ia omstreken. ZATERDAG 5 MEI 1906 ZEVEN EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 18 Uitgever W. A. Van den Muxckiiof, Venray, Vakkennis. Een wedren op leven en dood. I MAAS Abonnementsprijs voor Venray franco per post voor het buitenland bij vooruitbetaling afzonderlijke nummers Prijs der Advertentiën: van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c. 5 c. de Voor de toekomst van den werk man, die zich later als vader van een gezin een zelfstandig bestaan zal moeten verzekeren, is het een dei- hoogste eischen, dat hij zich in zijne jeugd met ijvor en toewijding op het beroep zijner keuze toelegt. Een grondig ervaren werkman lijdt niet licht gebrek, maar krukken die hun vak slechts half verstaan, 7.ai het stetds moeielijk vallen in hunne onbeholpenheid eene duurzame en voldoend winstgevende betrekking te vinden. Een groot deel der in de wereld heerschende ellende moet geweten worden aan het feit, dat tal van huisvaders geen kundig en degelijk onderlegd werkman zijn. Verschillende omstandigheden wer ken samen tot dit euvel iu maatschappij. De knaap, die, na de klassen der lagere school zoo goed mogelijk doorloopen te hebben, dezelve moet verlaten, om in het een of ander vak /geplaatst te worden, is. eindelijk nog maar een kind. De meesten vaH hen hunkeren naar hetoogeublik, waaropzij de school banken vaarwel kunnen zeggen een stuk gereedschap ter hand kun nen nemen. Zij verbeelden zich dan reeds man te zijn en hebben er nog niet het minste besef van wat hen in de toekomst te wachten staat. Zij hadden al zoo lang gehoopt onder de groote menschen te wor» den opgenomen, dat zij zich nu verbeelden al een heelo Piet te zijn. Bittere teleurstelling Een paar weken gaat alles goed doch dan wordt de lust al minder. Het vak waarin zij geplaatst zijn vinden zij vervelend, den patroon of meesterknecht te streng, do' ver Feuilleton. Een electrische tram liet ik ver achter fraij, alsof zij stilstond. Toen kwam een grintweg on moest ik mijn vaart verminderen, daarbij was het een druk bezochte hoofdstraat en moest ik zeer voorzichtig mij wenden en keeren totdat ik weer een gladden macadam weg kreeg. De gedachte, dat Malpas door dit alles nog veel meer gehinderd zou worden troostte mij en gaf mij moed. Ik zegende de voorzorg die mij mijn fiets had doen schoonmaken en nakijken en ik zegende de Fransche wegen doch helaas ik verheugde mij te vroeg. Zes voet nog maar ervan verwijderd bemerkte ik pas een gebroken hoefijzer waar een paar scherpe spijkers uitstaken, door een snelle wending wilde ik het nog vermijden, doch verloor mijn even wicht. Gelukkig waren het slechts mijn schou ders die het meest van de botsing met den grond geleden hadden. Toen de eerste aauval van pijn en verdooving voorbij was, stond ik op. Zou alle hoop tevergeefs zijn dienste te klein enz. De ambitie is er uit een ander werk zou beter zijn. En vele- ouders zijn, helaas, dwaas genoeg om aan deze kinderlijke grillen toe te geven. Doch nog grootere fouten schuilen bij do ouders zelf. Met is een droevige waarheid dat velen van hen niet doordrongen zijn van de noodzakelijkheid hunne kinderen terstond na het veriater der school in dat vak in te leidon, waardoor zij later in hun onderhoud moeten voorzien, Niet weinige ouders verblind door de hooge verdienste, die de kinderen kunnen aanbrengen wanneer zij als loopjongen otiets dergelijks geplaatst worden, denken aan geen ambacht voor huDne jongens. Deze arme jongens die in zoodanige betrekking slechts eenige jaren