voor
De Kruisdagen.
Waar is het einde
De terugkomst.
ZATERDAG 27 MEI 1905.
ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG.
No. 21.
K
Uitgever W. A. Van den Munckiiof, Venray.
Mengelwerk.
ui
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
Prijs der /Vdvertentiën:
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 c.
Een ernstige onderbreking der
paaschvreugde, welk de Kerk reeds
weken lang in een blijden Alleluja
zang uitjubelde, vormen de zooge
naamde Kruisdagen.
Voor 'n oogenblik zwijgt die vreugde
en hoort men in stede van dien jubel
de rouwende erbarmingskreet Kyrie
eleïsonHeer ontferm U onzer.
De heldere priestergewaden worden
vervangen door de kleur der boete, het
violet; en de ernstige woorden, waaruit
de liturgische gebeden zijn samenge
steld, wekken allen op tot die stemming
van- boete en berouw.
De oorsprong 'dezer boete- of bidda
gen klimt hoogop in de christelijke
oudheid. De heilige bisschop Sidonius
Appollinaris schrijft hun instelling toe
aan zijn vriend en tijdgenoot, Mamer-
tus, bisschop van Vienne in Gallie. De
plechtigheid der biddagen zoo heet
het Ep. 5, 14 bedacht, stelde in en
bepaalde het eerst Mamertics".
Deze Mamertus leefde in de vijfde
eeuw. Nu is genoemde bisschop wel
niet de uitvinder om het zoo eens
uit te drukken van het processie
nouden. Dit schoone onderdeel der
kerkelijke plechtigheden bestond reeds
lang voor hem.
Maar de vaststelling der drie dagen
onmiddellijk voor 's Heeren Hemelvaart
en het boetend karakter daarvan, moe-
en hem worden toegeschreven.
Aanleiding hiertoe vond hij in de
nachtige rampen, die 't volk teisterden.
m de straffende arm Gods te ontwa-
enen, beval hij, dat de geestelijken en
et volk op de drie bepaalde dagen
aarlijks in boetegewaad en onder boete
ezang godsdienstige ommegangen
ouden houdenterwijl voortdurend
ebed en strenge vasten deze dagen
enmerkte.
Spoedig na hare instelling vond deze
efening ook elders bijval. Het concilie
'an Orleans (511) gaf daaraan een
roote verbreiding. Paus Leo III
795816) voerde ze te Rome in en
inds dien was een algemeene ver
leiding gewaarborgd.
Een soortgelijke processie werd
eorganiseerd op het feest van den
1. Marcus, 25 April. De processie
ïeeft niets uit te staan met de gedach-
enis van dien h. Evangelist, maar
rel met bepaalden datum. Indien dan
ok om eenige reden de herinnering
'an den h Marcus wordt verzet, dan
Tordt nog op dien dag bedoelde
rocessie gehouden. Alleen in het
.eldzame geval, waarin op 25 April
iet Paaschfeest valt, wordt do pro-
essie verschoven op Dinsdag daarna.
Jaus Gregorius dé Groote koos den
5en April, omdat op dien datum de
ïerinnering invalt van Petrns' komst
aar Rome, een hoogst gewichtig feit
de kerkelijke geschiedenis in 't
Igeraeen, is die van het Pausdom in
et bijzonder.
De processie der Kruisdagen worden
enoemd IAtaniae minores (kleinere
tanie), die van Sint Marcus IAtaniae
lajores (grootere litanie).
Het verschil dezer benaming komt
iet voort uit de litanie, die dan
ezongen wordtwant deze is bij
ide plechtigheden de litanie van alle
eiligen.
Maar de Kruisdagen werden kleinere
genoemd, omdat het feit, op 25 April
herdacht, grooter en dus feestelijker
moet geacht worden.
Het dool dezer processiën was om
door boete gebed en vasten de
goddelijke rechtvaardigheid tc verzoe
nen, de goddelijke barmhartigheid af
(e smeeken, de goddelijke goedheid
to danken en harén zegen af te bid
den, voor hetgeen men aan der aarde
schoot had toevertrouwd en wat men
hoopte dat tot rijken oogst zou
ontwikkelen.
Treffend gebruik in ons kerkelijk
leven
Met inspanning aller krachten heeft
men de akkers voorbereid.
In gulion rijkdom wierp men het
zaad in den grond. En nu, nu moet
die mensch na al die vooi-beroidonde
maatregelen de ontwikkeling zijner
werkzaamheden afwachten.
