Arbeid adelt.
Geïllustreerd Zondagsblad
Toch zijn bloed.
't Wordt winter.
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1904.
VIJF EN TWINTIGSTE JAARGANG.
No. 45.
il
Uitgever W. A. Van den Munckhoi', Ven ray.
Voor de Lezers
Het nieuwe Modeblad
Muzikale Bloemlezing,
PEEL
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Vknray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
MAAS
Prijs der Advertentiën:
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3 ra aal geplaatst worden 2raaai berekend.
20 c.
5 c.
zijn de volgende PI&EII1ES aan
opgegeven prijzen verkrijgbaar
verschijnt elke weok in 10 pagina's
Pi ijs por 3 maanden 37i/a Cts,
franco per post 45 els.
verschijnt 2 maal por maand in 12
pagina's. Bij elk nummer een uitvoe
rig palÊoor.blad on 16 pagina's
roman.
Prijs per 3 maanden 55 cts.,
franco per pes; SO cis.
verschijnt 2 maal per maand.
Telkens 12 pagina's muziek en 4
pagina's belangwekkende lectuur.
Prijs per' 3 maanden 60 Cts.
franco per post 80 Cis,
Vele ontevredenen op onze dagen
roepen Arbeid adelt" zeggen zij, die
met de handen in den zak, een deuntje
fluiten, staan te kijken naar zwoegen
de en slavende knechts, die voor hen
het werk verrichten, zelf niels uitroe
iend."
Daarom wanneer ik den lezer wil
herinneren, dat. werken den menseh
veredelt, dien ik eerst een korte ver
klaring le geven van «arbeid", of liever
een weerlegging var. den verkeerden
zin, dien men daaraan hecht.
Ploegen en spitten is arbeiden, maar
schrijven e.n rekenen is ook arbeiden;
timmeren, metselen, smeden is werken,
doch denken, studeeren is ook werken,
voor velen zelfs te zwaren arbeid.
Sommigen arbeiden staande, anderen
loopend en zien met afgunst neer op
hen, die zittend werken, totdat zij het
onaangename daarvan zelf moeten on
dervinden.
In dit stukje richtten wij ons dus
zoowel tot den knecht, dia hpt werk
verricht als lot, den meester die door
zijn kunde, beleid en zorgen zijne
zaken regelt! -
nArbeid adelt", want «ledigheid is
des duivels oorkussen'', (raat maar
eens naar de pleinen, naar de hoeken
der stiatcn van onze groote steden,
beschouwt hen maar eens aandachtig,
die te lui om te werken, hun tijd ver
spillen over leuningen en hekken van
bruggen, in onze volkstaal «balieklui
vers genoemd zij zijn u een levend
bewijs, dat arbeiden den menseh ver
edelt doch luiheid den menseh verlaagt.
Hun adeldom toch bestaat meestal in
onmatigheid en dronkenschap, zoodra
zij daartoe middelen en gelegenheid
hebben; onrechtvaardigheid, bedriegen
en stelen is hun hoofddeugd, tw ist er,
tweedracht hun dagelijksch werk. Hun
tong schijnt alleen geschikt tot alles,
wat laag en slecht is, zonder eenigen
eerbied voor deugd en omgeving.
Gaat maar eens naar onze café's,
herbergen en kroegen, waar de meer
gegoeden, de zoogenaamde deftige
nietsdoeners, fijn en netjes gekleed,
hun tijd dooffen. Ziet eens, hoe zij
daar op bank en stoel uitgerekt, ga
pende van luiheid en verveling, u met
een paar fletscho oogen aanstaren. Het
zijn meestal kenteekenen van een diep,
zedelijk bederf, en zou men hun handel
en wandel kunnen bespieden, dan zou
men de overtuiging krijgen De ledig
heid is de moedor var. allo kwaad."
■«Arbeid adeltwant werken ontwik
kelt 's roensclien lichaamskrachten. Om
dit to hew ijzen, behoef ik geen wijsgeer
te zijn. Wie zijn armen en schouders
aan zware lasten gewent, zal mis
schien later een kleine Santson worden.