ver blijven. om dan wederom voor jon geren plaats te ruimen, lateu de beste leerjaren voorbijgaan dik wijls is het hun later niet mogelijk meer een of ander ambacht te leeren en zoo, van der jeugd af, heden dit en morgen dat verrichtende, gaan zij een wisse armoedo tegemoet. Dg velen die op lateren leeftijd nooit werk hebben kunnen vinden, omdat zij volgens eigen getuigenis alles kennen, worden voor een niet gering gedeelte, uit zulke personen gerecruteerd. Begrijpen de ouders de belangen van hun kind goed. dan hebben zij met zorg rondgezien, bij wien zij eene plaats vragen voor hunnen zoon, zij hebben inlichtingen gevraagd en nu vertrouwen zij hun kind aan den patroon toe, omdat zij hunnen knaap de ontwikkeling niet geven kunnen, die hij noodig heeft. Zij zullen dan ook niet toegeven aan de veranderlijke inzichten en rillen van hun zoon, die telkens iets anders wil worden, zij zullen niet aannemen alles wat deze hen verteltj lover do werkplaats, 1 enz. maar zichzelven overtuigen zij zullen begrijpen dat het spreekwoord «Zachte heelmeesters maken stinken de wonden" bier ten volle van toe passing is èn zonder eenige strengheid van patroon of meesterknecht geen flink werkman kan worden ge vormd. Doch ook zullen zij niet blind zijn Ivoor de werkelijke fouten en mis I.standen waaronder de opleiding hunner kinderen te lijden heeft, blijken de klachten rechtmatig en gegrond; dan zullen zij niet aarzelen doortastend op te treden voor het welzijn der bun van God geschonken kinderen. Want ook door de patroons wordt maar al te vaak in dil opzicht zwaar gezondigd. 't Is onloochenbaar immers, dat de «jongen van den winkel" vaak meer in dienst schijnt ie staan van de patroonsvrouw dan van den patroon. De jongens leeren meestal meer na men van levensmiddelen dan van voorwerpen die in d<pi werkwinkel behooren, Den weg naar den Ldager en den kruidenier of naar den groenteboer kennen zij zoo goed als, ja boter dan de dienstbode. Zij rekenen er op vele boodschappen te moeten doen, en i met hen rekenen de groote knechts mede, om tegelijk wel eene bestelling hun toe te vertrouwen, die niet altijd in juiste verhouding staat van arbeid en lootr aöhtfinAA! I Dubbel verlammend werkt dezeL L i toestand, wanneer in de keuken een el ,01 an ov en^enoemt^e V001> de Dit boodschappen loopen voor de juffrouw verheft het bewustzijn niet van den jeugdigen leerling. Hij, die zoo blijde was, dat zijn eerste werk pantalon een zak rijker was voor den duimstok en met zeke ren trots de werkplaats binnenkwam, hij gevoelt zich vernederd, en, hoe jong ook, kan hij niet begrijpen, dat b. v. leuren timmeren: in verband slaat met hot bestellen en afhalen van ossenlappen. Mijn fiets lag arm «Jen aadei-an kunt van den weg ik raapte hem op t-n schudde hem om ie zien nf er iets aan haperde. De wielen draaiden nog wel, hoewel de voorste erg gehavend was de rechter pedaal schuurde tegen de crank, doei. as nog bruikbaar de bel was een ruïne. Ik had echter geen tijd die schade to bejammeren of aan een nauwkeurig onder zoek te onderwerpen. Voorwaarts, het kostte wat het wil Ja. die stofwolk, dat moest de auto zijn zoo dichtbij al Ik sprong weer op mijn flets en maakte dat ik weg kwam. Bij den eersten hoek den besten reed tegen een heer aan. «Mijn hemel, Graham riep een stem, die ik herkende als behoorende aan mijn vriend Alhusen naar wiens huis ik op weg as toen Malpas mij tegenkwam. Ik had geen tijd te missen en moest Mr. Alhusen hot. mysterie alleen laten oplossen. Vooruit, vooruit