W. A. van den Munckhof.
Gymnasium te Venray.
's Pausen jubilé.
GRATIS.
Feest van den H. Joseph
Een beroemde boogschutter.
ZATERDAG 1 MAART 1902.
DRIE EN TWINTIGSTE JAARGANG.
No. 9.
Uitgever
Deze Courant verschijn- iederen Zaterdag.
EEMCE BIJZONDERHEDEN
SmaktVenray.
Landbouw.
Mengelwerk.
Abonnementsprijs per kwartaal.
Prijs der Advertentiën:
III.
Niet minder clan hunne voorgangers,
■wijdden ook de volgende Prefecten:
Trix, Aussetns, Laumen en Bengvoort
ai hunne morgen aan den bloei van
het Gymnasium.
Onder Prefect Aussems vooral was
het aantal leerlingen aanzienlijk.
In 1874 werd Pater Laumen ander
maal tot Piefect benoemd.
Toen zijn opvolger, Pater Van der
Mazen, die reeds van 1855 tot 18G1
Prefect was geweest, in 1878 het
tijdelijke met het eeuwige verwisselde,
werd na een kortstondig tusschen-
bestuur, in Mei 1879 aan het hoofd
van het Gymnasium gesteld de be
ttende Pater B. Franssen.
Zoolang het zal bestaan, zal de
naam van dezen Prefect in het Gym
nasium in dankbare herinnering
voortleven.
Bij.zijne komst telde het Gymnasium
530 studenten.
In tien jaren tijds had zijne onver
poosde werkzaamheid dit getal zoo
sterk doen toenemen, dat er in 1890
wederom vergrooting der gebouwen
noodzakelijk was.
Dank der gemeente kon Prefect
Franssen naast het oude Gymnasium
twee kolossale vleugels bouwen.
De ruimte, welke hierdoor verkre
gen werd, was zeer groot.
Beneden vormde de linkervleugel de
zeer ruime studiezaal, aan den rechter
kant werd de recreatiezaal gebouwd
met tooneel.
Boven de studiezaal lag de kapel,
welke vooral in de laatste jaren
buitengewoon verfraaid is.
Boven de recreatiezaal werden vier
ruime klassen bijgebouwd.
I)e vele localen, om hunne ruimte
tijdens den zomer zoo luchtig mogelijk,
woiden tij lens het wintergetij door
centrale verwarming tegen do gure
atmosfeer beschermd.
Eene groote strook gronds, bestemd
tot speelplaats voor de studenten, werd
bij de nieuwe gebouwen getrokken.
Echter niet lang meer zou Prefect
Franssen aan hot hoofd staan van het
Gymnasium.
In Januari 1893 werd hij gekozen
tot Provinciaal dor Nedcriandsche
Minderbroeders-provincie.
Toen hij aftrad, telde het Gymnasium
meer dan 100 leerlingen.
Onder do hem opvolgende Prefecten:
P. P. Joosten, Corucïlisse, Van Lijn
schoten werd aan den nieuwen bouw
nog menige doelmatige verbetering
aangebracht.
Het aantal leerlingen tijdens de
laatste jaren was immer aanzienlijk;
op het oogenblik bedraagt het 106.
Ondanks alle stormen, welke over
haar hoofd zijn gegaan, staat de grijze
stichting der vaderen na een bestaan
van 250 jaren in een nog ongokenden
bloei.
Ai heeft de omwenteling haar,
evenals zoovele andere onderwijs
inrichtingen, opgeheven, zij is niet,
gelijk menige andere, voor immer
verdwenen.
Uit den dood is haar een leven ge
worden, rijker, vruchtbaarder, wel
dadiger dan ooit in eenig tijdperk van
haar bestaan.
Welk een verschil in dit jaar 1902,
met 1802
Toen nederig, klein, op den rand
des afgronds, thans grootsch en schoon
«fier rijzend voor hel oog in 't spel der
schoone vormen".
Vijfmaal het grijze hoold omplooid
met den gouden krans, den krans van
deugd en wetenschap, ziet de oude
school lerug in het lange verleden.
Rechtmatig is de trots, waarmede
zij op die talrijke, door haar gevormde
mannen wijst, die èn in den dwang
èn in de vrijheid ten steun strekten aan
Kerk en Maatschappij.