Menigeen benijdt den molonaaidie
een zak meel wegdraagt als ware het
oen meelzak of den smidsjongen, die
met zulk een kracht den voorhamer
zwaait en neerploft, als wilde hij het
aanbeeld tot gruis slaan. Welnu, li
chaamskracht, sterkte en vlugheid dooi
arbeid en oefening verkregen, zijn al-
lijd als iets eervols beschouwd. Want
neem slechts een krant ter hand. Daar
hooi t gij den lof verkondigen van een
Samson, die uitmunt door sterkte en
kracht en ieders verbazing wekt. Hier
verkondigt men den lof van een over
winnaar op een wieier- of renbaan.
Met muziek en feestvreugd wordt hij
geëerd, die harder kan rijden, roeien
of zwommen dan oen ander. Zekei ai
die zaken wekken dikwijls onze lach
lust op, om 's wereld ijdeiheid, maar
het is toch een bewijs, dat men aan dat
alles een zekeren adeldom hecht.
vArbeid adelt", veredelt vooral het
verstand. Waaraan hebben wij die
heerlijke uitvindingen te danken, won-
doren op allerlei gebied, waarom men
de vorige eeuw een eeuw van vooruit
gang noemdeAan den jareolangen
arbeid, aan de onverpoosde studie, aan
de taaie volharding van hen, die dat
alles uitvonden of meer en meer vol
maakten. En juist hoe meer men zoekt,
hoe meer moeite men aanwendt, des
to vernuftiger wordt 's menschen ver
stand.
Wie gevoelt geen eerbied voor
den rijveren werkman, die zijn vak
goed verstaal l /.iet eens wat een
gemak hij heeft verkregen, om de
heerlijkste kunststukken te vervaar
digen. Wat is hij vlug in middelen
uit te denken om iets sterker en
mooier te maken. Dat heeft hij niet
in eens gekregen, maar langzamerhand;
door arbeid en moeite is hij een genie
op zijn terrein.
Wij welen dit misschien wel uit
eigen ondervinding. Wat waren w ij
als schooljongens niet vindingrijk om
den een of den ander een poets te
bakken f Wat wisten wij liet al niet,
slim aan te leggen om straf te ont-
loopen Als wij'dikwijls strafregels
moesten schrijven, wat hadden wij dan
met ons schooljongen «verstand al gauw
drie pennen in één penhouder bij de
hand om drie regels tegelijk te schrij
ven. Zoo zien wij dat door arbeid,
door oefening 's menschen verstand
meer en meer wordt gescherpt en
veredeld.
Arbeid adelt 's menschen karakter.
Arbeid adelt en staalt vooral het
karakter, want arbeiden kost offers.
Wanneer stoomfluit of bei liet werkuur
aangeeft, moet de werkman den huise-
I ij ken kring o( oenig ander aangenaam
gezelschap verlaten om wederom aan
denzelfden veelal misschien eentonigen
arbeid te gaan.
Wanneer hij op een heerlijken dag
andoren ziet wandelen en uitgaan
stapt hij zijn heete muffe werkplaats
weer in. Ja, de arbeid kost offers.
Maar daardoor juist, door de over
winningen in dien grooten strijd be
haald, wordt hij meester over ziclt
zeiven. De werkzame vreest niet voor
arbeid of moeite. Juist altijd datzelfde,
dat eentonige, al kl nkt het vreemd,
wekt veredelend op zijn walmend door-
rookortje in don mond, zijn schaafbank
en gereedschappen terug lederen dag
zet hij den hamer op liet hout, spijker
of beitel. Het is den zwarten smid
een lust dag in dag mi met den voor
hamer op 't gloeiend ijzer te beuken.
Al fluitend neemt de metselaar den
oenen steen na den anderen, papt hem
en legt hem met een tikje op zijn
plaats. Maar die volharding, die stand
vastigheid schenkt den arbeidzame
wilskracht, maakt hem aan oilers ge
woon.
Is zoo iemand dan ook iets van
plan, hij zal het uitvoeren en voor
geen moeite dienzen. Alles is bij hem
mogelijk en veel goeds brengt hij tot
sland.
Daarentegen de luie en vndzige
menseh wil Ml wil r j~
man. Hij wil en wil niet. d. i. hij
maakt en verandert, vernieuwt en ver
nietigt allerlei voornemens, terwijl hij
ten slotte niels tot stand brengt. Zoo
iemand gelijkt juist op een gulzigen
hond, die na herhaalde en vreeselijke
sprongen gedaan te hebben naar een
varkenskop, die voor de deur van den
slager hangt, zich moedeloos daaronder
neerlegt, wachtend of de kluif niet van
zelf naar beneden «alt.