Het waren vreeselijke oogonblikken mijn lichaam bad: «houd op houd op ter wijl mijn verstand riep «ga door maak voort En steeds nader en nader kwam de «kis kis van de auto. Ik voelde dat ik verloren was, ik was volkomen uitgeput en het denkbeeld dat- alles nu weldra gedaan zou zijn, gaf mij een gewaarwording van vreugde toen :lo wind opstak en don stoilon gemakkelijke helling veren plolselii); heuvel derde. Wat eon verlichting voor mijn uitgeput» te krachten al'getobte zenuwen! Toen stelde ik mij Malpas vo r, lachen de om mijn worsteling, misschieu wel zijn vaart inhoudend om mijn wanhoop te langer te genieten. Als hij wist, wat ik leed, was hij ten minste voor de helft gewroken. Ik kwam nu bij een overpad, waarvan o, wanhoop, de hekken waren gesloten. Wat te doen. ik had geen seconde te verliezen. Ik rende er op toe en vloog onder het hek door, doof voor het geschreeuw van den bewaker, met zoo'n vaart, dat een gedeelte van het voorwiel, zijn gummiband verloor, nu nog de tweede en daar was ik weer op vrij gebied. Deze hinderpaal was echter myn redding, het hield Malpas ongeveer tweo minuten op. Ik maakte goed gebruik van dat opont houd en voolde mijn moed herleven ik lachto wat om zijn oude, stinkende petro leurakast Ik moest echter goed uitkijken waar ik reed, daar de toestand van mijn voorband mij roden tot bezorgdheid gaf. Ik dorst niet om te kijken, en haastte mij door de Forèt du Pont de l'Ar- che. De wind was nog meer opgestoken en joeg heele stofwolken op. prinses regeert, die van hare meesteres telkens weder de opdracht ontvangt, roept maar even den jon gen. Gewoonlijk laten zij den jongen, wat zijzelven bij voorkeur verrichten nl_ liever over eeno boodschap loopen dan ineens er twee afdoen. Laat den jongen in de werkplaats emmer en bezem hanteeren, leert bem reinheid en orde, zorgt ervoor, dat de minste nalatigheid bemerkt wordt, wanneer gereedschappen niet worden opgeborgen dit alles behoort noodzakelijk tot zijne vakop leiding, maar houdt de leerlingen buiten de huishouding, zooveei zulks mogelijk is. Hij is niet de lakei van de pa troonsvrouw niet de tweede of eerste meid hij is leerling der werkplaatsdaar moet hij leeren wat hij thuis niet leeren kou in het doen van boodschappen heeft hij gewoonlijk al lessen genoeg ont vangen. Boodschappen in verband met de zaak of het vak, bestelling doen van materiaal of dit afhalen en bezorgen maat nemen of ondergeschikte zaken ordenen, ziedaar wat den leerling gelast mag worden daardoor wordt de ijver geprikkeld het verstand ge» scherpt en de kennis uitgebreid. Wij verkiezen voor onze jongens geene vrouwelijke werkzaamheden wij willen dat hun de keuken alleen geopend worde, wanneer zij er nu en dan een beter etensmaal kunnen vinden dan te huis bij hunne arme ouders, want de grootste beschuldi» ging die de leerling den patroon kan voorwerpen is deze, dat hij op de vraag, waarom hebt gij dien patroon verlaten, met waarheid kan zeggen ik leerde daar niets, ik moest altijd k'oor de juffrouw boodschappen doen Een niet minder belangrijke fac- degelijke ontwikkeling van den toekornstigen werkman is het onder wijs. Willen de ouders hunne kinderen doen opleiden lot flinke werklieden, tot bekwame ambachtslui, die latei- op eigen beenen kunnen staan, en door iedereen om hunne kennis, eerlijkheid en rechtschapenheid zul len gerespecteerd worden, al hun moeiten, zorgen en opofferingen zulleu tevergeefs zijn, indien niet door den onderwijzer, de eerste kiemen dezer deugden in het hart vau den