Lang nog blijve zij bestaan voor het
doel, w aarvoor zij gesticht werd, lang
nog ij vet e zij voor deugd en weten
schap
Laat komen, al wat kome,
Laat vallen al wat, valt;
Iloe dor verwoesting leuze
Ook dobr de wereld schalt;
Gij blij vet, grijze stichting,
Gelijk de onwrikb're rots,
Tot weerstand slechts geboren
In storm en golfgeklots
Naar aanleiding van het Jubilé jaar
dat Onze Heilige Vader Paus Leo XIII
thans ingetreden is, achten wij het niet
ondienstig, eenige bijzonderheden te
vermelden, omtrent de verkiezing van
dezen vermaarden vredevorst tot Paus.
Het was Dinsdag den 19 Februari
van het jaar 1878, dat kardinaal
Joachim Pecci, Camerlengo der II.
Roomsche kerk, bij de twtede stem
ming voor de Pauskeuze, noodig ge
worden door den dood van Pius IX
z.g., acht en dertig stemmen van de
een en zestig uit het H. College op zich
veieeuigde.
Ofschoon hiei mee de vereischte twee
derden-meerderheid niet bereikt was,
kon het echter niet meer twijfelachtig
zijn, op wien den volgenden morgen de
keuze vallen zou.
De kardinaal-Camerlengo zelf had
dan ook reeds het voorgevoel van den
last der ontzaglijke verantwoordelijk
heid, die weldra zijn tengere schouders
zou drukken.
Keu voorgevoel, dat hem zoo aan
greep en beangstigde, dat na do eerste
stemming, toen reeds alles hem aan
duidde als den opvolger van Pius IX
groote, heete tranen aan zijne oogen
ontsprongen, en de bevende hand, die
bij het opschrijven der namen zijne pen
op don giond deed vallen, genoegzaam
verried, wat er in zijn binnenste orn-
g'"g-
Na de tweede stemming echter werd
do geweldige ontroering hem te mach
tig-
Dij stond van zijn zetel op, en zich
wondende tot een der eei bied waardigste
leden van het II. College, zeide hij:
«Ik kan mij niet inhouden. Ik moet
het H. College toespieken. Ik vrees,
dat het op het punt staal van een treu-
rigen misstap te doen. Men denkt, dat
ik een geleerd man hen, zij schrijven
mij veel wijsheid toe. Mjiar ik ben geen
van beide. Zij veronderstellen, dat ik
de vereischte eigenschappen bezit voor
een Paus. Ik heb niets daarvan. Dat
is het, wat ik aan de kardinalen wilde
zeggen."
Maar de kardinaal, tot wien deze
woorden gelicht weiden, antwoordde
den Camerlengo;
«Over uwe geleerdheid kunnen wij
beter oordeelen dan gij. Wat uwe
bekwaamheden voor de Pauselijke
waardigheid betreft, die zijn aan God
bekeml; laat alles aan Hem over.
De Camerlengo gehoorzaamde.
Den volgenden morgen. Woensdag,
werd kardinaal Joachitn Pecci met eeue
meerderheid van 44 stemmen door liet
II. Cyllege vajt kardi' alen tot opvolger
van Rrus IX g koz; >1 en beklom hij
den Pauselijken St jnder den naam
van Leo XIII.
Een drievoudig uuneljaar.
Het is wellicht niet van algemeene
bekendheid, dat onze beminde Paus,
in het jaar der voleinding van zijn
zilveren pontificaat 1903 nog twee
andere, niet minder zeldzame jubilés
hoopt te vieren.
Op Nieuw jaarsdag van het jaar 1843
ontving 11.1. de toenmalige dclegaat van
Perugia, Joachim Pecci, het bericht
zijner benoeming tot nuntius te Brussel
en in het Consistorie van 27 Januari
daaraanvolgende werd Mgr. Pecci door
paus Gregorius XVI g»*preconis< erd tot
aartsbisschop van Daniietle: de wijding
ontving hij in de basiliek van San Lo
renzo in Panisperna uit de handen van
den kardinaal secretaris Laiubruschiui
in tegenwoordigheid van de Belgische
ambassade, geaccrediteerd bij den II.
Stoel.
Paus Leo is dus sinds een paar
weken het 60e jaar ingetreden van zijn
aartsbisschoppelijke waaidigheid zoodat
het jaar 1903 voor den 11. Vader ook
een diamanten jubeljaar belooft te
worden.
Wel had eerst iw-het Consisterie van
19 Januaii 1846 zijn preconisatie plaats
als bisschop van Perugia, doch hij
behield daarbij den persoonlijken rang
van aartsbisschop, dien hij reeds
bezeten had als nuntius.
