n. De winter nadert. Kamerplanten. m m - ZATERDAG 9 DECEMBER 1905. ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 49. Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray. Feuilleton. Tegen winterhanden. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venkay franco per post voor het buitenland bij vooruitbetaling afzonderlijke nummers 50 c. 65 c. 85 c. 6 c. "J v i /jr 'lA-v I AtV, To Prijs der Advertentiën van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentlën, Smaal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c. 5 c. ■HH Langzaam, geachte lezers, nadert de winter, waarin vele barre, koude en gure dagen zullen voorkomen. Voor hen echter, die door den Algoede met ruime middelen zijn bedeeld, is zulks geen bezwaar gij kunt u immers ten allen tijde bij gure koude daarnaar kleeden, omdat de middelen, die daartoe noodig zijn, u niet ontbreken. En bij uwe thuiskomst zult ge alles weder in orde bevinden om u te verwarmen, zelfs ontbreekt het u niet aan spijzen en dranken, die bij koude u en de uwen genotvolle avonden kunnen verschaffen. Maar hebt gij wel eens, geachte lezer, een kijkje genomen bij hen uwe arme broeders en zusters, waar al hot bovenstaande ontbreekt, waar menig oude van dagen neder- zit. verkleumd van koude, ja dik werf zonder vuur of licht, en wat is dan nog hun woning of hunne ligging om hun gedurende den nacht voor de koude te beschutten. Hoevele weduwen zijn er niet, die in het barre jaargetijde omringd van haar lieve kmderen, hunkerend uitzien, dat de liefdadigheid hare milde hand voor haar en de haren zal openen. Maar God zij lof, wij hebben hier eene vereeniging voor de Ka tholieken, die gaarne bereid is zooveel mogelijk in dien nood te voorzien: «de St. Vincentius-ver- eeniging" wier eenigste streven is met eigen opoffering, hot welzijn van den evenmensch te bevorderen. Zij wendt niet alleen alle mid delen aan om hun van kleedirig en voedsel te voorzien, maar ze beoogt het groote doel, de verdwaalde schapen en lammeren weer naar de kudde te voeren, waarvan zij helaas zoovele jaren zijn afgedwaald. Hetgeen voorgevallen was, vervulde de bewoners van den molen met verschillende droevige gedachten. De toekomst zijner dochter, die ten gevolge van een niet toereikende bruid schat op het cpel stond, hield den vader onophoudelijk bezig, de zieles mart uit de onzekerheid ontsproten van bot lot van haar kind, pijnigde het moederhart. Madeleine leed veel bij de gedachte, dat zij haar liefde voor Achille, die, ze wist het, met wederliefde werd vergolden zou moeten opofferen. Eenige dagen daarna ontmoette Martial Savinet den rijken koopman. -Dit is een ongelukkige ontmoeting, meester molenaar," zei de laatste, -ik heb verscheiden zakken koren voor je wanneer kun je die laten halen -Ik kan ze aanstonds bij u laten opla den, een knecht van me komt daar juist met de kar aan." «Kom dan zoo lang bij me binnen, ik moet u toch ook spreken." De vader van Madeleine voelde zijn hart van vreugde kloppen en mompelde in zich zeiven -Eindelijk de gelegenheid die ik zocht." De koopman deed den molenaar zijn bureau binnentreden en gaf vervolgens aan zijn bedienden last, den molenaarsknecht den mensch veredelt en, werden hun werkzaamheden door allen goed begrepen, er zouden zooveel mis standen niet te betreuren zijn. Wij zouden geen strijd hebben te voeren tegen drankmisbruik. Wij hadden geen aansporing noodig om den dag des Heeren te heiligen. Werd dat verheven doel goed begrepen en werkten wij allen krachtig mede, de toestand van velen zou niet alleen naar lichaam maar vooral naar ziel een verbetering ondergaan. Laat ons dan allen medewerken