Zenuwachtigheid. Het sprekende hoofd. ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1905. ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 32. Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray. Mengelwerk. Verzorging van Kamervogels. Abonnementsprijs per kwartaal voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers c. Prijs der Advertentiën van 1 4 regels 20 c. elke regel meer 5 c< letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. Ais een kwade demon dringt de zenuwachtigheid steeds dieper door in ons huiselijk- en gezelschapsleven, drukt als een rotsblok op den arbeid en het work van hen, die er aan lijden en verlamt reeds vroeg zoo menig energiek willen. Velen noemen haar een gevolg van snelle ontwikkeling vooral op het gebied van electriciteit, anderen betitelen haar als «moderne ziekte", doch hoe ook genoemd, zij is en blijft het schrik beeld onzer dagen. Wee de ongelukkigen, die zij in haar grijpende klauwen klemt, om ze met ijzeren greep vast te houden; over wier oogen zij een valeu sluier werpt, waardoor geen licht of zonne straal heen kan dringen; wier hart zij omklemt, om vrede en hoop daarin te versmoren. Zenuwachtig-ziju beduidt een vreese- lijk lichamelijk- en zielelijden, dat slechts naar waarheid kan beoordeeld worden door heu die óf wel persoon lijk deze kwelling te verduren hebben óf dooi hen, die hun naaste betrekking er aan zien lijden. Uitdrukkelijk moeten wij er echter bijvoegen; die werkelijk deze kwelling verduren, want maar al te dikwijls maakt men van het woord «nerveus" misbruik, doordat men het bezigt als verzamelnaam voor allerlei zwakheden en luimen, vooral van het vrouwelijk geslacht. Maar het is een schreeuwende on rechtvaardigheid, met de beklagens waardige zenuwzieken op één lijn te stellen al die vrouwen, die onder voorwendsel van «nervositeit", zonder eenige noodzakelijkheid zich aan de grootste. nalatigheid tegenover haar omgeving schuldig maken. Toch is het niet te verwonderen, dat men na herhaalde ontmoetingen, den nerveus» dikwijls wantrouwend en allesbehalve medelijdend behandelt, dat men zijn lijden aan suggestie, gebrek aan zelfbeheersching en over- heerschenden invloed van luimen beschouwen gaat, en hem op kienkcnde manier veroordeelt. Dat komt juist door de bovenom schreven woord-verwarring het klinkt heel wat hoffelijker en salonachtiger: «Mevrouw is te nerveus" dan: «Me vrouw heeft een kwade bui, zij is een lastig, dwaas schepsel.'' En toch zou die laatste benaming heel wat meer overeenkomstig de waarheid zijn. Een mevrouw, die om een klein vergrijp of een nietsbeduidend vergeten- hebben tegen haar ondergeschikten uitvaart is «zenuwachtig aangedaan", maar niet heftig of boos. Wanneer zij haar kindereo niet om zich heen velen kan, hun vragen kort en bits beantwoordt, om een beetje leven dadelijk kwaad wordt, en don kleinen bengel dadelijk maar wegjaagt, dan mag men zoo een mevrouw niet egoïstisch of grillig noemen, neen, dan is dat arme mensch «nerveus". Komt de man, na gedanen arbeid, thuis in de hoop zich in den familie kring te vermaken, dan vindt hij bij zijn thuiskomst de kinderen allang naar bed gemaakt, bij wr-rdt ort.van- gen door een lijderes. die haar klachtenstroom begint over zijn lang uitblijven, de onrust der kinderen, de achteloosheid der dienstboden, gerin- gel van de electrische schel en het rammelen der wagens op straat. In de krant las zij weer niets dan ellende, de portefeuille der loesver- eeniging werd weer niet op tijd gewis seld, do naaister hield haar beloften weer niet: allerlei dingetjes, die de 0 zoo zwakke vrouw nog meer prikkel den. De arme man hoort geduldig toe hij weet, wie er in huis het meest «nerveus" is troost en bemoedigt, zooveel hij kan, daar li ij ook weet, dat er door tegen te spreken een scène zou ontstaan, die hem na zijn moeitevollen dag ook nog een slape- loozen nacht zou veroorzaken. Zoo raakt men er langzamerhand aan gewend, de nerveuse mevrouw