W. van den Munckhof-Sassen.
ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1898.
NEGENTIENDE JAARGANG.
No 34.
Deze Courant verschijnt iederen Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitonland bij vooruitbetaling SïTc.
afzonderlijke nummers 6 c.
Prijs der Advertentiën:
Uitgever:
▼an 14 regels 20 o.
elko regel meer 5 c.
groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst, w mien 2maal berekend.
slechte, die men niet dan gedwongen in
dienst neemt.
Een. goed werkman is als puike
koopwaar: zij gaat gretig van do hand.
Een slecht werkman is als beschadigd
gereedschap: men gebruikt hel slechts
bij gebrek aan beter.
Er zijn er die klagen, dat hun
buurman rijk is en zij schuld hebben.
Wel, dat komt omdat de buurman
vlijtig is, en gij luiert.
Gij hebt Moeder Arbeid niet lief, ik
ondervind het.
Weet echter wel, dat alle rijkdom
moet komen van den arbeid en zonder
deze is geen loven denkbaar.
Laat alle schoenmakers het werk
staken en alle wevers ophouden, waar
zoudt gij schoenen en Uleercn halen
Indien alle landbouwers het eens in
hun hoofd kregen, het land één jaar
onbebouwd te laten, dan moesten de
bakkers van zelf sluiten, en gij zoudt
broodsgebrek hebben en van honger
omkomen.
Men ziel dus: zonder arbeid is er
geen loven
Natuurlijk zegt nu ieder: Moeder
Arbeid, gij hobi gelijk eu slaat den
spijker op den kop
Maar niemand past het op zich
zeiven toe: liever wil men niets
uitvoeren en toch een goed leven
kobben. Werkt men, dan is het otridat
de armoede aan do ooren trekt.
Had God u doen geboren worden
om niet te werken, dar. had 1Jij u
geschapen om te leven zonder toeten,
want slechts door arbeid leeft dc
wereld.
IIoö Gij hebt eiken dag en ieder
oogenblik behoeften, die slechts dooi
den arbeid te voldoen zijn, en gij
zoudt niet willen werken
Eet dan straatsleenön; ga naar den
regenbak uwen dorst lessen, slaap in
de open lucht, dan kunt gij luieren en
uitrusten.
Gij klaagt over den arbeid; gij moet
u veeleer over het leven beklagen. Is
de meiisch dan niet- geboren om te
arbeiden, gelijk de vogel om te vliegen?
Heeft God niet na Adams val in het
paradijs gezegd: nln het zweet uws
aanschijus zult gij uw brood verdienen!'*
Dat was de welverdiende straf der
zonde.
Doch sedert de komst van Hem,, die
alles, ook den arbeid geheiligd en zelf
gearbeid heelt, is het wel arbeiden voor
u, maar nu tot voldoening uwer schuld
en tot uwe heiliging. Nu geeft de
arbeid hemelscke eu aardscb.o vei>
diensten.
Ja, werken is zalig Werken ver
dient den Hemel 1
Ilel is echter niet genoeg te werken
en te verdienen; men moet ook sparen,
want iederen dag heeft zijn morgen.
Wordt gij door ziekte bezocht, dan
moet er geld ziju.
Mogelijk hebben uwe oude, zwakke
ouders het noodig. Het is riiet meer
dan plicht, dat gij op hunne hooge
jaren hen ondersteunt, die met zooveel
liefde en opoffering' uwe jeugd verzorgd
hebben.
Zijl gij vrijgezel, spaar dan voorden
trouwdag.
Zijt gij gehuwd, spaar dan voor
vrouw en kinderen; uwe kinderen
zullen het u wedergeven als zij groot
zijn.
De bij en de mier verzamelen des
Advertentien of Ingezonden
Stukken gelieve men Vrij
dag vóór 2 uur 's middags
te bezorgen aan het Bureau van
»Peel en Maas"' te Venray.
Uitsluitend voor onze
Abonné's.
Met het oog op het aanslaande
Kroningsfeest, heeft de uitgever van
dit blad bet in bet belang van zijne
lezers wensehclijk geacht een
GEDENKPLAAT
voor zijne abonné's verkrijgbaar te
stellen.
