T en
Let wel
GRATIS.
Troost in lijden.
Een interessant paar
m m
m
ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1905.
ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG
No. 38.
Uitgever W. A. Van den Munckhof, Ven ray.
Landbouw.
Chilisalpeter in den herfst.
Oostersche handel.
Mengelwerk.
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Vknray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
Prijs der Advertentiën:
van 1 4 regels 20 c.
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertenttën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
5 c.
Zij, die zich voor i October
op ,,Peel en Maas" abonneeren,
ontvangen de nog deze maand
verschijnende nummers
aan eon zoon, die in zulk een diepen jnog tot werking komen, men beloopt
Men herinnert zich de afschuwelijke
misdaad verleden jaar in Italië ge
pleegd, waarvan de behandeling voor
het Hoog Gerechtshof van Milaan een
poel van zedenbederf aan het licbt
bracht in kringen, welke de wereld
voor deftig en beschaafd aanzag,
welke de wereld hoogachtte.
De befaamd geworden Tullio en
Linda kronkelden zich in alle kringen,
hadden alle verweermiddelen die
iemand ten dienste kunnen staan ge
bruikt, om hun schuld to verbergen.
Maar de gerechtigheid heeft haren
loop gehad: ze zijn ontmaskerd, ver
oordeeld.
De vader August Murri, is een der
beroemdheden op het gebied der on-
geloovige wetenschap in Italië.
Hij schreef den avond, nadat Het
vonnis was gevallen aan Tullio:
«Mijn dierbare Ik gevoel me ge
dwongen door het noodlot, aan u te
schrijven: en toch gevoel ik het; was
ik in alle talen der wereld machtig,
het ontbreekt mij aan woorden. Nu
kan ik niet meer hopen, u dezen avond
hier te zien met Linda, en dat ver
bittert mijn gemoed meer, dan nooit
aan u te denken.
Doch blijft mijn lichaam hier, in
den geest ben ik in uwe cel en ik
omhels u, altijd dieper getroffen door
menschelijke smart. En met mij zullen
allen daar zijn, want wanneer een
uwer hier ontbreekt, dan schijnt het
alsof niemaud aanwezig was.
Zich te gewennen zonder vader te
leven is iets natuurlijks; zonder zoon te
leven iets onnatuurlijks.
Daarom is het niet menschelijk zich
daaraan te gewennen.
Zoek kracht als ge kunt in de schijn-
gedachten der Stoicijnsche wetenschap,
die ge zoo vaak vroeger heb gezegd te
bezitten: maar ik hoop niet dat daarin
de waro kracht ligt.
Het lot heeft u eensklaps op de proef
gesteld; ik kan u slechts een kus zenden
een kus vol smart."
Die brief spreekt boeken.
Schetst heel een leven, oen bestaan.
Schreeuwt uit in praktijk, toepassing
wat de wetenschap is, die geen gods
dienst kent.
De «Unita Cattolica" maakte na het
lezen van dezen brief de juiste be
merking» Ongelukkig schrijven Wij
zullen niet zeggen, dat de smarter niet
uit blijkt, welke den vador bezielt.
Die spreekt duidelijk uit deze stel
lingen zonder gevolgtrekking, uit die
raadgevingen aan den gevangene, raad
gevingen, welke in den mond van ieder
ander bittere spot zouden heeter..
«Toch kracht, als gij kunt. in de
schijngedachten der Stoicijnsche waar
heid, waarvan gij zoo dikwijls blijk
gaaft."
Heeft vader niets beters te zeggen
afgrond is vervallen
«Het noodlot heeft u op een harde
proef gesteld Kon hij onmogelijk iets
beters vinden dan liet «noodlot'' om een
misdadigen zoon, die op lipt punt staat
de schuld to gaan boeten voor de
wreedste misdaad, die hij bedreef?
De brief van Murri is een bewijsstuk
een sprekend monument, dat dc dorheid
en de ellende, het ledige en dwaze en
bopelooze der materialistische gods-
diensllooze wetenschap bewijst.
Die wetenschap stelt zich voor, den
mensch geluk te verzekeren hier op
aarde, en ze gaat er groot op, dat ze in
haar pogen slaagt.
Maar ze heeft geen plicht tegen de
smart als do smart den mensch neder-
drukt dan heeft ze voor do wonde geen
zalving.
