Beschaving. De Kerk en de Armen. ZATERDAG 22 JULI 1905. ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG. No. 29. Uitgever W. A. Van dmv Munckhof, Venray. Mengelwerk. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentién: van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advcrtentlën, 3maal geplaat&t worden 2maal berekend. 20 c. 5 c. Wat is beschaving? zegt N. P.M. Hieromtrent loopen in den tegen woordige» tijd de ineeningen heel wat uiteen. De een denkt dat hij al een heel beschaafd mensch is, wanneer hij een part ij boeken en tijdschriften gelezen heeft en over een en ander wat kan meepraten, ook al begrijpt hij er zelf geen zier van. Een ander meent dat da beschaving zit, in oen groolen modernen boord en een paar witte armbanden, die hem zeil niets dan last en pijn \erooiza- kt'iidoch waarmede hij de menschel) kan doen g< loeven dat hij een deftig man is. Een derde erkeert in den waan dai de ware beschaving zit in de kunst om zijnen niedemenschen ongemerkt zand in de oogen te strooien, zichzelf geheel anders voor te doen dan inen in werkelijkheid is, met godsdienst, kunsten en wetenschappen te dweepen, zonder zich in werkelijkheid op dezel ve toe (e leggen, liefde, offervaardig heid jegens don naasle te veinzen, die men niet bezit. Nog weer anderen nesenouweii tie ab eou toeken van beschaving, min achtend de schouders np te halen voor al wat goed en edelmoedig is, te spotten met godsdienst en geloofsleer, onverschillig te blijven voor de eisehon en nooden an maatschappij en volk, zich alleen to bekommeren om zijn eigen welzijn en genot. Behalve deze bestaan er helaas nog een menigte andore denkbeelden om trent beschaving, de oene is wat. beter dan de andere, doch bijna allen zijn slechts valscha meeningon. Wat is de ware beschaving Kan men ze. krijgen door het be zoeken van Hoogero Burgerschool, Gymnasium, Kostschool of Universi teit Ivan men ze leeren door hot, bestu- deoren der kunst Kan man ze verwerven door groote rijkdommen of door lange ontdekkings reizen Er zijn vele uienschen, die genoom- de inrichtingen bezocht hebben, wien alle middelen teil dienste stonden om zich te beschaven, die tot de rijkste en voornaamste standen behooren en zich toch handelingen en uitdrukkingen veroorloven, welke wij bij hen, die wij onontwikkelden noemen, nauwe lijks vinden, Wij rijden bv. bij slecht weer in den tram. Gelukkig hebben wij nog juist het laatste onbezette plaatsje ontdekt. Daar komt een rijk gekleede, ele gante dame binnen. Zij is de dochter eener voorname familie. Aan haren zoekenden blik ziet men, hoe graag ze haat lief toiletje zou sparen. Maar niemand staat voor haar op, Eindelijk staat een eenvoudig werk man haar zijne plaats af met een lichte buiging en uitnoodigende hand- lie weging. Mot trolschen blik en zonder een woord of teeken van dank neemt zij de plaats in. Waar is de ware beschaving Bij het ingebeelde jufje of bij den eenvoudigen man, w ien het hart van zelf zegt wat «past". Een ander voorbeeld. Wij zitten in oen hotel aan tafel. Niet ver van ons zit een vader met zijn aankomenden zoon. Voor de soep komt, kijkt dc vader ernstig aan en maakt het kruisleeken.. Dadelijk volgt hij zijnen vader, en men ziet, hoe zij aandachtig bid den -Hebt n den onzin opgemerkt, dokter t" vraagt een luidende spottende stem. »llel is ongehoord, dat men in de 20e eeuw nog door zulke dwaasheden word lastig gevallen. Ja, mijnheer, de scholen moeten maar togen het bijgeloof opkomen, anders sterft het