Wat hij doen kan om der natuur
in hare werking bij te staan, betee-
kent niet veel.
Wat die werking der natuur kan
verhinderen en de verwachtingen des
menschen vernielen, is machtig veel.
Nachtvorsten, stormen, hagel al
die wilde spelingen der natuur kun
nen zijn inspanning vernielen, en zijn
oogst verwoesten.
Het ongedierte kan de ontluikende
planten vernielen.
Machteloos staat de mensch in
vele opzichten tegenover de talrijke
vijanden, die zijn werk kunnen te
niet doen.
Wat is er dus redelijker, dan dat
die mensch zich tot den Heer der
natuur richt om Diens machtige be
scherming voor zijn arbeid in te roepen*
Wat redelijker, dan die zondige
mensch door boete en versterving en
gebed zich dien zegen des Allerhoog-
sten waardig maakt
Voor dien mensch hangt van de
vruchtbaarheid zijns arbeids zoo mach
tig veel afen daarom richt hij zich
in deze hoogst belangrijke aangelegen
heid tol de machtige voorsprekers bij
Gods troon, tot Gods lieve Heiligen
om door hunne machtige voorspraak
verhooring te vinden bij God
Ziet, daar trekt het volk in lange
reien door zijn akkers.
De gedachte, dat in dien donkeren
grond zijn hoop, zijn winst, zijn levens
onderhoud rust, stemt hem tot god-
vruchtigen ernst.
En dringend vraagt zijn biddend
hart «O God, wij bidden U verhoor
ons, en zegen de vruchten onzer lan
den."
En als hij denkt aan de vel6 gevaren
die zijn arboid bedreigen, roept hij
met nog krachtiger aandrang «Van
alle kwaad, verlos ons Heer".
En zoo schreidt hij voort zingend en
biddend tot Ilern, van Wien alles
komen moet groei en wasdom en ont
wikkeling en vruchtbaarheid.
O Gij alleen, die belang hebt bij
het vruchtbaar gedijen onzer velden
en wie is dit niet?
Sluit U aan bij dio talrijk biddenden
en vraag met hen dien onmisbaren
zegen in het dringend.
Te roganncs audi nos
O God verhoor onze smeeking.
JAN.
Kalajef, de moordenaar van den
Russischëft grootvorst Sorgius, wiens
tragisch einde ons allen zonder twijfel
nog versch in het geheugen ligt, is
zooals men weet in geheime zitting
ter dood veroordeeld.
Die geheime zitting was.echter geen
beletsel voor de overal doordringende
koningin der aarde, voor de pers.
Want er zijn verslaggevers bij te
genwoordig geweest, die ons nu het
stenografische verhaal leveren van alles
wat daar gezegd i.s, vooral binnen
den moordenaar zelf.
't Maakt een allerakeligston indruk.
Aanwezig waren in de rechtszaal,
behalve de rechters, ook 'eenige offi
cieren en de moeder van den
moordenaar Kalajef, een magere blonde
jonge man van 30 jaar trekt, bijzonder
de aandacht door zijn kalmte en dooi
den toon van onverschillige minachting
in zijne woorden.
Reeds aanstonds echter, nadat de
rechter hem heeft gevraagd, of hij de
akte van beschuldiging heeft ontvangen
merkt hij «voor alles op, dat hij geen
beschuldigde is, maar
gevangene," zegt hij
«Wij zijn twee oorlogvoerende par
tijen.
Gij zijt de betaalde organen van 't
kapitaal en van de regeering van den
Tsaar en ik ben de rovolutionnaire
socialist, de wreker van het volk.
Natuurlijk wordt'hem aanstonds ver
boden op dien toon door te gaan
maar verhoor genomeD, antwoordt hij
met de meeste bedaardheid op de vraag
van den president, of hij schuld be
kende, dat Sergius wel onder zijne
handen den dood heeft gevonden, maar
dat hij op gronden der moraal geen
schuld kan bekennen.
Nu volgt zijne drievoudige uitvoe
rige verklaring dat de Grootvorst tal
rijke misdaden heeft begaan tegen hel
volk.
Vooreerst als gouverneur-generaal
van Moskou.
Ten tweede als voornaamste inblazer
der reaction nai re pat tij.
Ten derde als voornaamste invloed
oefenende persoon op den Tsaar.
