uw
verlangen door het schenken van een
verlofbrief, doch bedenk wel wat gij gaat
doen eenmaal de gevangenis binnenge
treden, zult gij ba»'' ™rlaten.
Dan is uwe vrijheid verloren. Zijl gij
vast besloten
Ja sire antwoordde Daniel op
stelliger, toon.
Bedenk u goed, ging de koning
voort gij veroordeelt u zelt tot cene
levenslange opsluiting. Alle hoop om va
derland, ouders en broeders weer te zien,
„i ..'tij 1 v. r'< ren.
—o - .voorjaar voor den woidegang alle
-Dooden leven troffen in wonderbaar Runderen, die vroeg in hot voor»
tweegevecht samen de Heer des levens, - p jn de w ejdö komen hebben het
gestorven zijnde, heerscht levend d Ujd Hoe
Zeg ons, Maria, wat. zaagt gy op den «eest van uez p j
weg
In plaa's van de groei e beemden uws
vaderlands, zult gij a tyd de sombere
wanden vau den kerker aanschouwen
in stede van herderszangen zult Jgij het
i aramolen der ketens, het zuchten en
weeklagen der gevangenen hooren. Zijt
gij vast besloten,
Ja siro zei Daniël op even vas eu
toon.
Toen nam de koning een blad pei ka-
ment schreef daarop ecnige regels gaf het
den knaap onder de volgende woorden
Hier, jongen is uw verlofbrief!
Reeds morgen kunt gij uw voormalige!)
heer gezelschap houden.
Geen pen is in staat de ontroering van
den jeugdigen Vlaming ie beschrijven,
toen hij het perkament met glinsterende
oogen bezag.
Kolf! liep hij zonder te denken
waar hij was, Rolf, morgen zullen wij
onzen heer en graaf weerzien..
En zijne hand streelde bij herhaling
den trouwen hond. Met tranen in de
oogen knielde het jongske voor den ko
ning neer en sprak met bedroefde stem
Dank, duizendmaal dank, heer en
koning Moge de goede God u de wel
daad vergelden, die gij een armen jongen
bewezen hebt.
Ga, mijn vriend, zei de koning be-
w gen. dat edelmoedig offer zal eenmaal
een rijk loon viudeo. Gaarne zou ik te
uwen 'gunste den gevangen graaf bevrij
de d «h ge dcVA-e reJe< cn belct'en dit.
Pier zij hem. wien geen offer 'e groot is,
om den plicht der dankbaaihoi'l te ver
vullen,
Op 's konings bevel k'eeg Daniël een
krachtig avondmaal en een koesterend
leger, zoo rijk als zijn jeugdige oogen
nog nooit aanschouwd hadden. Zijne eerste
so ui hei en kerkertoren, terwijl don laat-
isten grendel in dei) verroesten ring ge
schoven werd. De knaap ademde voor
het eerst zijns levens in de koude vochti
ge lucht een huivering doortrilde zijne
leden.
Na eenigen lijd als versuft gestaan to
mij de vrijheid.
Ik ben met Rolf, don hond, uit
Vlaa: deren herwa. r s gekomen om u ge
zelschap te houden.
Maar hoe is het tl gelukt in dezen
toren door te dringen
Een verlofbrief van den koning van
Scheid1 T?C|'en vroe'-Viidi.' ontwlkeT I ^bben, beme: kten zyne valkenoogen. nu Fril|lkrijk schonk mij den toegang
bezigheid - n Lftni<..ina nnn de duisternis èewend. inden R«, hn« Unc mootrt cii hierl
i Ueni"zins aan de duisternis gewend, inden
w„S hei opseuden «e» vung kerter, menbsclielijk
Door Rolf gevolgd. ve.Het hy he. op vu„e,g strooi _ne-.g-v.gd.
En hoe lang rnoogt gij hierblijven I
Zoolang 't u behaagt, altijd, heer
I graaf 1
koninklijk slot. en ijlde naar den ge-
vangenistoren.
Halt riep hem de schildwacht toe,..
Daniël hoorde niet.
Halt 1 bulderde de krijgsman.
Ditmaal hooide Daniël de alles behalve
vriendelijke stem van den krijger en
haalde het perkament <e voorschijn.
Altijd en gy kunt daartoe besluiten
mijn lieve knaap
Met geheel mijn hart. Vergun mij
uwe gevangenschap te deelen.
Mijn goede knaap, gij zijt nog zoo
Hij zag een man door ontbering ver
magerd, door lijden en zielsfoltering voor
den tijd vergrijsd; hij zag den graaf van j
Vlaanderen, eenmaal machtig, rijk geëerd,
en gediend.
De vorst sliep onrustig en scheen door I jeUgdig,
een naren droom beangstigd. jjef i0Ven in zoo n akelige gevange-
voorschijn 1 l>aniël naderde hem eerbiedig. Hij her- nig> Neen> |iet kan niet zijn Ik mag uw
Ooen n.ii do nooit! sprak hetUeude ternauwernood «ijn heer, zonk bij voorgtel niet aannemea want het is niets
ionaske want ik heb een schriftelijk be Uü" strooleger op de knreëen, en wachtte Jan dr0efherd en ellende.
1°. „I a an k.mimz zijn ontwaken af. Hier sterft elk een tragischen vieese-
I)e ZuJiïZ hem doorgaan. Een - Wie is daar I vroeg de graaf na den iyken dood S
man roet een somber uRerlyk ontving he: slaap. - heer graaf 1 rk ben immers m uw
aangeboden perkament, las het, en gaf - U ben he. genadige heer graaf LeieIscliap. e„ gy heb als myn meester,
den ionoen een teekm hem «e volgen, antwoordde Daniël bevend en zuchtend. hel recht in volle vryhe.d over my eb.
Bewaarder en bezoeker bestegen een - Wie zyt gy kpaap deed de graaf 3chlkken. Heb ik niet aan u alles te
smalle wenteltrap van luim 50 treden, hooren, opgescbriKt door de welluidende dankenrayne gezondheid, myoe vryheid,
tot zii een graote ijzeren deur naderden, Vlaamsche woorden. on het behoud mijns vaders. Laat my
welke de cipier omg.endeldB en open. - lk beu Daniël, de zoon van uw daarom in uwe nabyheid blijven teneinde
valkenier. Je smarten, die gij te verduren ,iebt, met
Van mijn valkenier? Gij een Vla-Lj mdne kracht te verlichten. Genadige
ming 1 riep tie gevangene hevig ontsteld, heeri verstoot mijn niet.
meteen de hand van het jongske vattend. ^[o( fo;voeySeit
En wat komt gij hier doen? Br' ng' se
stiet.
Daniël trad vreemd opziende, naar
binnen. Met akelig geknars weid de deur
weer geopend.
Diar stond nu Daniël in 'Rn donkeren