In 1855 19 December beloonde
paus Pius IX z. g. den ijver van Peru
gia's herder niet het purper van het
kardinalaat, zoodat, indien de vurige
wenschcn der katholieke wereld in
vervulling mogen gaan, het volgend
jaar voor paus Leo ook het jaar zal
worden van zijn gouden jubilé als kar
dinaal.
Zij, die zich voor het volgende
kwartaal op »Peel en Maas«
abonneeren, ontvangen de in de
maand Maart verschijnende nos.
Patroon van een gelukkigen levensstaat,
van de Christ, huisgezinnen en
van een zaligen dood.
Stikstofbemesting in het voorjaar.
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
I.NI)V?|
van 14 regels 20 u.
elke regel meer 5 C-
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst, w >rden 2maal berekend.
OMTRENT MET
TE
fl. Op allo ZON- KN FEESTDAGEN
van de maand MAART. nl. den 2, 9. 16, 19,
23, 25 en 30 Maart, zal des namiddags om 3
uur plecht ig Lof met preek gehouden worden.
2. MAANDAG 17 MAART, om 10 unr
Hoogmis met preek voor de processie van
Beugen, om half twee Lof met preek.
3. Op 't Feest van den H. JOSEPH (19
MAART), de Hoogmis met preek om 9 uur,
voor de H Familie van Venray.
4. DINSDAG 25 MAART, om 3 uur
Lof met preek voor de H. Familie van
Vieilingi>be<'k.
5. ZONDAG 20 APRIL. Beschermfeest
van St. Joseph, om 9 uur Hoogmis met preek,
voor de Congregatie van O. L. Vrouw van
Venray.
TWEEDE PINKSTERDAG (19 Mei)
om 3 uur Lof met preek voor de processie van
O vei loon.
IVISt lo. Ten allen tijde bestaat er
gelegenheid zich te laten inschrijven iu de
Broederschap eu iu '1 Scapulier van den
H. Joseph.
2o. Op de Woensdagen in Maart en
gedurende de geneele Octaaf va» het St.
Josephsfeest hegint du ii. Mis op'Ge WERK
DAGEN om 8 uur.
3o. Elke pelgrim kan éens in 't jaar. op
één dag naar verkiezing, één vollen aflaat
verdienen, op de gewone voorwaarden, mits
hij in de nieuwe St. Josephs Kapel kome
bidden tot intentie van Z. H. den Paus.
Ouder welken vorm de stikstof ook in den grond
komt, hetzij zij uit het regenwater, uit stalwesl, uit
kunstmeststoffen, uit de stoppels of «Ie ondergeploegde
groene hemesting in den bodem treedt, wanneer do
stikstof nog geen salpeterzuur of salpeterzuurzout is
dan moet zij dat in elk geval nog worden, eer zij in
staat is lot voedsel te dienen voor de planten.
Ile valpelervorming in den bodem is een zeer inge
wikkeld proces, «lat echter niet moet opgevat worden
als eene gewone scheikundige omzetting, doch waar
van het bewezen is, dat het alleen kan plaats hebben
bij aanwezigheid van kleine organismen. Het is dus
een soort van gistingsverschijnsel.
Vooral door een zekere Warington is deze gisting in
bijzonderheden bestudeerd en gevonden, dat zij bij
eene temperatuur van 37 graden het snelst plaats
heelt; onder 5 gr. nog slechts zeer gering is en bij
55 gr. C. geheel ophoudt.
Deze uitspraak kouit volkomen overeen met onze
waarnemingen.
Wanneer in het voorjaar de temperatuur laag blijft,
beneden 5 a 10 graden C. (I0;\ 50 graden Fahrenheit)
heeft er geen ol weinig salpetervoriuing in den bodem
plaats.
Wij zien dan ook, dat de gewassen, bv. de winter
granen. die anders in het voorjaar hunne volle ont
wikkeling krijgen, vrij slecht groeien.
-/ij kwijnen van de kou", zegt de landman; «Ie zaak
is deze: ze kwijnen bij gebrek aan stikstof. Van bet
oogenblik af, dat de winter is ingetreden, heelt de
salpetervorming in den bodem opgehouden.
De salpeterzure zouten, die misschien in den aan
vang van den w inter nog in den bodem waren, ziju
door de vele regens in het najaar en den winter naar
den ondergrond gespoeld, zoodat er in den grond
gebrek is aan dadelijk opneembare stikstof.
Ka daarin moet voorzien worden, opdat uw# granen
op tijd rijpen en vruchten vormen.
Ik zeg -op tijd", en gij zoudt kunnen opmerken:
-welnu dan maar een maandje later." Doch gij weet
dat elk gewas zijn eigen lijd heelt om te groeien en
rijp ie worden, en wannoer die tijd eenmaal voorbij is,
er nooit meer zooveel van terecht komt als anders.