niet uit.'' De vader echter zegt, kalmpjes «Een dankbaar, ootmoedig gebed tot God past, ieder mensch, ook den geleerdston en deftigston." Koeren we nog oven terug in do zoogenaamde «voorname kringen". Mijnheer en mevrouw verlangen van hun yrgoneel oen plichtsbetrachting, Is dat beschaving En ten slotte usg otfii voorbeeld, een treurig en toch misschien niet zeldzaam Met oneindig zware offers heeft een ambachtsman het klaar gespeeld, zijnen talentvollen zoon te. laten studeereii. Hij is advocaat gewoiden. Vandaag is een feestelijken dag. Zij wéten, dat hij het laatste examen schitterend heeft doorstaan. Op tafel prijken biöemen, koek en wij:i. ZÜ wachten met longed ld op hun zoon. Maar hij vc schijnt niet. De nacht komt, maar n' Trom ig Den met zwaar hooft niet kunnen komen.' volgenden dag t de verwachte. m ei: lelijk ter ruste, ischijnt, de zoon ij heeft gisteren «IIij heeft mot zijne kaïneraden tiet goeden uitslag moeten vieren," is zijne geheele ver ontschuldiging. Dan deelt hij zijnen treurenden ouders nog mee, dat hij niet meer bij hen kan wonen. Hij moet zich eene andere, heter golegei woning zoeken. Ook verzoekt, hij, li m daar niet te bezoeken. Ach, do cutlers voelen en weten het, hun kind schaamt zich over hen. De «beschaving", die hun zoon en* netnoT11waaropniet Tminste zïcti door" hunne véle offers'kón Toi valt aan te merken. Wanneer deze eischen niet, overdre ven worden, kan men daar niets van zeggen, zij hebben daar recht op. Doch hoe vaak wordt niet de meid door mevrouw geplaagd met allerlei onzinnige bevelen, kinderachtige aan merkingen, verwaande en onmogelijke eischen Hoo dikwijls wordt niet, de knecht door mijnheer, de arbeider door zijn meester gedwongen orders uit te voeren, geheel strijdig met elk begrip van plicht en beschaving. Hoevelen in de zoogenaamde -groote wereld" die zich in 't geheel niet be kommeren om rechten van anderen, om eigen plichten te volbrengen, ja die zelfs eiken plicht tegenover Kerk, vaderland en huisgezin verwaarloozen l En bespeuren dezulken bij hunne ondergeschikten ook maar het gering ste plichtsverzuim, dan wijzen zij dezen daar niet op* met zachte vermanende woorden, maar vallen tegen hen uit in woorden, die zelfs den minst be schaafde zouden doen huiveren. Wij zouden nog tallooze voorbeelden van valsche eu vermeende beschaving kunnen aanhalen. Wij zouden kunnen wijzen op de aagheid, waarmede zoovelen, uit ne- derigen stand afkomstig, doch welke door ijver en wilskracht op de maat schappelijke ladder zijn gestegen, door hunne ambtgenooten worden behan deld, wij zouden kunnen spreken van de talrijke individuen, die door geluk en kruiperij omhoog zijn gewrongen en nu met minachting op hunne vroe gere standgenooten neerzien. Wij zouden kunnen aantoonen hoe tegenwoordig ook in den arbeidenden stand zoovelen zich boven hunne na- tuurgenooten verheven wanen, omdat zij een eenigszina beter gesalarieerde betrekking bekleeden of minder met tegenspoed en zorgen te kampen heb ben dan dezen, of enkel omdat hunne betrekking meebrengt dat zij een boord en hoed dragen. genen, heeft, hem van hen vervreemd. O ja, wetenschap en kennis zijn wel de zon, die met de stralen der waar heid en schoonheid edele beschaving kunnen bevorderen, maar indien in het hart van den mensch elke bodem voor het goede en edele ontbreekt, dan schiet in plaats van beschaving nog het on kruid van hoogmoed en laatdunkend heid op. Daarom dient het 't streven van den mensch te zijn, uit zijn hart alle on