voor Ter dood veroordeeld. Ziekteverzekering Onderwijzers. van ZaTEUDAG 7 JULI 1906. ZEVEN EN TWINTIGSTE JAAKGANG No. 27 Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray. Feuilleton. Abonnementsprijs per kwartaal voor Vbnray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën van 1 4 regels 20 c. elke regel meer 5 C- letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2raaal berekend. ■B" «Ziek zijn Welke treurige tooneelen voeren dezen twee woord jes niet op aan't oog van hem die eens het ongeluk had, werkelijk ziek te zijn. Hoe vreest hij nog eens dagen, weken, maanden misschien in de zie- kekamer te moeten verblijven, hoe verlangend hij ook mocht zijn naar de frissche buitenlucht, hoe ijverig ha kend ook naar liet oogenblik, dat hij zijne gewone bezigheden weer kan vervullen «Ziek zijn!" Hoeveel ellende heeft dat al in zoovele huisgezinnen ge bracht, lichaatns- en zielelijden beide ontbering kommer, armoede, mis schien Hoe treurig voor den ijverigen werkman wel te willen maar niet te kunnenniet te mogen werken, Ondanks zich zelf, de zijnen en hij mét hen te zien verkwijnen, of wel de hand om ondersteuning te moeten uilsteken, hij, die er zich steeds op beroemde zelf in het onderhoud der zijnen te voorzien. Hoe gelukkig daarom ook dat dit lijden door de zorgen van den Staat uit zoo menig werkmansge zin voor goed is verbannen. Bij ziekte recht hebben op onder steuningziedaar wat velen reeds hebben en ook moeten hebben. Maar ook velen hebben dit recht nog niet zo zijn nog niet gewaar borgd hun dagloon te blijven ont vangen, ze zijn er niet zeker van hunne betrekking te kunnen behou den. Steeds hangt het ongeluk hun boven 't hoofd, bij ernstig en lang ziek zijn, niet alleen groote onkos ten te hebben, maar misschien ook salaris, betrekking zelfs te verlie zen. En uit vrees voor dit alles blijven ze werken, ondanks hunne ernstige ziekte ondanks het verbod van den geneesheer, die rust als noodzakelijk ter spoedige genezing voorschreef. En tot deze categorie van menschen behooren ook de onderwijzers Waar is hun «recht op uitkeering bij ziekte" of m. a. w. op "behoud van betrekking en salaris Bij de We' is hierin niet voor zien. En deze leemte is niet zoo pas ontdekt, maar 7.00 vaak, zoo duide lijk gebleken, dal het schier onbe« grijpelijk schijnt, dat do wet op dit punt niet lang reeds is aangevuld geworden. 't Ware én in het belang van den onderwijzer én in dat van 't onder wijs, dus in 't belang van de gemeen schap, van den Staat Verschillende ondcrwij/erscorpo- raties hebben deze leemte reeds lang ingezien, en dan ook «Ondersteu ningsfondsen, Weerstandskassen", of hoe die onderlinge, liefdadige instel lingen ook heeteri mogen in het leven geroepen, om die onderwijzers, die anders aan 't gebrek ten prooi gegeven werden, eenigszins te steunen, o! vooi iichamelijken onder gang zoo mogelijk te behoeden. De onderwijzers brachten gaarne hun offertje, hoe slecht vaak te missen ook, om die ongelukkige collega's te toonen, dat «Hebt uw naasten lief gelijk u zei ven'' riet tevergeefs geschreven staal. Jammer, dat dit niet tan alle ge meente- en schoolbesturen kan ge zegd worden. We zagen het weer eens te meer, en zoo duidelijk, dat onze positie bij ziekte alles te wenschen overlaat. Wel kunnen we ons beroepen op een Koninklijk Besluit, (zaak Wijk-bij- Duurstede), verplichtende den zieken onderwijzer het eerste halfjaar het volle, en het 2de halfjaar de helft van het laatst genoten salaris uit te keeren doch is dit Koninklijk besluit 1 De Aprildag was zacht en helder, zoo zacht en helder, als het vochtige klimaat van Ierland het maar toelaat. In den tuin, dien een