om de moeielijke taak van hen, die zich inderdaad met het Gode wel gevallig werk belasten, zooveel mogelijk te steunen. Dan kunnen wij den naderenden wintertijd zonder angst tegemoet gaan want de giften en gaven die der vereeniging Vincentius ter hand zullen worden gesteld, ziin beter besteed dan die welke wij soms zeiven aan onbekenden uit reiken. Die leden immers, doorkruisen de de plaats onzer inwoning en weten bot.: ,L,r. wij, waar de nood Tfflt' hoogst gestegen is. En welk een vreugdevol gevoel moet het zijn voor den milden gever, als hij des avonds in zijn verwarmde kamer zal nedorzitten, omringd van allen, die hem dierbaar zijn en als dan daarbuiten storm, hagel, sneeuw en vorst elkander afwisselen. O, hoe gelukkig zullen dan uw gedachten zijn .- God U zij dank, dat ik ter wille van uw naam mijn armen broeder mede hebt gedeeld van mijn overvloed, die gij mij hebt geschonken hoe gerustvol zal de avond van het leven zijn, die toch onherroepelijk voor oen ieder zal aanbreken om uit den mond van den Zoon des Allerhoogsten te oor waar eene vereeniging, diejhooren Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed; Ik hML honger, doch gij hebt Mij gevoed, v uit alles wat gij den arme .hebt gedaan, hebt gij aan Mij gedaan. En uw ontwaken zal zijn bij hem, den H. Vincentius Paulo, die op 26 September 1660 op vijfe'itachtigjarigen leeftijd deez* aar de verliet, om een eeuwig geluk daarvoor te ontvangen. Als wij, na deze regelen, het oog van onzen geest noch met aandacht vestigen op het leven van Vincenti us a Paulo, dan ontdekken wij in dit schitterend samenweefsel van weldadigheid twee gouden draden, die boven alle andere heerlijk stralend uitschitteren namelijk het geloof en de liefde. liet levend geloof, in daden zich veropenbarend, het gcioof te zamen vereenigd met de werken der liefde zie daar wat in Vincentius' levens loop boven alles uitschittert, gelijk het fonkelend licht der gouden hemelzon bij middagluister alle ander licht verre overstraalt. Als heldere stralen van glanzend licht schoten geloof ei liefde naar alle kamen, uit, was'j*. en vrucht baarheid wekkend, waar weleer woestheid en onvruchtbaarheid re geerden. Do zon van den godsdienst straalt op het uitgeworpen zaad en door die milddadige koestering worden er honderdvoudige vruchten voort gebracht, op het uitgestrekte veld der liefdadigheid, maar vruchten zijn het, die, ontsproten, tot, welzijn van den naaste, aan den zaaier do eeuwige onsterfelijkheid verzekerend. do zakken mede te geven als deze met zijn kar zou langs komen vervolgens wendde hij zich tot zijn gast. -Neem plaats, Martial, en laat ons eens samen praten." -Tot uw dienst." -Zijt gij er de man naar, u te storen aan de praatjes die in deze streek de ronde doen -Als ze van belang zijn en mij interes seeren, waarom niet -Weet je van het nieuwtje dat sedert veertien dagen het onderwerp uitmaakt van de dagolijfcsche gesprekken, dat zoo veel tongen in beweging brengt, in éón woord, dat allen bezig houdt De liefdesgeschiedenis van Achille en Madeleine." -Zeker, ik weet dat uw zoon zijn liefde aan mijn dochter verklaard heeft en met haai' verlangt in 't huwelijk te treden f" Bij 't hooren van dit antwoord barstte de koopman in een schaterlach uit, terwijl den molenaar het bloed naar de slapen steeg. -Is dit zoo verschrikkelijk belachelijk"? hernam de molenaar. -Maar mijn vriend," zei de koopman, een zeker air van hooghartigheid aanne mende, -hoe kunt ge me zoo iets vra gen -Ik aarzel geenszins u dit te vragen en ik verlang van u antwoord." -Hoe komt ge op de gedachte van een huwelijk tusschen Achille en Madeleine -Daar do