Levensberfst. Sf ti imstrekin. DE LOTINGSDAG. De klompen Geïllustreerd Zondagsblad van een koningin. ZATERDAG 15 OCTOBER 1904. VIJF EN TWINTIGSTE JAARGANG. No. 42. Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray. Voor de Lezers n Het nieuwe Modeblad Muzikale Bloemlezing, Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. MAAS Prijs der Advertentiën: van 1 4 regels 2(1 c. elke regel meer 5 c. letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3rnaal geplaatst worden 2maal berekend. zijn de volgende PltlüMIES aan opgegeven prijzen verkrijgbaar verschijnt elke week in 10 pagina's Prijs per 3 maanden 37i/a Cts, franco per post 45 cts. verschijnt 2 maal per maand in 12 pagina's. Bij eik nummer een uitvoe rig patroorblad en 16 pagina's roman. Prijs per 3 maanden 55 cts., franco per post 80 cis. verschijnt 2 maal per maand. Telkens 12 pagina's muziek en 4 pagina's belangwekkende lectuur. Prijs per 3 maanden 60 Cts. franco per post 80 Cts. ue kToine mènsch. in atbediizucht' verwaten opgeblazen, weet zoo dikwijls ie hekelen het overschoone werk van den Gi'ooten instand-houder der na tuur. Wij bobben geer. winter gehad, heel het. Of: de zomer is veeile droog geweest. 01de herfst is maar al te vroeg begonnen. En nu l 'Mieris wordt dan gezegd, dat daar boven de regeling dei jaar getijden geheel en al in verwarring is. Waaraan wij niet, waaraan wij voel te weinig althans denken Om 't geen we zien in de natuur, toe to passen op ons eigen leven. Want de lente en de herfst, en de zomer en de winter, ze worden teruggevonden in ons aardsch bestaan. Ons loven. o we zuchten wel eenseen bron van kwelling, van veel verdriet en w einig vreugde Maar toch ondanks alles ons leven, ons schoone leven, waarin wij zoo veel lief en zooveel liefde vonden. Ons leven, nauw verbonden, saam- geweven met zooveel en zoovelen, die we hartelijk liefhebben. Opgeheven wordt het en rijk ge maakt door onze idealen, door ons vertrouwen, door ons geloof. Zie rond, o rnensch, voel in uw aangezicht de vlagen van regen en wind, hoor 't ruischen der dorre blaren, hoor 't zwiepen der kale boomen en vraag u zelf afwanneer zal onze herfst aanbreken Want komen moet hij, dat weten wij, komen onverbiddelijk. Neen, niet tot droefheid behoeft die gedachte u te stemmen want ook de levensherfst kan schoon wezen, ook de ouderdom kan eene heerlijk heid zijn. Gij kent er waarschijnlijk, of hebt 't geluk in een vader of moeder daarvan 't gelukkige voorbeeld te zien. Of althans staan u de stille, lieve trekken nog voor don geest van dien- zetfden. mochten ze al zijn heenge gaan naar 't land, waarvan niemand terugkeert. Zij, die grijsaards hadden levens ervaring en daardoor levenswijsheid. Hun gelaat sprak u van volhouden en volharden, van niet gemelijk op- geven of afwerpen van een opgenomen last, omdat er een strootje, misschien wel een balk in den weg kwam. Dat vriendelijk gelaat, verhelderd nog door een glimlach, kan zoo vol goed verstand it in de oogen blikken. En hun trekken zijn als herinne ringen aan geleden leed maar ook aan genoten vreugde, en naast wee moed, lichten uit hun oogen ook hoop en blijdschap. Hoe welluidend klonk hunne ver maning u in de ooren tot geduld, tot bezadigdheid, tot kalm, zachter oordeel, tol vergevingsgezindheid. En ging hun eigen levenspad door donkere duisternis, u, jongere rnensch! spreken zij van 't blijde licht. En dan richt ge u. weer op onder den last, en dan durft ge het leven weer aan. Dit is de schoone voorzeker vruch- tenrijke levensherfst,dien wij ouderdom i.o.-n.tv..