Werkmanswoningen.
Let wel
GliATIS.
Een interessant paar
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1905.
ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG.
No. 36.
Uitgever W. A.
Venray.
Landbouw.
Mengelwerk.
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venray 50 c.
franco per post 05 c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 0 c.
DEN
-jse*
Munckhof,
Prijs der Advertentiën:
van 1 4 regels 20 c.
elke regel meer 5 c'
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, Bmaal geplaatst worden 2maal berekend.
Een der krachligfste middelen lot
oplossing van het sociale vraagstuk
mag wel genoemd worden het ver
schaffen van flinke, doelmatige, ge
zonde woningen voor den werkman.
Reeds zoo vaak is dit geschreven,
verkondigd en gezegd, zoowel door
ondervindingrijke mannen en vrouwen
op sociaal gebied, als door geleerden
doctoren, adviseurs en an lere weten
schappelijke en veroenigingsmannon.
Enne woning, die beantwoordt aan
de eischen van netheid, gemak,
hygiéne en matigheid van prijs, zal
den werkman tot tevredenheid stem
men, zal hem steeds meer en meer
aan het familieleven doen hechten,
zal hem doen afzien van het. zoeken
naar vermaak buitenshuis iu her-
hergen en slechte gezelschappen.
De werkman, die een gezellig,
aangenaam tehuis bezit, zal in zijne
woning zich met vrouw en kinderen
vermaken, zijn tuintje bearbeiden,
bloemen en planten kweeken en ver
zorgen, zijn huisgezin besturen; onder
zijn toezicht zullen de kinderen zich
tot nuttige ieilen dér maatschappij
vormen.
Man, vrouw en kinderen zullen één
geheel vormen, met slechts één wil,
één doel» elkander te helpeu, deelen-
de zoowel de vreugden als de lasten
des levens.
Wat integendeel ziet men dagelijks
plaats grijpen, daar waar slechts
krotten, bekrompm, bouwvallige, on
reine en ondoelmatige woningen voor
den werkman beschikbaar zijn
De vader, na zijn dagelijkschen
zwaren arbeid verricht te hebben,
vindt, zijn gezin vereenigd in een vuil
vertrek, waarin bij slecht weder regen
en sneeuw doordringen, waar de
wind vrijen toegang heeft, waar
muren, vloeren, zolders enz. slechts
een vieze massa vormen, die niet den
besten wil en de ijverigste pogingen
niet in ooglijken staat te krijgen
ziin.
De man, aldus thuiskomende, wordt
vervuld met tegenzin en walging; in
plaats van zich gezellig te gevoelen
en met zijn gezin den avond aange
naam door te brengen, vlucht hij
zijne woning uit, verdrinkt hij zijne
gevoelens in de herberg en daarmede
het geld, dat tot onderhoud van de
zijnen zoo hoog noodig is.
Wel is zijno woning goedkoop,
doch wat geeft dit, als hij ziet dat
de paarden en honden van zijn mees
ter voel beter gehuisvest zijn dan hij
zelf, zijn vrouw en kroost
Een ander huurt een nettere wo
ning en getroost zich daarvoor, hoe
moeielijk hem dit ook valt, een
geldelijk offer.
Doch hier ontbreekt hem nog veel:
de huisbaas, slechts bedacht op eigen
voordeel, heeft het gebouwtje licht en
ondicht, van buiten eenigzins net doen
optrekken, doch van binnen ontbreekt
den bewoner alles wat hem lot
gemak, nut en gezondheid dienen
moet.
Ingemaakte kasten zijn vooral in
sommige dorpen, een ongehoorde
weelde, slaapplaatsen moet den be-
bewoner zelf maar inrichten, al is het;
ook op den zolder, onder eon halfj
dicht dak, verf voor deuren, ramen,
enz. kan er niet van do huishuur
overschieten, waterverschaffing is er
wel, maar hoe
Waterputtendie voor alle onrein
heid van boven open staan, worden
dikwijls van beneden nog meer on
bruikbaar gemaakt door stallen, pri
vaten enz. die vlak bij elkaar en ge
heel doordringbaar gebouwd zijn.
Is liet wonder, dat menige wei li
man, ook op het platteland, onte
vreden wordt en met afgunst, opziet
naar de meer met aardsche goederen
gezegenden, die hunne woningen in
richten als paleizen, met alle denk
bare gemakken voorzien, waar zelfs
de ruwste stormen en het ongunstig
ste weer hen niet deren kunnen.
De gezondheidscommissie!» hebben
op dit gebied, oene schoone, dank
bare taak te vervullen, doch helaas,
het zal nog lang duren eer door haar
alle misstanden zijn uit deu weg ge
ruimd; het arbeidsveld voor deze
commission is te uitgebreid.