Hij verklaari ten slotte dat hij de
van het volk last hebbende voltrekker
was van het recht en hoopt dat de
rechters ook den mond zullen hebben 't
(uitgesproken) doodvonnis even openlijk
te laten uitvoeren, als hij 't doodvonnis
van do revolutionnaire partij openlijk-
heeft voltrokken.
En langzamerhand, bij de stille
overweging dezer waarheden, die nie-
>ohts een mapei tenzij de van elke Christelijke
zult niet doodslaan.
Van oorlogvoerende partij" is na
tuurlijk in de wilskrachtige beteekenis
goen sprake en als wettige overheid,
die een misdadiger straft kunnen noch
Kalejef, noch de geheele vlakte der
anarchistisch revolutionrtairen zich
voordoen.
Noch in het eene, noch in 't andere
geval kan dus met eenige mogelijkheid
gedacht worden aan de groote uitzon
deringen van het vijfde gebod.
De overheid in Rusland doet haar
plicht niet
Zij vervolgt de prolelaiërs op af
schuwelijke wijze, zij gaat gedurig
voort de arbeiderspolitiek te demora
liseeren.
Dat zij alles aangenomen.
Maar dan nog blijft de waarheid en
de wet bestaan al zouden de wereld
lijke overheden aan de eischen van hun
verheven waardigheid niet beantwoor
den, al zouden zij zelfs zondig zijn, zi.
moeten toch om hun gezag en als door
God, »door Wien de Koningen regee-
ren" aangesteld, als Zijne plaatsbekle
ders beschouwd worden.
van
Dit slechts zeer korte relaas
Kalajefs pogen tot goedsproken zijner
misdaad zal op el kon onbevooroordeel
de denzelfden weerzinwekkenden indruk
moeten maken.
Want eenc misdaad en eene afschu
welijke misdaad blijft het.
Als hij zegt op gronden der moraal
geen schuld te kunnen bekennen, welke
is dan de moraal, die dezo menschen er
op nahouden t
De Christelijke toch zeker niet.
Want voor de Christenen blijft nog
altijd het vijfde gebod van kracht, gij
liet vonnis is, zooals men later meldt
ook reeds voltrokken, den 16e dezer te
Moskou.
idee absoluut versiokehë; zalioóche-
nen, langzamerhand wekt nu de persoon
van dezen moordenaar in plaats van
afschuw ons diepste medelijden.
Slachtoffer was hij van de meest
godsdieustlooze dweeperij, slachtoffer
misschien van eene opvoeding zonder
God en indien dit het geval was, wat
zal dan het hart der moeder, mede in
de rechtzaal aanwezig, ontzettende
wroeging, pijnvolle foltering hebben
verduurd.
Het kind dat zij met zooveel liefde
heeft groot gebracht, don zoon, dien zij
opvoedde met zooveel teedcre zorgen,
voor haar oogen ziet ze hem neerzitten
op de moordenaarsbar.k, niet omdat
hij in drift een ander naar 't leven
stond, maar omdat hij loochenend God
en gezag, in ijzige kalmte een moord
pleegt en dan nog op gronden der
moraal zich niet schuldig gevoelt.
Arme mooder, arm kind, arm volk,
dat zonder den steun en het licht van
den godsdienst zich verbeeldt zijn rech
ten te kunnen veroveren
Het was in het laatst van Mei 1811
Verschillende krijgsgevangenen van het
leger des keizers koorden naar hun haardste
den terug. Onder hen bevond zich kapitein
Roeher, dien wij ontmoeten aan het begin
van een dorp in Champagne, waar hij, in
hurgcrkleeding gestoken, plaats neomt vooi
een herberg.
«Kont u," vroeg hij aan den waard, die
beleefd buigende naar buiten kwam, kapitoin
Danglar «Ja, mijnheer, die woont hier
niet ver vandaan. Hij is thans opzichter
dor staatsdomeinen in dit departement,
want door zijn wonden, hooft hij den dienst
moeten verlaten,
«En leeft hij alleen of. f
«Alleen met een ouden knecht,"
«Ik dacht, dat hij een jong meisje bij
zich in huis had."
«Daar heb ik nooit over hooren spreken
maar ik woon hier pas sedert drie maanden."
Het barsche gelaat van Roelier werd nu
nog barscher.
«Breng een Hesch wijn en twee glazen
in laat kapitoia Danglar zeggen, dat er hier
iemand zit to wachten."