als een wezen te behandelen, dat boven de alledaagsche sferen verheven is, waarvoor men zich zorgvuldig in acht nemen moet, opdat het den voet niet aan een steentje zou stooten. Familieleden en bekenden kennen de vermaning al die zij krijgen, als er ergens iets ohpleizierigs is gebeurd «och, spreek er niet over met mijn vrouw, je weet, met haar zwakke gezondheid"of «niets aan haar vertellen, hoor, anders krijgt ze weer krampen. Het komt dan ten slotte nog zoover, dat zij alle voorzorgsmaatregelen als een recht eischt, zij gaat pleizier vinden in haar berispelijke zwakte en belachelijke hulpeloosheid, zij be schouwt zich zelf als het verwende kindje van de familie, dat men met zoetigheidjes moet tevreden stellen, om het ten laatste zijn maagje te bederven Ach, zij kan niets onpleizierigs verdragen, huiselijke arbeid en zorg wordt haar zoo zwaar ter ijl ver strooiing en afleiding de ware medi camenten voor haar zouden zijn. Natuurlijk worden door zulk een levenswijs de zenuwen meer ontvanke lijk en vatbaarder, en wanneer dan eindelijk het ruw egoïstische wereld leven haar een ondragelijke last toeschijnt en zij walgt van al dat gene wat zij zelf toch veroorzaakte en systematisch bevorderd heeft, dan moet men recht medelijden hebben met zulk een arm slachtoffer van valsche liefde en verkeerd aangewende voorzorgsmaatregelen Had men vroeger tehuis de eerste aanvallen van nerveuse aandoeningen" voorkomen door een liefderijk maar krachtdadig ingrijpen, inplaats van de blinden le sluiten en den belklepel met watten te omwikkelen, had men de op een geweigerd verzoek volgende flauwten en krampaanvallen door een ernstige vermanning in plaats van door Hoffman's druppels of geest-van-zout trachten te herstellen, dan had men in de meeste gevallen een goed geneesmiddel gehad en waren de gevolgen voor beide partijen heel wat gelukkiger geweest. Waren er niet voortdurend handen om die zwakken en hulpeloozen te ondersteunen, dan zouden verschei- denen wel spoedig op eigen beenen pfaan. Hoe dikwijls ondeniudt men niet [zonder gezien te worden, kan terug bij tegenslagen, uat in de tot dusverre zwakke, rustende nerveuze dame plotseling de heroïsche sterkte der vrouw opleeft, dat de omgeving verrast en verwonderd haar hand geklemd ziet om het roer, haar hand die tot nog toe slechts met rozenblaadjes speelde. Maar waarom moest het harde noodlot haar dwingen, om een bewijs te geven van haar sterkte en moed Omdat verkeerde lief le en inzichten haar leven als met looden gewichten hadden verpletterd. Het zou een dwaasheid zijn, tegen over hen die werkelijk aan zenuwziekte lijden, en met wie men met de meeste liefderijkheid om moet gaan, geweld te gebruiken, en zoo door een niets te rechtvaardigen strengheid hun ellende tot een ondragelijken last te doen toenemen, maar evengoed is het dwaasheid nerveuze buien, kin derachtige sentimentaliteit, koppigheid, en alle verdere neefjes en nichtjes van die «kwalen die zich dikwijls reeds bij kinderen voordoen door een onverstandige toegeeflijkheid en niet beredeneerde liefde jegens huis- genooten, maar voort te laten woeke ren, waardoor men zelf medewerkt tot de ellende van anderen. Dat allen zich slechts voornamen om, ieder in zijn kring, met doorzicht beleid, kracht en liefde den strijd te beginnen tegen den erfvijand van het huiselijk- en familieleven dat zou een bevrijdiugsslrijd zijn, voor beiden voordeeligvoor overwinnaar en overwonnene. trekken, doe het dan. Hiervan zal hij gaarne gebruik maken. Zuivere lucht is voor uw geveder de vrienden even noodig als voor u zelf, zorg dus, ook om hunnentwille, voor luchtverversching in uw kamer. Beschut ze echter voor tocht. Geel goed voeder, dat is zaad van goede kwaliteit, vrij van mufheid, Is het voer oud, muf, beschimmeld, dan kan dit ziekte of dood tenge volge hebben. Daarom moot liet zaad geregeld worden vernieuwd, dus hot bakje ge regeld worden geledigd. In den ruitijd is liet goed door het drinkwater