edele gevoelens verwijderd te houden. Dan zal hij van trap tol trap lot ware beschaving cn ontwikkeling geraken. verstoptclinjjón uit de iuenscbélijke|ljhk sterven. Zijn rechtmatige erfgenamen hebben zich uooit oru liein bekommerd. Zijn trouwe verpleegster, die hem al jaren heeft verzorgd en opgepast, dm hem haar heele jeugJ heeft ten offer gebracht, wil hij zijn vermogen vermaken. Maar met den gewonen afkeer van de meeste meiisoheii van een testament te maken, heeft hij ei altijd mee gewacht, tot de dokter hem zoi dat hij er haast mee maken moest. Nu had hij gaarne zijn testament gemaakt, maar de erfgenamen, die in de laatste dagen hun intrek bij hem genomen hebben, benemen hem de gelegenheid er toe. Op verzoek van den zieke heeft de dokter mij hierheen gezonden. Maak als liet u belieft veel haast, want er is groot gevaar, dat 't gauw met hem is afgeloopen." -Wat mij betreft," zei ik, -zal ik rayn best doen." De medodeeling van den man had mij belangstelling ingeboezemd en ik besloot mijn hest Ie doen het trouwe meisje haar verdiende belooning niet Ie laten ontgaan. Een kwartier later was ik al met een klerk op weg. 't Was een ongezellige avond, er viel regen met sneeuw vermengd en we bevroren haast in onze dikke winterjassen. De koetsier, dien ik had laten ontbieden, dreef de paarden tot het uiterste aan, hij kende den weg en trots de invallende duis ternis vlogen we voort. Na een uur bereikten we een brug over een rivier, die met hef. slechte weer hevig spookte. maatschappij, tot ook hen du plaag treft. En is dit eenmaal gebuurd, dan, w ij bebbon het kort geleden nog kunnen vermelden, dan schrijven zo dit naai hunne dierbaren, niet met een hopeloos gemoed, niet ontstemd of treurig, maai het uitjubelend van vreugde, zooals een strijder die de overwinning be haalde. En denk na, wat betreft het dage lij ksche leven, rondom ons geleefd. Ga in gedachten de plaats uwer inwoning door en vraag U af, waar wel het meest door de armen de drempel wordt betreden Of wel één bel minder met i ust gelaten wordt ook door hen dan de pastoriebei En de schamele armen dan Zij vallen bijna geheel en al ten laste der geestelijkheid. Niet door feesten of concerten, waar bij helaas zoo dikwijls de onkosten, die er eerst afmoeten, zeer groot zijn, worden de schamele armen het eerst geholpen. Maar door do priesterhand, waarin do huiszittende arme vertrouwen stelt die gebonden door het Godsbevel de Een niet te loochenen eigenschap der Kerk Gods is hare liefde tot de onge- lukkigen. Niet alleen die. dit zijn naar de ziel maar ook naar het lichaam: Armen, zieken, gebrekkige», ouden van dagen, weezen en veriatenen, al de eeuwen door klopten zij aan bij dezelfde deur, en nimmer werd deze gesloten bevonden. Ot zien wij niet hare edelste zonen en dochters vol toewijding hun geheele leven schenken aan hot lot dier mis deelde» f Waar elders zijn heldendaden te vinden als de Kerk Gods vermag te boeken f Van maiïnen, die met eigen leven dat der ongelukkige geleiboeven los kochten, die-zelfs de ketenen opnamen, door hunne tusschenkomst den anderen ontvallen, en naast een bitter levens lot nog hoon en schande op zich trokken ter wille van hun arme broe ders. Van anderen, die in verre landen de afschuwelijke melaatschen gaan verplegen. Wel wetend dat zij voor eeuwig dan vaarwel hebben to zeggen aan familie en vrienden en vaderland. Feitelijk afwachtend te midden dier vertrouwd als hij van zonden vrij spreekt, die zal ook niemand zeggen hoeveel