Vrij wat meer zou in deze gedaan
kunnen worden door flinke vereeni-
gingen, gevormd uit mannen van de
IxHt-wcakFea.-. p&r'.b'iUérer cr do
werklieden zelf.
Op verschillende plaatsen zijn reeds
lang dusdanige vereenigingon werk
zaam en hot is een lust te zien, wat
door hen in betrekkelijk korten tijd
is tot stand gebracht.
En niet alleen in groote steden
werken (loze vereenigingen met succes,
ook in kleinere gemeenten kan men
aanschouwen wat door flink aanpak
ken en eendrachtige samenwerking kan
verkregen worden.
In tal van kleinere plaatsjes telt, men
de ruime, gezonde geriefelijke wo
ningen, gesticht door bouwvereeni
gingen, reeds bij dozijnen en nog
steeds wordt daar met kracht geijverd
voor de algeheele oplossing dor
woningkwestie.
Ook in deze, omliggende en alle
andere gemeenten, al zijn zij nog zoo
klein, ware het wenschelijk dergelijke
vereenigingen op te 'richten.
Niemand bijna die niet bij een of
meer vereenigingen of bonden is aan
gesloten, doch hoe vaak wordt bij deze
het. algemeen belang 'voorbijgezien,
hoovele van die vereenigingen bestaan
voor vermaak, voor eeno liefhebberij,
hoe velen die zelfs niet eens do uitspan
ning bevorderen, doch alleen bestaan
ter voldoening aan den lust tot uit
spatting.
Hoeveel meer konden dezelfs leden
werkzaam zijn in het belang van zich
zelf, van hunne gezinnen en van het
algemeen, door eeno flinke, krachtige
bouwvereeniging te vormen.
Vooral daar zij kunnen rekenen op
den steun van gemeentebesturen, ter
wijl ongetwijfeld eveneens tal van ge
goede burgers bereid zijn hen met
raad en daad bij te staan.
Dat dan spoedig op vele plaatsen
deze nuttige vereenigingen mogen ver
rijzen en dat alle werklieden hun
belang loonei» te begrijpen door tot
dezelve toe te treden.
Zij, die zich voor 1 October
op ,,Peel en Maas" abonneeren,
ontvangen de nog deze maand
verschijnende nummers
De knollensmaak aan melk
en boter
liet is bekend, dat in den tijd,
wanneer de koeien rijk gevoederd
worden met knollent melk en boter een
minder aangenamer» smaak, den z.g.
knollensmaak v e r k r ij ten.
Of dit echter een gevolg is van
voedering e»> de melk dus reeds den
knojlensmaak heeft, wanneer zij den
uier verlaat, of dat le melk de reuk-
sloffen na het. melken opneemt, dit
is sinds lang onder de deskundigen een
quaestiens punt geweest.
Dat melk heel gemakkelijk gassen
uit de lucht opneemt, weet iedere
boerin; zij weet, dat jnelk naar stal of
kelder kan smaken, doordat de reuk
stoffen van den mest de uitwasemin
gen van spijzen zïjii .pgoslorpt.
Er was dus alle reden om in boven
genoemde kwestie eens een onderzoek
in te stellen.
Dit heeft men in Noorwegen gedaan.
Bij voederproeven met melkkoeien,
welke proeven den 16 Sept. aanvingen
gaf men de eeno 2 Kilo, de andere 4
K. G. knollen; dagelijks werd de
hoeveelheid met 2 kilo vermeerderd,
zoodat op 14 Octr de oene koe 51 k.g.
de andere60 k.g. knollen kreeg.
In de eerste helft van den proeftijd
liepen de koeien in de weide en zo
kregen haar knolleni'antsoen. Het mel
ken gebeurde evenwel in den stal.
Later in de tweede helft van den
proeftijd, stonden de koeien op stal,
kregen ook daar baar knollen, henévens
hooi. Maar nu had het melken buiten
den stal plaats.
De molk van deze koeien, zoowel
als van de andere koeien op deze boer
derij werd alle dagen geproefd door
deskundige keurmeesters, die echter
niet wisten, van welke koeien de melk
afkomstig was.
En ofschoon de beide proefkoeien tot
tot 60 k.g. knollen daags kregen, een
groote hoeveelheid voorzeker, en of
schoon zo, daarnaast geen krachtvoeder
ontvingen, alleen gras of hooi, toch
was er niet do geringste afwijking te
bespeuren aan do melk: de knollen
smaak was volkomen afwezig.