Deze plaat is mooi afgewerkt en
heeft ecne afmeting van 63 bij 73 <-M.
In lie) midden der plaatbcvindi zic-li
liet zeer gelijkend Portret van II. M.
dc Koningin, met den Kroningsmantel
omhangen en mei dc eene band rus
tende op de Grondwet, terwijl daar
naast dc Kroon is neergelegd. Boven
aan dc plaat bevinden zich de Por
tretten van 11.11. M.M. Koning Wil
lem I en Willem II, van onderen de
Portretten van II.IJ. MM. Koning
Willem 111 cn Koningin Emma.
Tusschcn beide laütste Portretten
bevindt zich dc Nieuwe Kerk van
binnen gezien, waar 11. M. gekroond
wordt.
Verkrijgbaar aan bet. Bureau van
-Peel Maas" voor den prijs van
20 cents. Naar buiten 35cents
Feuilleton.
Geschiedkundig verhaal uit den
tijd der Fransclie Revolutie.
I.
T»e Praiisclie omwenteling was uitge
broken.
I>o goddelijke en burgerlijke wetten werden
met voeler, gi-ii«-J.-n. Alle oidc en samenhang
in de maatschappij was' verbroken cn de
menschen, aan reJelnoze dieivn gelijk, zoch
ten slechts aan hunne Inge hai Utucliten den
viijen teugel le vieren.
Oi.schuld, deugd cn godsdienstzin werden
als ondeugden uitgekreten, en den Lingers
tol ecne misdaad aangerekend, terwijl broe-
deimoord, gouddorst en gruwelen van alleiloi
aaid als burgerdeugden werden beschouwd.
De kerken waren vernield, gesloten of tut
andere doeleinden ingericht.
Het schavot deed geregeld en overal dienst
êfti duizenden cn duizenden braven lieten hun
jeven er np.
Wee hem, die een blijk van afkeuring
du'fdc le geven omtrent den staal van zaken;
de kerker stond voor hern open, en van de
gevangenis naar het schavot was slechts..,,
ccne schrede
^Vooral luid men het in die dagen van
verschrikking gemunt op den adel en de
geestelijkheid; de eerste omdut hij den koning
getrouw bleef; do laatste omdat zij door hare
Eenige welmeenende lessen
van
Moeder Arbeid.
Arbeid is mijn naam, en arbeid is
uw eer.
Met den mensch ben ik geboren en
met den laatsten tnensch zal ik eerst
ophouden te bestaan.
Zij die mcenen, dat mei mijn onder
gang alles hun van zelf zal toevloeien,
hebben hot ver mis, want juist zonder
mij kwam ieder van geLiek om.
Geen volle op aarde bestond ooit
zonder een talrijken, spaarzamen en
werkzaraen stand.
Een volk vau leegloopors zou niet
duren.
Ledigheid is als roest; die slijt meer
af dan werkzaamheid.
Die deu lijd verkwist, verkwist het
leven: want liet leven bestaat uit den
tijd.
Dc tijd komt, gaal en keert niet
weer. Tijdverlies, geldverlies
Besteed den lijd, terwijl gij kunt.
Indien gij werkt, zal hij u kort, zoo
gij ledig zijt, zal hij u lang vallen.
Op dan, luiaard nu moet gij
werken, naderhand kunt gij rusten.
Die niet werkt, zal niet eten.
Een slapende vos vangt geen kippen.
Do ellende k'opt wel eens aan de
deur van den vlijtige, doch treedt er
zelden binnen; bij den luiaard daaren
tegen gaat zij vrypost'g aan den haard
zitten.
De luiheid gaat langzaam, de
armoede haalt haai in. Een ijverig
verhevene bediening, door een leven vnn
opufFeiing en liefde een voorbeeld gaven, dat
geheel in strijd was mei de heerschende
grondbeginselen.
Het was daarom voldocndo voor de recht
bank van liet sein ik bewind als vei mugend,
of als priester aungoklaugd to worden; nis
gieren vielen de woestelingen onmiddelijk
op hunne slachtoffers aan, cn noch tranen-,
noch gebeden hadden eenigen invloed op het
hari dier wreedaards.