- - Voor dezulken mogen zich schamen, de handen voor dn oogen, de ellendige nieinlingen, zoo veelialltg helaas in onze huidige wereld. Die in hun lentejaren reeds te vroeg den herfst zich op den hals halen. Die krachteloos en moedeloos vroeg oud zijn vönr hun tijd. Wio.n energie ontbreekt. Di t niet warm meer zich kunnen maken voor idealen, en geen geest drift meer in zich voelen branden. Die nimmer in heilige verontwaar diging de vuisten ballen, die nooit in brandend begeeren de handen uitstrekken naar verheven beginselen, en reine levensdaden. Maar die kan ook zijn liet droevige beeld van den hoorn, ilie in vollen zomer daar bladerloos staat en geen vruchten draagt. Nemen we ons voor hen in acht: ze zijn do dood in 't leven zij be smetten en verpesten. O, heerlijke Cliristen-idealen, schit terend als zoo vele zonnen aan den hemel onzer Jagen Laat hun lichtende, koesterende stralen ons krachtig beschijnen, en in ons binnenste hel hoogverheven verlangen wekken in kleinen of- grooien kring mede te werken tot Gods glorie en der menschen heil. Dan zal onze ouderdom ook eens een blijde herfst mogen heeten. Nog eenige dageu en velen die nog staan in den bloei der jeugd zullen zich aan de loting voor den militairen dienst moeten onderwer- pen. Op den bepaalden dag begeven zich de jongelingen uit de kleinere naar de grootere plaatsen om aan de loting deel te nemen. De lotingsdag is mees tal voor velen hunner een verderfelijke dag, wijl zij zich zco gemakkelijk te builen gaan aarr erken drank en, eenmaal door dien drank verhit, zich overgeven aan allerlei ruwe baldadig heden, niet zelden aan Moedigen twist. En dat gevaar is grooter voor diegenen, die zich tor loting naar een andere plaats moeien begeven, dan voor hen die in de eigene plaats loten. Vooreerst omdat zich de gelegen heid lot drankmisbruik voor de eer sten in meerdere mate voordoet. Na afloop toch der loting moeten de jongens bij het naar huis gaan nog menig heilig" huisje passeoren en 't valt hun zoo aangenaam om dan overal even te gaan pleisteren". Door het herhaalde gebruik van sterken drank wordt dan zoo gemak kelijk hun verstand bedwelmd en hun gemoed verhit, zoodat zij zich veelal aan alle wanordelijkheden overgeven. Die in de eigen plaats wonen daarentegen kunnen zich, roet een weinig goeden wil, onmiddellijk naar de ouderlijke woning terug begeven. Daarbij komt nog dat de eersten den goeden invloeit, missen, die een -.K-toen:*», terwijl voor de laaisten meest overal vereenigingen bestaan, die hen na de loting in hunne lokalen eene aan gename verpoozing bieden. Om nu te voorkomen, dat de lotingsdag een drinkdag worde, zou het beste en éénig afdoende middel zijn, dat in de lokalen, waar ver gunning is, dien dag geen sterke drank voor de lotelingen werd ge schonken. Dat zoo iets algemeen geschiedt, zal vooreerst wel tot de vrome wensehen blijven. Vandaar is het hoogst noodig, dat do lotelingen bijtijds van den kansol et' op worden gewezen, hoe verderfelijk op den lotingsdag de sterke drank voor menig jongeling al is geweest. Tevens dringe men er bij de jongens op aan, dat zij tenminste dien dag geen sterken drank gebmiknn. De woorden hunner leidsmannen tol hen gesproken op een loon van welge meende hartelijkheid zullen de beste vruchten dragen. Voegen de ouders daarbij hunne liefdevolle vermaningen, dun kan hel niet uitblijven of de lotelingen zullen dien dag geen sterken drank gebrui ken en zoo don lotingsdag ordelijk en vredelievend doorbrengen. Het gemoed onzer jongens is gelukkig nog ontvankelijk genoeg om te durven hopen, dat zij den welgemeenden raad, om zich op den lotingsdag van sterken drank te onthouden, zullen opvolgen. In liet jaar 1701 was generaal Gilbert de Mortier, markies de La Fayette, verbonden aan het hof van Marie-Antoinette, de weder helft van den hoogst ongelukkigen koning Lodewijk XVI van Frankrijk. Hy was minder hoveling dan wel soldaat, maar zyn etrouwheid en toewijding jegens zijn souve- rein en diens schoone gemalin waren grenzeloos. Wanneer hij buiten dienst was, was hot zyn grootste genoegen zijn vrijen tijd door to brengen op zijn landgoed, in Auvergne. 