genegenheid der Jongelieden jegens elkander niet in twijfel is te trekken, waaraan zou ik dan anders den- Kamerplanten hebben het in den winter lnrd te verantwoor ken r «Waarlijk ge zijt een wonderlijk man"! -Ik ben een fitsoenlijk man, die de gevoelens van anderen beorrdcel'. naar de rechtschapenheid van zijn eigen hart ik acht uw zouti te fitsoenlijk om een braaf meisje, dat alle achting waardig is, voor 't lapje te houden De heer Bartin, door- deze zoo grondige bewijsvoering van deu molenaar, erg in 't nauw gebracht stond zichtbaar onhutst. op en tegon in zijn vertrek op en neer te wandelen, -Het is te dol om aan te hooien," zei hij, -waar moest liet heen als elk meisje zich gekrenkt in haar eer zou gevoelen als een jongmensch oen buitengewone beleefdheid jegens haar aan den dag legt een mooie grap als ze danmaar aanstonds dacht, dat hij haar voor 't lapje houdt Maar do sop is ook do kool niet waard mishaagt je de vriendelijkheid er. voorko mendheid van mijn zoon jegens uwe dochter, welnu, iaat haar dan door een troep soldaten bewaken, maar wat het huwelijk betreft, ik weiger mijn toestem ming daarvoor aan Aclulle te geven." -Berust uw weigering op de persoon van Madeleine -Neen dat nietik ken uw dochter, het is een lief, aardig meisjemaar iemand zooals u, een man van ondervinding diende toch te begrijpen, dat er voor een huwelijk meer noodig is, dan een lief gezichtje 1 Maar luister, ik,ben altijd zeer inschik kelijk ik geef mijn zoon als hij trouwt honderdduizend francs moe ton huwelijk. den. De natuur schrijft hun in dat jaargetijde rust voor, maar de gruwzame mensch dwingt ze, door warmte geprikkeld, zich verder te ontwikkelen. Geen wonder, dat zij dit op den duur niet kunnen uithonden. Een mensch zou zenuwachtig worden, als hem dag in dag uit geen oogen- blik rust werd gegund. De plant heeft geen zenuwen, kan dus ook niet zenuwachtig worden, maar toch wel ziek, of ten minste zieke lijk als zij niet bijzonder sterk gebouwd is. Wanneer wij ons kamerplanten aanschaffen, zullen wij doorgaans het minst er op letten, of wij hun wel de noodiga levensvoorwaarden kunnen verschaffen Planten, afkom' stig uit de vochtige-warme tropen van het Ilimalaya-gebergte, van Japan of Australië, zetfen wij zoo mogelijk in een en dezelfde ruimte en verwon deren ons erover, dat de planten, niettegenstaande de uiterste zorg aan besteed wordt, niet gedijen willen. Des zomers is er aan de verpleging der planten geen kunsteerst des winters kan men het bewijs leveren, met planten goed te kunnen omgaan. Het aantal planten, dat in de kamer kan worden aangekweekt, is tamelijk grootwio dit echter met goed gevolg doen wil, bepale zich uit soorten, die ongeveer eenzelfde kli- maatstemperatuur behoeven. Een der ergste vijanden van onze kamerplanten is koude, scherpe tocht die door het venster binnen komt. Daartegen beslaat een zeer een voudig middel Men plaatse de potten niet direct op de vensterbank, maar egge daar eerst een paar kleedjes over en vervolgens eer. rechthoekig gevou wen stuk bordpapier, even lang en breed als de vensterbank zelve en aan de voorzijde zoo hoog, dat de daarachter geplaatste pollen er niet boven uit steken. Op deze manier kau de luchtstroom niet tot de potten doordringen. Dit middel is hoogst eenvoudig en goedkoop en geeft niettemin verrassende resultaten. Een andere zeer gevreesde vijand voor de meeste kamerplanten is droge kamerlucht. Voornamelijk bladplanten hebben daarvan veel te lijden, wijl deze in droge lucht in plaats van te rusten \eel water uit de aarde moeten opzuigen. Gedeeltelijk kan men deze planien, wanneer zij óp een bloementafel staan, hierin