Ziedaar, waarde lezer, hoe «arbeid
adelt," terwijl luiheid defi menseh
onteert hoe de arbeid de krachten
des lichaams en des verstands ontwik
kelt, en den menseh oefent en sterkt
in offervaardigheid en wilskracht.
Maar zal de arbeid u den waren
adeldom schenken, dan moet men
werken ah Christen, uit plicht en voor
God en dan veredelt do arbeid het
meest.
Wee den rampzalige, die den werk
man door laster en fijn bedrog zijn
godsdienst ontneemt en daarmede ook
de grootste waarde en adel van den
arbeid. Immers, wie God bij zijnen
arbeid niet tot doel heeft, is waarlijk
een slaaf.
N. P. M.
Hoe schooner hot weer wordt, hoe
kouder.
Als in de fijn-ijle lucht zoo heerlijk
op den middag de gouden stralen
schitteren, als 'i een zoo groot genot
is langs fraaie wegen een flinke wan
deling le doen, dan tegelijk ovorom-
pelt ons de koude, die we binnenshuis
slechts met vuur in haard of kachel
bestrijden kunnen.
En hoevolen helaas kunnen dat
niet
Voor hoevelcn is 't een bittere spot,
weerzinwekkende ironie te hooren
gaan, en nij zal met een liefdevolle
weldaad, aan zijn armen modemensch
bewezen, zich het zalig bewustzijn
verwinnen van te hebben welgedaan,
en een nieuwe verzekeringspolis be
taald hebben op de gouden kroon
daarboven.
Xaar bei Frame/,.
spreken van een schoonen winterdag.
Zij willen niet zien hel schonne in
de natuur daar buiten, omdat ze bin
nenshuis Ie veel ie lijden hebber, van
het barre jaargetijde.
Zij gevoelen voor de pracht van
den fraaie» winterdag niets, omdat
ze te veel moeten gevoelon zijn scherpe
koude.
Ons volk kan geen lijden zien zon
der het te willen verzachten, geen
tranen zonder ze te drogen voorwaar,
van het stoere Uollandsche volk een
der schoonste karaktertrekken.
Sloeg heel ons land nog niet voor
aorten tijd de handen van sionunc
verbazing ineen, toen in Rotterdam
binnen zou kunen uju zooveel gege
ven werd voor de weduwe van een
verongelukte
En
Nu beginnen de nachten merkbaar
langer te worden.
Later en later iederen dag klimt de
zon omhoog aan den gezichtseinder,
cn 't lijkt of ze moeilijk haar weg
betreedt,.
Ze vindt, in plaats dor lichte dauw-
dampen, die ze zoo gemakkelijk ver
dreef, nevel en mist, op haar weg.
Ze heefi een strijd te strijden, die
telkens moeielijker wordt, waarin ze
nog wel overwint nu en dan, maar
straks voor de ondoordringbaarheid
van dit beletsel schijnt te moeten
zwichten.
Rn des avonds, dan trekt ze al
spoediger weer van onze aarde haar
stralen terug.
't Wordt winter.
opnieuw, nu er een nood
kreet klinkt door het land een hulp
bede voor de weduwen en weezen
der verongelukte visschers, wie twijfelt
of de redding uit zal blijven
Dan geeft de arme van zijn pen
ningske, dan geelt de rijke van zijn
overvloed, dan tast ieder in den zak
om te geven, wat hij kan.
En 't moge eens of tienmaal of hon
derdmaal gebeuren, men blijft die
edele deugd beoefenen.
En sluw bedrog moge aan armoedo
dikwijls een aalmoes ontrooven, men
heeft de weerlegging reeds klaar met
dc vraag moeten de goeden dan
met de kwaden lijden
Maar dit is vreemd en opmerkzaam
waar voor 't buitengewone dikwijls
hand en hart zoo gul geopend worden
daar schijnt ongevoeligheid, neen
liever achteloosheid het gewone lijden
niet te zien.
Verre van ons om af te keuren dat
bij verschrikkelijke ongelukken, bij
rampen zoo veel en zoo graag gege
ven wordt.
Maar als die trillen doen in onze
harten de heilige snaren van 't mede
lijden, laten wij toch niet ongevoelig
blijven voor de voortdurende klachten
die opgaan ook midden onder ons.