Do melk verlaat dus zonder knollen
smaak den uier, en deze geraakt na 't
melken uit de omringende lucht in de
mei k
Een flinke luchtverversching in den
koestal, en vooral zuivere lucht tijdens
het melken, zijn de aangewezen voor
behoedmiddelen tegen knollensmaak
der melk en dus ook van de boter.
Wie, al vervoedert hij veel knollen,
deze van deel of stal verwijderd houdt
en zorg draagt, dat de lucht er van niet
tot die plaatsen en bewaarplaats van de
melk kan doordringen; of wel zijn
koeien buiten melkt en daarna de
melk op een frissche plaats bewaart
die zal van den knollensmaak geen last
hebben.
Is die smaak eenmaal aan de melk, Ernstig, zeer ernstig, antwoordde de
dan is volgens Prof. Vretl» to Hannover dokter. In elk geval mag hij geen oogen-
het eenvoudigste en zekerste middel
daartegen, het centrifugeeren van de
melk onmiddelijk na het melken en 't
pasteuriseer en van de verkregen room
op 7080 gr. Celsius.
Een heimelijk gefluister ging altijd rond,
wanneer do kolonel mei zijne slanke, tengere
wederhelft, in een gezelschap verscheen. Men
kende de geschiedenis van dit paar en 't
was reeds een tamelijk oude geschiedenis,
maar toch vond men ze nog altijd interes
sant.
De keizerlijk-koninklijke kapitein der
artillerie Dittrich was, naar zijne woning
gaande, op de trap bewusteloos in de armen
gevallen van de huisondei wijzeres mejuffrouw
Klara Schrank.
Nu, zooiets komt wel meer voor. hoewel
niet vaak en wanneer het voorkomt, dan
is 't voor de huisonderwijzores in quaestie
altijd een buitengewoon lastig goval.
Maar juffrouw Klara Schrank behoorde
niet tot die wezentjes, die bij eene ongewo
ne gebeurtenis terstoud de kluts kwijtraken
en niet de banden in het haar staan.
Natuurlijk was zy door het incident erg
geschrikt, maar bare tegenwoordigheid van
geest verliet haar toch niet. Zij riep de
hospita, die zij beneden in bet portaal aan
bet werk bad gezien, en met vereende
krachten gelukte het, den bezwijmden verte
genwoordiger van de gewapende macht nog
het kleine stukje liooger naar Klara's kamer
te dragen en hom op de sofa te deponeeren.
De kapitein kwam langzaam by en kon
zich in do vreemde omgeving heel niet
terecht vinden. Hij wist niet wat er met
iiem was gebeurd hij voelde enkel dat hij
er slpcbt, zeer slecht aan toe was.
Juffrouw Klara deed voor hem wat zij
kon en toen zij hem zóó ver gekregen had,
dat hij weer slaan en loopen kon, vatte zij
hem onder den arm on bracht hem zoetjes
eene verdieping hooger naar zijne eigene
woning.
De Bosnische oppasser, die de deur opende
zette een vervaard gezicht toen men hem
zijnen heer in dezen toestand thuisbracht.
Hij nam hem in ontvangst, geleidde hein
naar de slaapkamer en hielp hem te bed.
Zoodra dit, bezorgd was, ging Klara, die
inmiddels in do voorkamer had gewacht
naar den zieke, en vroeg hoe het nu mot
hem was en of zij nog iets Voor hem doen
kon.
Do kapitein dankte haar met zwakke stem
voor al de moeite en verontschuldigde zich
wegens den o vei last dien hij haar veroor
zaakt had.
Hij zou nu we! zien dat hy alleen klaar
kwam, en zij moest hem verder maar aan
zijn lot overlaten.
Dit was evenwel niet zoo eenvoudig als
het leek. De oppasser moest om den dokter,
en voor juffrouw Kl£ra, was 't boven allen
twijfel verheven, dat de patiënt in dezen
toestand onmogelijk alleen gelaten kon wor
den. Zij schikte zich dus in het onvermyde-
lijke en zette zich bij den zieke, niet zonder
een onderdrukten zucht. Want zij had immers
haro lessen te geven in 'r meisjespensionaat,
waaraan zij verbonden was.
Het duurde rijkelijk twee uren, voor de
rejiments-arts verscheen. Hij trad heel jovi
aal op, om den patiënt in eene goede
stemming te helpen.
Wat is dat nu, kapitein Wat gaat
u nu voor kunsten verloonen nep hij.
Daarna begon hij zyn onderzoek.
Vervolgens deed hij een groot aantal
vragen, die de zieke zoo nauwgezet mogelijk
beantwoordde.
Eindelijk schreef hij een recept en ging
heen met de troostrijke belofte, dat hy tegen
den avond nog eens zou terugkomen.