Murri heeft zijn leven lang zijn
wetenschap vermeerderd en hij kan zijn
zoon geen betere voorlichting geven
voor zijn zielsbenauwdheid dan «Schijn
gedachten".
Met andore woorden Tracht je zelf
met alle geweld to bedriegen, een on
waar leven je te scheppen, een tijdver
drijf in liet rijk der illusies. Toen je
nog vrij man waart, rijk en slecht, toen
tiftfllt'o ji-. je aan ;Us een voi»?*iHÏg"vah
(den heidensche wijsgeer) Zeno. Zie nu
't oogenblik daar om werkelijk stoicijn
te wezen, nu jo't verachtelijk pak van
een galeiboef aantrekt.
En do Unita, na eerst als tegenstel
ling gewezen te hebben op den geheel
anderen zieletoestand van een Silvio
Pollico, eon geloovige, een Christen in
den kerker, zegt dat er toch in alle
talen der wereld woorden zijn te vinden
welke kracht en moed geven in den aller
vreeselijksten toestand.
Die woorden klinken: De onschul
dige en reine Zoon Gods leed meer dan
gij en leed dit ter wille van uw heil.
Hoe groot uwe misdaad ook wezen
moge, worp u neder aan den voet van
het Kruis en hoog van dat teoken dei-
Verlossing uit, zal op uw ziel neer
komen het water dat van schiildo vlek
ii reinigt, zal balsem van gelatenheid
neerdruppelen in uw hart.
Dat is ware troost in lijden.
Velen is het niet uit liet hoofd te
pralen, dat Chilisalpeter alleen in het
voorjaar met succes kan worden aan
gewend.
En toch is het zeker, dat in onder
scheidene gevallen eene bemesting
daarmee in den herfst met groot voor
deel kan wordpn toegepast.
Dat «uitspoelen", ja. dat weten wij.
Wij zeggen ook niet, dat men ver
standig zal doen, door voor aardappe
len, haver, suikerbieten of gras in den
hei 1st het noodige Chilisalpeter te
strooien.
Integendeel dat zouden wij dwaas
noemen. Tegen dien tijd, dat die plan
ten behoefte hebben aan voedsel, zou
het salpeter in verreweg de meeste
gevallen te diep zijn weggezakt om
in de eerste behoefte te kunnen voor
zien
En al mocht dan later, wanneer de
wortels dieper in don grond zijn inge
drongen, al een groot deel daarvan
immer de knns, dat een grooter of
kleiner dee! te diep is weggezakt.
Waarbij nog koral, dat. juist in het
begin van den groei, wanneer de wor
tels zich nog alleen in de bovenste
grondlagen bevinden, evenzeer behoefte
aan opneembare stikstof blijft bestaan.
Alleen bij de bemesting van
suikerbieten, die zeer diep in
den bodem doordringen, zou het wel
licht. aanbeveling kennen verdienen,
zij liet dan ook slechts als proef, een
deel van het chilisalpeter reeds in den
herfst te strooien.
Er zijn althans voorbeelden van, dat
do bieten daar, waar in don herfst
een deel van het chilisalpeter was
gestrooid, boter waren dan daar, waai
de gcheele hoeveelheid in het voor
jaar was gestrooid.
En ook is het een feit, dat bieten
nog dikwijls zichtbaar profiteerden van
een salpetorbemesting, die reeds een
jaar geleden bij 't voorafgaand gewas
was toegepast.
Bij eene bemesting van de zomer
gewassen wenschen ij eene herfstbe-
mesting met chilisa peter alleen in
bijzondere gevallen, .n te bevelen.
A;>i?ese oyenwr-1 lo.quaestje
waar 't de bemesting van wintergranen,
koolzaad en karwij betreft Voor het
gelukken van den oogst is het in vele
opzichten wenschelijk, dat die zich
voor den groeisiilstand in dbn winter
zoo ontwikkelen, dat zij niet te zwak
staan tegenover aanvallen van schade
lijke dieren zieken en 't hoofd kunnen
bieden aan de ongunstige invloeden van
het klimaat.
Is nu de bemestingstoestand van
den bodem zoo, dat wij, zonder al te
ongunstig weder, op eene goede ont
wikkeling voor den winter mogen
rekenen, dan houden wij ons chilisal
peter in den zak.
Eene te weelderige ontwikkeling zou
bij grooten regen of sneeuwval de
rotting bevorderen en dus schadelijk
kunnen zijn.