net geverfd pach tershuis met lief stroodak omgaf, prijkten de moesgroenten op haar bedden reeds met een frisch groen. Alles droeg den stempel van bescheiden welstand, van den blauwen rook af, die vroolyk boven het dak tot den fraaien hemel opkronkelde, als tot de groene weide, waarop een paar koeien lagen, die vreedzaam herkauwden. Aan gene zyde van het tuinhek stroom de langzaam een groote rivier, welke door de zon met duizende glinsterende vonken bestrooid werd. En toch staarde de dochter van den pachter, terwijl zij tegen het hek leunde, met treurige oogen over het water heen naar de schepen, die zich op den anderen oever vei toonden. -Moeder, lieve moedor, ik kan mijne oogen niet van gindsche vreeselijke plek afwenden I zeide zij, zich tot een bejaarde vrouw omwendende, die breiend op een hank in den tuin zat. -Kaatje wat kan bet helpen ant woordde de moeder opstaande en haar dochter bij bet hek naderende. -Kom liever binnen" voegdo zij erbij, liefsozend hare hand op 's meisjes schouder leggend. «Ach moeder, al3 ik aan den ongeluk- kigen raensch denk, die maar rij kon niet voortspreken en barstte in tranen los. -Stil nu zei de moeder. Uw vader komt, laat hem in Godsnaam niet zien dat ge weent 1 Haastig begaf Kaatje zich naar hare slaapkamer, toen haar vader in de keuken kwam. -Is er geen hoop vooi den ongelukkige Piet vroeg de vrouw, terwijl de man, wiens gezicht goedhartigheid uitdrukte, op den stoel aan het haardvuur plaats nam. -Hoop? herhaalde hij kort, en over zijn gezicht vloog een donkere schaduw. Slech te hoop I zoo zeker als ik mijn pijp in de hand heb, zoo zeker wordt hij ge hangen." -God zij zijne ziel genadig De arme jongen zuchtte de vrouw. -Amen antwoordde de man, ook zuchtend. -Ik wil morgen met het veulen naar de markt en zijn einde zien. Ik had het nooit kunnen gelooven, dat ik Tom's zoon 00.t aan de galg zou zien. De zon daalde achter den berg aan den anderen oever, waar zich de veel ver diepingen hooge, terrasvormig gebouwde huizen, boven elkander verhieven en wierp haar laatste stralen op een groot donker gebouw. Het roode licht scheen zich op dat deel van het muurwerk te vereenigen, bindend val Vele der bijzondere onderwijzers zijn ons in dezen voor, ver voor. In vele hunner pas gesloten con« tracten komt immers de milde bepa» ling voor le halfjaar volle salaris, 2e halfjaar helft salaris, Daarbij worden pogingen in het werk gesteld om een ondersteunings fonds op te richten om in het 2e half jaar de andere helft van liet salaris uit te keeren, en ook naliet eerste jaar de noodige hulp te verbenen. De Christelijke onderwijzers stuur den op initiatief van den heer Kloosterman te Dinteloord in Dec. 11. een citculaire aan de christelijke schoolbesturen, om gezamenlijk de kosten van vervanging te dragen, daarbij rekenende op de minstens f260 extra rijkssubsidie, wanneer er een onderwijzer aan de school meer verbonden is, dan de wet ver» eischt. Deze wetsbepaling is o. i. eene muntende bepaling, waarvan meente en schoolbesturen, aan scholen een der onderwijzers voor elk afzonderlijk ge-jzondere schoolbesturen in del Aan de bij'oehoorende M. v. T. bisdomme» Roermond, 's Hertogen- ontleenen we omtrent dit punt het uit» 'ge- wier ziek is, in het belang dier school voor» deelig kunnen profiteered. Bovengenoemd voorstel viel dan o,.k bij drt ijlinsiehjke aer.Ovdocstu» ren in goede aarde, en voor eenige weken reeds, hadden 76 christelijke schoolbesturen zich opgegeven, in dezen op de wijze als in het door den heer Kloosterman ontworpen Regeleraent v. h. Hulpfonds voor gesteld werd, samen te werken. (Zie Kath. School 16 Maart en 12 April jl.) Men ziet dus, de