tegemoet komen door des nachts op een staketsel, dat boven de planten uitsteekt, een stuk voch tig linnen te leggen, dat aan alle zijden tot aan de Jtafel afhangt, zon der de planten te raken. Op deze wijze hebben zij althans gedurende den nacht rust. Verschaf je dochter een dergelijken bruid schat en ik teeken het contract met beide handen." »U weet zeer goed, dat ik zooveel niet kan geven, ik zou slechts tienduizend fiance kunnen missen, mij geheel vermogen is op zijn hoogst veertigduizend franks. Wat kapitaal aangaat, ben ik uw min dere, wat eerlijkheid en rechtschapenheid betreft, ben ik uws gelijken, mijnheer Bastin." -Wie zegt u het tegenovergestelde?" «De eenige hindeip»ai, die deze verbin tenis dan in den wegstaal is de dubbeltjes kwestie «Juist." -Zoo ik dan vandaag of morgen honderd duizend francs in mijn molen vond, zoudt gij geen bezwaar meer hebben -Gij hebt het gezegd. -Vergeef me dan mijn vrypostigheid als ik u zeg, dat het dan tueer een geldspe culatie, dan pen huwelijksverbintenis is, zooais gij de zaak opneemt." -liet staat u vrij het te noemen zooals gij wilt," -Slechts een vereeniging van kapitalen -Niets is zoo waar." -Waar bij het hart, niets of bijna niets heeft in te brengen -Uw gevolgtrekkingen zijn uiterst scherpzinnig en juist." Welnu, mijnheer Bastin, dat vind ik onuitstaanbaar dat is met afschuwelijke laaghartigheid spelen met de verhevens'e gevoelens dat is het gewichtigste van 's menschel) leven; daar er de toekomst van het menschelijk geslacht aan afhangt, vernietigendat is verregaande barbaarsch- Voor elk mensch is het onge- wenscht winterhanden te hebben maar een driedubbele last is die kwaal voor allen die met het vee en de zuivelproducten moeten om gaan en voor wie dus ongerepte handen een eerste vereischte zijn. En nu komt het elk jaar opnieuw voor. dat ons voor deze kwaal een afdoend geneesmiddel wordtgevraagd door hen, die door dikke, opgezette vingers en dikwijls met bloedige scheuren en naden doorploegde handen de pen bijna niet meer han- teeren kunnen. Laat die lijders (want oen lijden is hetnu eens niet afwachten, tot met de winterkoude de handen dik of rood worden, een begin dus van de gevreesde «koude" vertoonen maat' laat ze nu reeds beginnen met een lieid »Maar mijn goede Savinet, bedaar toch, gij spreekt als een wijsgeer der oude school en ik als een koopman der nieuwe, ziedaar het verschil. Zou het de wederzijdsche lief ie weg nemen ais twee verliefden op den dag van hun trouwen elk honderdduizend francs in huo koifje vonden Bij gevolg ziet ge wel dat de gelJ- kwestie die gevoelens niet doodt daaren hoven, het is onmisbaar in een jeugdig huishouden daarvoor behoeft men niet bezorgd te ween wat het financieels betreft het bijeen gebrachte geld behoeft slechts in hoeveelheid toe te nemen, en zouden de echtelingen ongelukkig zijn, dan is dat niet de schuld der ouders, die alles gedaan hebben wat ze konden." -O, ellendige tijdgeest mompelde de molenaar, -geld, niets dan gold Alles wordt per gewicht gekocht cn verkocht, wat 'n verkankerde maatschappij wat een schande 1" -Dus liet is brgrepan 1" hernam do koopman met trots, -zie dat je Madeleine een bruidschat bezorgt en zg kan mijn dochter worden -Adieu, mijnheer Bastin, zei de molenaar met drift de deur openende om zich te verwijderen. -Tot ziens, meester Savinet gaf de heer Bastin ten antwoord, en zag den molenaar met een minachtenden blik na. -Wat is hij toch een onoozele bloed mompelde hij, schouderophalend: «dat kun je begrijpen,men zal hem een zoon en een bruidschat van honderdduizend francs geven. Wordt vervolad. PEEL EN MAAS

Peel en Maas | 1905 | | pagina 1