't Was een oud historische plants, in de na byheid van Chavaniachalf vesting, half kasteel, omgeven door grachten en wallen en gelegen in een cenigszins woeste en boschrjjke landstreek. Rondom dit oude verblijf van zoo onbehagelijk uiterlijk bevon den zich een menigte kleine, nederige hutten waarin dc pachters van den markies iugeto- gen op vreedzame wyze in welvaart leefden. Hij werd door allen zeer bemind en gepre zen, want hij was een mcnschlievend en hooggeacht landheer. In een van deze hutten leefde een jonge klompenmaker, van zyn vroege jeugd af reeds wee3. Zijn levenswyze was stil en eenzaam, want hij woonde alleen, hield er geen gezelschap op na en zocht vrienden nog kennissen. De dorpsbewoners waren aan deze vreemde en sombere levenswijze gewoon geworden en zagen bem dientengevolge aan voor iemand, die eenigszios beroofd was van zijn verstand. Vandaar dat zy hem noemden in hun provinciaal dialect, -Darazou" iemand zonder rede. Deze was evenwel niet de eenige naam waarmede hij werd aangeduid. Aan een van de vuile wanden van zyn nederige hut bevond zich, boven een oud geweer, een portret van koningin Marie-Antoinette. Behoudens het kruisbeeld en een zeer oud geschilderd beeld van de H. Maagd, was dit de eenige schil derij in het verblijf van den jeugdigen klompenmaker. Eindeloos lang had men hem naar dat portret zien staren. Het scheeneen nyzondere aantrekkingskracht op den jonge man uit te oefenen, daar hij onveranderlyk vlak daartegenover zat te arbeiden, en zyn oogen zelden ervan afgewend waren. Aan geen der klanten en dezen waren talrijk want Darazou was een vlug en knap werk man was deze voortdurende getuigenis van stille bewondering ontgaan. Voor de meisjes in hoofdzaak was dit een bron en een aanleiding tut geestigen spot, daar zy de gewoonte hadden al schertsende te zin spelen op den eenvoudigen klompenmaker, als de vriend van koningin Marie-Antoinette. Het behoorde volstrekt niet tot de zeldza me gebeurtenissen, als de oude generaal, markies de La Fayette, by zijn pachters een bezoek aflegde en des avonds met hen wat zat te keuvelen. Zij schaarden zich gaarne om hein heen, om te luisteren naar de ver halen van zijn vele veldtochten; en de vrouwen waren nooit gelukkiger dan wan neer zij hem er toe konden brengen om te vertellen van de heerlijke gebruiken aan het hofvan de recepties, de bals en picnic's by do koningin. En wanneer de krijgsman zich kon laten overreden zijn veldlochtsverhalen te verwisselen tegen die van het hofleven, dan was er geon hoorder die aandachtiger toeluisterde en meer in verrukking weid gebracht- dan Darazou, Op zekeren avond zat de generaal, in grooter kring dan gewoon, te vertellen van de laatste aardigheden en invallen van de koningin. IIer betrof haar zwak om voor boerin te spelen, waarin al de hofdames haai voorbeeld volgden. Hoe zij zich kleedden in korte rokjes, met gewone keurslijven en halsdoeken hoe zij klompen droegen hoe zij landbouwwerk verrichten door zorg te dragen voor het gevogelte, de koeien te melken, boter te maken terwijl dit alles plaats had te Versailles in het paleis van Trianon. Bij het vertellen van de klompen, spitste Darazou zyn ooren. Toen de oude generaal evenwel had opgehouden met spreken, waagde hij het heel bescheiden te vragen En draagt Hare Majesteit waarlijk echte klompen, generaal V' Ja, mijn jongen, dat doet zy als zij voor tijdpasscering boerinnetje speelt." "En zoudt u Hare Majesteit er een paar van mij wilieu aanbieden, als ik ze zoo mooi gemaakt heb, nog mooier zelfs dan voor de meisjes, die ze op haar trouwdag dra gen Wel zeker, wil ik dat doen, mijn goede Darazou. Begin er maar aan, en doe je beet maak ze, alsof ze door Hare Majesteit op haar trouwdag moesten gedragen worden." Terstond richtte Darazou zich overeind, terwijl hij zich naar zijn kleine