jongeling gelegd en een vol doende kennis der noodzakelijkste wetenschappen gekweekt worden. Voor de meeste vakkeu is het bezitten dier kundigheden onont beerlijk en toch hoevele kinderen verlaten niet de school, die zooge naamd alle klassen hebben doorge maakt en toch nog zoo weinig ken nen. Lezen gaat even met horten en stooten, schrijven, ja ze kennen het, maar Iaat ze eens een klein briefje een rekening of iets dergelijks op maken; taalkennis bezitten zij zooveel dat zij geen regel zonder fout kunnen schrijven; aardrijkskunde, kijk die hebben ze zooveel geleerd, dat zij al weten hoeveel provinciën Nederland heeft, maar de hoofdsteden dier provinciën kennen ze niet. Rekenen kan ook nog al, als het tenminste geen groote of ingewikkel de sommen betreft; van het metrieke stelsel hebben ze nooit gehoord, teekenen is voor hen, zelfs in de allereerste beginselen een onbekend iets. Daarentegen kunnen zij zooveel te beter zingen, niet op de maat der muziek maar schreeuwen; exerceoren en eenige woorden Eransch kennen ook al en meer andere zaken, die in hun volgend leven niet meer noodig hebben Maar komt zoo'n lummel iemand straat tegen, geen haar op zijn Daar hoorde ik de tuf tuf van de auto zo o dicht bij mij, alsof Malpas mij snel inhaalde, in werkelijkheid was hij wel een een goede kwart-mijl van mij verwijderd, toen ik een lange helling naar beneden bereikte. Hier, ot nooit, dacht ik. Een wagen hoog opgeladen met manden, reed langzaam tegen de helling op, juist n t midden van den weg, de voerman sliep p den bok. Ik kon er gemakkelijk laugs komen doch Malpas was verplicht te stoppen en de voerman wakker te vloeken. Wat klonken die vloeken mij als muziek in de ooren. Mijn gehavende voorband maakte het ijden steeds moeilijker, de ketting stijf geworden door de vocht want het was beginnen te regenen piepte allerake- ligst. Het duurde niet lang of ik was tot op mijn huid toe doorwcokt, doch mijn ge dachten waren te veel vervuld van andere dingen om daar op te letten. - Wat vervloekte ik mijn eigen dom heid, op dezen kalen rechten weg had ik net zooveel kans Malpas vervolging te ontgaan, als een rat in 06n greppel ora te ontsnappen aan een das. Waarom had ik niet getracht in het bosch te vluchten en zoo terug naar Rouen. Fiss Een kogel floot langs my heen en deed d e modder opspringen. op Malpas maakte gebruik van het geratel van den donder om te schieten. Bij zulk weer was er niemand te zien of te hooren. Ik duorzag dat spel dadelijk en toen ik eer een knal hoorde zwenkte ik snel naar echts. Weer floot een kogel langs mij heen, och nu aan mijn linkerkant. Ik was ook dat schot ontkomen, doch ten koste van zoo'n hevigen schok, dat ik besloot die manoeuvre niet meer te herhalen, doch liever iets anders te beproeven. Nog twee kogels volgden doch beiden vlogen ver weg. Inplaats van eenigen angst te voelen verviel ik in een staat van apatl.y. Ha, ha, ror. Graham, je laat mij racen, riep Malpas' stem, eenige meters achter mij.' Ik begon al bang te worden dat je liet winnen zou. Je veertig jaren in aanmerking genomen ben je uog een aardig stuk wild en diende waarachtig heelhuids te ontsnappen. Ik greep mijn lamp en wierp die achter mij, toen volgde myn jas om mijn gewicht zoo licht mogelijk te maken. Wel, wel, rar. Graham, wat doe je i. ging myn kwelgeest voort en ik kon hooren hoe by spottend lachte je bent erg royaal met lampen en jassen, maar 't zal je niets helpeD, hoor. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1906 | | pagina 1