Ook hon, die eene schuilplaats verleenden
aan de vervolgde priesters, wachtte hetzelfde
let; hunne goederen werden veibeurd ver
klaard, en zij mochten zich gelukkig rekenen,
die hun vaderland konden ontvluchten en op
vreemden bodem als balling hun ellendig
bestaan rekten.
Zoj was do toestand van Frankrijk op bet
tijds'ip, waarop deze geschiedenis een aan
vang neemt, en dien wy vermeend liebbcn
in het koit te moeien schotsen, om omen
lozers een goed overzicht le geven vau de
gebeurtenissen, die volgen.
Op een kasteel aan de oevers der Loire,
eenige uren vnn Nnntes, woonde de markies
du Mont met zijne gade en kindereu hoogst
gelukkig.
Hij was een man van omtrent veertig jaar,
die door zijne minzaamheid aller harten tot
zich trok cn door zyne milddadigheid jegens
den armen algemeen bekend was.
Als men dien man zich zoo eenvoudig met
de landlieden zag bezig houden, zou men
geenszins vermoed hebben, dat hij eenmaal
eene schitterende betrekking aan hel konink
lijk hof vervuld had.
En toch slechts weinige jaren geleden,
bewoog hij zich nog in den schitterenden
hofstoet, die Lode wijk XVII omgaf cn mocht
werkman ontloopt haar altijd.
Dio violen laat zorgen, zal van
honger omkomen. Op uwe beide armen
moet gij rekenen.
Werk is geld. Voor alle werk is
tijd noodig. Dus nog eens: tijdverlies
is geldverlies
Geen loon zonder moeite, geen geld
zonder arbeid.
Arbeid betaalt, ledigheid maakt
schulden.
Een vlijtig werkman heeft niet licht
gebrek aan brood.
Zog niet: mij ontbreken de krachten!
Heb moed en goeden wil, vertrouw op
Go l en gjj wonderen doen.
De aanhoudende drop holt de rots
uil. Een zwakke muis knaagt een
dikken kabel door. Duurzame lichte
slagen vellen deu diksten eik.
Sommigen klagen en zeggen geeu
wend: ik heb geen werk, ik zoek, maar
vind het niet.
Geen wonder, zij behooren tot die
Soort, welke vóór dat zij begonnen
zijn, al wenschen dal dc karwei maar
gedaan is.
Is zoo iemand aan den gang. dan
rust hij ieder oogenblik, kijkt rond en
naar do klok, babbelt, kortom, voert
bijna niets uit. En dan vet langt hij
nog veel loon voor weinig werk.
Niemand wil hem meer, en het is
zijn eigen schuld.
Zeg mij, hoeveel tijd en geld gij
aldus dagelijks, wekelijks, maandelijks
jaarlijks verliest? Gij zult versteld
staan, als gij het narekent.
Knappe werklui zijn er meestal te
kort, omdat iedereen er van gediend
wil zijn.
Hoe menigvuldig zijn echter de
hij zich voortdurend in de gunst van zijn
vorst verheugen.
üp het onverwachts echter zag li(j zich
door zijn koiiiuklijkon meester met eene iu
liet oog Ioopende koelheid behandeld.
Daar hij hieruit afleidde, dm do laster van
vijanden hieraan niet vreemd zou zijn,
vei liet hij het hof, zonder naar de oorzaak
tc vernemen.
Daarop vestigde hij zich op het land in
zijn aangenaam buitenverblijf, zonder de ge-
uoegens van het weelderig leven aau het
hof to betreuren.
Van zijne talrijke bedienden bad hij slechts
een man guhouden, die hem met hart ei: ziel
aanhing.
Deze man, Hendrik gehecten, was een
BrétHgner van geboorte cn vervulde bij den
Markies don post van kamerdienaar cn was
levens diens vertrouweling.
Hij was slipt eerlijk, inschikkelijk cn
goedaardig jegens iedereen en voor do belan
gen zyns meesters mot don grooistéu' ijver
bezield.
Geen wonder dus. dat do Markies zijn
bediende op zoor vriendschap; elijlccn voel
Injagende en ieder hein als lid des huisgezins
beschouwde.
