Meigroete. en ZATERDAG 13 MEI 1905. ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG. No. 19. Uitgever W. A. Van den Muxckiiof, Venray. Landbouw. Boekweit, bijen en bemesting. Mengelwerk. Uit het leven van een beroemd man. PEEL Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venrat 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. MAAS Prijs der Advertentien van 1 4 regels go elke regel meer 5 letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden Smaal berekend. PLEC'HTIGK VIERING der MEIMAAND en der MAIUA-OCTAYE* dd Miraculeuze Kapel van O. L. Vro "Behoudenis der Kranken". OOST RU M—VEN RA V 1 00 5. Zondag 14 Mei. 3 uur" Aanko.mst der pro cessie van W nssum. L»»f met preek en processie. Zondag 21 Mei. 0 uur Aankomst van de processie der Mai ia-Congregatie van Ven ray. Hoogmis met preek. 3 uur Lof met. preek en processie. Zondag 2$ A/tv. 3 uur Lof met preek en processie. 4f/s uur Aankomst der processie van de II. Familie van Venrny. Lof met preek en processie. Donderdag l Juni, Hoogfeest van 's Ileeren Hemelvaart. 3 uur Plechtig L-f. preek en processie. li. Alle dagen om 7 uur Leesmis, op Je Zondagen en Zaterdagen Hoog mis. Diasdag 15AugustusHoogfeest van Maria s Hemelvaart. 9 uur Aankomst der processie van Oiilo. Plechtige Hoogmis met preek 3 uur plechtig L »f met preek en processie Zondag 20 Augustus. 9 uur Aankomst dei Sint Ludovicusveiecniging van Venray. Hoiigmis mot preek. 3 uur Lof met preek en processie. Vrijdag 8 September. Feest van Maria 's fteboorte. ^Titel der Kapel) 9 uur Aan komst dor groote processie van Venray. Hoogmis met preek. 3 uur Aankomst der processie van Leunen. Lof met preek en processie. Zondag 10 September. 3 uur Lof, preek en processie. Op nader te bepalen dag. Processie dor Mana-Cengregatie van Boxmeer. Bij den Rector der Kapel is steeds gele genheid tot inschrijving in de Broederschap van de "Behoudenis der Kranken." Wees gegroet, liefelijke Meimaand die na den langen winterslaap, natuur weder tooit in 't bruidskleed eener verjongde, schepping Wees gegroet, vriendelijke lode eener aangename toekomstwaarin verheugen en genieten 't harte zal stemmen tot reine dankbaarheid voor den grooten Maker des lleeials Fier en krachtvol als de jongeling, sehoonen bloeitijd fles levens Berg on dal prijken met het weligst groen, nog door gecne brandende zonnestralen verzengd vriendelijk lachen de nauw ontloken bloempjes ons tegen, als 't schitterend borduursel op het pas ontrolde vloertapijt der aarde. Of Gods geest op 't. luisterende aard rijk daalt, zoo ruischt een liefelijk windje door de groonende twijgen, wier blaadjes als fluweel zich zachtkens ontwikkelen uit de leedere knopjes 't schoone woud tot pronkjuweel der schepping vormen. Welk verrukkend gezicht biedt de boomgaard Spreidt vrij uwe schoonheid ten toon, heerlijke bloesems, die de kroon zijt van 't lentegewaad, der vernieuwde aarde omhangen. Gij zijt het reukwerk, dat de wel riekendste geuren op dit benedenrand verspreidt en hart en zinnen streelt. Hoe vroolijk dartelt het rundvee in de grazige weiden en spartelt het vischje in den zacht vlietenden stroom. 