Juffrouw Klara deed hem uitgeleide tot
in de voorkamer eu vroeg daar hoe het
eigenlijk met den zieke stond.
blik alleen worden gelaten. En mochten er
zorgwekkende verschijnselen zich voordoen,
dan verzoek ik 11 mij onmiddellijk te laten
halen.
Juffrouw Klara keerde naar de ziekenka
mer terug, schreef snel hare les af hij de
directrice van 't pensionaa', gaf den oppasser
't recept voor den apotheker en installeerde
zich voorloopig als verpleegster.
Zy nam zich voor, den ganseheu dag er
hij te blijven en in alle stilte en voorzich
tigheid trof zij hiertoe de noodige aanstalten.
Zij temperde het al te schelle licht van de
zomerzon in do kamer, schikte voor den
zieke het hoofdkussen, schoof "t nachttafeltje
beter hij de hand, zorgde voor versch water
en haalde eindelijk hare schoolschriften van
beneden, om die, ingeval de zieke mocht
insluimeren, te corrigeeren.
Des avonds kwam de regiments-arls teiug
en hij zette toen hij ging een zóó bedenkelijk
gezicht, dat Klara besloot een deel van den
nacht bij den patiënt te waken.
Het bleef echter niet bij een deel, maar
het werd de gansche nacht, want de zieke
was zoo onrustig, dat Klara het niet over
haar geweten krijgen kon, hem to verlaten.
Zoo Volgde er acht zware dagen.
Juffrouw Klara had getracht, Misko, den
Bosnischen oppasser, tot nachtwaker te
dresseeren; maar dit ging niet.
Na vijf minuten reeds begon de knaap te
snorken, en eens gleed hij met zulk een
slag van den stoel, dat de zieke verschrikt
opsprong.
Zij waakte dus zelf, gaf overdag, moe en
af, hare lessen, en vatte, zoodra zy daarmee
afgedaan had, weer post in de ziekenkamer.
Lang zou zij dit niet meer hebben kunnen
volhouden, want zij voelde zelf wel dat hare
krachten op een eind liepen.
Gelukkig echter begon na verloop van die
acht dagen de zomervacantie, zoodat zij zieh
nu toch vrijer kon bewegen.
Toen zij eens den regiments-arts er over
sprak, dat bet toch wel raadzaam zou wezen
eene ziekenverpleegster aan te nemen, wa9
de man zeer verbaasd, by deze gelegenheid
te vernomen dat de gansche geschiedenis
haar eigenlijk niets aanging.
Hij had juffrouw Klara voor een nicht,
of voor eene verloofde, of voor iets van dien
aard vernieten.
Hij sprak daarop met den kapitein en
deed Klara verslag.
Er is moeilijk land met hem te be
zeilen, zefde bij. IJ moet namelijk weten,
juffrouw, dat deze dappere krijgshelden, die
zich op liet veld van eer met zooveel gratie
laten doodschieten, onder doktershanden dik
wijls eig laf en kleinzielig zyn, zoodat het
schuchterste jongejuffertje hen op dit si uk
beschiamd zou kunnen maken.
Ik wilde hem naar het hospitaal laten
brengen maar daarvan gruwt hij. Ik
•.vilde eene liefdezuster laten komen. Maar
jjij gaf mij ten antwoord Wan001 niet in
eens den doodgraver
Iets geestelijks zien de meeste zieken niet
gaarne, want dan denken zij terstond aan
sterven.
Dus eene gewone ziekenverpleegster. Maar
daarvan wil hy ook niets weten, want daar
heeft hij een afkeer van.
Kortom, de slotsom onzer onderhandeling
is geweest, dat ik u vriendelijk, heel vrien
delijk verzoeken zou, nog een poosje bij
hem te blijven.
U weet, juffrouw, zieken zijn egoïstisch.
Zij denken enkel aan zichzelf.
Zoo begon dus Klara hare vacantio.
Ik heb hem opgegeven, zeide den
volgenden dag de regimentsarts tot juffrouw
Klara in de voorkamer. U moet maar al
zijne wenschen vervullen, want bot zijn de
wenschen van eeu stervende. De wetenschap
is machteloos en wonderen gebeuren er
tegenwoordig niet meer. Tiacht alleen en
dwing hem desnoods met zacht geweld, hem
nog zooveel mogelyk voedsel tot zich te
doen nemen onverschillig wat. Dit is het
eenige, om hem nog een poosje op kracht
te bonden.
Week na week kroop voorbij in stille
eentonigheid, en met den armen kapitein
ging het voortdurend achteruit.
PEEL
Saint iemdr
MAAS