In dii vreedzame buitenlevon betreurde de
Markies zijne vroegere grootheid niet; hij
s.-nankte nu integendeel een genoegen, dal
hem lol dusverre onbekend was.
Doch daar bralt de omwenteling uit en
toen veranderde deze zoele rust iu eene
gestadige onrust.
Op zekeren avond terwijl do Markies met
zijne gemalin en kinderen zich in de huis
kamer bevonden, en Mr. du Mout sprak over
do ongelukken, die liet schoon© Frankrijk
boven het hoofd hingen, werd er onverwacht
op de duur geklopt.
liet wns Hendrik die kwam zoggen dat er
een onbekend persoon iu den tuin was, die
den Maikies wilde spreken.
Om u gerust te stellen, ging Hendrik
voort, heeft die man mij dezen brief voor u
ter hand gesteld, want ik stond juist op liet
puilt hem den tuin uit te werpen: ik raad u
nan, voorzichtig met dat slag van menschen
om te gaan; zijn uiterlijk te oordeelen is het
zeker een bedelaar of misschien wel een spion
van het schrikbewind. Ik heb Jacob den
tuinman gelast hom good in het gezicht to
houden.
Terwijl Hendrik aldus uit een adem voort-
ratelde, had M. du Mont den brief geopend,
en nauwelijks had hy een blik er in gewor
pen of hij riep uit:
Hendrik, kom spoedig I Het is een
vervolgde priester, die gevlucht is; een mijner
beste vrienden, do abt Malo; zyn hoofd is op
prijs gestold.
Hendrik, half beschaamd, dat hij dien man
voor ent spion Imd gehouden, verontschul
digde zich, en bracht den Markies spoedig hij
deu abt.
Deze stond in eene houding, die do grootste
afgemuiheid te kennen gaf, aan de tuindeur,
onder het waakzaam oog van Jueob te
wachten
Zoodra had M. du Mout den vreemdeling
gezien, of hij wierp zich in zijne aimen, onder
den uitroep:
Wees welkom, mijn eerwaarde goede
vriend
Onmiddelijk binnengeleid, werd hij door do
markiezin mol minder hartelijk ontvangen.
Sedert dertig jaren was de abt dc vriend en
raadsman van den markies geweest. Als kind
Imd hij hem de deugd lecren liefhebben, ais
jongeling had hij hem voor de gevaren der
wereld behoed, als mau had hij hem steed,»
met raad eu daad ter zijde gestaan, en toen
de Markies l'arijs verliet was hem de schei
ding van die vriend liet hardste gevallen.
In welken toestand, en onder welko
vermomming moet ik u wederzien! riep de
markies op droesigen toon uit; helaas tot
welk zedelijk verval is Frankrijk gekomen,
dat hei zelfs de pi lesters, de ijverigste diena
ren van God, do vrede apostelen als wilje
dieien vervolgt
Bedaard, mijn zoon, zeido de abt; het
pasi ons niet iu de raadsbesluiten der Voorzie
nigheid door lediingep. Geef my intpsschen
wat te eten; ik heb sinds twee dagen niets
meer gegeten.
Ach, mijn arme vriend, wat hebt gij al
moeten lijden, zei dc Markies eu gaf tersioucj
bevel om e'en gereed tc maken.
Daarop vervolgde bij:
Versterk u thans eerst aan een Hinken
maaltijd, cn dan vei zoek ik u ons mede te
deelcii, hoe gij gevlucht zjjt cn wat gij thans
denkt te doen.
Nadat de abt Malo zijne uitgeputto krach
ten door een goed (naai versterkt had, begon
hij
In ieder go val, mijn vriend, kan ik hiep
niet meer dau enkele oogenblikkon vct-
t zeven
Waarom niet
Omdat men mij elk oogenblik op het
spoor kan komen, en dan
Welnu, wij zullen u goed verbergen, zej
do Markies.
Neen, mijn beste vriend, dat is veel lo
gevaarlijk voor u. sprak dc priester op tieu-
rigeu toon, wanneer men mij lijcr aantrof,
waart gij met uw geheel gezin verloren, eu dat
zou mijne smart verhoogen.
Mum hoe is dat mogelijk?
D ordl vervolgd,