Dikwijls evenwel wordt winterkoren
gezaaid op een grond, waarin weinig
r>r»u«le kracht" z.it.
Dit gebit vooral voor rogge, maar
ook, zij 't dan in mindere mate, voor
tarwe en gerst.
Voor bemesting met pliosfoizuur in
den vorm van slakkemeel, superphos-
phaat en beendermeel wordt dan in
den herfst wel gezorgd.
Op de veengronden en vele zand
gronden zal men eeno kali bemesting
ook niet achterwege laten.
Maar aan eene bemesting met chili
salpeter wordt al te vaak nog niet
gedacht. Men meent daarmee gerust
tot het voorjaar te kunnen wachten.
En zoo is het nu eigenlijk niet.
In zulke gevallen doet men beter,
dcor niet de geheele hoeveelheid chi
lisalpeter in het voorjaar te strooien,
maar reeds een deel daarvan in den
herfst bij het zaaien of even daarna
te geven.
Wanneer de voorraad van opneemba
re stikstofverbindingen in den bodem
gering is, en dat zal in zoo'n geval
bijna altijd zoo zijn, dan kan 't koren
zich in den herfst niet naar wensch
ontwikkelen.
En het zal zeer moeilijk, zoo niet
geheel onmogelijk zijn, dien achter
stand in 't voorjaar door eene bemesting
geheel in te halen.
Wij geven daarom aan hen, die
straks koren zullen zaaien op land,
dat niet arm aan opneembaar phos-
phorzuur en kali is, maar waarin
weinig opneembaar stikstofvoedsel
voorhanden is, ernstig in overweging
zij het dan slechts als proef, reeds in
den herfst een kleine gift chilisalpeter
van ongeveer 75 KG. per H. A. toe
te dienen.
De resultaten die wij in orizo omge
ving van zoodanige herfstbemesting
zagen, geven ons 't recht met vertrou
wen op goede uitkomst daartoe aan
te sporen.
Ge weet hoe zich een Javaan en oen
Chinees gedragen, wanneer de een van den
ander wat koopt.
De Javaan ziet een sarong of een hoofd
doek liggen en begint er op een verstrooide
manier een boefje omheen to streelen.
Het is niet duur, zegt de Chinees.
Meneer de Javaan kijkt hem verwonderd
aan. -Ik was niet van plan te koopen,"
zegt hij.
Maar weer speelt zijn hand in 't een of
ander katoentje.
-Wilt u deze sarong hebben Hij is bij-
zoi.'aet' flïuoi". Dé Ciiibeea eiaieert,
-Neen neen" zegt de Javaan.
-Hij kost maar vijftig gulden.
Lange aarzeling van den inlander.
-Twee gulden" bied deze eindelijk.
-Duizend dooden mag ik sterven, ant-
wooidt de Chinaman, -als ik zelf geen
zeven gulden voor den sarong betaald heb.
Maar ik wil hem voor acht gulden laten."
-Ik heb maar twee gulden by me" en
meteen is de Javaan een winkelstalletje
verder gedwaald.
-Vier gulden" roept de Chinees Nu
drie 6ti een kwart dan
Langzaam statig en diplomatiek wandelt
de Javaan weer terug.
-Drie gulden vijftig", zei ik, zegt de
Chinees.
-Ik mag, is het ernstig antwoord van
den Javaan, -duizend dooden sterven, wan
neer ik meer ik meer heb dan twee gulden
en een kwartje."
-Kijk eens, ik wil er af zijn" zegt de
Chinees, -ik geef den sarong voor drie
gulden."
-Twee gulden 75 liet is mijn laatste bod.
-Ik nng mijn buis op mijn hoofd zien
instorten, wanneer mij zoo ruineeren laat.
Ik doe het niet".
Hernieuwde wandeling van den inlander.
Geroep van den Chinees.
Als de rekening, die llians over 2 gulden
75 loopt, eerlijk werd betaald, moesten
twee duizend dooden -worden" gestor.en en
een huis neerdalen op 't hoofd van den
Chinoes.
Slot.
De jonge dokter nam inderdaad na eetiige
dagen verlof, om in bet Salzkammergut wat
uit te luchten.