't Vogelenkoor verrukt, alwie het prachtig tooneel aanschouwt van alle zijden klinken de stemmen der geve derde zangers ons tegen de schoonste melodiën mengelen zieh in en door elkander, als wilde ieder bloeien en elk om strijd het driewerf welkom aan de bekoorlijke natuur toeroepen. Aanschouwt de prachtige zon, die van des Hemels hoogen trans hare koesterende stralen werpt, en in des Scheppers hand de bewerkster is van al dat verrukkende 1 is 't niet, of zij uit hare ontoegankelijke hoogte een aanminnigen glans medevoer! uit vaders woning, die, in 't ongenaakbaar licht gezeteld, 't werk der almacht, aan zijne kinderen op aarde toont 1 En over dit alles welft zich 't blauw azuur, dat als 't gordijn voor 's hemels zalen, in breede plooien 't heerlijk tooneel overdekt, en in de eeuwige ordening der natuur, glansrijk zich ontwikkelt over al het ondermaansche. Zijt gegroet, liefelijke Meimaand die natuur vormt lot den schoonsten tempel, waarin alles juicht ter eero van den ongeziene, din zulk een Eden schiep en daarin Zijne kinderen piaatsle weiden over de bloeiende dalen en de rouwklachten des jammer, hoort vervangen door het zegelied der ver jongde natuur Hoe zacht een troost daalt in 't ge moed van allen, die, aan het. ziekbed gekluisterd, weldra weder zullen ade men in den vervroolijkendeu dampkring der jeugdige schepping Ware ook geen andere lof u bereid, dan die van 't hopend harte, dat smach tend uitziet naai' uwen koesterenden adem, dan nog was 't Al te klein, om de danktoonen dier gelukkigen te be vatten in den met gelaat tranen terd do rozen der gezondheid op 't. met het oog nog door geene van weêdom of smart verduis- met onbedorven gemoed en blijden levenslust,zoo treedt gij na sombere dagen en donkere nachten verkwikkend en koesterend le voor schijn, en overdekt alles met het waas van jeugd en schoonheid, van heerlijk heid en onbesmette reinheid, alsof voor het eerst over den donkeren chaos het machtwoord des Euwigen klonk »Er zij." Zonen en dochteren der aarde! juicht •n jubelt ter eere van Hem, «iens levenwekkende adem zachtkens zweefde over het verstijfde aardrijk, en met dien adem licht en warmte, groeikracht en uitbotting bevorderde wiens stem natuur wekte uit den doodslaap en den schoonsten morgen te voorschijn riep, alsol 't paradijs nog weder voor den sterveling werd ontsloten, Wie gevoelt zich niet gelukkig, als hij hel priesterschap in zulk een tempel aanvaart, door de Godheid zelve ge wijd Wie knielt niet gaarne op Gods voet bank ter neder, opdat gebeden uit een dankbaar harte, als 't welbehagelijkst offer tot Zijnen troon opstijgen, en gezangen. Hem tor verheerlijking, de zwakke nagalmen zijn van een bewcl- dadigd menschdom, wiens taal te ai m is, om den Allerhoogste naar waarde te prijzen f Van het eene tol het andere einde der schepping klinke de danktoon der aanbidding de aarde stemme in met der hemelen koor, waar de jubel zangen der zaligen eeuwig Zijnen lol verkondigen. Wie gevoelt niet de zoetheid van 't leven, als hij 't oog vestigt op 't werk van Gods handen als do dag aan den dag overvloedig sprake uitstort als de Meimaand alle tranen droogt eens in den hangen winter geweend als de treurende 't beschreide oog doet Wanneer de Meimaand in het land komt, gevoelt de geloovige katholiek behoefte, om God, den Gever aller gaven, te bedankencm Maria, de schoonste bloem in de order der genade hulde te brengen. Dankbaarheid versiert weer het aan trekkelijk beeld der vlekkeiooze Moeder Maagd, die van uit den schoenen hemel met welgevallen nedorzicht op ieder, die Haar vereert als dn schoonste Bloe- I Zoo viert de katholiek de Meimaand. Zoo verblijdt hij zieh 1 het herleven der natuur; zoo kwookVhïj deêgilon in zich aan, nog heerlijke! dan do schoon ste lentebloemen. Hoe schoon worden dan voor ons de bloemen, wanneer wij met de eerstelin gen der lente ons hart aalt Maria opof feren als wij opvolgen wat de dichter ons leert in't volgende vers: Wanneer de Mei met loof en bloemen Het veld, het woud, de beemden [tooit Wanneer 't