Dus moet ge het met mij eens zijn. uat iu een geval
als boven (zooals wij zeer goe.l in dit voorjaar n» 1902
kunnen beleven) de verschillende wintergranen en
andere planten na den winter tuet dadelijk opneembar#
meststof moeten bemest worden.
De eenige vorm waarin al de stikstof direct opneem
baar is, is salpeter, en de meststof, die dus voor de
voorjaarsbemesting als van zeil is aangewezen, is
Chilisalpeter.
Nu in onze streek hut stryden roet boog en
pijl al meer en meer als een geliefkoosd
vermaak wordt beschouwd, meeuen we velen
een dienst te zullen bewijzen, door bier in het
kort eens de geschiedenis te beschtyven van
Willem Teil.
Laat ons dan maar beginnen.
Eenige landstreken langs bet Zwitsersciie
meer Uriier waren van oudsher vrye landen
geweest. Omstreeks Lef jaar 1300 regeerde
daar als landvoogd zekere Gessier, onder
wiens juk de bevolking zwaar zuchtte.
Zwaar 1
De wreede landvoogd beschikte over eigen
dom en leven naar willekeur. Verzet tegen
eene, zij het ook onrechtvaardige daad van
den machtige, werd gestraft met roof van
vrouw en kinderen, met brandstichting of
doodslag.
Zooals onze lezers wel zullen begrijpen,
morde het ongelukkige volk steeds meer en
meer, doch niemand durfde openlijk tot verzet
over te gaan. 't Had liera ook den kraag
g-kost.
En toch zou het eenmaal tot een opstand
komen.
De gisting coder cfe verdrukte lieden sprak
daar luid genoeg voor. De landvoogd Gessier
bemerkte ook wel, wat er omging, doch dat
bracht hem niet tot bezadigheid.
ik zal iicu gew vihiovi, -cn j ol- *o I-vijzen,
riep hij woedend uit en als wilde hij dien
wensch aanstonds vervuld zien, liet hij op de
markt van het stadje Altdorf op'n langen
stuak cöii hoed plaatsen.
Wie hier vooibykomt, groet en buigt
eerbiedig, gebood hij daarop.
Twee zijner dienaren moesten toezien of
aan dit bevei gevolg gegeven werd.
Nu kunt ge begrijpen, dat het arme volk
nog meer wiokte dan eers'. Buigen voor
een hoed Ach, hoe ver was het reeds met de
baibaarschheid van den landvoogd gekomen.
Zooals te denken valt, bleef de markt
voortaan ledig. Allen mijden zorgvuldig het
schandhout. Allen
Neen, tocli niet. Daar nadert Willem Teil
met zijn zoonije. Hij wil zich aan Gessiers
bevel niet storen.
Hij deed of hy den hoed niet zag. Onmid-
delijk werd hij daarom door de dienaren
gegrepen en voor Gessier gebracht.
Is dat uw zoon vraagt deze.
Ja lieer, antwoo'dt Teil.
Welnu, ik geef u de vryheid op ééne
voorwant de: gij zijt een beroemd schutter,
toon mij nu eens uw kunst. Ik zal het knaapje
op vyfiig schieden afstands vail u laten plaat
sen en hem een appel op het hoofd leggen.
Schiet hem er af.
Teil verbleekt.
Vergeving, roept hy 't is te veel gevergd.
Doch neen, Gessier wil van geen genade
weten. Smceken helpt niet. De landvoogd is
onver biddelyk.
Reeds is liet knaapje op vyftig schreden
afs'ands geplaatst met den appel op bet
hoofd.
Er was dus niets aan to doen.
Teil legt aan. ofschoon ieder wel begrypt
wat er in dat vaderhart omgaat.
De pijl suist Een donderend gejuich
stygt op; de appel is geraakt.
Ontdaan staat Teil daar als een stuk
marmer.
Ge zyt vry. zegt de landvoogd, maar ik
zag u een tweeden pijl onder uwe kleeren
verbergen. Waartoe moest die dienen f
Teil antwoordt niet.
Spreek viy uit, zegt Gessier, ik verzeker
u uw leven,
Welaan dan, roept Teil, zoo ik mij a
zoon geraakt had, was deze giftpijl voor u
bestemd. Ik verzeker, hij zou niet gemist
hebben.
Gussler verbleekt en raast tegen de menigte-
Boeit hem en brengt hem naar mijn
boot, waarop Teil stoutmoedig laat volgen: