Onze Vrijheid.
ju
ZATERDAG 14 OCTOBER 1905.
ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG.
No. 41.
Uitgever W. A. Van ben Munckhof, Venray.
Een oogenblik van spanning,
Mengelwerk.
Een Avontuur uit het Zuiden
van Louisiana.
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Vknray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
Prijs der Advertentiën
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentlën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 c.
Gulden vrijheid
Wiens hart klopt niet sneller bij het
hooron van dit woord
Vrij, niet gebonden, los van eiken
dwang voor de meeste menschen is
dit een verleidend perspectief.
De persoonlijke vrijheid behoort zoo
innig tot 't kostbaarste bezit van den
met vrijen wil begaafden mensch, dat
zonder haar alle andere aardsche goe-
deien, als rijkdom, gezondheid enz.
minderwaardig schijnen.
Daar gaat door de geheele wereld
een geweldige zucht naar vrijheid.
Alles, de mensch en zelfs 't redeloos
schepsel streeft naar haar. De volkeren
verhellen zich om ten koste van hun
bloed met wapenen dit heerlijk bezit
zich te verzekeren geheele natiën
besloten liever onder te gaan in den
strijd voor haar, dan zonder haar voort
te leven.
Het enkele woord «vrijheid" is ge
noeg, de meniglo op te ruien tot een
bloedig verzet.
Vrij Het kleine kind worstelt en
tracht los te komen van de hand, die
het geleidten naarmate die kleinen
grooter worden, ontwikkelt zich in
hen ook die zucht naar vrijheid
Wat kost het een moeite dat stil
zitten op de schoolbanken Als de les
uit is, hoe stroomt dan het jonge
volkje onstuimig naar buiten om zich
schadeloos le stellen voor den onder
vonden dwang
Dan komen de vacantiën.
Zalige tijden, die met gulzige nauw
keurigheid worden berekend en met
gierige nauwgezetheid tol het laatste
oogenblik genoten
Dan zijn de engten der binnenkamers
niet prettig genoeg, maar moet men
naarbuiten om huppelend in Gods vrije
natuur den overmoed van het vrij-zijn
uit te galmen.
En als die eerste moeilijkheden der
wetenschap zijn doorgeworsteld, dan
droomt men van de vrijheid der »hoo-
gere Burgers'' oi der Gymnasiast; dan
hunkert men naar de ongebonden
vrijheid der Akademisten.
En als de keuze van levensstaat
een weinig ernst legt in dat jeugdige
leven, dan kiest men bij voorkeur
een vrij beroep want ook de man
blijft haken naar vrijheid
De emancipatie der vrouwen is niet
anders dan een wilde uiting van vrij-
heidslust, die breken wil met conventie
en traditie en ongebonden haar weg
zoekt te gaan.
Het Bwordt hoe langer zoo moeilijker
dienstpersoneel te bekomen, omdat
men liever meester wil zijn in eigen,
zij het dan behoeftigen, kring, dan
dienen in een anderen.
Voor kinderen en volwassenen zijn
dio straffen het pijnlijkst, die de vrijheid
beperken.
In de natuur vindt gij eenzelfde
zucht naar vrijheid weer.
Het jonge boompje schiet omhoog,
wild en onordelijk zijn takken en
hijgen in de lucht steeleend. Als men
vruchten van hem wil verwachten moet
eerst de tuinman komen en snoeien en
binden en enten.
Het vroolijk beekje huppelt zorgeloos
van rots lot rots en wast al voort
gaande tot grnrtere h^ck.
Wee den oevers en al wat die oevers
bezitten, indien niet bij tijds door
indamming en leiding die stroomen
worden bedwongen
Zij zouden vernielen en verwoesten
in siedenden vaart
Wie onzer gevoelt niet medelijden,
zoo dikwijls hij een gevangen vogel
tje ziet, of een opgesloten ree, of
welk ander dier ook, dat uit alle kracht
strevend naar vrijheid nu daarvan
beroofd is Hoe schuw en angstig zijn
zijne bewegingen
Zenuwachtige trillingen sidderendoor
dat lichaam Was die vrijheid her
steld, hoe zou het krachtig en fier
voortgaan in gestoorden loop of niet
weerhouden vlucht
Wie zal niet toegeven, dat 't veel
grootscher aanblik is een oerwoud le
zien door allerlei slingerplanten tot eeii
niet te ontwarren geheel verbonden,
dan een in rechtmatige perken afge
scheiden moestuin veel grootscher den
natuurlijken waterval, die met schui
mend geweld zijn donderende golven
voortstuwt, dar. het doodsche kanaal,
wiens wateren een stijf keurslijf van
kunstwallen omsluitden wilden mus
tang, 't paard der prairiën, dat in snui-
venden overmoed de eindelooze vlakten
doorholt, dan het stijve boerenpaard,
dat voetje voor voetje de voren trekt
door een akker.
Ja, het is iets heerlijks de gave dei-
vrijheid
De mensch, als koning der schepping
als het éénig wezen met vrijen wil
begaafd, heeft natuurlijk daarop de
grootste rechten.
Intusschen kan ook geen schepsel
gevaarlijker en vernielender misbruik
maken van zijne vrijheid, dan ju:st
de mensch.
Niet alleen zichzelven, maar ook de
samenleving waartoe hij behoort, kan
door zulk een misbruik onberekenbare
nadeelen berokkend worden.
Hoevele goed aangelegde naturen,
hoevele edele karakters zouden beter
tot hun recht gekomen zijn, indien de
persoonlijke vrijheid tijdiger bedwon
gen en beter geleid ware
En ach hoe moeilijk is en welk een
kapitaal van wijsheid en geduld wordt
vereischt, om een teugelloos leven,
een verwilderd karakter weder terug
te voeren binnen die grenzen van re
gelmaat. die nu eenmaal tot een
vruchtbaar sociaal bestaan worden
vereischt.
Is nu de vrijheid des menschen
hoogste bezit, dan is het offer daarvan
uit edel beginsel, het hoogste offer,
dat die mensch kan brengen.
En toch juist dan voelt ook de
mensch zich nimmer vrijer, dan wan
neer hij zich uit hooger inzicht buigt
onder het juk, en dit met edele zelf
verloochening vrijwillig draagt.
Uit liefde tot God zijn persoonlijke
vrijheid offeren, is wel het beste en
edelste, omdat de vrijheid des men
schen kostbaarste en innigste gave is.
Indien men kloosterlingen ziet.
onder wie velen in de wereld een
aanzienlijke, machtige, hooge positie
zouden bekleeden, als
zij dat alles offerden en
teeken van een dei-
moedig en
is dit een
spel.
En 'och zijn zij s'echfs hulpb
men ziet, hoe
op het minste
hunnen, blij-
vaardig gehoorzamen; dan
inderdaad treffend schouw-
hoevende, arme schepselen, in verge
lijking met de aueindigheid en
raac'ntsvolheid Gods, die wij als
hulpeloos kind zien liggen in een
kribbe en als gevangene zien sterven
aan een kruis
Hoe onbegrijpelijk is bij zulk een
voorbeeld de onwilligheid der men
schen om zich te voegen naar een
regel of wet, hem voor persoonlijk
welzijn voorgeschreven
Slechts weinigen zijn geroepen tot
de kloosterlijke gehoorzaamheid.
Maar een ieder is verplicht in zijn
stand of staat iets van zijn persoonlij
ke vrijheid te offeren, in een of ander
opzicht afstand te doen van eigen wil
en zich te schikken naar een hoogeren
dwang.
Een verstandige beperking, een
macht en een wil boven ons, wien wij
gehoorzamen moeten, in ons allen on
ontbeerlijk een verstandige wet, waar
aan wij ons onderwerpen, werkt on
berekenbaar weldadig.
Eén wet bestaat, die wij allen moe
ten erkennen om tot de zaligheid te
komen. Van die wet is gezegd «Mijn
juk is zoet en mijn last is licht" het
is de wet van Jezus Christus.
Aan die wet gehei- zamen tot in den
dood is het ffenig middel om te komen
tot die groote vrijheid, innig beant
woordend aan ons geheel bestaan de
vrijheid in God, aan Wien gehoorza
men heerschen is.
J.
bij het sterven van eeg martelaar.
Den 10 Maart 1615 onderstond te
Glascow in Schotland een priester uit
de Sociteit van Jezus voor het geloof
marteling en dood.
Zijn naam is Pater Johannes Ogilby
en zijn onverschoonbare misdaad be
stond daarin, dat hij had durven be-
weeren het geestelijk gezag behoorde
den Paus en niet den koning. Koning
was toen Jacob I.
Toen pater Ogilby r.aar het schavot
gevoerd werd, vergezelde hom een
protestantsche predikant, die niet op
hield onderweg hern zijn medelijden
te toonen.
«Pater Ogilby" sprak de predikant,
«ik heb medelijden met uwe eigenzin
nigheid, die het verkiest om zulken
schandelijkon dood te sterven".
Een ondeugende flikkering scheen
in het oog des martelaars. Alsof hij
vrees gevoelde gaf de Jezuiet ten ant
woord «Als het van mij afhing te
sterven of niet Maar ik kan niets
daaraan doen. Men heeft mij beschul
digd van hoogverraad en daarom word
ik gedood''.
«Hoogverraad", antwoordde de pre
dikant, «daarvan kan geen sprake
zijn Geloof me. Pater Ogilby, zweer
het papismus af en alles is vergeven
en vergeten, ja meer, men zal u met
gunsten overladen".
2 wilt me maar wat
de Pater.
antwoordde de
»Komkom!
bijsmaken,zeide
«Neen, neen -
ijverige predikant,
in allen ernst, in
volmacht om mijne
maken. Onze aartsbisschop heeft me
opgedragen U zijne dochter ten hu
welijk te bieden, tegelijk met een goede
«Ik spreek aldus
opdracht en met
woorden waar te
voordeelige plaats als huwelijksgift,
als gij maar besluiten kunt tot onze
partij over te gaan".
Terwijl zij aldus samenspraken,
waren zij het schavot genaderd, waar
de hoogopgerichte galg wachtte.
De protestant drong den pater altijd
sterker zijn leven te behouden. Pater
Ogilby zeide, dat hij zeer zeker zijn
leven hoogachtte, doch slechts in zoo
ver zijn eer onverkort bleef.
«Maar'% hernam de prediker, «ik
heb u toch al gezegd, dat gij met eer
zult overladen worden".
«Goed dan', zeide Pater Ogilby,
herhaal dan vanaf deze verhevenheid en
voor de hier verzamelde menigte, wat
gij mij beloofd hebt.
»L)at zal ik doen", antwoordde de
predikant.
«Luistert", riep nu Pater Ogilby van
af het schavot tot het volk, Luistert,
wat mij wordt aangeboden
En de protestantsche leeraar riep
met luide stem: «Ik beloof den heer
Ogilby het leven, de dochter van on
zen aartsbisschop en een rijke pastorie
als hij tot ons wil overgaan."
»Hobt gij allen het gehoord vroeg
nu de Pater, «zijt gij bereid daarvoor
getuigenis af te leggen, indien zulks
verlangd wordt i
«Ja, ja, riep de menigte. »Kom
maar af van het schavot, Hoer Ogilby
kom maar af
De Katholieken, die daar tegen
woordig waren, doorstonden vreese-
lijke angsten, de gezichten der protes
tanten straalden van jubel en blijheid.
»Ik behoef dus ging Pater Ogilby
voort niet meer bang te zijn om
wegens hoogverraad vervolgd te wor
den
«Neen. neen, riep men hem van alle
kanten toe.
«Ik sta hier dus op het schavot alleen
om het katholieke geloof, en dit is mijn
eenige misdaad
«Ja daarom alleen was het brul
lend bescheid.
«Zeer goed sprak Pater Ogilby
dat is meer dan ik verwachten mocht
Alleen om mijn katholiek geloof word
ik ter dood voroordeeld. Maar voor dat
katholiek geloof zou ik gaarne honderd
levens opofferen, als ik die had. Ik
heb er maar céo, talmt dus niet. dit te
nemen, want mijn geloof zal ik nooit
verzaken."
Toen de aanwezige katholieken deze
woorden vernamen, gaven zij aan hun
blijdschap onverholen lucht, terwijl de
protestanten van woede schuimbekten,
wijl zij zich zoo bespoten in hun eigen
netten gevangen zagen.
De protestantsche prediker was vol
komen razend, liet den Pater, die nog
meer zeggen wilde, niet meer aan het
woord komen en beval den beul zich te
haasten. De beul bad den martelaar om
vergiffenis en deze omhelsde hem.
Voordat de beul den pater beide
handen samenbond, nam deze zijn
rozenkrans en wierp die tot aandenken
onder bet volk. Do rozenkrans trof een
jongen calvinist tegen de borst. Deze
was baron Johannes van Eckersdorf,
die toen een reis deed door Schotland.