Na een kwartier verscheen kapitoin Dang
lar. Hij was een man van ongeveer hetzelfde
voorkomen als kapitein Roeher, maar zijn
rechterarm hing als verlamd hij het lichaam.
Zoodra hy zijn ouden wapenbroeder her
kende, uitte hij een kreet van blijdschap
en liop hij met uitgestoken hand naar Roohrr
toe.
«Dag, besto Roeher, bon jij daar, God zy
geloofd Wij dachten allen, dat je dood
was."
Maar de aangesprokene bleef koel en
sprak koitaf
«Voordat ik je, de hand geef moet je
eerst antwoorden op mijn vraag. Ga ziften."
«Zooals je wilt," zeide de andere niet
weinig verbaasd en nam tegenover hem
plaats.
«Toen ik uittrok, heb ik je mijn dochter
toevertrouwd. Waar heb je haar gelaten
Men heeft mij gezegd, dat zo niet meer bij
je in huis is."
Dat is zoo."
Waarom niet V'
-Omdat zij, toen zij trouwde, haar man
heeft moeten volgen."
Roeher sprong op van zijn stoel.
«Zy getrouwd? En ik ben niet eens daar
over geraadpleegd Sedert wanneer mag
men over een meisje beschikken, zonder dat
de vader er in wordt gekend Toen ik in
de vervloekte citadel van Glatz opgesloteu
zat, waicn mijn gedachten onophoudelijk in
Frankrijkhet beeld van mijn dochter
tvond mij s^wds voor oogenmaar :Uc
oelde mij gerustgesteld, want ik dacht,
dat ik haar had toevertrouwd aan eeriyke
handen, en geen oogenblik kon ik vermoe
den, dat ik mijn vertrouwen zoo had
misplaatst."
Danglar hoorde deze toornige woorden
aan zonder dat zij hem schenen te kwetsen.
Iedereen dacht, dat je dood was," ant
woordde hij bedaard. «Van officieele zijde
was mij dit bericht geworden. My, werd
de voogdij over je dochter opgedragen, om
dat jij mij haar had toevertrouwd en ik
haar naaste bloedverwant wasik heb
gebruik gemaakt van mijn rechten en mij
gekweten van mijn plichten."
Deze uitlegging deed echter de gramschap
van den vurigen soldaat niet bedarenop
bijtenden toon vervolgde deze
•Je zal mij dan ten minste toch wel willen
zoggen met wien zij getrouwd is
Neen, zoolang je nog zoo opgewonden
bent, niet. Ik wil de rol niet spelen, van
beschuldigde en een verhoor ondergaan."
Beiden bleven zij nu eenige oogenblikken
sprakeloos zitten. Roeher wilde niet bekennen
lat hij veel te drifiig was geweest, doch
hij gevoelde, dat hij ui de plaats van Danglar.
zich ook niet dit alles zou laten welgevallen.
Hij wacht'e dus af wat deze zou doen en
deze was de eerste, dio het gesprek weer
begon
Je zegt geen woord ovor je ouden mak
ker Renneval?"
Waarom spreek je over Renneval? Wij
zijn immers al sedert lang kwade vrienden."
Om ernstige redenen
Pi.rbleu, ik vond hom altijd op mijn
weg als er zich een gelegenheid voordeed
om zich te onderscheiden.
Bij Albeck moest er een Oostenrijksche
batterij worden overval Ion ik hoopte, dat
mij dit zou worden opgedragen op hem
viel de keus en twee jaar vóbr mij kreeg
bij het kruis.
Bij Jena dezelfde geschiedenis ik stond
op het punt mij meester te maken van oen
Pruisisch vaandel, hij was mij vöör on de
wonde, dio hij daarbij opliep, werd beloond
met de kapiteins-epaulette. By Friedland
zou ik een Russisch hoofdofficier hebben
gevangen genomen, als hij dien niet voor
mijn neus had weggekaapt. Altijd en altijd
wa3 hy de man, die mij de schoonste
kansen ontnam.
En om grieven van dien aard heb jo met
hem geduelleerd
Het kon niet uitblijven wij verfoeiden
elkaar te zeer."
-Zeg liever, dat jij hom verfooide."
Hij had jo kunnen dooden, maar stelde
zich tevreden met jo een lichte wonde toe
PEEL
G INT IF. Nil li
MAAS