werkplaats spoedde, waar hij zich opsloot gedurende een tiental dagen, alle nieuwe bestellingen van de hand wijzend en de oude veronacht zamend. Menigmaal en dikwerf had hij zyn beste pogingen aangewend, tot het maken van een fraai stel klompen op het breedvoe rig. dringend aanzoek van een paar heldere oogen en van een vleiende tong, voor het huwelijk van de een of andere boersche schoone. Maar nimmer te voren waardeerde hy zoo zijn bekwaamheid en zijn tijd en zijn geduld in het fatsoeneeren, graveeren en nauwkeurig bewerken van een paar als dit, thans bestemd, naar hij hoopte, te worden gedragen door de koningin Maric-Antoinette van Frankrijk. Eindelijk waren zy klaar en begaf bij zich daarmede, na ze in een zacht papier gewik keld te hebben, naar hel kasteel van den generaal. Dc oude edelman ontving hem zeer vriendelijk, onderzocht tot in de kleinste bijzonderheden de klompen, bracht op edel moedige wyze hulde aan dit stuk werk, aan den vorm en aan het fijn uitgevoerde gra veerwerk, prees de fraaiheid van teekeniog boven op de wreef een hart en het uitsnyden der letters J. T. V. L., de initia len, waarmede het in die streken de gewoonte was dat hart te omgeven van elk paar klompen, die by huwelyksgelegenbeden gedragen worden. De markies verklaarde, dat er inderdaad te voren nooit fraaier, eleganter en sierlyker paar houten schoe nen uit eeus klompenmakers handen waren gekomen. Hij zou ze zonder raankeeren aait de koningin aanbieden. Darazou was geheel in verrukking by de gedachte, dat de groote en schoone konin gin zyn geschenk zou zien, ja, misschien zelfs het zou dragen. Onder haar portret, schreef hij dezelfde geheimzinnige letters neerhy staarde er met meer gespaonen aandacht naar dan ooit en gaf zichzelf over aan langdurige overpeinzingen, beurtelings vervuld van de dolzinnigste verwachtingen en van de grootste angsten. Middelerwijl had de markies als naar gewoonte de hoofdstad bereikt en spoedde hij zich van daar naar Trianon. De koningin en haar hofhouding vervuldeo in haar vrye uren, waarvaAi zij er te veel hadden, nog altoos de rol van schaapherdeiinDen en boerinnetjes. Deze aardigheid had tot dusverre geen plaats gemaakt voor eeoig ander amusement. Toen de markies dus eerbiedig voor zyn meesteres had gebogen, was da gelegenheid inderdaad gunstig en geschikt tot het aanbieden van Darazou's nederig geschenk. Aldus handelende, verzekerde hij aan Hare Majesteit, dat zij tot de echte en oorspronkelijke soort behoorden, buiten gemaakt, juist zooals zij worden gedragen bij huwelijksplechtigheden in zijn land streek, behoudens dat deze sierlijker waren an vorm, en fyner geornamenteerd en gegraveerd. De koningin was opgetogen over het eschenk zij vroeg wie ze gemaakt had en wat de bedoeling was van die geheim zinnige letters J. T. L. V. De markies sprak haar over Darazou, van zijn stille bewon dering voor Hare Majesteit, van haar portret, dat in zijn hut hing, van het aanbod, dat hy vrijwillig deed, en het zeldzame geduld en zijn bedrevenheid, waar mede hy zich aan de zichzelf opgelegde taak had gewijd. •Arme jongen, hoe vriendelijk en edel moedig van hem. Zyn klompen zijn werkelijk fraai, en voor klompen zelfs smaakvol. Maar u heeft mij niet gezegd, wat die initialen J. T. L. V. moeten beduiden, mijnheer do markies." Heb ik daartoe Harer Majesteits volle permissie Zeer zeker hebt u die, mijnheer de markies." «Zij beteekeneu. Majesteit, de woorden •Je t'aimerai teute la vie" (ik zal u heel myo leven liefhebben In onze landstreek, Majesteit, is het de gewoonte, dat door den biuidegom aan zijn bruid een paar huwelijksklompen als geschenk worden aangeboden, waarin altoos deze initialen, rondom een hart, uitgesneden worden. Deze klompen worden hoogst zotgvuldig bewaard, alleen by groote gelegenheden gedragen en

Peel en Maas | 1904 | | pagina 1