Later ging hij over tot de Katholieke
kerk, werd gouverneur van Trior en
stierf als vertrouwd vriend van aarts
hertog Leopold, broeder van Ferdinand
II, den keizer van Duitschland. T.
Ik bad slechts een loop geladen. Ijlings
bracht ik het geweer aan den schouder,
mikte een enkel oogenblik en dan knalde
mijn schot,
He' dier stiet- eeu knorrend gebrul uit,
doeh zette steeds zijn snellen loop voort. Ik
had een groot jachtmes bij mij wel een voot
lang. Zoo snel mogelijk trok ik het uit de
schede,knielde naar alle regelen der jagers-
voorschriften neder om het woedend dier te
ontvangen.
Mijn hond, thaus eonigzins van zijn angst
hersteld, stortte als razend achter op
het zwijn en plantte de tanden met geweld
in langharige huid van het dier. De ever
trachtte den hond af te schudden, doch deze
sloeg de tanden vaster en vaster in den rug.
De fonkelende oogen van het zwijn schitter
den als twee gloeiende kolen en puilden ver
uit hun holten; bloed stroomde uit den bek.
maar toch naderde het nog steeds, zij 't dan
ook iets langzamer.
-Vast! Vast!" riep ik mijn hond toe, en
zocht dekking achter oen boim, waar ik
weer mijn geweer laadde.
Ik legde aan en haalde den trekker over,
doch in mijn haast had ik vergeten mijn
geweer van een slaghoedje te voorzien. Wat
kon thans nog helpen? De ever was nog
slechts drie stappen van mij verwijderd.
Ik knielde nog eens en wachtte den vij
and af. Het dier aarzelde echter. De hond
scheen hem zware pijn te veroorzaken. Het
zwyn wierp zich ter gronde en wilde den
trouwen hond afwerpen. Van dat oogenblik
maakte ik gebruik, sprong op den colossus
toe en stiet hem mijn mes tot aan het heft
tusschen de ribben. Dan sprong ik weer
achter den boom en plaatste een slaghoedje
op mijn geweer.
Met het mes in het lichaam sprong het
dier schuimbekkend op mij toe, ik gaf vuur
en raakte het in het rechteroor. Als door
den bliksem getroffen, stortte het ten gron
de, zonder zich nog te bewegen.
Doch Juno, mijn hond, stond ook niet
niet meer op, en toen ik den trouwen helper
onderzocht ondervondt ik, dat hem twee
ribben gebroken waren.
Daar stond ik nu met den hond aan de
eene en den ever aan de andere zijde, en
aan den zoom van het woud ontwaarde ik
het aangeschoten hert zieltogend op den
grond liggen.
Ik trachtte het zwyn op Ie tillen, doch
kon het slech's een paar stappen voortliepen,
wa it hét was ontze.tend zwaar.
li in liep ik haastig naar het he. t, eeu
wa r reuzenexemplau' dit ook niet was te
tra sporteeren. cu zag nu weer, h ie mijn
hou 1 kwispelstaartte, die mij trouw bil
bijgestaan. Ik dacht er aan den ever te ont
leden en althans den kop mede to nemen.
H nsklaps hoorde ik een oigenaardig ge-
ruisch in het bosch.
Eenige schreden van mij ston I een neger,
dien ik liet geweer aan den schouder zag
brengen om op mij te mikken.
■•Bega toch geen dwaasheid! riep ik hem
vol angst in mijn best Engelsch toe. -Ik
denk er niet aan u eenig leed te doen. Zet
toch uw geweer noder."
-Ik ken massa wol," antwoordde de zwar
te. Gij hoort thuis op Mr. Hinsens plantage.
-Des te beter, zoo gij mij kont; maar zet
dan ook uw geweer neder, want de haan is
overgehaald en het schot zou kunnen losbran
den. Zie, daar ligt mijne buks."
Zoo sprekend wierp ik mijn wapen verre
van mij weg, en dan zette de zwarte zijn
gewoel' neder en bracht den haan in de
rust.
In stede van op mij te schieten, oude
jongen," riep ik den man toe, wiens haren
reeds begonnen le grijzen, -deed gij beter,
tot mij to komen en mij te helpen.
-Als massa belooft mij niet te verraden.
-Onzin 1 Bij wien zou ik u verraden?"
-Na, na, na! Bij mr. Hansen," meen
de de zwarte.
Tinna schoot mij de gedachte door het
PEEL
IENDR
MAAS