Te Strasswaldchen, waar zyn trein een
paar minuten stopte, leunde hij uit 't venster
en keek eens naar al de drukte van mili
tairen aan het station hier in de buurt
hadden namelijk de groote veldoefeningen
plaats.
Eensklaps, juist toen de locomotief zich
weder in boweging begon te zetten, hoorde
hij zijn naam roepen.
Hij keek op het was de regiments-
arts.
Hoe gaat het met kapitein Dittrïch
schreeuwde deze hem van het perron toe
Best. Hy is alweer springlevend.
Wwat?— Onmogelijk!
Zoo gezond als een hoen
Dan heb je hem verkeerd behandeld
schreeuwde de regimentsarta, den trein na
loopend.
Hoe zoo, collega
Aan de ziekte, waarvoor ik hem be
handeld heb, raoe3t hij naar alle regelen van
do wetenschap
Verder dan de regelen van de wetenschap
kon de conversatie niet gevoerd wordeu,
want de regimeutsarts kon den trein niet
langer bijhouden.
De kapitein was inmiddels zoo ver geko
men, dat hij, op Klara's arm gesteund, zyn
eerste buitenwandelingetje kon ondernemen.
Zij gingen in hot stadspark.
Klaia paste er op, dat hy zich niet te
veet vermoedde, en zoo namen zij al spoedig
plaats op eene bank, niet in de schaduw,
maar in den vollen zonneschijn.
De zon deed hem zoo goed.
Ik voel my als uit den doode opge
staan riep hij, diep ademhalend.
Ja, ja I ik heb u altoos wel gezegd
dat u de hoop niet moest opgeven.
Die regimentsaits van ons is toch een
kolossale ezel, zeide hy.
-Als ik nog denk hoe by my ter dood
veroordeeld had Eu dan, te drommel,
ja by deze gelegenheid valt my ook ia
dat hij my heeft laten trouwen Zeg
my nu eens, juffrouw Klara dat wil
zeggen ik bedoel Klarais dat nu
toch niet
Wat blieft
Ik ik wou zeggenIk weet
net zeu uiet meer.
Het lijkt my heelemaal zoo'n rare geschie
denis
Dus eigenlyk zijn wij getrouwd
juffrouw Klara?
Ik ben geen juffrouw meer, zeide zjj
beslist, terwijl hare wangen zich kleurden
en wrevel en verlegenheid, -en als het u
berouwt, dan kunnen wij altyd nog van
elkaar gaan.
Gedwongen liefde wil ik niet 1"
En u ja—je zoudt mij werkelyk
willen laten zitten, Klara?
Dat heb ik niet gezegd. Maar al»
meneer de kapitein
De wie
Meneer de kapitein.
Spreekt eene vrouw zoo tot haren
man
Als je gelooft
Waarom wordt je zoo rood, Klara
Wel omdat omdat je mij ook
zoo plaagt
Ik—je plagen?
Hy keek op; bij wilde zijne vrouw
toch eens terdege aankijken. Merkwaardig
wat mooie en goede oogen zij had
En het prachtige blonde baar, het lieve
gezicht, het bevalligo figuurtje.
Hij moest waarlijk wel heel erg ziek zyn
gewei st, dat hij dit alles niet vioeger reeds
bad opgemerkt.
Kijk kijk En die zou nu weer van
mij willen wegloopen
Dat zou er veel van hebben, een gehange
ne af te snijden, hem barmhartig in het
leven terug te roepan, en dan nogmaals op
te knoopen.
Foei Oscar Zoo mag je niet praten
Ahamijne vrouw weot dus al dat
ik Oscar heet
Mag ik bij deze gelegenheid ook vragen
wat mijne vrouw eigenlijk voor een -gebo
rene" is
Dat weet ik nog altijd niet.
Klara noemde hem nu haren familienaam
en vertelde hem nu vau hare jeugd en haar
ouderhuis.
En nu denk je, zeide hy daarop, -dat
ik je weer zou laten loopen
Klara, Klara - o, jou schaapskopje
Haar echter schoten de traneu in de
oogen zoo machtig welde nu het geluk in
haar op.
Nu eerst voelde zij zich iu het recht barer
liefde, in al de rechten en waardigheden van
haar vrouwzijn erkend.
Dat kwam door hot -schaapakopje
Uit den heer kapitein is sedert een statige
MAAS
M VINTrCNDR.
r 1 ti o I J 1A~* r.(
Mij ook
A