gebloempt langs 't klaat'rend beekje Zijn zoete balsemgeuren strooit Wanneer de lentezon weerschitlerend IJ toelicht aan d'azuren trans 0 snelt dan allen naar Gods tempel Met groenend loof en bloemenkrans Ja, snelt dan heen naar 't huis des Ileeren Om daar met 't geurigst lentegroen Maria's outer te versieren, Brengt rozen aan en Meifestoen Omkranst met lieflijkst voorjaarsloover liet altaar, waar Heur beeltr'nis staat; Want Zij. Zij is ons aller Moeder, Ons aller troost en toeverlaat. Ontsteekt 't gewijde maagd'lijk waslicht Op 't altaar van die Moeder zoet, En knielt toch eiken dag ten minste Een wijle voor Maria's voet Zendt op tot Haar uw smeekgebeden, Heft aan een lied voor Haren troon Dan viert ge eens een ceuw'ge Meimaand, Gekroond met de eeuwige glorie kroon. G. C. wal «eu brenger. hij stapte nu hot bontje uit, tjuwja den jongeling Oi-uo hen is in do huid on spoedde zich wog zonder nau Rnbnrt'. dank t- willen luisteren. Die nc-uis Iwni te acht goudstukken eu 'ion daalders. Tevergeefs trachtte de jongeling zijn wel doener in te talen om hem zyu dank te betuigen. by was apocrines verdwenen. Zes woken daarna, toen hetzelfde brave huisgezin, dal nog aliyd met de gmolsla inspanning vuor de violating van hun huis vader ai beidde, hun sober middagmaal gebruikte, verscheen plotseling Itoberl, Ht rader, in hun nn-lden. Wie is in staat hunne verrassing en vreugde te beschryven De vader wierp zich in de nrmeu der zjjnen en vertelde nun, dal liy zijn geluk te danken had aan vyfiig goudstukken, die men hem met nog eoiiig geld voor reis- en verblijf kosten, by zijn inschepen ter hand stelde. Ity wist intusschou niet. wie zijn redder was. De huisgenooten stonden als verslagen van louter verbazing, en zagen elkaar verwonderd aan. Rindelyk brak de moeder 't stilzwijgen de boekweilteelt't is voornamelijk 'teling. dat Robert hem ut om dep. korrel te doen en volgens de u" l'~' 1 landbouwers is de opbrengst dermate achteruit gegaan,dat de verbouw als niet meer loonend, meer en meer wordt gestaakt. Wat hiervan de oorzaak kan zijn I'h' zijn er, die beweren, dat de achteruitgang van de bijenteelt oorzaak is, anderen weer beweren, dat de bijenteelt achteruitging mede tengevolge van hel verdwijnen der boekweitvelden. Hoe dit zij, beide partijen zijn van oordeel, dat er tusschen boekweilteelt en bijenhoudei'ij oen nauw vennnd bestaat. Met het opleven van de bijenteelt zou een uitgebreider boekweitbouw hand in hand kunnen-behooren te gaan. Daar echter de opbrengst te laag wordt geacht, is het zaak een onder zoek in te stellen of soms ook een andere oorzaak hiervoor kan bestaan, een oorzaak, in de bemesting Le zoeken. Als een ander gewas, haver bijv. door vreter ij'', d. w. insecten schade mislukte, -dan zaaide men vroeger, en ook thans nog, zelfs tol den langsten dag toe, nog boekweit, was een grond to schraal om een ander flink geWas voort te brengen, boekweit bracht in den regel een flink beschot op. Kan de oorzaak niet schuilen, voor het minder vruchtzetten, in eenzijdige behandeling van den bodom, waardoor bepaalde minerale bestanddeelen be ginnen te ontbreken Het is merkwaardig, dat op nieuw ontgonnen gronden de boekweit vroe ger ruime óogsten gaf, en dat bij voortgezette cultuur van lieverlede de opbrengst achteruitging. Daarom is het wenscholijk, dat bemestmgsprocvcn in dezen worden genomen, ten einde le onderzoeken, welke stoffen in den bodem moeten worden gebracht, welke beter niet De boekweit blijft toch steeds een gewas van belang, omdat ze zoo laat in het voorjaar nog kon worden gezaaid na mislukte gewassen, op