tranen hij gedroogd heeft, hoeveel armen en behoeften in stilte geholpen. Het laat zich verstaan dat hij dit alles een hooger doel voorzit. Niet het. lichaam maar de ziel moet gered. Niet de honger van 't lichaam, die der ziel moet voldaan worden. Niet voor de aarde en het vergankelijke, maar voor den hemel en het onver gankelijke zorgen vol liefde des Ileereu Bruid en haar dienaren. En zie nu, hoe merkwaardig het is dat juist de vijanden der Kerk hiertegen richten hunne scherpste pijlen. In Frankrijk ontneemt men der Kerk zooveel mogelijk haar inkomsten. Omdat de loge weet dat de pries'er wat hem in handen komt met een hoo ger doel besteedt aio de armen et» omdat do loge dat hooger .duet, het ■heil der zielen, haat err bestrijdt. Maar wat de godddoozé staatkuu Ie der Kerk zal ontnemen, altijd zullen er vrome zielen blijven die in de pries terhand aanvullen wat er ontbreken gaat en die de dienaren Gods in staat stellen, hun heilzaam en verheven werk te voltooien 't Is de Vader daarboven diu over zijne kinderen waakt, Hij die gezegd heelt Werpt al uw bekommernissen op mij en niets zal U ontbreken. ei mort "Weer Té*"TÏÏHVarén hom fiTF~- 'TT[r een past TfitiïïOTn pas er van ar Op oen avond kreeg ik oen boodschap om oen testament te komen opmaken hij een ouden landbouwer'in Werkorsberg. Die boodschap was me allesbehalve aange naam, want het was Februau en kond weer en daarbij was 't ai een uur of zes en ik kon op zijn vroegst eerst om elf uur terug zijn. -Er is de grootste haast hij," vertelde me de boodschapper. «De man kan ieder oogen- hoorden we een stem die riep -Gaat niet over de brug of ge zult veron gelukken." Do koetsier hield stil. -Wat is er dan vroeg hij. -Het ijs heeft de brug s'ukgeslageu. Ge moet terug."'. Ik opende haastig het portier. -De brug is onbegaanbaar. Te drommel, dat komt ons erg ongelegen. we hebben haast." -Waar wilt ge dan heen t" -Naar Werkersberg." «Dan doet ge 't beste terug te keeren en over Sandwijk te gaan." Iedere minuut is kostbaar," autwoordd# ik, -zouden we er niet over kunnen - Probeer het maar. ik als voetganger zag er geen kans toe. Maar laat je koetsier zeil maar eens gaan zien."' De man verdween in de duisternis. -Hij heeft gelijk", riep onze koetsier, »ik zal eens gaan kijken." Ik stemde toe en de koetsier liep de brug op. Ongeduldig wachtten wc op zijn terugkomst. Toen hij een paar minuten weg was, voelden we plotseling een heviger» ruk.' De paarden waren op hot gegaan. -Om 'Godswil, we gaan te water," riep mijn klerk. Onze harten bonalen, dikke zweetdroppels parelden op ons voorhoutd. Angstig boog ik mij naar liet pottier. -Goddank," riep ik, -zo gaan van het water af." -Maar we /uilen ergens tegen aanvliegen, en worden dun verpletterd." "We moeten er uit zien te komen," zei ik. De klerk liiold me terug. -Als uw leven u lief is, blyf dan zitten, meneer," riep hij, «ge valt te pletter als ge er bij zoo'n vaart uitspringt." -Maar als we ergens tegen aan stooten zijn we toch verloren. We komen nu tusschen de boomen. Nu moge God ons genadig zijn." Aan uitspringen was geen denken meer, we zouden tegon de boomen te pletter zijn geslagen. Minuut op minuut verging en altijd hol den we maar verder. Een uur gingen we zeker zoo wel door, toen plotseling de wagen met oen schok staan bleef. We sprongen er snel uit, daar we vreesden, dat de paar« den er we9r van door zoudsn gaan, Hebt u dat gezien, meneer?" vroeg mijn klerk. -Wat «T t E N r, F. zijnen

Peel en Maas | 1905 | | pagina 1