een korreltje ijzervitriool te doen of er een roestigen spijker in te leggen, gelijk ook hoenderfokkers voor hun kippenvolkja doen. Groenvoeder moet alsdan niet wor den gegeven. Veel behoefte heeft de vogel dan aan zonnewarmte, trouwens iederen dag, zoo mogelijk, moet men hem een paar uurtjes «zonnen". Draag zorg voor geregelde reiniging der kooi, éénmaal weeks dient die flink te geschieden, in den zomer is tweemaal gewenscht. Dan bestrooit men den bodem met wit zand en geeft versch drink en badwater. Dikwijls wordt den vogel suiker, koek of brood gegeven; dit is verkeerd. Geef in plaats hiervan een stukje peer, wat groens, b. v. mier of sla eierschalen enz. Ten slotte spreek uw vogel kalm toe, dit zal hem goed doen, maakt hem nimmer verschrikt. Kunt ge hem in de kooi een plaatsje geven. waar hij zich ongestoord. Karl Bernard was in zijn vak een bekwaam menscli een flink horlogemaker iets gemakkelijk uitgevallen en hij had bovendien allerlei eigenaardige ideeë 1 in zijn hoofd. Toen li ij bij zijn vader in het vak volieerd was en nu als gezel bij een ander een dienst zou gaan zoeken, liet hij zich dit geen twee maai zeggen. Hij ging. Alleen op eene andere wijze als zijn ouders hadden bedoeld. In plaats namelijk van zich bij een horlogemaker te besteden, sloot- hij ■zicli aan bij een reizende kunsttroep, die in de dorpen of op markten van kleine steden zijn kunst aan bet volk vertoonde. Het ongebonden leven lachte heui beter toe dan het stilzitten in een werkplaats. Zoo heel vreemd kon men dit van hem niet vinden, want het kunstenaarsbloed zat in hem. Zijn grootmoeder was paardrijdster in een circus geweest. In hem zat haar wild, vrü kunstenaars- bloed, dat zijn grootvader reeds veel verdriet had gehaaid. Lang had zij niet aan zijne zijde gereefd,-zoudra zij bemerkte dat hij haar wilde beteugelen, en leeren, dat 't burgerlijke loven anders is dan dat van heen en weer trekkend volk. werd ze ziek en stierf van heimwee naar do ongebonden vrijheid. Het eenig kind, dat ze haren man achter liet was geheel zijn evenbeeld, was als hij, rustig en bedaard, en vertoonde niet de minste buitensporigheid. Doch de kleinzoon, Karl, herinnerde aan de vreemde vrouw, die door de buren alleen «de Zigeunerin" genoemd werd. I11 dezen kleinzoon was weder de zucht om spoedig en gemakkelijk rijk te worden Gemakkelijk was de hoofdzaak. Bij den heer Pristoni, den directeur van een reisenden troep had hij daartoe geen gelegenheid, doch deze romantische leertijd was voor hem niet geheel zonder waarde* Hier leerde hij tenminste dat alles in de wereld ten slotte daarop neerkomt, de men« schen te overbluffen. Waarop berustte 't succes van den clown? De man in zijn bont costuum, waarop de zon en gouden sterren waren gestik, had slechts op den rand van de manége te gqan staan, en te doen of liet groote moeite kostte, naar beneden te springen. Hij boog do knieën, maakte allerlei bewe gingen, sloeg met de armen, tot het publiek in groote spanning geraakte, en stapte dan gemoedelijk met een stap in het zand der manége. Ieder lachte en applaudiseerde van pret, dat de clown hen weer eens had gefopt, hen zoo gemakkelijk had beet genomen en over bluft. En was het iets anders bij de drie gezus ters Martini, de bevallige acrobaten, die men reeds bewondert als men ze ziet gaan Bij baar berustte alles op een truc. Al hare collega's wisten dit, maar de toe schouwers moesten in den waan gebracht worden, dat*1 de toer uiterst moeilijk was. En daarom lieten ze liet slotnummer eerst eenige keeren mislukken, opdat het publiek aan bet gelukken begon te twijfelen was het zoo ver, dan gelukte natuurlijk het kunstje, dan was het publiek een en al verbazing. En Karl was een goed opmerker. Toen hy achter een der voornaamste ge» heimen gekomen was, dacht hij na en riep op zekeren dag «Eureka Dat wil zeggen, hg zou het geroepen hebben, evenals wijlen Pythagoias wanneer bij als deze, Griekse!» had verstaan. Deze taal kende