Wij kennen Goddank die hartroe
rende gebrekstooneelen niet der groote
steden.
Maar wij hebben toch ook onze
arme medemenschen, die in meerdere
of mindere mate met hangen vrees de
winterkou zien naderen.
En buiten cn behalve degenen, over
wie een openbaar armbestuur of een
bijzondere vereeniging van weldadig
heid hare bescherming uitstrekt, er
zijn nog schamele armen, die zoo
hoog noodig hebben den steun, waar
voor zij zoo schrikkelijk zich schamen
Ook op dit terrein moge ieder, die
Langzaam sloeg de pendule in de eetkamer
uur. op hetzelfde oogenblik ging de deur
open. de oude Rousselot kwam binnen en
commandeerde
Aan tafel.
Maar grootpa, hoorde mon een zacht
bedeesd stemmetje zeggen, Jacques is er nog
niet.
De oude heer fronste het voorhoofd en
antwoordde scherp
Hij behoorde er te zijn. By my wordt
om uur gegeten, als hot mynheer Jacques
niet bevalt, dan kan hij ergens andere gaan
dineeren,
Jaqueline boog het hoofd zonder iets te
antwoorden en ging in de keukeu om de
soep te halen, die op het vuur borrelde.
Stiptheid was oen manie van den ouden
Rousselot en hij duldde niet, dat men ook
maar een enkele minuut te laat kwain.
Jacques komt om half zes van het kan
toor, zeide li ijhy heeft tijd genoeg, zicb met
zijn vrienden te amuseeren. Ik belet hem dat
hij hier ziji», ik heb geen lust om op hem'e
wachten.
Rousselot was niet gemakkelijk. Hy was
den oorlog geweest had de veldtochten
de Krim, in Italië, in China en Mexico
meegemaakt m zijn onderscheidingstoekenen
hingen in een groote lijst aan deli muur.
Boven alle het kruis van Legioen van Eer.
dat tiij door talryke dappere daden verdiend
had.
Tusschen de borden van fijn Delftach blauw
glansden zy als sterren ooder het bleek licht
van de lamp en werden iederen dag heiraelyk
door de hand van Jacqueline gewreven en
opgepoetst.
Dikwijls bleet de oude Rousselot er voor
staan en keek er lang naar. Zij waren de
roemrijke herinnering aan een verleden vol
dapperheid, zy waren zijn vreugde en zyn
trots geweest, want gelukkig was de arme,
oude lieer niet geweest. Drie jaar na hun
huwelijk waren zijn zoon en zijn schoondoch
ter bij een spoorwegongeluk omgekomen, f»
maanden later was zijn vrouw, die den he-
vigen slag niet raeor te boven was gekomen,
overleden.
Hij was met Jacques, zijn kleiuzooo, en
Jacqueline, zijn kleindochter, achtergebleven
en had hen van zijn bescheiden pensioen
opgevoed om van Jacques een man van eer
en uit Jacqueline een goede huisvrouw te
maken.
llij had niet te klagen gehad, want terwijl
Jacqueline een uitstekend huishoudstertje was
geworden, die het kleine huishoudentje voor-
deelig bestuurde, was Jacques in eene groote
zaak gekomen en werd door zijn patroon
z.eer gewaardeerd, zoodnt men hem eeu
glanzende loopGaan voorspelde.
Maar was dat een reden om niet op tijd
aan tafel te komen f
En de oude Rousselot, die over dat alles
nadacht, hield opnieuw zijn hord bij dc dam
pende terrine en verklaarde, zooals gewoon
lijk dat hij nooit smakelijker gegeten had.
terwijl Jacqueline, hem bedienend, een laatje
poging deed hem te vermurwen.
Grootpa, als er maar niets met Jacques
gebeurd is.
Zij stond op en ging naar het raam. Door
de jaloezieën zag men den regen, dte door
de straat joeg.
Het is zulk slecht weer.
Maar de oude man antwoordde met een
stem, die geen tegenspraak duldde
Nu nog mooier Je broer amuseert
zich.
Toch begon bij onrustig te worden. Wan-
neer Jacques, die gewoonlijk zoo stipt nauw-
'tbeter kan doen, in zijn naaste keurig was, zooveel te laat kwam, moester
omgeving een waakzaam oog laten ets buitengewoons zijn gebeurd. Misschien