bijzondere onderwijzers zaten niet stil. Doch het dient gezegd, op zulke samenwerking van onze gemeente besturen durven, en kunnen we ook moeielijk, rekenen. We bevelen dit deukbeeld voor zoover noodig wel aan ter ernstige overweging bij onze bij waar men een mat ijzeren punten voorziene dubbel gesloten en gegrendelde dear zag. Verier opwaarts zag men een kleine zwarte deur, en daaronder waren eenige mannen bezig met liet opzetten van een schavot;- dat omringd door een ijverig sprekende en gebarenmakende volksmenig te, die door eenige soldaten bestendig teruggedreven moest worden. Tussciien de massieve muren herstelden andere arbeiders het gioote riool van het gebouw. Juist sloegon de verschillende uurwerken der stad zes uren. Metselaars en timmerlieden trok kon hunne jassen aan en maakten zich gereed om na hun dag werk rust te gaan nemen. Anders schertsten en praatten zij vroolijk maar heden waren zij stil en geen hunner waagde het grappig te zijn. Allen richtten den blik naar een hoek der binnenplaats, waar een jonkman in tuchthuiskleeren en met geboeide handen langzaam op on neerging. - jod zij zijne ziel genadig mompelde een oude metselaar bewogen. -De arme Tom Hij was een brave kerel, voor hij in slecht gezelschap geraak te, zoo braaf als een vader zijn zoon slechts wenschen kan." Misschien had de gevangene zijn naam gehoord, want hij hief het hoofd op en zag hen treurig aan. -De hemel sta hem bij zeiden eenige wei klieden gelijktijdig. Voor een enkel armzalig schaap En do rijke man heeft er zooveel. Zuchtend, bijna steunend staarde de bosch en Breda, Het streven der openbare onder» wijzers dient dus te zijn naar een ander doel. wat meer zegt, dit streven heeft zich reeds meermalen duidelijk getoond. Onze Bonden lieten 't niet alleen bij het oprichten van een Onder» steuningsfonds, maar klopten aan bij de Regeering, drongen daarbij aan op verbetering, of liever aan» vulling der onderwijswet in dezen, Zoo zonden de drie Zuider R.K. O.B. in December 1900 (zie Kath. School no. 38 van dat jaar) een request aan den Minister van Bin» nenl. Zaken over zieke onderwijzers in 't belang van die onderwijzers zelf, maar ook in dat van het 011» derwijs. Voor zoover we weten, waren deze Zuider Bonden de eerste, die de Regeering op de groote leemte in dezen wezen. Op initiatief van de afd, Hulst v. de R.K.O.B. Bisd. Breda werd dit request verzonden, waarin op de Belgische regeling gewezen werd. In Maart 1903 werd in het request over de wachtgeldenregeling (Bel gisch systoem) under 1 gezegd 4. dat het tevens eene groote leemte in onze wetgeving moet geacht worden, dat zij geen enkel artikel bevat, waardoor ook de belangen van het onderwijs en den onder wij zei- worden verzekerd, ingeval de onder wijzer om grondige redenen, zooals ziekte, het vervullen zijner militie plichtenenz, gedurende geruime» tijd zijne betrekking niet kan waar» nemen, nemen de vrijheid Uwe Excellentie eerbiedig te verzoeken, bij eventueele wetswijziging de be langen van het onderwijs én den onderwijzer met betiekking tot de bovenaangeduide punten te bevorde» renin dien geest, waarn dit in Bel» gië geschiedt. volgende B. Door ziekte. Wel regelt art. 32 der wet op het lager onderwijs de wijze, waarop in de tijdelijke waarneming eener be» trekking moet worden voorzien, waarborg aan den onderwijzer, die lijdelijk verhinderd is, zijne betrek» king waar te nemen b. v. wegens ziekte. De Gemeentebesturen zijn ten volle (Deze uitlating neem ik niet voor mijne rekening. Ik zou wenschen te lezen kunnen misschien.. gerechtigd, zulk een onderwijzer te ontslaan. Wel is waar moet dit ontslag goed gekeurd worden door