hij slechts van hooren zeggen en hij zal daarvoor nu liet een of ander Fransche woord hebben gebezigd, daar Pristoni Frankrijk bereisde. Daar ging opeens het bericht, dat een man ergens opgeduikt was. die zicli Charles e Nussien noemde en die beweerde een wonderwerk der mechaniek te hebben samen gesteld. Op een klein tafeltje, waaraan op do plaats waar anders de lade zit, een soort phono- graaf was bevestigd, een trechter, die uitliep in een mechanisch apparaat, op bet tafelblad lag een kunsthoofd met beweegbare lippen. In dat boold werkte een raderwerk, dat met de mechaniek van de plionograaf in verbinding stond. En nu komt het wonder baarlijke. Het hoofd kon rekenen. Dit doode, slechts door mechaniek in beweging gebracht hoofd kon rekenen, kon eenvoudige vragen ruet -ja" of «neon" of »;k weet niet" beantwoorden, de mechaniek schéén haar eigen leven te hebben, dat zich wel is waar tot zeer enge grenzen- bepaalde. Doch het was er. Charles le Nussien had het werk slechts op te winden en vroeg men bijvoorbeeld: «Hoeveel is drie maal zeven dan kreeg men onfeilbaar zeker ten ant woord: «een en twintig". Groote vermenigvuldigingen kon het hoofd intusschen niet beantwoorden. Daarop was het nog niet geprepareerd, verklaarde de constructeur. Men stond voor een onoplosbaar raadsel. Men beweerde dat er iemand in het hoofd moest zitten. Dit argument wist de uitvinder uit den weg te ruimen door slecht3 de tafel grondig te laten onderzoeken en het hoofd met de plionograaf aan den eersten den besten stoel le bevestigen, dien men hem aanwees. Dit hieip dus niets. Overigens hoedde hij er zich voor het geheim der constructie niet prijs te geven alleen over liet oppervlakkig idee liet hij zich uit. De trechter, zei hij vangt het geluid der vraag op. Daar binnen worden door dit geluid kleine plaatjes in beweging gezet hoe, dat is natuurlijk mijn geheim en deze corres- pondeeren weer met andere, die 't antwoord moeten geven, daar deze antwoorden reeds van te voren vast staan. Meer kreeg men van hem niet te hooren, wel verzocht men hem de menschen met liet hoofd alleen te laten en zich te verwijderen. «Ik zal er wel voor oppassen", lachte hij. «Het is ook mijn geheim, hoe ik het raderwerk van bet hoofd in beweging zet en daarbij, heb ik eenige zekerheid, dat men, als ik er niet bij ben, het raderwerk niet nauwkeuriger gaat onderzoeken dan mij lief is Wanneer dit geheim van mijne uitvinding emrnaal opgelost is. dan is de lieele uitvinding voor mij geen cent meer waard.'' Ook daartegen viel niets in te brengen en zoo bleef de sensatie bestaan en bad men toen de kunst verstaan reclame te maken zooals tegenwoordig, dan zou do man zeker aangekondigd hebben «Men breekt zich reeds voor de zooveeltte maal liet hoofd over liet wonder van bet sprekende hoofd". Charles luid kolossale inkomsten. Voor en na kwamen geleerden, zelfs de bekwaamste vaklui verklaren dat' men hier stond voor een wonder der mechaniek, zooais de wereld tot dusverre nog niet had gekend. Groote musea boden reusachtig groote som men gelds oiu het hoofd machtig te worden. Charles wees eik aanbod van de hand, bet hoofd was onbetaalbaar. Van plaats tot plaats reisde hij er mee. Overal stioomde de menschen bij scharen in de zaal, waar hij 't hoofd liet bewonderen. En toen Frankrijk en Dtiitschlund waren -bewerkt", kwamen Oostenrijk, Zwitserland en Belgie aan de beurt, want liet hoofd antwoordde in alle talen. En aan do bewondering en verbazing kwam geen einde. .j Dit duurde eenige jaren, zonder dat de belangstelling verflauwde. En toen Charles op zekeren morgen zijn kas eens nazag bevond hij dat hij een raillioen vermogen bezat Meer begeerde hij niet. Nu kon hij rustig gaan leven, zooals hij wilde. En nu gebeurde iets merkwaardigs. Door alle bladen ging liet bericht, dat het sprekende wonderhoofd bij een voorstelling voor een uitgetioodigd publiek ter aarde en in s' uk kon gevallen was, INTTEHORAI.

Peel en Maas | 1905 | | pagina 1