stukken grond, die eerst laat gereed komen, op nieuw ontgonnen grond en op gron den, die over *l gehec! te schraal zijn om er een goed gewas van ie kunnen verwachten. Voor deza bemest ings proven neme men, om zuivere gevolgtrekkingen le kennen maken, uitsluitend kunst mest. Als gemidd. bemesting geven wc hier aan 300 500 KG. slakkemeel, .300 100 KG. patentkali en 150 KG. cbilisalpeter Ide helft bij zaaien, de tweede helft drie weken later, oppervlakkig uitstrooien slakkemeel en patentkali voor 'i zaaien onder ploegen i. Voor proefnemingen none men mei de hoeveelheden verschillende variaties, doch zorgo, vooral waar grootero hoe- voelheden chilisalpcter worden geno men, de boekweit hol te zaaien. De boven aangegeven bemesting kost ongeveer 38 a 50 gulden. S. S. le NV De 15de Mei is de datum van boek weil zaaien, maar de velden worden jaar uit, jaar in zeldzamer. De bijenhouders vinden dit zeer jammer, daar de boekweitdracht aardig wat honing in den korf kan brengen. Dit is echter het hoofdgewin niet in Toen hot donker was. verzocht de vreem- -lk geloof, zeide zij. -Jat onze zoon dit alles beworkt heeft, want reeds by het begin nwer slavernij heeft hij zich aangeboden in uwe plaats gevangene te bleven, maar ik heb hem ui zijn voornemen verhinderd. Wij hadden 0000 francs tot losgeld noodig, maar nog Mftelit.s do helf* vergaard, waarvka Ro bert het grootste gedeelte bijeenbracht waarschijnlijk heeft een vriend hem hierin geholpen. Toen de vader dit vernam, riep hij "Ongelukkige, wat hebt gij gedaant Hoe kan ik u voor mijne bevrijding dan ken. zonder er ora t« weenen Hadt gij mij niet ten koste uwer dengd vrijgekocht, dan zou zulks uwe moeder niet geheim gebleven zijn Op uw leeftijd kan men onmogelijk zich die middelen verschaffen. Ik sidder als ik er aan denk, dat uwe groote kinderliefde u tot een oneerlyke daad kan gebiacht hebben, "Stel u gerust, vader", ik beu niet zoo gelukkig geweest u door tuijn eigen middelen te kunnen 7rijkeopen. daarom zijt gij ook uwe vrijheid aan mij niet verschuldigd, maar ik ken onzen weldoener. -Moedor ging hij voort, -herinnert gy u dien vreemdeling niet meer. die, bij het verlaten van het bomje, mij z:jno geldbems ;nf en mij naar de geringste bizonderheden van vaders slavernij vroeg Ik zal hem mijn leven lang zoeken tot ik Uem vinde. opdat hij het werk zijner handen ion moge." Daarop verhaalde hij zijn vader voor- evallene tu&scliejl hem en den vreimd«-lmg n maakt" alzo»' a ui dmn> bezorgdheid eet. inde. Vader Robei t zag zich weldra van w ienJeu n beschei mers omringd; zijn voorspoed 'vertrof zyne stoutste verwachtingen binnen twee jaar was hij weer in goeden doen, en zijn geluk waren zijne brave kinderen. een Zondagmorgen ontmoette de zoon den vreemdeling, die alleen langs do kaden wandelde liy viel voor iiero op de knieöu, kon geon woord van dankbaarheid vin der.. De vreemdeling hield vol dat hij zijn wel- doener niet wna en er dm eene vergissing plaats had. Wel", zei de joukman, herinnert ge u dan Robert en zijn VAdcr niet meer Gij hebt den verkeerde voor ik ken u mot, eu gij kunt mij ook met kennen want ik beu een vreemdeling in Marseille eo vertoef hier sleclus enkele dagen.' Dat kan wel zijn denk echter maar eens na, mij uiteer, juist 26 maanden geleden zijt gij l.ier ook geweest herinnert ge u niet dat gij hier in de haven hebt rond ge- vaieti welke deelneming gij in mijn bit beloondet Neen, gij kuut niemand anders dun onze redder zijn. Kem u nu eens mee, het goed dat gij gesticht hebt, moet ge met uwe eigen oogen aanschouwen

Peel en Maas | 1905 | | pagina 1