Gedeputeerde Staten der Provincie, maar ook dit College is door geenerlei wettelijke bepaling dienaangaande gebonden, zoodat de Nederlandsche onderwijzer in het gestelde geval geheel afnah» kelijk is van de welwillendheid van de Gemeentebesturen en van de ge» deputeerde Staten. En wanneer een Gemeentebestuur wel zoo welwillend is het herstel van den zieken onderwijzer af te wachten en eet) tijde!ijken onder*,vijzer ae te stellen dan doet zich de vraag voor «wie moet dien laatste» beta» len V want ooit daaromtrent bevat de wet geenerlei voorschrift. Vooral voor hoofden van scholen, die de eenige leerkracht in de school zijn en met wier ziekte dus het geheele onderwijs in de school stil staat, kan het gemis van wettelijke regeling op dit punt zeer noodlottig zijn. In België is deze aangelegenheid volgender wijze geregeld 1. «Wanneer een onderwijzer laDger dan 3 weken ziek is, wordt hij vervangen door een tijdelijken onder wijzer, wiens salaris betaald wordt voor 2/5 door den Staat, voor 2/5 door geboeide de binnenplaats verlatende ar beiders ca. Zij keerden immers naar hun huis en haard terug, tot vrouw en kind en hij het -rnks, raks, raks" der timmerlieden buiten klonk onverpoosd, hij kon zijne gedachte niet vrij hten gaan. Niemand was hij hem, ook niemand in zyne nabijheid, slechhs op een tamelijken afstand was een enkele gevangenbewaarder- te zien. Destijds was het toezicht in de gevange nissen op verre na niet zoo streng en on verpoosd als tegenwoordig. Men had den veroordeelde niet in zijne cel opgesloten, zooals dit in de laatste vier en twintig uren met ter dood veroordeelden geschiedt maar hij mocht op de vierkante binnen plaats der gevangenis wandelen, was ook afgezonderd van de andere gevangenen et) door sterke handboeien geketend. Bitter en wanhopend waren zijne ge- Jachten. Hij dacht aan zijne gryze moeder aan zijn jongen broeder, aan alle knapen met wie hij vroeger gespeeld had, aan Kaatje, met wie hij nog voor twee maan den op do jaarmarkt gedanst had. Werktuigelijk ging hij over de binnen plaats naar de plek, waar de metselaars gewerkt hadden, en dacht half onbewust, hoe diep de voor hem liggende opening en hoelang wel het geheele riool kori zijn en waarheen het voeren mocht. Plotseling schoot hem een gedachte door het hoofd, die zijn gezicht van opgewon denheid purperrood deed gloeien en zyne handen deed beven, Haastig wendde hij zich om, om geen achteidoclt te verwekken, en keerde met loome schreden, vermoeid zooals vroeger, naar de deur der binnenplaats. -Go wilt biunen komen, niet war.r vroeg de portier. -Ja" antwoordde de gevangene." De beambte ging hem voor op de aangrenzende plaats, opende een tweede deur en vervolgens de cel in den langen ga»g. -Zoo ge iets verlangt, kunt ge roepen, zeide hij vriendelijk door het kijkgat in de deur der cel. Had de portier beter de gelaatkunde bestudeerd, dan zou hij stellig de deur der cel beter gesloten hebben. Het was Tom namelijk niet ontsnapt, dat de grendel niet meer stevig in de deur zat, en dat zoodanige grendel licht losge broken kon worden wist hij. Spoedig moest de avond vallen. Maar hjj had den tijd niet te wachten; de eenige kans, welke hij had, hoe vertwij felend en wanhopend zij ook scheen, moest onverwijld beproefd worden, Terwijl hy nog in den gang de voet stappen hoorde, schroefde hij, in weerwil zijner boeien, den voet zijner ijzeren bedstede los, sloop zacht naar de dour en luisterde tot hij het knerpen der deur aan het einde van den gang hoorde. Daarop wendde hij a! zijn kracht aan om met den ijzeren voet van het bed de grendel te verschuiven, Wordt vervolgd. PEEL MAAS

Peel en Maas | 1906 | | pagina 1